Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31979L1005

    Richtlijn 79/1005/EEG van de Raad van 23 november 1979 tot wijziging van Richtlijn 75/106/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud

    PB L 308 van 4.12.1979, p. 25–29 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 10/04/2009

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1979/1005/oj

    31979L1005

    Richtlijn 79/1005/EEG van de Raad van 23 november 1979 tot wijziging van Richtlijn 75/106/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud

    Publicatieblad Nr. L 308 van 04/12/1979 blz. 0025 - 0029
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 2 blz. 0206
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 9 blz. 0033
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 2 blz. 0206
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 10 blz. 0247
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 10 blz. 0247


    ++++

    RICHTLIJN VAN DE RAAD

    van 23 november 1979

    tot wijziging van Richtlijn 75/106/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud

    ( 79/1005/EEG )

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,

    Overwegende dat het toepassingsgebied van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad van 20 januari 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar gewicht of volume van bepaalde produkten in voorverpakkingen ( 4 ) verschilt van het toepassingsgebied van Richtlijn 75/106/EEG van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud ( 5 ) ;

    Overwegende dat het derhalve gewenst is het toepassingsgebied van deze beide richtlijnen voor de volumina van de voorverpakkingen waarop zij betrekking hebben , eenvorming te maken ;

    Overwegende dat bij de aanneming van Richtlijn 75/106/EEG de Raad met het oog op een betere bescherming van de belangen van de consument de Commissie heeft verzocht voor 31 december 1980 een nieuw voorstel in te dienen waarin de lijst van de in bijlage III vermelde nominale volumina wordt ingekort door weglating van de elkaar te dicht benaderende waarden ;

    Overwegende dat Richtlijn 71/354/EEG van de Raad van 18 oktober 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten op het gebied van de meeteenheden ( 6 ) , laatstelijk is gewijzigd bij Richtlijn 76/770/EEG ( 7 ) ;

    Overwegende dat krachtens artikel 7 , lid 2 , van Richtlijn 75/106/EEG België , Ierland , Nederland en het Verenigd Koninkrijk vijf jaar de tijd hebben om de richtlijn in werking te stellen en dat het derhalve wenselijk is in de onderhavige richtlijn met die termijn rekening te houden ;

    Overwegende dat deze vermindering van het aantal nominale volumina voor bepaalde Lid-Staten moeilijkheden meebrengt en dat het derhalve gewenst is voor deze Lid-Staten een overgangsperiode vast te stellen , waardoor evenwel de intracommunautaire handel in bedoelde produkten niet mag worden belemmerd en de tenuitvoerlegging van deze richtlijn in de overige Lid-Staten niet in gevaar mag worden gebracht ,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

    Artikel 1

    Artikel 1 van Richtlijn 75/106/EEG wordt als volgt gelezen :

    " Artikel 1

    Deze richtlijn heeft betrekking op voorverpakkingen die de in bijlage III genoemde vloeibare produkten bevatten , welke met het oog op de verkoop naar volume zijn gemeten in eenheden van niet minder dan 5 ml doch niet meer dan 10 liter . " .

    Artikel 2

    Artikel 2 , lid 2 , van Richtlijn 75/106/EEG wordt als volgt gelezen :

    " 2 . Een produkt is voorverpakt indien het in afwezigheid van de koper in een verpakking , van welke aard dan ook is verpakt op een zodanige wijze dat de hoeveelheid van het produkt dat in de verpakking aanwezig is , een vooraf gekozen waarde heeft en niet kan worden gewijzigd zonder een opening of aantoonbare verandering in de verpakking aan te brengen . " .

    Artikel 3

    Artikel 3 , lid 1 , van Richtlijn 75/106/EEG wordt als volgt gelezen :

    " 1 . De voorverpakkingen die met het in punt 3.3 van bijlage I bedoelde EEG-teken mogen worden gemerkt , zijn die welke voldoen aan de in bijlage I vermelde voorschriften . " .

