EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22014D0379

2014/379/EU: Besluit nr. 1/2014 van het Comité dat is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling van 1 april 2014 betreffende de wijziging van hoofdstuk 6 (Drukapparatuur), de wijziging van hoofdstuk 16 (Voor de bouw bestemde producten) en de actualisering van de verwijzingen naar wetgeving in bijlage 1

PB L 182 van 21.6.2014, p. 61–88 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document Date of entry into force unknown (pending notification) or not yet in force.

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/379/oj

21.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 182/61


BESLUIT Nr. 1/2014 VAN HET COMITÉ DAT IS INGESTELD BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT INZAKE WEDERZIJDSE ERKENNING VAN DE OVEREENSTEMMINGSBEOORDELING

van 1 april 2014

betreffende de wijziging van hoofdstuk 6 (Drukapparatuur), de wijziging van hoofdstuk 16 (Voor de bouw bestemde producten) en de actualisering van de verwijzingen naar wetgeving in bijlage 1

(2014/379/EU)

HET COMITÉ,

Gezien de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling („de overeenkomst”), en met name artikel 10, lid 4, artikel 10, lid 5, en artikel 18, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Unie heeft een nieuwe richtlijn betreffende vervoerbare drukapparatuur (1) vastgesteld en Zwitserland heeft zijn wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die krachtens artikel 1, lid 2, van de overeenkomst gelijkwaardig worden geacht met de hierboven vermelde wetgeving van de Europese Unie, gewijzigd.

(2)

Hoofdstuk 6, Drukapparatuur, van bijlage 1 moet worden gewijzigd om deze ontwikkelingen weer te geven.

(3)

De Europese Unie heeft een nieuwe verordening betreffende bouwproducten (2) (hierna „de bouwproductenverordening”) vastgesteld.

(4)

De Zwitserse bouwproductenwetgeving (federale wet en beschikking betreffende bouwproducten) wordt momenteel gewijzigd; de Zwitserse beschikking betreffende erkenning en aanwijzing (3), waarin de kadervereisten voor de erkenning en aanwijzing van Zwitserse overeenstemmingsbeoordelingsorganen zijn vastgesteld, is echter al van kracht.

(5)

Hoofdstuk 16, Voor de bouw bestemde producten, van bijlage 1 moet in eerste instantie worden gewijzigd wegens de vaststelling van de bouwproductenverordening van de Europese Unie en om de partijen gedurende een overgangsperiode, totdat de Zwitserse gelijkwaardige wetgeving is vastgesteld, in staat te stellen de overeenstemmingsbeoordelingsresultaten waaruit blijkt dat aan de bouwproductenverordening is voldaan, wederzijds te aanvaarden; zodra Zwitserse wetgeving is vastgesteld die gelijkwaardig is met de bouwproductenverordening, vervangen de partijen deze wijziging door een latere wijziging die rekening houdt met zowel de bouwproductenverordening als de herziene gelijkwaardige Zwitserse wetgeving. Er bestaat overeenstemming over dat dit besluit bedoeld is om de continuïteit van de werkzaamheden van de overeenstemmingsbeoordelingsorganen gedurende deze overgangsperiode te garanderen, en de toepassing van de beginselen van artikel 1 van de overeenkomst onverlet laat.

(6)

In artikel 10, lid 5, van de overeenkomst is bepaald dat het comité op voorstel van een van de partijen de bijlagen bij de overeenkomst kan wijzigen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

1.

Hoofdstuk 6, Drukapparatuur, van bijlage 1 bij de overeenkomst wordt gewijzigd overeenkomstig de bepalingen van aanhangsel A van dit besluit.

2.

De Zwitserse Bondsstaat aanvaardt de overeenstemmingsbeoordelingsresultaten van door de EU erkende overeenstemmingsbeoordelingsorganen die de overeenstemming overeenkomstig de vereisten van de bouwproductenverordening beoordelen. Totdat hoofdstuk 16 is gewijzigd naar aanleiding van de vaststelling van gelijkwaardige Zwitserse wetgeving, aanvaardt de Europese Unie de overeenstemmingsbeoordelingsresultaten van door Zwitserland erkende overeenstemmingsbeoordelingsorganen die de overeenstemming overeenkomstig de vereisten van de bouwproductenverordening beoordelen.

