EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004D0391

2004/391/EG: Besluit van de Commissie van 23 april 2004 betreffende de werkzaamheden van de raadgevende groepen op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

PB L 120 van 24.4.2004, p. 50–60 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2014; opgeheven door 32013D0767

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2004/391/oj

32004D0391

2004/391/EG: Besluit van de Commissie van 23 april 2004 betreffende de werkzaamheden van de raadgevende groepen op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Publicatieblad Nr. L 120 van 24/04/2004 blz. 0050 - 0060


Besluit van de Commissie

van 23 april 2004

betreffende de werkzaamheden van de raadgevende groepen op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

(2004/391/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Commissie moet het advies van de sociaal-economische sectoren en de consumenten inwinnen over vraagstukken in verband met de werking van de verschillende gemeenschappelijke marktordeningen en in verband met andere gebieden die onder het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het beleid inzake plattelandsontwikkeling vallen.

(2) Alle economische sectoren die rechtstreeks betrokken zijn bij de werking van de gemeenschappelijke marktordeningen en de gevolgen ondervinden van de besluiten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, alsmede de consumenten, moeten aan de opstelling van de door de Commissie gevraagde adviezen kunnen deelnemen.

(3) De betrokken sociaal-economische groeperingen en consumentenverenigingen uit de lidstaten hebben op communautair niveau organisaties opgericht die bijgevolg in staat zijn de betrokkenen uit alle lidstaten te vertegenwoordigen.

(4) Sinds 1962 bestaat er een adviesstructuur op het gebied van landbouwaangelegenheden. Naar aanleiding van de hervormingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van 1999 en 2003, en in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie in 2004 dient die structuur te worden herzien. Besluit 98/235/EG van de Commissie van 11 maart 1998 betreffende de werkzaamheden van de raadgevende comités op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(1) moet derhalve worden ingetrokken en vervangen door een nieuw besluit.

(5) Om verwarring te vermijden met de voor de raadgevende comités gebruikte terminologie van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(2), verdient het aanbeveling om voor de bij het onderhavige besluit op te richten organen niet de term "comités" te gebruiken,

BESLUIT:

Artikel 1

1. Bij de Commissie worden de volgende groepen ingesteld:

a) de in bijlage I opgenomen raadgevende groepen;

b) de in artikel 4, lid 1, bedoelde werkgroepen.

2. De raadgevende groepen kunnen door de Commissie worden geraadpleegd over alle aangelegenheden betreffende het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het beleid inzake plattelandsontwikkeling en de toepassing daarvan, en met name over de gemeenschappelijke marktordeningen en de maatregelen die de Commissie in het kader daarvan moet nemen.

Artikel 2

1. De in artikel 1 bedoelde groepen vertegenwoordigen de volgende sociaal-economische belangengroeperingen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:

- landbouwproducenten en landbouwcoöperaties,

- industrieën die landbouwproducten tot voedings- of voedermiddelen verwerken,

- de handel in landbouwproducten en voedings- en voedermiddelen,

- werknemers in de landbouwsector en in de sectoren voedings- en voedermiddelen, consumenten en milieubeschermers.

In specifieke gevallen kunnen vertegenwoordigers van andere belangengroeperingen worden aangewezen.

2. De verdeling van de zetels van de raadgevende groepen over de sociaal-economische belangengroeperingen is opgenomen in bijlage II bij dit besluit.

Artikel 3

1. De op communautair niveau opgerichte sociaal-economische organisaties die zijn opgenomen in de bij de Commissie bijgehouden lijst van belangengroeperingen (hierna "de sociaal-economische organisaties" genoemd), worden door de Commissie uitgenodigd deskundigen aan te wijzen. De sociaal-economische organisaties moeten de meest representatieve zijn voor de in artikel 2, lid 1, vermelde groeperingen, met inbegrip van de sociale partners, en hun activiteiten moeten verband houden met het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de plattelandsontwikkeling.

2. Bij het aanwijzen van deskundigen moeten de sociaal-economische organisaties ernaar streven dat de verschillende belangen van hun sector worden vertegenwoordigd.

