Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22022D2251

    Besluit Nr. 1/2022 van het OZA-EU Comité douanesamenwerking van 19 oktober 2022 betreffende een automatische afwijking van de oorsprongsregels in Protocol nr. 1 bij de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, wat betreft de automatische afwijking waarin artikel 44, lid 8, voorziet voor tonijnconserven en tonijnfilets (“loins”) die in de EU worden ingevoerd [2022/2251]

    PUB/2022/1355

    PB L 295 van 16.11.2022, p. 52–55 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2022/2251/oj

    16.11.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 295/52


    BESLUIT Nr. 1/2022 VAN HET OZA-EU COMITÉ DOUANESAMENWERKING

    van 19 oktober 2022

    betreffende een automatische afwijking van de oorsprongsregels in Protocol nr. 1 bij de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, wat betreft de automatische afwijking waarin artikel 44, lid 8, voorziet voor tonijnconserven en tonijnfilets (“loins”) die in de EU worden ingevoerd [2022/2251]

    HET COMITÉ DOUANESAMENWERKING,

    Gezien de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en met name artikel 43, lid 4, van Protocol nr. 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika (OZA), enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (1), (hierna “de tussentijdse EPO” genoemd) wordt sinds 14 mei 2012 voorlopig toegepast tussen de Unie en de Republiek Madagaskar, de Republiek Mauritius, de Republiek der Seychellen en de Republiek Zimbabwe. De tussentijdse EPO wordt sinds 7 februari 2019 voorlopig toegepast tussen de Unie en de Unie der Comoren.

    (2)

    Bij Protocol nr. 1 (2) bij de tussentijdse EPO betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking zijn de oorsprongsregels vastgelegd voor de invoer van producten van oorsprong uit de OZA-staten in de Unie.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 44, lid 8, van Protocol nr. 1 bij de tussentijdse EPO worden afwijkingen van deze oorsprongsregels automatisch toegestaan binnen een contingent van 8 000 ton per jaar voor ingeblikte tonijn en van 2 000 ton per jaar voor tonijnfilets (“loins”).

    (4)

    Op 2 oktober 2017 heeft het OZA-EU Comité douanesamenwerking Besluit nr. 1/2017 (3) vastgesteld op grond waarvan overeenkomstig Protocol nr. 1 bij de tussentijdse EPO voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2022 een automatische afwijking van de oorsprongsregels wordt toegestaan voor in de Unie ingevoerde tonijnconserven en tonijnfilets (“loins”).

    (5)

    Op 10 juni 2022 heeft de Europese Commissie van de Republiek der Seychellen namens de OZA-staten een verzoek om een nieuwe automatische afwijking overeenkomstig artikel 44, lid 8, van Protocol nr. 1 bij de tussentijdse EPO ontvangen, die zou ingaan op 1 januari 2023 en geldig zou zijn tot de sluiting en toepassing van een nieuw protocol.

    (6)

    De huidige automatische afwijking loopt af op 31 december 2022. Overeenkomstig artikel 44, lid 8, van Protocol nr. 1 bij de tussentijdse EPO moet het OZA-EU Comité douanesamenwerking de OZA-staten een dergelijke afwijking automatisch toestaan.

    (7)

    De verwijzing naar “ingeblikte tonijn” in artikel 44, lid 8, van Protocol nr. 1 bij de tussentijdse EPO heeft betrekking op in plantaardige olie of anderszins geconserveerde tonijn. In bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (4) (“de gecombineerde nomenclatuur”) wordt naar deze vormen van tonijn verwezen met de term “conserven”. De term “tonijnconserven” slaat op ingeblikte tonijn, maar ook op vacuümverpakte tonijn in plastic zakken of andere verpakkingen. Het is daarom passend om de term “tonijnconserven” te gebruiken.

    (8)

    Duidelijkheidshalve zij expliciet vermeld dat de niet van oorsprong zijnde tonijn voor de productie van tonijnconserven van de GN-codes 1604 14 21, 1604 14 31 en 1604 14 41, 1604 14 28, 1604 14 38 en 1604 14 48, ex 1604 20 70 en tonijnfilets (“loins”) van de GN-codes 1604 14 26, 1604 14 36 en 1604 14 46 tonijn van de GS-posten 0302 of 0303 moet zijn om de tonijnconserven en tonijnfilets (“loins”) voor de afwijking in aanmerking te laten komen.

    (9)

    Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (5) zijn regels vastgesteld voor het beheer van tariefcontingenten. Deze regels dienen van toepassing te zijn op het beheer van de hoeveelheid waarvoor bij dit besluit een afwijking wordt toegestaan.

    (10)

    De gevraagde automatische afwijking moet door het OZA-EU Comité douanesamenwerking worden toegestaan voor de periode waarin artikel 44, lid 8, van Protocol nr. 1 van kracht blijft.