Hoofdstuk 16, Voor de bouw bestemde producten, van bijlage 1 bij de overeenkomst wordt gewijzigd overeenkomstig de bepalingen van aanhangsel B van dit besluit en is van toepassing gedurende de overgangsperiode tot aan die wijziging.

3.

Bijlage 1 bij de overeenkomst wordt gewijzigd overeenkomstig de bepalingen van aanhangsel C van dit besluit.

4.

Dit in tweevoud opgemaakt besluit wordt ondertekend door vertegenwoordigers van de partijen in het comité die gemachtigd zijn namens de partijen op te treden. Dit besluit treedt in werking op de datum waarop de laatste van deze handtekeningen is aangebracht.

Namens de Zwitserse Bondsstaat

Christophe PERRITAZ

Gedaan te Bern, 1 april 2014

Namens de Europese Unie

Fernando PERREAU DE PINNINCK

Gedaan te Brussel, 1 april 2014


(1)  Richtlijn 2010/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2010 betreffende vervoerbare drukapparatuur en houdende intrekking van Richtlijnen 76/767/EEG, 84/525/EEG, 84/526/EEG, 84/527/EEG en 1999/36/EG van de Raad (PB L 165 van 30.6.2010, blz. 1).

(2)  Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5).

(3)  Beschikking van 17 juni 1996 betreffende het Zwitserse erkenningssysteem en de aanwijzing van testlaboratoria en overeenstemmingsbeoordelingsorganen (RO 1996 1904), laatstelijk gewijzigd op 1 juni 2012 (RO 2012 2887)


AANHANGSEL A

In bijlage 1, Sectoren, wordt hoofdstuk 6, Drukapparatuur, geschrapt en vervangen door:

„HOOFDSTUK 6

DRUKAPPARATUUR

AFDELING I

Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen

Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2

Europese Unie

1.

Richtlijn 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake drukvaten van eenvoudige vorm (PB L 264 van 8.10.2009, blz. 12), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12)

 

2.

Richtlijn 97/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 mei 1997 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende drukapparatuur (PB L 181 van 9.7.1997, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 29 september 2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1)

 

3.

Richtlijn 2010/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2010 betreffende vervoerbare drukapparatuur en houdende intrekking van Richtlijnen 76/767/EEG, 84/525/EEG, 84/526/EEG, 84/527/EEG en 1999/36/EG van de Raad (PB L 165 van 30.6.2010, blz. 1), hierna „Richtlijn 2010/35/EU” genoemd

 

4.

Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13)

Zwitserland

100.

Federale wet van 12 juni 2009 betreffende de productveiligheid (RO 2010 2573)

 

101.

Beschikking van 19 mei 2010 over productveiligheid (RO 2010 2583), laatstelijk gewijzigd op 15 juni 2012 (RO 2012 3631)

 

102.

Beschikking van 20 november 2002 betreffende de veiligheid van drukvaten van eenvoudige vorm (RO 2003 107), laatstelijk gewijzigd op 19 mei 2010 (RO 2010 2583)

 

103.

Beschikking van 20 november 2002 betreffende de veiligheid van drukapparatuur (RO 2003 38), laatstelijk gewijzigd op 19 mei 2010 (RO 2010 2583)

 

104.

Beschikking van 31 oktober 2012 inzake het in de handel brengen van recipiënten voor gevaarlijke goederen en het markttoezicht (RO 2012 6607)

 

105.

Beschikking van 29 november 2002 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (RO 2002 4212), laatstelijk gewijzigd op 31 oktober 2012 (RO 2012 6535 en 6537)

 

106.

Beschikking van 31 oktober 2012 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor en kabelspoor (RO 2012 6541)

AFDELING II

Overeenstemmingsbeoordelingsorganen

Het bij artikel 10 van deze overeenkomst ingestelde comité stelt volgens de in artikel 11 van deze overeenkomst omschreven procedure een lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen vast en werkt deze bij.

AFDELING III

Aanwijzende autoriteiten

Het bij artikel 10 van deze overeenkomst ingestelde comité stelt een lijst op van de door de partijen aangemelde aanwijzende autoriteiten en werkt deze bij.