3. De Commissie mag een haars inziens ten onrechte door de sociaal-economische organisatie aangewezen deskundige weigeren, met name bij een belangenconflict. In een dergelijk geval brengt de Commissie de sociaal-economische organisatie onverwijld op de hoogte, zodat deze een andere deskundige kan aanwijzen.

Artikel 4

1. Op verzoek van een raadgevende groep en in overleg met de Commissie kunnen voor de bestudering van specifieke aangelegenheden één of meer werkgroepen worden opgericht. Dergelijke groepen bestaan uit terzake deskundige personen die door de sociaal-economische organisaties worden aangewezen. Het bepaalde in artikel 3, lid 3, is van toepassing.

2. Zo nodig worden deskundigen door de Commissie aangewezen en uitgenodigd om aan de vergaderingen van de in lid 1 bedoelde werkgroepen deel te nemen.

3. De Commissie zit de vergaderingen van de in lid 1 bedoelde werkgroepen voor.

Artikel 5

1. Na raadpleging van de Commissie kiest elke raadgevende groep tijdens haar eerste vergadering na de datum van toepassing van dit besluit en tijdens haar eerste vergadering na de in lid 3 vermelde termijn van twee jaar, een voorzitter onder haar deskundigen, overeenkomstig de volgende procedure:

a) in de eerste stemronde, met een meerderheid van tweederde van de aanwezige deskundigen;

b) in de volgende stemronden, bij gewone meerderheid van de aanwezige deskundigen; bij staking van stemmen neemt de Commissie tijdelijk het voorzitterschap waar.

2. Elk raadgevende groep kiest tijdens haar eerste vergadering twee vice-voorzitters overeenkomstig de in lid 1 vastgestelde procedure. De vice-voorzitters worden gekozen uit de vertegenwoordigers van andere sociaal-economische sectoren dan die waartoe de voorzitter behoort, behoudens door de Commissie te bepalen afwijkingen.

3. De mandaatsperiode van de voorzitter en de twee vice-voorzitters bedraagt twee jaar en kan telkens met twee jaar worden verlengd. De voorzitter mag niet langer dan twee opeenvolgende periodes in functie blijven.

4. Bij de keuze van een nieuwe voorzitter dient de groep erop toe te zien dat deze niet tot dezelfde sociaal-economische sector behoort als zijn voorganger.

5. Het is de taak van de voorzitter de notulen van de vergaderingen zo getrouw mogelijk vast te leggen in de vorm van een verslag.

De Commissie kan het ontwerp-verslag van de voorzitter wijzigen vóór dit wordt rondgestuurd en vervolgens door de groep wordt goedgekeurd.

Artikel 6

1. Uitsluitend deskundigen die overeenkomstig artikel 3 door de sociaal-economische organisaties zijn aangewezen, mogen deelnemen aan de vergaderingen van de in bijlage I opgenomen groepen, met inachtneming van het in bijlage II gespecificeerde aantal zetels dat aan elke organisatie wordt toegewezen. Vertegenwoordigers van de Commissie en overeenkomstig de leden 3, 4 en 5 van dit artikel uitgenodigde personen mogen ook op de vergaderingen aanwezig zijn. De voorzitter en de twee vice-voorzitters nemen uit hoofde van hun mandaat aan de vergaderingen deel.

2. De sociaal-economische organisaties delen de Commissie ten laatste drie werkdagen vóór de vergaderingen mee welke deskundigen zij hebben aangewezen.

3. Op verzoek van een organisatie waaraan één of meer zetels zijn toegewezen kan de voorzitter van de groep in overleg met de Commissie de algemeen secretaris van die organisatie uitnodigen om de vergaderingen als waarnemer bij te wonen.

Indien de algemeen secretaris van een organisatie eventueel verhinderd is, mag hij een andere, door hem aangewezen persoon als waarnemer afvaardigen.

4. Waarnemers hebben niet het recht om tijdens de vergaderingen het woord te nemen. De voorzitter kan hun evenwel, in overleg met de Commissie, verzoeken het woord te voeren.

