Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004D0018

    2004/18/EG: Beschikking van de Commissie van 23 december 2003 tot wijziging van Beschikking 2003/749/EG inzake een eerste financiële bijdrage van de Gemeenschap in de subsidiabele kosten van de uitroeiing van aviaire influenza in België in 2003 (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 5010)

    PB L 5 van 9.1.2004, p. 81–83 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2004/18(1)/oj

    32004D0018

    2004/18/EG: Beschikking van de Commissie van 23 december 2003 tot wijziging van Beschikking 2003/749/EG inzake een eerste financiële bijdrage van de Gemeenschap in de subsidiabele kosten van de uitroeiing van aviaire influenza in België in 2003 (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 5010)

    Publicatieblad Nr. L 005 van 09/01/2004 blz. 0081 - 0083


    Beschikking van de Commissie

    van 23 december 2003

    tot wijziging van Beschikking 2003/749/EG inzake een eerste financiële bijdrage van de Gemeenschap in de subsidiabele kosten van de uitroeiing van aviaire influenza in België in 2003

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 5010)

    (Slechts de tekst in de Franse en de Nederlandse taal is authentiek)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2004/18/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen,

    Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied(1), en met name op artikel 3, lid 3 en artikel 5, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Sinds maart 2003 zijn bij Beschikking 2003/289/EG van de Commissie van 25 april 2003 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met aviaire influenza in België(2) maatregelen getroffen om de verspreiding van aviaire influenza in België tegen te gaan.

    (2) Bij Beschikking 2003/289/EG is België verzocht erop toe te zien dat risicovolle pluimveebedrijven preventief worden geruimd en dat ander pluimvee en andere vogels in gebieden waarvoor beperkende maatregelen gelden en in afgebakende gebieden die als risicovol worden beschouwd, worden gedood.

    (3) België heeft de nodige voorzorgsmaatregelen genomen om verspreiding van aviaire influenza tegen te gaan.

    (4) Het uitbreken van aviaire influenza betekent een ernstig gevaar voor de veestapel van de Gemeenschap. Om verspreiding van deze ziekte te voorkomen en bij te dragen tot de uitroeiing ervan, moet de Gemeenschap dan ook bijstand verlenen voor de subsidiabele uitgaven die België heeft gedaan. Daarom moet overeenkomstig Beschikking 90/424/EEG aan België een financiële bijdrage van de Gemeenschap worden toegekend ter dekking van de kosten voor bovengenoemde voorzorgsmaatregelen in 2003.

    (5) Beschikking 2003/749/EG van de Commissie(3) inzake een eerste financiële bijdrage van de Gemeenschap in de subsidiabele kosten van de uitroeiing van aviaire influenza in België in 2003 voorzag in een voorschot van 1250 miljoen EUR voor het verplicht doden van de dieren en vernietigen van de eieren in 2003. Nu kan echter met meer zekerheid worden geraamd hoeveel schadeloosstelling moet worden betaald.

    (6) België heeft ook gegevens verstrekt over de kosten voor de uitvoering van de bij Beschikking 2003/289/EG opgelegde maatregelen.

    (7) Volgens de verstrekte informatie worden de totale kosten voor de compensatie van de eigenaars van de dieren en eieren geschat op 6160017 EUR.

    (8) Mits in 2003 de nodige middelen beschikbaar zijn, moet de Gemeenschap bijdragen in de uitgaven die België heeft verricht en moet het voorschot worden opgetrokken tot 3 miljoen EUR.

    (9) België heeft op 4 september 2003 een met redenen omkleed verzoek ingediend om verlenging van de termijn voor het indienen van het verzoek om vergoeding voor de vernietigde eieren en de gedode eendagskuikens naar aanleiding van de vervoersbeperkingen uit hoofde van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt(4). De bepalingen van artikel 3, lid 3, moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (10) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Beschikking 2003/749/EG wordt als volgt gewijzigd:

    1. De titel van Beschikking 2003/749/EG komt te luiden als volgt:

    "Beschikking 2003/749/EG van de Commissie van 10 oktober 2003 inzake de financiële bijdrage van de Gemeenschap in de subsidiabele kosten van de uitroeiing van aviaire influenza in België in 2003".