AFDELING IV

Bijzondere regels voor de aanwijzing van overeenstemmingsbeoordelingsorganen

Bij de aanwijzing van overeenstemmingsbeoordelingsorganen houden de aanwijzende autoriteiten zich aan de algemene beginselen van bijlage 2 bij deze overeenkomst en aan de beoordelingscriteria van bijlage III bij Richtlijn 2009/105/EG, de bijlagen IV of V bij Richtlijn 97/23/EG of hoofdstuk 4 van Richtlijn 2010/35/EU.

AFDELING V

Aanvullende bepalingen

1.   Drukvaten van eenvoudige vorm en drukapparatuur

De fabrikanten, hun gemachtigden of, bij afwezigheid daarvan, de personen die verantwoordelijk zijn voor het in de handel brengen van de betrokken producten kunnen ermee volstaan de technische documentatie die de nationale autoriteiten voor hun inspecties nodig hebben, op het grondgebied van een van de partijen beschikbaar te houden gedurende ten minste tien jaar vanaf de datum waarop het product voor het laatst werd vervaardigd. De partijen verbinden zich ertoe alle relevante documentatie op verzoek van de autoriteiten van de andere partij beschikbaar te stellen.

2.   Vervoerbare drukapparatuur

1.   Markttoegang

1.

Overeenkomstig Richtlijn 2010/35/EU respectievelijk de toepasselijke Zwitserse wetgeving vermeldt de gemachtigde zijn naam en adres op het certificaat van overeenstemming. Voor deze verplichting wordt onder „gemachtigde” verstaan een in de Europese Unie of Zwitserland gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die door de fabrikant schriftelijk is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen.

2.

Overeenkomstig Richtlijn 2010/35/EU respectievelijk de toepasselijke Zwitserse wetgeving vermeldt de importeur zijn naam en contactadres op of in bijlage bij het certificaat van overeenstemming. Voor deze verplichting wordt onder „importeur” verstaan een in de Europese Unie of Zwitserland gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die vervoerbare drukapparatuur of delen daarvan uit een derde land in de Europese Unie of Zwitserland in de handel brengt.

3.

Voor de toepassing van de leden 1 en 2 volstaat het hetzij de importeur hetzij de gemachtigde te vermelden.

2.   Informatie-uitwisseling betreffende technische documentatie en samenwerking betreffende corrigerende maatregelen

Marktdeelnemers uit Zwitserland of een lidstaat verstrekken de bevoegde nationale autoriteit van Zwitserland of een lidstaat, na een met redenen omkleed verzoek van deze autoriteit, in een voor die autoriteit gemakkelijk te begrijpen taal of in het Engels alle informatie en documentatie die nodig zijn om aan te tonen dat de vervoerbare drukapparatuur in overeenstemming is met Richtlijn 2010/35/EU of de toepasselijke Zwitserse wetgeving. Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan alle maatregelen om de risico's van de door hen in de handel gebrachte vervoerbare drukapparatuur uit te schakelen.

3.   Identificatie van marktdeelnemers

Marktdeelnemers delen op verzoek van de markttoezichtautoriteiten van een EU-lidstaat of Zwitserland voor een periode van ten minste tien jaar het volgende mee:

a)

welke marktdeelnemers hun vervoerbare drukapparatuur hebben geleverd;

b)

aan welke marktdeelnemers zij vervoerbare drukapparatuur hebben geleverd.

4.   Wederzijdse bijstand van de markttoezichtautoriteiten

Om een doeltreffende samenwerking te waarborgen voor maatregelen met betrekking tot marktdeelnemers die gevestigd zijn in een lidstaat of in Zwitserland, verlenen de markttoezichtautoriteiten van een lidstaat en Zwitserland elkaar in passende mate bijstand door informatie of documentatie te verstrekken, door onderzoek of andere passende maatregelen uit te voeren en door deel te nemen aan onderzoeken die op initiatief van de andere partij zijn ingesteld.

5.   Procedure voor het omgaan met vervoerbare drukapparatuur die op nationaal niveau een risico inhoudt

1.

