Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R0664

Verordening (EG) nr. 664/2004 van de Commissie van 7 april 2004 houdende overgangsmaatregelen met betrekking tot de in Verordening (EG) nr. 2535/2001 bedoelde invoercertificaten voor melk en zuivelproducten ingevolge de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie

PB L 104 van 8.4.2004, p. 106–107 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 06/02/2009

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/664/oj

32004R0664

Verordening (EG) nr. 664/2004 van de Commissie van 7 april 2004 houdende overgangsmaatregelen met betrekking tot de in Verordening (EG) nr. 2535/2001 bedoelde invoercertificaten voor melk en zuivelproducten ingevolge de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie

Publicatieblad Nr. L 104 van 08/04/2004 blz. 0106 - 0107


Verordening (EG) nr. 664/2004 van de Commissie

van 7 april 2004

houdende overgangsmaatregelen met betrekking tot de in Verordening (EG) nr. 2535/2001 bedoelde invoercertificaten voor melk en zuivelproducten ingevolge de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag van toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, inzonderheid op artikel 2, lid 3,

Gelet op de Akte van toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, inzonderheid op artikel 41, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In titel 2, hoofdstuk I, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie van 14 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten(1) zijn bijzondere bepalingen vastgesteld voor de erkenning van aanvragers van invoercertificaten. Om ook marktdeelnemers uit Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (de nieuwe lidstaten) vanaf de datum waarop deze landen toetreden tot de Europese Unie toegang te geven tot invoercertificaten, moeten overgangsmaatregelen worden vastgesteld.

(2) Voor de periode van 1 mei tot en met 30 juni 2004 moet de marktdeelnemers uit de nieuwe lidstaten worden toegestaan invoercertificaten in het kader van de in de bijlagen bij Verordening (EG) nr. 2535/2001 vermelde tariefcontingenten aan te vragen zonder dat zij van tevoren erkend te zijn. Zij moeten kunnen bewijzen dat zij handelaar zijn en regelmatig handelstransacties uitvoeren. De aanvragers uit de nieuwe lidstaten mogen, om hun handelsactiviteit te bewijzen, niet alleen de transacties met de Gemeenschap, maar ook die met alle derde landen in rekening brengen. Ook mogen zij 2002 in plaats van 2003 als referentiejaar voor de handelsactiviteit kiezen, wanneer zij kunnen aantonen dat zij wegens uitzonderlijke omstandigheden niet in staat waren de voorgeschreven hoeveelheid zuivelproducten in te voeren of uit te voeren. De nieuwe lidstaten moeten vóór 15 mei 2004 de lijst van alle in aanmerking komende marktdeelnemers aan de Commissie zenden. Om de identificatie van iedere aanvrager te vereenvoudigen en om de overdracht van certificaten te vergemakkelijken, moet nader worden bepaald welke gegevens elke marktdeelnemer moet verstrekken. Bovendien moet worden toegestaan dat certificaten worden overgedragen aan de in aanmerking komende marktdeelnemers in de nieuwe lidstaten.

(3) Voor de periode van 1 juli 2004 tot en met 30 juni 2005 worden de marktdeelnemers uit de nieuwe lidstaten erkend, voorzover zij daartoe vóór 1 juni een aanvraag met de nodige bewijsstukken en gegevens indienen of voorzover zij zijn opgenomen in de lijst van in aanmerking komende marktdeelnemers die vóór 15 mei 2004 aan de Commissie moet worden gezonden.

(4) Derhalve moet een aantal van Verordening (EG) nr. 2535/2001 afwijkende bepalingen worden vastgesteld.

(5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. In afwijking van titel 2, hoofdstuk I, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 2535/2001 mogen in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (hierna "de nieuwe lidstaten" te noemen) gevestigde marktdeelnemers, zonder van tevoren erkend te zijn door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar zij gevestigd zijn, invoercertificaten aanvragen in het kader van de contingenten voor de periode van 1 mei tot en met 30 juni 2004.

2. In afwijking van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 2535/2001 mogen in de nieuwe lidstaten gevestigde marktdeelnemers slechts in de lidstaat waar zij gevestigd zijn, invoercertificaten voor de in lid 1 bedoelde contingenten aanvragen.

Certificaataanvragen zijn slechts geldig voorzover deze vergezeld gaan van:

a) het bewijs dat de aanvrager in 2003 bij ten minste vier transacties in totaal ten minste 25 t zuivelproducten van hoofdstuk 04 van de gecombineerde nomenclatuur heeft ingevoerd en/of uitgevoerd;

b) alle documenten die nodig zijn om de identificatie en de hoedanigheid van de aanvrager te bewijzen, en met name:

i) volgens de nationale wetgeving opgestelde documenten inzake de bedrijfsboekhouding en/of de fiscale positie, en

ii) het BTW-nummer, indien vereist volgens de nationale wetgeving,

iii) de inschrijving in het handelsregister, indien vereist volgens de nationale wetgeving.

Het referentiejaar onder a) is 2002 wanneer de betrokken importeur kan bewijzen dat hij in 2003 wegens uitzonderlijke omstandigheden niet in staat was de voorgeschreven hoeveelheid zuivelproducten in te voeren en/of uit te voeren.

Voor de toepassing van dit lid worden transacties in het kader van de regeling actieve of passieve veredeling niet als invoer of uitvoer beschouwd.

3. Uiterlijk op 15 mei 2004 zenden de bevoegde autoriteiten van de nieuwe lidstaten de Commissie de lijst van marktdeelnemers die overeenkomstig lid 1 invoercertificaten aangevraagd hebben in het kader van de contingenten voor de periode van 1 mei tot en met 30 juni 2004 en die voldoen aan de voorwaarden van lid 2. Deze lijst wordt met uitzondering van het erkenningsnummer opgesteld overeenkomstig het model in bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 2535/2001.

4. De Commissie zendt een kopie van deze lijsten aan de bevoegde autoriteiten van de overige lidstaten.

5. In afwijking van artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2535/2001 mogen in het kader van de invoercontingenten voor de periode van 1 mei tot en met 30 juni 2004 afgegeven certificaten uitsluitend worden overgedragen aan natuurlijke of rechtspersonen die overeenkomstig afdeling 2 van die verordening zijn erkend en aan natuurlijke of rechtspersonen die voorkomen op de in lid 3 bedoelde lijsten.

Artikel 2

In afwijking van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2535/2001 wordt in het kader van de contingenten voor de periode van 1 juli tot en met 30 juni 2005 erkenning verleend aan:

a) in de nieuwe lidstaten gevestigde marktdeelnemers die daartoe vóór 1 juni 2004 een aanvraag met de in artikel 1, lid 2, genoemde documenten indienen bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar zij gevestigd zijn, of

b) in de nieuwe lidstaten gevestigde marktdeelnemers die in de in artikel 1, lid 3, bedoelde lijst vermeld zijn en die daartoe vóór 1 juni 2004 een aanvraag indienen bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar zij gevestigd zijn.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking onder voorbehoud en op de datum van inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 april 2004.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 341 van 22.12.2001, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 50/2004 (PB L 7 van 13.1.2004, blz. 9).

Top