5. Wanneer een organisatie waaraan één of meer zetels zijn toegewezen, daarom verzoekt en de geagendeerde onderwerpen zeer technisch zijn, kan de voorzitter van een groep in overleg met de Commissie andere dan de in lid 1 bedoelde deskundigen uitnodigen aan de werkzaamheden van de groep deel te nemen.

De Commissie kan op eigen initiatief personen die over de juiste kwalificaties op het gebied van één van de geagendeerde onderwerpen beschikken, verzoeken als deskundige aan de werkzaamheden van de groep over dat onderwerp deel te nemen.

De in het kader van dit lid uitgenodigde deskundigen mogen alleen deelnemen aan de besprekingen en de werkzaamheden in verband met het onderwerp waarvoor zij zijn uitgenodigd.

6. De reiskosten die de deskundigen in het kader van de vergaderingen van de groepen maken, worden overeenkomstig de vigerende regels door de Commissie vergoed. De Commissie behoudt zich het recht voor om van deze regel af te wijken. Deskundigen en waarnemers worden niet bezoldigd voor hun diensten.

Artikel 7

1. De groepen worden de Commissie samengeroepen en vergaderen normaliter daar waar de Commissie haar zetel heeft.

2. De Commissie zorgt voor de secretariaatsondersteuning van de groepen.

Artikel 8

De agenda van de vergadering van de raadgevende groep wordt ten minste 25 werkdagen vóór de desbetreffende vergadering door de voorzitter opgesteld in samenwerking met de Commissie en in overleg met de in de groep vertegenwoordigde belangengroeperingen. De Commissie verstuurt de agenda normaliter 20 werkdagen vóór de vergadering naar de sociaal-economische organisaties, bij voorkeur langs elektronische weg.

De voorzitter van elke groep kan op eigen initiatief of op verzoek van om het even welke in de groep vertegenwoordigde belangengroepering voorstellen dat de Commissie zijn groep raadpleegt over om het even welk onderwerp dat onder de bevoegdheid van die groep valt.

Artikel 9

De besprekingen in de raadgevende groepen hebben betrekking op aangelegenheden waarover de Commissie advies heeft gevraagd. De Commissie mag, wanneer zij een groep om advies verzoekt, de termijn bepalen waarbinnen advies moet worden uitgebracht.

Na afloop van de besprekingen van de raadgevende groepen wordt niet gestemd. Indien er met betrekking tot het uit te brengen advies eenstemmigheid bestaat in de groep, stelt de groep gemeenschappelijke conclusies op die bij de notulen worden gevoegd.

Op voorstel van de groep deelt de Commissie het resultaat van de besprekingen van de groep aan de Raad mee.

Artikel 10

Onverminderd artikel 287 van het Verdrag mogen de deelnemers aan de vergaderingen de informatie die zij ten gevolge van de werkzaamheden van de betrokken groep hebben verworven, niet openbaar maken als de Commissie hun meedeelt dat het gevraagde advies of de gestelde vraag betrekking heeft op een vertrouwelijke aangelegenheid.

Artikel 11

Besluit 98/235/EG wordt ingetrokken.

Artikel 12

Dit besluit wordt van toepassing op 1 mei 2004.

Gedaan te Brussel, 23 april 2004.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 88 van 24.3.1998, blz. 59.