Wanneer de markttoezichtautoriteiten van een lidstaat of Zwitserland maatregelen hebben genomen of voldoende redenen hebben om aan te nemen dat vervoerbare drukapparatuur waarop dit hoofdstuk van toepassing is een risico inhoudt voor de gezondheid of veiligheid van personen of voor andere aspecten van de bescherming van het openbaar belang waarop Richtlijn 2010/35/EU respectievelijk de toepasselijke Zwitserse wetgeving betrekking heeft, en zij oordelen dat de niet-overeenstemming niet tot hun nationale grondgebied beperkt is, stellen zij de Europese Commissie, de andere lidstaten en Zwitserland krachtens artikel 12, lid 4, van deze overeenkomst onverwijld in kennis van:

de resultaten van de evaluatie en van de maatregelen die zij van de marktdeelnemer hebben verlangd;

wanneer de desbetreffende marktdeelnemer geen doeltreffende corrigerende maatregelen neemt, alle passende voorlopige maatregelen die zij hebben genomen om het op hun nationale markt aanbieden van de vervoerbare drukapparatuur te verbieden of te beperken, de apparatuur daar uit de handel te nemen of deze terug te roepen.

2.

Deze informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om de vervoerbare drukapparatuur die niet in overeenstemming is te identificeren en om de oorsprong van de apparatuur, de aard van de beweerde niet-overeenstemming en van het risico, en de aard en de duur van de genomen nationale maatregelen vast te stellen, evenals de argumenten die worden aangevoerd door de desbetreffende marktdeelnemer. Voorts wordt vermeld of de niet-overeenstemming te wijten is aan:

het feit dat de vervoerbare drukapparatuur niet voldoet aan de vereisten inzake de gezondheid of veiligheid van personen of inzake andere aspecten van het openbaar belang in de wetgeving in afdeling I, of

tekortkomingen in de normen of technische codes waarnaar wordt verwezen in de wetgeving in afdeling I.

3.

Zwitserland of andere lidstaten dan de lidstaat die de procedure heeft ingeleid, stellen de Europese Commissie en de andere nationale autoriteiten onverwijld in kennis van de maatregelen die zij hebben genomen en van extra informatie waarover zij beschikken met betrekking tot de niet-overeenstemming van de betrokken vervoerbare drukapparatuur.

4.

De lidstaten en Zwitserland zorgen ervoor dat ten aanzien van de betrokken vervoerbare drukapparatuur onverwijld passende beperkende maatregelen worden genomen, zoals het uit de handel nemen van de vervoerbare drukapparatuur.

5.

Zwitserland deelt de contactgegevens van zijn markttoezichtautoriteit, en wijzigingen daarvan, via het bij artikel 10 van deze overeenkomst ingestelde comité mee aan de Europese Unie.

6.   Vrijwaringsprocedure

Indien Zwitserland of een lidstaat het niet eens is met de nationale maatregel waarvan kennis is gegeven, brengt Zwitserland of de lidstaat de Europese Commissie op de hoogte van zijn bezwaren.

1.   Bezwaren tegen nationale maatregelen

Wanneer na de voltooiing van de in punt 5, lid 3, hierboven uiteengezette procedure door een lidstaat of door Zwitserland bezwaren worden geuit tegen een door Zwitserland of een lidstaat genomen maatregel, of wanneer de Commissie oordeelt dat een nationale maatregel niet in overeenstemming is met de in afdeling I vermelde toepasselijke wetgeving, treedt de Europese Commissie onverwijld in overleg met de lidstaten, Zwitserland en de desbetreffende marktdeelnemer(s) en evalueert zij de nationale maatregel om vast te stellen of deze al dan niet gerechtvaardigd is. Indien de nationale maatregel:

gerechtvaardigd wordt geacht, nemen alle lidstaten en Zwitserland de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de vervoerbare drukapparatuur die niet in overeenstemming is uit de handel wordt genomen en stellen zij de Commissie daarvan in kennis;

niet-gerechtvaardigd wordt geacht, trekt de betrokken lidstaat of Zwitserland de maatregel in.

2.   Onenigheid tussen de partijen

Indien de partijen het oneens zijn, wordt de zaak voorgelegd aan het gemengd comité, dat besluit over een passende handelwijze, waaronder het gelasten van een deskundig onderzoek.