    Artikel 4

    1 . Artikel 4 van Richtlijn 75/106/EEG wordt als volgt gelezen :

    " Artikel 4

    1 . Op alle voorverpakkingen als bedoeld in artikel 3 , dient het vloeistofvolume , nominaal volume genoemd , te zijn vermeld , dat zij overeenkomstig bijlage I moeten bevatten .

    2 . Tot aan het einde van de perioden zoals vastgesteld in Richtlijn 71/354/EEG van de Raad van 18 oktober 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten op het gebied van de meeteenheden ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 76/770/EEG ( 2 ) , moet de aanduiding van het nominale volume , dat overeenkomstig punt 3.1 van bijlage I van deze richtlijn in SI-eenheden wordt uitgedrukt , op verzoek van het Verenigd Koninkrijk of van Ierland op hun nationale grondgebied vergezeld gaan van de aanduiding van het nominale volume in de in aanmerking komende meeteenheden van het imperiale stelsel , indien deze in die bijlage I zijn vermeld . " .

    2 . De volgende voetnoten moeten worden toegevoegd :

    " ( 1 ) PB nr . L 243 van 29 . 10 . 1971 , blz . 29 .

    ( 2 ) PB nr . L 262 van 27 . 9 . 1976 , blz . 204 . " .

    Artikel 5

    Artikel 5 van Richtlijn 75/106/EEG wordt als volgt gelezen :

    " Artikel 5

    1 . De Lid-Staten mogen het in de handel brengen van voorverpakkingen die voldoen aan de voorschriften van deze richtlijn , niet weigeren , verbieden of beperken op grond van redenen die verband houden met hetzij de bepaling van de volumina , hetzij de methoden aan de hand waarvan deze zijn gecontroleerd , hetzij de nominale volumina wanneer deze in bijlage III staan vermeld .

    2 . Vanaf 1 januari 1984 kunnen voorverpakkingen die de in bijlage III , punt 1 , sub a ) , genoemde produkten bevatten slechts in de handel worden gebracht , indien zij de in bijlage III voorgeschreven nominale volumina hebben .

    Tot en met 31 december 1983 kunnen de Lid-Staten alle waarden toestaan die tot op dat tijdstip op hun markt waren toegestaan .

    3 . Echter ,

    a ) voor voorverpakkingen met nominale volumina vermeld in bijlage III , kolom II , is lid 1 alleen van toepassing voor de landen die deze voorverpakkingen op 31 december 1973 toelieten , en wel tot en met 31 december 1988 , met uitzondering van de voorverpakkingen van categorie 1 a ) " wijn " , met een nominaal volume van 0,73 l , waarvoor de uiterste datum 31 december 1985 is ;

    b ) voor de vloeistoffen vermeld onder de punten 1 , sub a ) , 1 , sub b ) , en 4 van bijlage III is lid 1 alleen van toepassing indien deze vloeistoffen worden aangeboden in verpakkingen die een nominaal volume hebben welke voorkomt in de dienovereenkomstige rubrieken van die bijlage en die in overeenstemming zijn met de voorschriften of handelsgebruiken van de Lid-Staat waaruit de vloeistof afkomstig is , ongeacht of het vullen van de voorverpakking in de Lid-Staat van oorsprong of in een ander land plaatsvindt .

    4 . Deze richtlijn laat de nationale wettelijke bepalingen onverlet waarmee , gelet op de milieueisen , het gebruik van verpakkingen ten aanzien van de terugwinning ervan wordt gereglementeerd . " .

    Artikel 6

    Punt 2.4 van bijlage I bij Richtlijn 75/106/EEG wordt als volgt gelezen :

    " 2.4 . De maximaal toelaatbare fout in minus wordt vastgesteld overeenkomstig de onderstaande tabel :

    Nominaal volume V n in milliliters * Maximaal toelaatbare fouten *

    * in % V n * in milliliters *

    van 5 tot 50 * 9 * - *

    van 50 tot 100 * - * 4,5 *

    van 100 tot 200 * 4,5 * - *

    van 200 tot 300 * - * 9 *

    van 300 tot 500 * 3 * - *

    van 500 tot 1 000 * - * 15 *

    van 1 000 tot 10 000 * 1,5 * - *

    Voor de toepassing van deze tabel moeten de percentsgewijze uitgedrukte waarden van de maximaal toelaatbare fouten ( in volumeeenheden ) naar boven worden afgerond op een tiende van een milliliter . " .

