Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31997R2200

    Verordening (EG) nr. 2200/97 van de Raad van 30 oktober 1997 betreffende de sanering van de productie van appelen, peren, perziken en nectarines in de Gemeenschap

    PB L 303 van 6.11.1997, p. 3–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 10/12/2011; opgeheven door 32011R1229

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1997/2200/oj

    31997R2200

    Verordening (EG) nr. 2200/97 van de Raad van 30 oktober 1997 betreffende de sanering van de productie van appelen, peren, perziken en nectarines in de Gemeenschap

    Publicatieblad Nr. L 303 van 06/11/1997 blz. 0003 - 0004


    VERORDENING (EG) Nr. 2200/97 VAN DE RAAD van 30 oktober 1997 betreffende de sanering van de productie van appelen, peren, perziken en nectarines in de Gemeenschap

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

    Gezien het voorstel van de Commissie (1),

    Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

    Overwegende dat de markt voor appelen, peren, perziken en nectarines in de Gemeenschap nog altijd gekenmerkt wordt door een zeker gebrek aan overeenstemming tussen vraag en aanbod; dat het op grond van deze situatie verantwoord is de voor appelen in de verkoopseizoenen 1990/1991 en 1994/1995 en voor perziken en nectarines in het verkoopseizoen 1995 vastgestelde saneringsmaatregelen weer van kracht te laten worden, en ze ook te laten gelden voor peren;

    Overwegende dat de regeling slechts voor een beperkte totale oppervlakte dient te gelden en de minder productieve boomgaarden er niet voor in aanmerking mogen komen; dat de totale oppervlakte over de lidstaten moet worden verdeeld rekening houdende met het boomgaardareaal, de productie en de uit de markt genomen hoeveelheden in elke lidstaat; dat deze verdeling moet kunnen worden aangepast om de te rooien oppervlakte te optimaliseren; dat de lidstaten bovendien moeten kunnen bepalen in welke gebieden en onder welke voorwaarden de regeling zal worden toegepast, teneinde te voorkomen dat de maatregelen het economische en het ecologische evenwicht in bepaalde gebieden verstoren;

    Overwegende dat bij het vaststellen van het bedrag van de premie zowel de rooikosten als de inkomensderving voor de teler in aanmerking moeten worden genomen;

    Overwegende dat de rooipremie erop gericht is de doelstelling van artikel 39 van het Verdrag te bereiken; dat dient te worden bepaald dat deze maatregel wordt gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL), afdeling Garantie,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. Aan telers van appelen, peren, perziken en nectarines (naakte perziken daaronder begrepen) in de Gemeenschap wordt, op hun verzoek, onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden, een eenmalige premie toegekend voor het rooien van andere appelbomen dan die welke persappelen geven, van andere perenbomen dan die welke persperen geven, van perzik- en nectarinebomen, uit hoofde van het verkoopseizoen 1997/1998.

    2. De rooipremie wordt toegekend voor een oppervlakte van in totaal ten hoogste 10 000 ha per productgroep, zijnde enerzijds appelen en peren, en anderzijds perziken en nectarines; deze oppervlakte wordt als volgt verdeeld.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Bovenstaande verdeling kan door de Commissie volgens de procedure van artikel 6 worden gewijzigd om de oppervlakte die voor de premie in aanmerking komt, te optimaliseren, met dien verstande dat de in de eerste alinea vastgestelde maximumoppervlakte niet mag worden overschreden.

    3. De lidstaten:

    - bepalen aan de hand van economische en ecologische criteria, welke gebieden voor de rooipremie in aanmerking komen;

    - stellen de voorwaarden vast die onder meer moeten garanderen dat het economische en het ecologische evenwicht in die gebieden niet wordt verstoord;

    - kunnen op basis van objectieve criteria die in overleg met de Commissie zijn vastgesteld, prioritaire producentencategoriën aanwijzen.

    Zodra de gebieden en de voorwaarden zijn vastgesteld, delen de lidstaten deze gegevens mede aan de Commissie.

    Een lidstaat kan besluiten geen enkel gebied aan te wijzen. In dat geval deelt hij dit binnen een maand na de inwerkingtreding van deze verordening mee aan de Commissie.

    Artikel 2

    1. De premie wordt slechts toegekend indien de begunstigde zich er schriftelijk toe verbindt:

    a) vóór een volgens de procedure van artikel 6 vast te stellen datum, zijn appel-, peren-, perzik- of nectarineboomgaard, geheel of gedeeltelijk, ineens te rooien of te laten rooien, waarbij de te rooien oppervlakte voor appel- en perenbomen ten minste 0,5 ha moet bedragen en voor perzik- en nectarinebomen ten minste 0,4 ha;

    b) overeenkomstig de volgens de procedure van artikel 6 vast te stellen bepalingen, geen appel-, peren-, perzik- of nectarinebomen aan te planten.

    2. In deze verordening wordt onder "boomgaard" verstaan elk van de twee in artikel 1, lid 2, bedoelde productgroepen. Een boomgaard is het geheel van de percelen van het bedrijf, die met bovenbedoelde vruchtbomen zijn beplant en een plantdichtheid van ten minste 300 bomen per hectare hebben. Voor percelen beplant met appelbomen van de soort Annurca is deze minimale plantdichtheid echter slechts 150 bomen per hectare.

    Artikel 3

    Bij het vaststellen van het premiebedrag wordt met name rekening gehouden met de rooikosten en de inkomensderving voor de telers die hun bomen hebben gerooid.

    Artikel 4

    De lidstaten gaan na of de begunstigde van de rooipremie de in artikel 2 bedoelde verbintenissen is nagekomen. Zij nemen de nodige aanvullende maatregelen om er met name voor te zorgen dat de bepalingen van deze regeling worden nageleefd. Zij stellen de Commissie in kennis van deze maatregelen.

    Artikel 5

    De in deze verordening vervatte maatregelen worden aangemerkt als interventiemaatregelen ter regulering van de landbouwmarkten in de zin van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijke landbouwbeleid (3). Zij worden gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie.

    Artikel 6

    Het bedrag van de rooipremie en de bepalingen ter uitvoering van deze verordening worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 46 van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (4).

    Artikel 7

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Luxemburg, 30 oktober 1997.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    F. BODEN

    (1) PB C 124 van 21. 4. 1997, blz. 26.

    (2) Advies van 24 oktober 1997 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

    (3) PB L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1287/95 (PB L 125 van 8. 6. 1995, blz. 1).

    (4) PB L 297 van 21. 11. 1996, blz. 1.

    Top