Wanneer het comité vaststelt dat de maatregel:

gerechtvaardigd is, nemen de partijen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de vervoerbare drukapparatuur die niet in overeenstemming is uit de handel wordt genomen;

niet-gerechtvaardigd is, trekt de lidstaat of Zwitserland de maatregel in.

7.   Vrij verkeer van vervoerbare drukapparatuur

Onverminderd de procedures in de punten 3 en 4, mogen de lidstaten of Zwitserland het vrije verkeer, het op de markt aanbieden en het gebruik op hun grondgebied van vervoerbare drukapparatuur die voldoet aan de wettelijke bepalingen in afdeling I, niet verbieden, beperken of belemmeren.”


AANHANGSEL B

In bijlage 1, Sectoren, wordt hoofdstuk 16, Voor de bouw bestemde producten, geschrapt en vervangen door:

„HOOFDSTUK 16

VOOR DE BOUW BESTEMDE PRODUCTEN

AFDELING I

Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen

Bepalingen bedoeld in artikel 1, leden 1 en 2

Europese Unie

1.

Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5)

 

 

Uitvoeringsmaatregelen:

 

2.

Besluit 94/23/EG van de Commissie van 17 januari 1994 betreffende de gemeenschappelijke procedureregels voor Europese technische goedkeuringen (PB L 17 van 20.1.1994, blz. 34)

 

2. a)

Beschikking 94/611/EG van de Commissie van 9 september 1994 ter uitvoering van artikel 20 van Richtlijn 89/106/EEG inzake voor de bouw bestemde producten (PB L 241 van 16.9.1994, blz. 25)

 

2. b)

Beschikking 95/204/EG van de Commissie van 31 mei 1995 tot uitvoering van artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad inzake voor de bouw bestemde producten (PB L 129 van 14.6.1995, blz. 23)

 

3.

Beschikking 95/467/EG van de Commissie van 24 oktober 1995 tot uitvoering van artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad inzake voor de bouw bestemde producten (PB L 268 van 10.11.1995, blz. 29)

 

4.

Beschikking 96/577/EG van de Commissie van 24 juni 1996 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van bouwproducten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor vaste brandbestrijdingssystemen (PB L 254 van 8.10.1996, blz. 44)

 

5.

Beschikking 96/578/EG van de Commissie van 24 juni 1996 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor sanitair (PB L 254 van 8.10.1996, blz. 49)

 

6.

Beschikking 96/579/EG van de Commissie van 24 juni 1996 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor verkeersinrichtingen (PB L 254 van 8.10.1996, blz. 52)

 

7.

Beschikking 96/580/EG van de Commissie van 24 juni 1996 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor vliesgevels (PB L 254 van 8.10.1996, blz. 56)

 

8.

Beschikking 96/581/EG van de Commissie van 24 juni 1996 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van bouwproducten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor geotextiel (PB L 254 van 8.10.1996, blz. 59)

 

9.

Beschikking 96/582/EG van de Commissie van 24 juni 1996 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van bouwproducten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor verlijmde beglazingssystemen en metalen ankers voor gebruik in beton (PB L 254 van 8.10.1996, blz. 62)

 

10.

Beschikking 96/603/EG van de Commissie van 4 oktober 1996 tot vaststelling van de lijst van producten die behoren tot de klassen A „geen bijdrage tot de brand” van Beschikking 94/611/EG ter uitvoering van artikel 20 van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad inzake voor de bouw bestemde producten (PB L 267 van 19.10.1996, blz. 23)

 

11.

Beschikking 97/161/EG van de Commissie van 17 februari 1997 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor in beton te gebruiken metalen ankers voor bevestiging van lichte elementen (PB L 62 van 4.3.1997, blz. 41)

 

12.

Beschikking 97/176/EG van de Commissie van 17 februari 1997 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor houtproducten voor de bouw en toebehoren (PB L 73 van 14.3.1997, blz. 19)

 

13.

Beschikking 97/177/EG van de Commissie van 17 februari 1997 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor metalen injectieankers voor gebruik in metselwerk (PB L 73 van 14.3.1997, blz. 24)

 

14.

