Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31995L0039

    Richtlijn 95/39/EG van de Raad van 17 juli 1995 houdende wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG en 86/363/EEG tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen, respectievelijk in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong

    PB L 197 van 22.8.1995, p. 29–31 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2008; stilzwijgende opheffing door 32005R0396

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1995/39/oj

    31995L0039

    Richtlijn 95/39/EG van de Raad van 17 juli 1995 houdende wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG en 86/363/EEG tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen, respectievelijk in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong

    Publicatieblad Nr. L 197 van 22/08/1995 blz. 0029 - 0031


    RICHTLIJN 95/39/EG VAN DE RAAD van 17 juli 1995 houdende wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG en 86/363/EEG tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen, respectievelijk in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 86/362/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximum gehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen (1), inzonderheid op artikel 11,

    Gelet op Richlijn 86/363/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximum gehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong (2), inzonderheid op artikel 11,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende dat de Commissie in het kader van de Richtlijnen 86/362/EEG en 86/363/EEG opdracht heeft gekregen om een lijst van residuen van bestrijdingsmiddelen en de maximum gehalten daarvan op te stellen en ter goedkeuring aan de Raad voor te leggen;

    Overwegende dat in granen en levensmiddelen van dierlijke oorsprong bestrijdingsmiddelen aawezig kunnen zijn als gevolg van bepaalde landbouwpraktijken; dat rekening moet worden gehouden met relevante gegevens over zowel de twee toegestane toepassingen van bestrijdingsmiddelen als de onder toezicht verrichte proeven daarmee, en studies inzake diervoeders;

    Overwegende dat het voorzichtigheidshalve aanbeveling verdient om, waar passend, de maximumgehalten aan residuen van elk afzonderlijk bestrijdingsmiddel voor alle hoofdbestanddelen van de voeding tegelijkertijd vast te stellen, teneinde de maximale potentiële opname van bestrijdingsmiddelenresiduen via de voeding beter te kunnen beoordelen; dat deze gehalten overeenkomen met een zodanig gebruik van de minimumhoeveelheden bestrijdingsmiddel die nodig zijn voor een adequate bestrijding, dat de hoeveelheid residu zo klein mogelijk en uit toxicologisch oogpunt acceptabel is;

    Overwegende dat het in het licht van de technische en wetenschappelijke vooruitgang, alsmede van de vereisten voor volksgezondheid en landbouw, wenselijk is de Richtlijnen 86/362/EEG en 86/363/EEG te wijzigen door bepalingen toe te voegen betreffende andere residuen van bestrijdingsmiddelen voor granen en levensmiddelen van dierlijke oorsprong, namelijk methidathion, methomyl, thiodicarb, amitraz, pirimifos-methyl, aldicarb en thiabendazool;

    Overwegende dat volgens de huidige normen voor bepaalde bestrijdingsmiddel/gewascombinaties evenwel nog niet voldoende gegevens beschikbaar zijn voor de vaststelling van maximumgehalten; dat in dergelijke gevallen een periode van maximaal vier jaar redelijk lijkt om deze gegevens te verzamelen; dat bijgevolg uiterlijk 1 juli 2000 op basis van die gegevens maximumgehalten dienen te worden vastgesteld; dat als de nodige gegevens ontbreken, het maximumgehalte normaliter op de passende waarnemingsdrempel zal worden vastgesteld; dat binnen een jaar na goedkeuring van deze richtlijn acceptabele garanties moeten worden verstrekt om de nodige gegevens te verzamelen;

    Overwegende dat de in de onderhavige richtlijn vastgestelde maximumgehalten aan residuen opnieuw moeten worden bezien in het kader van de herevaluatie van werkzame stoffen op grond van het werkprogramma waarin is voorzien in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (3),

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De volgende residuen van bestrijdingsmiddelen worden toegevoegd aan deel A van bijlage II bij Richtlijn 86/362/EEG:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Artikel 2

    1. De volgende residuen van bestrijdingsmiddelen worden toegevoegd aan deel A van bijlage II bij Richtlijn 86/363/EEG:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    2. De volgende residuen van bestrijdingsmiddelen worden toegevoegd aan deel B van bijlage II bij Richtlijn 86/363/EEG:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Artikel 3

    De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 22 augustus 1996 aan deze richtlijn te voldoen.

    Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Luxemburg, 17 juli 1995.

    Voor de Raad De Voorzitter L. ATIENZA SERNA

    Top