This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31995F1127(03)
Council Act of 26 July 1995 drawing up the Convention on the protection of the European Communities' financial interests
Akte van de Raad van 26 juli 1995 tot vaststelling van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen
Akte van de Raad van 26 juli 1995 tot vaststelling van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen
PB C 316 van 27.11.1995, p. 48–57
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Adoption | 51994PC0214(02) |
Akte van de Raad van 26 juli 1995 tot vaststelling van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen
Publicatieblad Nr. C 316 van 27/11/1995 blz. 0048 - 0048
AKTE VAN DE RAAD van 26 juli 1995 tot vaststelling van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (95/C 316/03) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzonderheid op artikel K.3, lid 2, onder c), Overwegende dat de Lid-Staten met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, de bestrijding van fraude waardoor de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen worden geschaad, als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang beschouwen die onder de bij titel VI van het Verdrag ingestelde samenwerking valt; Overwegende dat teneinde deze fraude krachtdadig te bestrijden, een eerste verdragsrechtelijk instrument dient te worden vastgesteld, dat op korte termijn met een ander rechtsinstrument zal worden aangevuld, met het oog op een doeltreffender strafrechtelijke bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen; BESLUIT dat de Overeenkomst waarvan de tekst aan deze Akte is gehecht en die heden door de vertegenwoordigers van de Regeringen van de Lid-Staten van de Unie wordt ondertekend, is vastgesteld; BEVEELT AAN dat de Lid-Staten deze Overeenkomst overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen aannemen. Gedaan te Brussel, 26 juli 1995. Voor de Raad De Voorzitter J. A. BELLOCH JULBE