Beschikking 97/462/EG van de Commissie van 27 juni 1997 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor plaatmaterialen op houtbasis (PB L 198 van 25.7.1997, blz. 27)

 

15.

Beschikking 97/463/EG van de Commissie van 27 juni 1997 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor kunststofankers voor gebruik in beton en metselwerk (PB L 198 van 25.7.1997, blz. 31)

 

16.

Beschikking 97/464/EG van de Commissie van 27 juni 1997 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor rioleringsproducten (PB L 198 van 25.7.1997, blz. 33)

 

17.

Beschikking 97/555/EG van de Commissie van 14 juli 1997 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor cement, bouwkalk en andere hydraulische bindmiddelen (PB L 229 van 20.8.1997, blz. 9)

 

18.

Beschikking 97/556/EG van de Commissie van 14 juli 1997 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor samengestelde systemen/kits voor externe thermische isolatie met bepleistering (PB L 229 van 20.8.1997, blz. 14)

 

19.

Besluit 97/571/EG van de Commissie van 22 juli 1997 betreffende het algemeen model van de Europese technische goedkeuring voor voor de bouw bestemde producten (PB L 236 van 27.08.1997, blz. 7)

 

20.

Beschikking 97/597/EG van de Commissie van 14 juli 1997 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor wapeningsstaal en voorspanstaal voor beton (PB L 240 van 2.9.1997, blz. 4)

 

21.

Beschikking 97/638/EG van de Commissie van 19 september 1997 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor verbindingen voor houtproducten voor de bouw (PB L 268 van 1.10.1997, blz. 36)

 

22.

Beschikking 97/740/EG van de Commissie van 14 oktober 1997 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor metselwerk en bijbehorende producten (PB L 299 van 4.11.1997, blz. 42)

 

23.

Beschikking 97/808/EG van de Commissie van 20 november 1997 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor bestratingsproducten en vloerafwerkingen (PB L 331 van 3.12.1997, blz. 18)

 

24.

Beschikking 98/143/EG van de Commissie van 3 februari 1998 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor mechanisch bevestigde flexibele afdichtingssystemen voor daken (PB L 42 van 14.2.1998, blz. 58)

 

25.

Beschikking 98/213/EG van de Commissie van 9 maart 1998 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor kits voor scheidingswanden (PB L 80 van 18.3.1998, blz. 41)

 

26.

Beschikking 98/214/EG van de Commissie van 9 maart 1998 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor metaalconstructieproducten en hulpproducten (PB L 80 van 18.3.1998, blz. 46)

 

27.

Beschikking 98/279/EG van de Commissie van 5 december 1997 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor niet-dragende blijvende bekistingssystemen/-kits bestaande uit holle blokken of panelen van isolatiemateriaal en in sommige gevallen beton (PB L 127 van 29.4.1998, blz. 26)

 

28.

Beschikking 98/436/EG van de Commissie van 22 juni 1998 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor dakbedekkingen, daklichten, dakramen en toebehoren (PB L 194 van 10.7.1998, blz. 30)

 

29.

Beschikking 98/437/EG van de Commissie van 30 juni 1998 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor in- en uitwendige afwerkingen voor wanden en plafonds (PB L 194 van 10.7.1998, blz. 39)

 

30.

Beschikking 98/456/EG van de Commissie van 3 juli 1998 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor voorspansystemen (kits) (PB L 201 van 17.7.1998, blz. 112)

 

31.

Beschikking 98/457/EG van de Commissie van 3 juli 1998 betreffende de „Single Burning Item” (SBI)-test bedoeld in Beschikking 94/611/EG ter uitvoering van artikel 20 van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad inzake voor de bouw bestemde producten (PB L 201 van 17.7.1998, blz. 114)

 

32.

Beschikking 98/598/EG van de Commissie van 9 oktober 1998 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor toeslagstoffen (PB L 287 van 24.10.1998, blz. 25)

 

33.

Beschikking 98/599/EG van de Commissie van 12 oktober 1998 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor vloeibaar aangebrachte producten voor het waterdicht maken van daken (kits) (PB L 287 van 24.10.1998, blz. 30)

 

34.

Beschikking 98/600/EG van de Commissie van 12 oktober 1998 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor bouwpakketten voor zelfdragende doorschijnende daken (met uitzondering van bouwpakketten met glazen elementen) (PB L 287 van 24.10.1998, blz. 35)

 

35.

