EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000D0452

2000/452/EG: Besluit van de Raad van 10 juli 2000 tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Moldavië

PB L 181 van 20.7.2000, p. 77–78 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 27/12/2002; opgeheven door 32002D1006

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2000/452/oj

32000D0452

2000/452/EG: Besluit van de Raad van 10 juli 2000 tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Moldavië

Publicatieblad Nr. L 181 van 20/07/2000 blz. 0077 - 0078


Besluit van de Raad

van 10 juli 2000

tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Moldavië

(2000/452/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 308,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Commissie heeft het Economisch en Financieel Comité geraadpleegd alvorens haar voorstel in te dienen.

(2) Moldavië voert fundamentele politieke en economische hervormingen door en getroost zich aanzienlijke inspanningen om een markteconomie tot stand te brengen.

(3) Moldavië enerzijds en de Europese Gemeenschappen en de lidstaten anderzijds hebben een partnerschap-samenwerkingsovereenkomst gesloten die op 1 juli 1998 in werking is getreden.

(4) De autoriteiten van Moldavië zijn met het IMF een macro-economisch programma overeengekomen dat ondersteund wordt door een in mei 1996 goedgekeurde uitgebreide financieringsfaciliteit van drie jaar, en hebben het voornemen uitgedrukt dit programma in het kader van een nieuwe financieringsfaciliteit voort te zetten.

(5) De Moldavische autoriteiten hebben verzocht om financiële bijstand van de internationale financiële instellingen, de Gemeenschap en andere bilaterale donors. Rekening houdend met de aanvullende financiële middelen van het IMF en de Wereldbank, moet de komende maanden een belangrijk resterend tekort worden gedekt om de deviezenreserves van het land te verhogen en de beleidsdoelstellingen van het hervormingsprogramma van de autoriteiten te ondersteunen.

(6) Moldavië heeft bijzondere schade opgelopen door de financiële crisis in Rusland en heeft momenteel met uitzonderlijk moeilijke economische en sociale omstandigheden te kampen.

(7) Het verlenen van communautaire financiële bijstand in de vorm van een langlopende lening met een aanzienlijke aflossingsvrije periode is een geschikte maatregel om de betalingsbalans te steunen en bij te dragen tot het verlichten van de buitenlandse financiële verplichtingen van het land in de huidige uitzonderlijk moeilijke omstandigheden.

(8) De bijstand moet door de Commissie worden beheerd.

(9) Slechts in artikel 308 van het Verdrag zijn bevoegdheden voor de vaststelling van dit besluit bepaald,

BESLUIT:

Artikel 1

1. De Gemeenschap stelt Moldavië een langlopende leningfaciliteit beschikbaar van ten hoogste 15 miljoen EUR met een aflossingsvrije periode van vijf jaar en een maximale looptijd van tien jaar, om te zorgen voor een houdbare betalingsbalans.

2. Hiertoe wordt de Commissie gemachtigd namens de Europese Gemeenschap de nodige middelen op te nemen, die in de vorm van een lening ter beschikking van Moldavië worden gesteld.

3. Deze lening wordt in nauw overleg met het Economisch en Financieel Comité beheerd door de Commissie op een wijze die in overeenstemming is met de tussen het IMF en Moldavië gesloten overeenkomsten.

Artikel 2

1. De Commissie wordt gemachtigd, na overleg met het Economisch en Financieel Comité, met de Moldavische autoriteiten overeenstemming te bereiken over de aan de lening te verbinden voorwaarden betreffende het economisch beleid. Deze voorwaarden moeten in overeenstemming zijn met de in artikel 1, lid 3, bedoelde overeenkomsten.

2. De Commissie onderzoekt periodiek, in samenwerking met het Economisch en Financieel Comité en in coördinatie met het IMF, of het economisch beleid van Moldavië in overeenstemming is met de doelstellingen van deze lening en of aan de daaraan verbonden voorwaarden wordt voldaan.

Artikel 3

1. De lening wordt aan Moldavië in twee tranches ter beschikking gesteld. Onverminderd artikel 2 wordt de eerste tranche lening in een enige tranche aan Moldavië uitgekeerd op basis van bevredigende voortgang bij de uitvoering van een met het IMF overeengekomen hogere krediettrancheregeling.

2. Onverminderd artikel 2 wordt de tweede tranche uitgekeerd op basis van bevredigende voortzetting van Moldavië's aanpassing en uitvoering van het macro-economische plan en niet eerder dan drie maanden na de uitkering van de eerste tranche.

3. De middelen worden betaald aan de Nationale Bank van Moldavië.

Artikel 4

1. De in artikel 1 bedoelde transacties tot het opnemen en verstrekken van leningen worden met dezelfde valutadatum afgesloten en mogen voor de Gemeenschap geen looptijdtransformatie, valuta- of renterisico, of enig ander commercieel risico met zich brengen.

2. De Commissie neemt, indien Moldavië zulks verlangt, de nodige maatregelen om in de voorwaarden van de lening een clausule inzake vervroegde aflossing op te nemen.

3. De Commissie kan, op verzoek van Moldavië en indien de omstandigheden een gunstigere rente op de leningen mogelijk maken, haar oorspronkelijk opgenomen leningen geheel of gedeeltelijk herfinancieren of de desbetreffende financiële voorwaarden herstructureren. Herfinanciering of herziening geschiedt onder de in lid 1 gestelde voorwaarden en mag niet leiden tot een verlenging van de gemiddelde looptijd van de betrokken lening en evenmin tot een verhoging van het tegen de lopende wisselkoers omgerekende bedrag dat op de dag van de herfinanciering of herziening nog moet worden afgelost.

4. Alle kosten die de Gemeenschap bij het sluiten en uitvoeren van de transacties maakt, komen ten laste van Moldavië.

5. Het Economisch en Financieel Comité wordt ten minste eenmaal per jaar in kennis gesteld van de ontwikkelingen met betrekking tot de in de leden 2 en 3 bedoelde verrichtingen.

Artikel 5

Ten minste eenmaal per jaar en in beginsel uiterlijk op 15 september brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag uit, waarin een evaluatie van de uitvoering van dit besluit is opgenomen.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2000.

Voor de Raad

De voorzitter

H. Védrine

(1) PB C 376 E van 28.12.1999, blz. 38.

(2) Advies uitgebracht op 4 mei 2000 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

Top