(2) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

BIJLAGE I

1. RAADGEVENDE GROEP GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID

2. RAADGEVENDE GROEP GRANEN, OLIEHOUDENDE ZADEN EN EIWITTEN

3. RAADGEVENDE GROEP GEDROOGDE VOEDERGEWASSEN

4. RAADGEVENDE GROEP ZETMEEL

5. RAADGEVENDE GROEP ZAAIZAAD EN POOTGOED

6. RAADGEVENDE GROEP SUIKER

7. RAADGEVENDE GROEP RIJST

8. RAADGEVENDE GROEP ENERGIEGEWASSEN EN ANDERE NIET VOOR VOEDING OF VERVOEDERING BESTEMDE GEWASSEN

9. RAADGEVENDE GROEP KATOEN

10. RAADGEVENDE GROEP VLAS EN HENNEP

11. RAADGEVENDE GROEP ZUIVEL

12. RAADGEVENDE GROEP RUNDVLEES

13. RAADGEVENDE GROEP SCHAPEN- EN GEITENVLEES

14. RAADGEVENDE GROEP VARKENSVLEES

15. RAADGEVENDE GROEP SLACHTPLUIMVEE EN EIEREN

16. RAADGEVENDE GROEP BIJENTEELT

17. RAADGEVENDE GROEP GROENTEN EN FRUIT

18. RAADGEVENDE GROEP BLOEMEN EN SIERGEWASSEN

19. RAADGEVENDE GROEP WIJN

20. RAADGEVENDE GROEP GEDISTILLEERDE DRANKEN

21. RAADGEVENDE GROEP OLIJVEN EN PRODUCTEN DAARVAN

22. RAADGEVENDE GROEP TABAK

23. RAADGEVENDE GROEP HOP

24. RAADGEVENDE GROEP BOSBOUW, INCLUSIEF KURKPRODUCTIE

25. RAADGEVENDE GROEP KWALITEIT VAN DE LANDBOUWPRODUCTIE

26. RAADGEVENDE GROEP BIOLOGISCHE LANDBOUW

27. RAADGEVENDE GROEP AFZETBEVORDERING VAN LANDBOUWPRODUCTEN

28. RAADGEVENDE GROEP PLATTELANDSONTWIKKELING

29. RAADGEVENDE GROEP PLATTELANDSVROUWEN

30. RAADGEVENDE GROEP LANDBOUW EN MILIEU

BIJLAGE II

1. RAADGEVENDE GROEP GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. RAADGEVENDE GROEP GRANEN, OLIEHOUDENDE ZADEN EN EIWITTEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. RAADGEVENDE GROEP GEDROOGDE VOEDERGEWASSEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. RAADGEVENDE GROEP ZETMEEL

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

5. RAADGEVENDE GROEP ZAAIZAAD EN POOTGOED

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

6. RAADGEVENDE GROEP SUIKER

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. RAADGEVENDE GROEP RIJST

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

8. RAADGEVENDE GROEP ENERGIEGEWASSEN EN ANDERE NIET VOOR VOEDING OF VERVOEDERING BESTEMDE GEWASSEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

9. RAADGEVENDE GROEP KATOEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

10. RAADGEVENDE GROEP VLAS EN HENNEP

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

11. RAADGEVENDE GROEP ZUIVEL

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

12. RAADGEVENDE GROEP RUNDVLEES

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

13. RAADGEVENDE GROEP SCHAPEN- EN GEITENVLEES

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

14. RAADGEVENDE GROEP VARKENSVLEES

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

15. RAADGEVENDE GROEP SLACHTPLUIMVEE EN EIEREN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

16. RAADGEVENDE GROEP BIJENTEELT

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

17. RAADGEVENDE GROEP GROENTEN EN FRUIT

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

18. RAADGEVENDE GROEP BLOEMEN EN SIERGEWASSEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

19. RAADGEVENDE GROEP WIJN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

20. RAADGEVENDE GROEP GEDISTILLEERDE DRANKEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

21. RAADGEVENDE GROEP OLIJVEN EN PRODUCTEN DAARVAN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

22. RAADGEVENDE GROEP TABAK

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

23. RAADGEVENDE GROEP HOP

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

24. RAADGEVENDE GROEP BOSBOUW, INCLUSIEF KURKPRODUCTIE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

25. RAADGEVENDE GROEP KWALITEIT VAN DE LANDBOUWPRODUCTIE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

26. RAADGEVENDE GROEP BIOLOGISCHE LANDBOUW

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

27. RAADGEVENDE GROEP AFZETBEVORDERING LANDBOUWPRODUCTEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

28. RAADGEVENDE GROEP PLATTELANDSONTWIKKELING

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

29. RAADGEVENDE GROEP PLATTELANDSVROUWEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

30. RAADGEVENDE GROEP LANDBOUW EN MILIEU

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top