This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32014D0039
2014/39/EU: Commission Decision of 27 January 2014 confirming the participation of Greece in enhanced cooperation in the area of the law applicable to divorce and legal separation
2014/39/EU: Besluit van de Commissie van 27 januari 2014 houdende bevestiging van de deelneming van Griekenland aan de nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed
2014/39/EU: Besluit van de Commissie van 27 januari 2014 houdende bevestiging van de deelneming van Griekenland aan de nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed
PB L 23 van 28.1.2014, p. 41–42
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
28.1.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 23/41 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 27 januari 2014
houdende bevestiging van de deelneming van Griekenland aan de nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed
(2014/39/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 328, lid 1, en artikel 331, lid 1,
Gezien Besluit 2010/405/EU van de Raad van 12 juli 2010 houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed (1),
Gezien Verordening (EU) nr. 1259/2010 van de Raad van 20 december 2010 tot nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed (2),
Gezien het feit dat Griekenland heeft meegedeeld dat het voornemens is deel te nemen aan de nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 12 juli 2010 besloot de Raad machtiging te verlenen voor nauwere samenwerking tussen België, Bulgarije, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Italië, Letland, Luxemburg, Hongarije, Malta, Oostenrijk, Portugal, Roemenië en Slovenië op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed. |
(2) |
Op 20 december 2010 stelde de Raad Verordening (EU) nr. 1259/2010 tot nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed vast. |
(3) |
Op 21 november 2012 stelde de Commissie Besluit 2012/714/EU houdende bevestiging van de deelneming van Litouwen aan de nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed vast (3). |
(4) |
Griekenland heeft meegedeeld dat het voornemens is deel te nemen aan de nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed en dat bij brief van 14 oktober 2013, die de Commissie heeft geregistreerd op 15 oktober 2013. |
(5) |
De Commissie merkt op dat noch Besluit 2010/405/EU noch Verordening (EU) nr. 1259/2010 specifieke voorwaarden voorschrijft voor de deelneming aan de nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed en dat de deelneming van Griekenland de voordelen van deze nauwere samenwerking moet versterken. |
(6) |
De deelneming van Griekenland aan de nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed moet dus worden bevestigd. |
(7) |
De Commissie moet voor Griekenland de nodige overgangsmaatregelen vaststellen voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 1259/2010. |
(8) |
Verordening (EU) nr. 1259/2010 moet in Griekenland in werking treden op de dag volgende op die van de bekendmaking van dit besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Deelneming van Griekenland aan de nauwere samenwerking
1. De deelneming van Griekenland aan de nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed, waartoe bij Besluit 2010/405/EU machtiging is verleend, wordt bevestigd.
2. Verordening (EU) nr. 1259/2010 is conform dit besluit van toepassing op Griekenland.
Artikel 2
Informatieverstrekking door Griekenland
Uiterlijk 29 oktober 2014 stelt Griekenland de Commissie, in voorkomend geval, in kennis van zijn nationale bepalingen inzake:
a) |
de vormvoorschriften die van toepassing zijn op rechtskeuzeovereenkomsten in de zin van artikel 7, leden 2 tot en met 4, van Verordening (EU) nr. 1259/2010, en |
b) |
de mogelijkheid om rechtskeuze uit te oefenen overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1259/2010. |
Artikel 3
Overgangsbepalingen voor Griekenland
1. Verordening (EU) nr. 1259/2010 geldt ten aanzien van Griekenland slechts voor rechtszaken die worden ingeleid na 29 juli 2015 en voor de overeenkomsten welke vanaf die datum op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1259/2010 worden gesloten.
Een rechtskeuzeovereenkomst die vóór 29 juli 2015 is gesloten, heeft voor Griekenland echter eveneens uitwerking indien zij voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 6 en 7 van Verordening (EU) nr. 1259/2010.
2. Verordening (EU) nr. 1259/2010 laat voor Griekenland onverlet de rechtskeuzeovereenkomsten die zijn gesloten overeenkomstig het recht van de deelnemende lidstaat waar de zaak vóór 29 juli 2015 aanhangig is gemaakt.
Artikel 4
Inwerkingtreding en datum van toepassing van Verordening (EU) nr. 1259/2010 in Griekenland
Verordening (EU) nr. 1259/2010 treedt in Griekenland in werking op de dag na die van de bekendmaking van dit besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Verordening (EU) nr. 1259/2010 is van toepassing op Griekenland met ingang van 29 juli 2015.
Artikel 5
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 27 januari 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 189 van 22.7.2010, blz. 12.
(2) PB L 343 van 29.12.2010, blz. 10.
(3) PB L 323 van 22.11.2012, blz. 18.