    (11)

    Om efficiënt toezicht te kunnen uitoefenen op de wijze waarop de afwijking wordt toegepast, moeten de autoriteiten van de OZA-staten regelmatig verslag uitbrengen aan de Europese Commissie over de krachtens dit besluit afgegeven certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 of de opgestelde factuurverklaringen,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    In afwijking van bijlage II bij Protocol nr. 1 bij de tussentijdse EPO verleent de regel in de bijlage bij dit besluit, voor wat betreft tonijnconserven en tonijnfilets (“loins”) van post 1604, oorsprong aan producten die vanuit een OZA-staat naar de Unie worden uitgevoerd, overeenkomstig de voorwaarden van de artikelen 2 tot en met 5 van dit besluit.

    Artikel 2

    De in artikel 1 bedoelde afwijking geldt op jaarbasis voor de in de bijlage bij dit besluit vermelde producten en hoeveelheden die vanuit een OZA-staat worden ingevoerd en voor het vrije verkeer in de Unie worden aangegeven. Zij vervalt wanneer artikel 44, lid 8, van Protocol nr. 1 bij de tussentijdse EPO niet langer van kracht is dan wel gewijzigd of vervangen wordt.

    Artikel 3

    De in de bijlage vastgestelde hoeveelheden worden beheerd overeenkomstig de artikelen 49 tot en met 54 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447.

    Artikel 4

    De douaneautoriteiten van de OZA-staten verrichten kwantitatieve controles bij de uitvoer van de in artikel 1 bedoelde producten.

    Vóór het eind van de maand die volgt op elk kwartaal, sturen de douaneautoriteiten van deze landen de Commissie via het secretariaat van het Comité douanesamenwerking een overzicht van de hoeveelheden waarvoor krachtens dit besluit certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 zijn afgegeven of factuurverklaringen zijn opgesteld, samen met de volgnummers van die certificaten of nadere bijzonderheden van die factuurverklaringen.

    Artikel 5

    In vak 7 van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 of op de factuurverklaringen die krachtens dit besluit worden afgegeven respectievelijk opgesteld, wordt een van de volgende vermeldingen aangebracht:

    “Derogation — Decision No 1/2022 of the ESA-EU Customs Cooperation Committee of 19 October 2022”;

    “Dérogation — Décision n° 1/2022 du Comité de Coopération Douanière AfOA-UE du 19 octobre 2022”.

    Artikel 6

    De OZA-staten en de Unie nemen ieder voor zich de nodige maatregelen om dit besluit uit te voeren.

    Artikel 7

    Wanneer de Unie op basis van objectieve informatie tot de bevinding is gekomen dat er sprake is geweest van onregelmatigheden of fraude of dat de verplichtingen van artikel 4 herhaaldelijk niet zijn nagekomen, kan de Unie om een tijdelijke schorsing van de in artikel 1 bedoelde afwijking verzoeken overeenkomstig de procedure van artikel 22, leden 5 en 6, van de tussentijdse EPO.

    Artikel 8

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

    Gedaan te Brussel, 19 oktober 2022.

    Beryl Shirley SAMSON

    OZA-vertegenwoordiger

    namens de OZA-staten

    Matthias PETSCHKE

    Europese Commissie

    namens de Europese Unie


    (1)  PB L 111 van 24.4.2012, blz. 2.

    (2)  Besluit nr. 1/2020 van het EPO-comité van 14 januari 2020 tot wijziging van een aantal bepalingen van Protocol nr. 1 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking bij de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds [2020/425] (PB L 93 van 27.3.2020, blz. 1).

    (3)  Besluit nr. 1/2017 van het OZA-EU Comité douanesamenwerking van 2 oktober 2017 betreffende de afwijking van de oorsprongsregels in Protocol 1 bij de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, in verband met de bijzondere situatie van de staten in oostelijk en zuidelijk Afrika met betrekking tot tonijnconserven en tonijnfilets (“loins”) [2017/1923] (PB L 271 van 20.10.2017, blz. 44).

    (4)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).

    (5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).


    IJLAGE

    Volgnummer

    Gecombineerde nomenclatuur

    Omschrijving

    Periode

    Jaarlijks contingent voor de uitvoer uit de OZA-staten bij de EPO naar de Europese Unie (nettogewicht in ton)

    Productspecifieke oorsprongsregel

    09.1618

    1604 14 21 , 1604 14 31 en 1604 14 41

    1604 14 28 , 1604 14 38 en 1604 14 48

    ex 1604 20 70  (1)

    Tonijnconserven  (2)

    Van 1 januari t/m 31 december

    8 000

    Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een ander hoofdstuk dan dat van het product zijn ingedeeld

    09.1619

    1604 14 26 , 1604 14 36 en 1604 14 46

    Tonijnfilets (“loins”)

    Van 1 januari t/m 31 december

    2 000

    Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een ander hoofdstuk dan dat van het product zijn ingedeeld


    (1)  Taric-codes 1604207030, 1604207040, 1604207050, 1604207092 en 1604207094.

    (2)  In elke verpakkingsvorm waarbij het product wordt beschouwd als conserven in de zin van GS-post 1604.


    Top