    Artikel 7

    De tweede alinea van punt 3.1 van bijlage I van Richtlijn 75/106/EEG wordt als volgt gelezen :

    " Tot aan het einde van de perioden als vastgesteld in Richtlijn 71/354/EEG , zoals gewijzigd bij Richtlijn 76/770/EEG , kan de aanduiding van het nominale volume uitgedrukt in SI-eenheden overeenkomstig de eerste alinea , vergezeld gaan van het resultaat van de omzetting daarvan in meeteenheden van het imperiale stelsel ( VK ) , dat wordt verkregen door toepassing van de volgende omrekeningscoëfficiënten :

    1 ml = 0,0352 fluid ounce

    1 l = 1,760 pint of 0,220 gallon . " .

    Artikel 8

    Bijlage III van Richtlijn 75/106/EEG wordt vervangen door de bijlage bij deze richtlijn .

    Artikel 9

    1 . De Lid-Staten dienen voor 1 januari 1981 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen , welke bepalingen per 1 januari 1981 in werking treden .

    2 . De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van alle belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen .

    Artikel 10

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

    Gedaan te Brussel , 23 november 1979 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    R . Mac SHARRY

    ( 1 ) PB nr . C 250 van 19 . 10 . 1977 , blz . 7 .

    ( 2 ) PB nr . C 163 van 10 . 7 . 1978 , blz . 72 .

    ( 3 ) PB nr . C 283 van 27 . 11 . 1978 , blz . 40 .

    ( 4 ) PB nr . L 46 van 21 . 2 . 1976 , blz . 1 .

    ( 5 ) PB nr . L 42 van 15 . 2 . 1975 , blz . 1 .

    ( 6 ) PB nr . L 243 van 29 . 10 . 1971 , blz . 29 .

    ( 7 ) PB nr . L 262 van 27 . 9 . 1976 , blz . 204 .

    BIJLAGE

    " BIJLAGE III

    Vloeistof * Nominale volumina in liters *

    * I definitief toegelaten * II tijdelijk toegelaten *

    1 . a ) Wijn van verse druiven ; druivemost , waarvan de gisting door toevoeging van alcohol is gestuit , mistella daaronder begrepen , met uitzondering van wijn die is opgenomen in het gemeenschappelijk douanetarief onder nr . 22.05 A en B en van likeurwijn ( GDT : ex 22.05 C ) ; gedeeltelijk gegiste druivemost , ook indien de gisting op andere wijze dan door toevoegen van alcohol is gestuit ( GDT : 22.04 ) * 0,10 - 0,25 - 0,375 - 0,50 - 0,75 - 1 - 1,5 - 2 - 3 - 5 * 0,35 - 0,70 - 0,73 - 1,25 *

    b ) Gele wijn die recht heeft op de volgende benamingen van oorsprong : " Côtes du Jura " , " Arbois " , " L'Etoile " en " Château-Chalon " * 0,62 * *

    c ) Appeldrank , peredrank , honigdrank en andere niet-mousserende gegiste dranken ( GDT : 22.07 B II ) * 0,10 - 0,25 - 0,375 - 0,50 - 0,75 - 1 - 1,5 - 2 - 5 * 0,35 - 0,70 *

    d ) Vermout en andere wijn van verse druiven , bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen ( GDT : 22.06 ) ; likeurwijn ( GDT : ex 22.05 C ) * 0,05 tot 0,10 - 0,10 - 0,20 - 0,375 - 0,50 - 0,75 - 1 - 1,5 * *

    2 . a ) - Mousserende wijn ( GDT : 22.05 A ) * 0,125 - 0,20 - 0,375 - 0,75 - 1,5 - 3 * 0,10 - 0,25 - 0,70 *