    2. In artikel 1 komt punt a) te luiden als volgt:

    "a) de onmiddellijke en passende schadeloosstelling van de eigenaars voor het doden van de dieren en vernietigen van de eieren krachtens:

    - artikel 10 van Richtlijn 90/425/EEG,

    - artikel 5 van Richtlijn 92/40/EEG en

    - artikel 3 van Beschikking 2003/289/EG

    in het kader van verplichte uitroeiingsmaatregelen als bedoeld in artikel 3, lid 2, eerste en zevende streepje, van Beschikking 90/424/EEG in verband met uitbraken van aviaire influenza in 2003 die krachtens bovengenoemde bepalingen en overeenkomstig deze beschikking zijn getroffen;".

    3. Artikel 3, lid 3, komt te luiden als volgt:

    "3. Indien België de vergoedingen uit hoofde van artikel 5 van Richtlijn 90/425/EEG en artikel 3 van Beschikking 2003/289/EG uitbetaald heeft na afloop van de termijn van 90 dagen die in artikel 2, onder a), vastgelegd is, worden de subsidiabele bedragen wegens uitbetaling na afloop van de vastgestelde termijn verlaagd met:

    - 25 % in het geval van uitbetalingen die 91 tot 105 dagen na het doden van de dieren of het vernietigen van de eieren gedaan zijn;

    - 50 % in het geval van uitbetalingen die 106 tot 120 dagen na het doden van de dieren of het vernietigen van de eieren gedaan zijn;

    - 75 % in het geval van uitbetalingen die 121 tot 135 dagen na het doden van de dieren of het vernietigen van de eieren gedaan zijn;

    - 100 % in het geval van uitbetalingen die 136 dagen of later na het doden van de dieren of het vernietigen van de eieren gedaan zijn.

    Indien België de vergoedingen uit hoofde van artikel 10 van Richtlijn 90/425/EEG uitbetaald heeft na afloop van de termijn van 60 dagen na de bekendmaking van deze beschikking, worden de subsidiabele bedragen wegens uitbetaling na afloop van de vastgestelde termijn verlaagd met:

    - 25 % in het geval van uitbetalingen die 61 tot 75 dagen daarna gedaan zijn;

    - 50 % in het geval van uitbetalingen die 76 tot 90 dagen daarna gedaan zijn;

    - 75 % in het geval van uitbetalingen die 91 tot 105 dagen daarna gedaan zijn;

    - 100 % in het geval van uitbetalingen die 106 dagen of later daarna gedaan zijn.".

    4. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

    a) Lid 1 komt te luiden als volgt:

    "1. Onder voorbehoud van de resultaten van de eventuele controles als bedoeld in artikel 5 en mits de nodige middelen beschikbaar zijn, wordt op grond van de door België ingediende bewijsstukken betreffende de onmiddellijke en passende schadeloosstelling van de eigenaars voor het verplicht doden van de dieren en vernietigen van de eieren in 2003 krachtens artikel 10 van Richtlijn 90/425/EEG, artikel 5 van Richtlijn 92/40/EEG en artikel 3 van Beschikking 2003/289/EG een voorschot van 3 miljoen EUR betaald.".

    b) Lid 3 komt te luiden als volgt:

    "3. Het in lid 2 bedoelde betalingsverzoek wordt ingediend in elektronische vorm:

    - conform bijlage I A en bijlage I B; voor schadeloosstellingen als bedoeld in artikel 1, onder a), tweede streepje, binnen 60 kalenderdagen na de opheffing van de bij Beschikking 2003/428/EG van de Commissie(5) opgelegde beperkingen; voor schadeloosstellingen als bedoeld in artikel 1, onder a), eerste en derde streepje, binnen 90 dagen na de kennisgeving van deze beschikking;

    - conform bijlage II binnen zes maanden na de bij het eerste streepje bedoelde datum.

    Bij niet-naleving van deze termijnen wordt de financiële bijdrage van de Gemeenschap per maand vertraging met 25 % verlaagd. Op met redenen omkleed verzoek van België kan de Commissie deze termijnen echter verlengen."

    Artikel 2

    Geadresseerde

    Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België.

    Gedaan te Brussel, 23 december 2003.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

    (2) PB L 105 van 26.4.2003, blz. 24. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2003/388/EG (PB L 133 van 29.5.2003, blz. 92).

    (3) PB L 271 van 22.10.2003, blz. 19.

    (4) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/33/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 315 van 19.11.2002, blz. 14).

    (5) PB L 144 van 12.6.2003, blz. 15.

    Top