Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31986L0215

    Richtlijn 86/215/EEG van de Raad van 26 mei 1986 tot wijziging van Richtlijn 66/403/EEG betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen

    PB L 152 van 6.6.1986, p. 46–46 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 17/07/1987; stilzwijgende opheffing door 31987L0374

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1986/215/oj

    31986L0215

    Richtlijn 86/215/EEG van de Raad van 26 mei 1986 tot wijziging van Richtlijn 66/403/EEG betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen

    Publicatieblad Nr. L 152 van 06/06/1986 blz. 0046 - 0046
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 21 blz. 0073
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 21 blz. 0073


    *****

    RICHTLIJN VAN DE RAAD

    van 26 mei 1986

    tot wijziging van Richtlijn 66/403/EEG betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen

    (86/215/EEG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

    Overwegende dat krachtens Richtlijn 66/403/EEG (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3768/85 (3), de Lid-Staten in beginsel vanaf 1 juli 1975 niet langer op eigen verantwoordelijkheid kunnen beslissen over de gelijkwaardigheid van in derde landen geoogste pootaardappelen met in de Gemeenschap geoogst en aan die richtlijn beantwoordend basispootgoed en gecertificeerd pootgoed;

    Overwegende evenwel dat, aangezien de werkzaamheden met betrekking tot de communautaire vaststelling van de gelijkwaardigheid nog niet voor alle betrokken derde landen voltooid waren, in artikel 15, lid 2 bis, van genoemde richtlijn de Lid-Staten de mogelijkheid werd geboden de geldigheidsduur van door hen reeds gedane vaststellingen van gelijkwaardigheid te verlengen tot en met 31 januari 1984 voor bepaalde landen waarvoor geen communautaire vaststelling gold;

    Overwegende dat deze werkzaamheden nog steeds niet zijn afgesloten en bovenbedoelde uiterste datum dient te worden verschoven naar data die worden bepaald in overeenstemming met de verplichtingen van de Lid-Staten uit hoofde van de gemeenschappelijke fytosanitaire regeling zoals deze is ingesteld bij Richtlijn 77/93/EEG van de Raad van 21 december 1976 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3768/85;

    Overwegende dat deze maatregel geen afbreuk doet aan bovengenoemde verplichtingen en dat voor in Canada voortgebracht pootgoed de verlenging uitsluitend kan worden gebruikt door de Helleense Republiek en de Italiaanse Republiek binnen de grenzen gesteld bij Beschikking 86/120/EEG (5) van de Commissie en door het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek die ingevolge de Toetredingsakte de bepalingen van voornoemde richtlijn niet vóór 30 juni 1986 ten uitvoer zullen leggen,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In artikel 15, lid 2 bis, van Richtlijn 66/403/EEG wordt »31 januari 1984" vervangen door »31 maart 1986" en wordt de volgende zin toegevoegd:

    »Voor wat Spanje en Portugal betreft wordt 31 maart 1986 vervangen door 30 juni 1986 en 1 juli 1975 door 1 januari 1986.".

    Artikel 2

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 26 mei 1986.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    G. BRAKS

    (1) Advies uitgebracht op 16 mei 1986 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

    (2) PB nr. 125 van 11. 7. 1966, blz. 2320/66.

    (3) PB nr. L 362 van 31. 12. 1985, blz. 8.

    (4) PB nr. L 26 van 31. 1. 1977, blz. 20.

    (5) PB nr. L 99 van 15. 4. 1986, blz. 31.

    Top