EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008R0148

Verordening (EG) nr. 148/2008 van de Commissie van 20 februari 2008 tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 900/2007 en (EG) nr. 1060/2007 ten einde de status te verduidelijken van de bestemmingen waarvoor geen restituties bij de uitvoer van suiker worden betaald

PB L 46 van 21.2.2008, p. 9–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 11/12/2010

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2008/148/oj

21.2.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 46/9


VERORDENING (EG) Nr. 148/2008 VAN DE COMMISSIE

van 20 februari 2008

tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 900/2007 en (EG) nr. 1060/2007 ten einde de status te verduidelijken van de bestemmingen waarvoor geen restituties bij de uitvoer van suiker worden betaald

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 40, lid 1, onder g), en artikel 40, lid 2, onder d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij artikel 1 van Verordening (EG) nr. 900/2007 van de Commissie van 27 juli 2007 betreffende een permanente inschrijving voor de vaststelling van restituties bij uitvoer van witte suiker tot het einde van het verkoopseizoen 2007/2008 (2) en artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1060/2007 van de Commissie van 14 september 2007 met betrekking tot de opening van een permanente openbare inschrijving voor de verkoop voor uitvoer van suiker uit de voorraden van de interventiebureaus van België, Tsjechië, Ierland, Spanje, Italië, Hongarije, Slowakije en Zweden (3) zijn permanente inschrijvingen geopend voor alle bestemmingen, behalve Andorra, Gibraltar, Ceuta, Melilla, de Heilige Stoel (Vaticaanstad), Liechtenstein, de gemeenten Livigno en Campione d’Italia, Helgoland, Groenland, de Faeröer en de zones van Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent, Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië (4), Montenegro en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

(2)

Om een onjuiste interpretatie van de status van de uitgesloten bestemmingen te voorkomen moet een onderscheid worden gemaakt tussen derde landen, gebieden van de EU-lidstaten die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap, en Europese grondgebieden waarvan de buitenlandse betrekkingen door een lidstaat worden behartigd en die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap.

(3)

De Verordeningen (EG) nr. 900/2007 en (EG) nr. 1060/2007 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 900/2007 wordt vervangen door:

„1.   Er wordt een permanente inschrijving gehouden voor de vaststelling van restituties bij uitvoer van witte suiker van GN-code 1701 99 10, voor alle bestemmingen, behalve

a)

derde landen: Andorra, Liechtenstein, de Heilige Stoel (Vaticaanstad), Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië (5), Montenegro, Albanië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië;

b)

gebieden van de EU-lidstaten die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: de Faeröer, Groenland, Helgoland, Ceuta, Melilla, de gemeenten Livigno en Campione d’Italia, en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent;

c)

Europese grondgebieden waarvan de buitenlandse betrekkingen door een lidstaat worden behartigd en die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: Gibraltar.

Tijdens de duur van de in de eerste alinea bedoelde permanente inschrijving worden deelinschrijvingen gehouden.

Artikel 2

Artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1060/2007 wordt vervangen door:

„De in de eerste alinea bedoelde bestemmingen zijn:

a)

derde landen: Andorra, Liechtenstein, de Heilige Stoel (Vaticaanstad), Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië (6), Montenegro, Albanië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië;

b)

gebieden van de EU-lidstaten die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: de Faeröer, Groenland, Helgoland, Ceuta, Melilla, de gemeenten Livigno en Campione d’Italia, en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent;

c)

Europese grondgebieden waarvan de buitenlandse betrekkingen door een lidstaat worden behartigd en die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: Gibraltar.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 februari 2008.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1260/2007 (PB L 283 van 27.10.2007, blz. 1).

(2)  PB L 196 van 28.7.2007, blz. 26. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1298/2007 (PB L 289 van 7.11.2007, blz. 3).

(3)  PB L 242 van 15.9.2007, blz. 8. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1476/2007 (PB L 329 van 14.12.2007, blz. 17).

(4)  Met inbegrip van Kosovo, onder auspiciën van de Verenigde Naties, krachtens resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad van 10 juni 1999.

(5)  Met inbegrip van Kosovo, onder auspiciën van de Verenigde Naties, krachtens resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad van 10 juni 1999.”.

(6)  Met inbegrip van Kosovo, onder auspiciën van de Verenigde Naties, krachtens resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad van 10 juni 1999.”.


Top