    - Wijn verpakt in flessen , gesloten door middel van een champignonvormige stop , terwijl de afsluiting daarvan is geborgd door draden of banden , alsmede wijn met een overdruk van ten minste 1 doch minder dan 3 bar bij 20 * C ( GDT : 22.05 B ) * * *

    b ) Appeldrank , peredrank , honigdrank en andere mousserende gegiste dranken ( GDT : 22.07 B I ) * 0,10 - 0,20 - 0,375 - 0,75 - 1 - 1,5 - 3 * 0,125 *

    3 . a ) Bier ( GDT : 22.03 ) , met uitzondering van spontaan gistend bier * 0,25 - 0,33 - 0,50 - 0,75 - 1 - 2 - 3 - 4 - 5 * 0,35 *

    b ) Spontaan gistend bier , geuze * 0,25 - 0,375 - 0,75 * *

    4 . Ethylalcohol , niet gedenatureerd , met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80 % vol ; gedistilleerde dranken , likeuren en andere alcoholhoudende dranken ; samengestelde alcoholische preparaten ( geconcentreerde extracten ) voor de vervaardiging van dranken ( GDT : 22.09 ) * 0,02 - 0,03 - 0,04 - 0,05 - 0,10 (*) - 0,20 - 0,50 - 1 - 1,5 - 2 - 2,5 - 3 * 0,35 - 0,375 - 0,70 - 0,75 *

    5 . Tafelazijn ( natuurlijke en kunstmatige ) ( GDT : 22.10 ) * 0,25 - 0,50 - 0,75 - 1 - 2 - 5 * *

    6 . Olijfolie ( GDT : 15.07 A ) , en andere spijsolie ( GDT : 15.07 D II ) * 0,25 - 0,50 - 0,75 - 1 - 2 - 3 - 5 - 10 * *

    7 . - Verse , niet-ingedikte melk zonder toegevoegde suiker ( GDT : ex 04.01 ) met uitzondering van yoghurt , kefir , gestremde melk , wei en andere gegiste of aangezuurde melk * 0,20 - 0,25 - 0,50 - 0,75 - 1 - 2 * 0,10 *

    - Melkhoudende dranken ( GDT : 22.02 B ) * * *

    (*) Voor alcoholhoudende dranken waarvan spuitwater of koolzuurgas bevattend water is toegevoegd , zijn alle volumina van minder dan 0,10 liter definitief toegelaten .

    Vloeistof * Nominale volumina in liters *

    * I definitief toegelaten * II tijdelijk toegelaten *

    8 . a ) Water , mineraalwater , spuitwater ( GDT : 22.01 ) * 0,125 - 0,20 - 0,25 - 0,33 - 0,50 - 0,75 - 1 - 1,5 - 2 * Ieder volume van minder dan 0,20 - 0,35 - 0,45 - 0,46 - 0,70 - 0,90 - 0,92 - 1,25 *

    b ) Limonade ( gearomatiseerd mineraalwater en gearomatiseerd spuitwater daaronder begrepen ) en andere alcoholvrije dranken zonder melk of van melk afkomstige vetstoffen ( GDT : 22.02 A ) , met uitzondering van de vruchte - en groentesappen van nr . 20.07 van het gemeenschappelijk douanetarief en van geconcentreerde produkten * 0,125 - 0,20 - 0,25 - 0,33 - 0,50 - 0,75 - 1 - 1,5 - 2 * Ieder volume van minder dan 0,20 - 0,70 *

    c ) Dranken , geëtiketteerd als alcoholvrij aperitief * 0,10 * *

    9 . Ongegiste vruchtesappen ( met inbegrip van druivemost ) en ongegiste groentesappen , zonder toegevoegde alcohol , ook indien met toegevoegde suiker van nr . 20.07 B van het gemeenschappelijk douanetarief , vruchtennectar ( Richtlijn 75/726/EEG van de Raad van 17 november 1975 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften van de Lid-Staten inzake vruchtesappen en bepaalde soortgelijke produkten ( 1 ) * 0,125 - 0,20 - 0,25 - 0,33 - 0,50 - 0,75 - 1 - 1,5 - 2 * Ieder volume van minder dan 0,125 - 0,70 - 0,18 - 0,35 ( uitsluitend in blik ) *

    ( 1 ) PB nr . L 311 van 1 . 12 . 1975 , blz . 40 . " .

    Top