Beschikking 98/601/EG van de Commissie van 13 oktober 1998 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor producten van de wegenbouw (PB L 287 van 24.10.1998, blz. 41)

 

36.

Beschikking 1999/89/EG van de Commissie van 25 januari 1999 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot bouwpakketten voor geprefabriceerde trappen (PB L 29 van 3.2.1999, blz. 34)

 

37.

Beschikking 1999/90/EG van de Commissie van 25 januari 1999 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot membranen (PB L 29 van 3.2.1999, blz. 38)

 

38.

Beschikking 1999/91/EG van de Commissie van 25 januari 1999 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor warmte-isolatieproducten (PB L 29 van 3.2.1999, blz. 44)

 

39.

Beschikking 1999/92/EG van de Commissie van 25 januari 1999 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor lichte samengestelde balken en pilaren op houtbasis (PB L 29 van 3.2.1999, blz. 49)

 

40.

Beschikking 1999/93/EG van de Commissie van 25 januari 1999 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor deuren, ramen, luiken, blinden, poorten en bijbehorend hang- en sluitwerk (PB L 29 van 3.2.1999, blz. 51)

 

41.

Beschikking 1999/94/EG van de Commissie van 25 januari 1999 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor bouwpakketten voor geprefabriceerde normale/lichte/autoclaafgeharde celbetonnen producten (PB L 29 van 3.2.1999, blz. 55)

 

41a)

Beschikking 1999/453/EG van de Commissie van 18 juni 1999 tot wijziging van de Beschikkingen 96/579/EG en 97/808/EG betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor verkeersinrichtingen, respectievelijk voor bestratingsproducten en vloerafwerkingen (PB L 178 van 14.7.1999, blz. 50)

 

42.

Beschikking 1999/454/EG van de Commissie van 22 juni 1999 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor producten met brandvertragende, brandwerende en tegen brand afdichtende eigenschappen (PB L 178 van 14.7.1999, blz. 52)

 

43.

Beschikking 1999/455/EG van de Commissie van 22 juni 1999 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor geprefabriceerde bouwpakketten voor houtskeletbouw of voor gebouwen in rondhout (PB L 178 van 14.7.1999, blz. 56)

 

44.

Beschikking 1999/469/EG van de Commissie van 25 juni 1999 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot producten voor beton, mortel en injectiespecie (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 27)

 

45.

Beschikking 1999/470/EG van de Commissie van 29 juni 1999 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot bouwlijm (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 32)

 

46.

Beschikking 1999/471/EG van de Commissie van 29 juni 1999 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot voorzieningen voor ruimteverwarming (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 37)

 

47.

Beschikking 1999/472/EG van de Commissie van 1 juli 1999 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot buizen, reservoirs en toebehoren die niet met voor menselijke consumptie bestemd water in contact komen (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 42)

 

48.

Beschikking 2000/147/EG van de Commissie van 8 februari 2000 ter uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad wat de indeling van voor de bouw bestemde producten in klassen van materiaalgedrag bij brand betreft (PB L 50 van 23.2.2000, blz. 14)

 

49.

Beschikking 2000/245/EG van de Commissie van 2 februari 2000 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 4, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor vlakglas, geprofileerd glas en glasblokken (PB L 77 van 28.3.2000, blz. 13)

 

50.

Beschikking 2000/273/EG van de Commissie van 27 maart 2000 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor zeven producten voor Europese technische goedkeuring zonder richtsnoeren (PB L 86 van 7.4.2000, blz. 15)

 

51.

Beschikking 2000/367/EG van de Commissie van 3 mei 2000 ter uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad inzake de indeling van voor de bouw bestemde producten, bouwwerken en delen daarvan in klassen van materiaalgedrag bij brand (PB L 133 van 6.6.2000, blz. 26)

 

52.

Beschikking 2000/447/EG van de Commissie van 13 juni 2000 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor geprefabriceerde houtachtige dragende panelen en zelfdragende samengestelde lichte panelen (PB L 180 van 19.7.2000, blz. 40)

 

53.

Beschikking 2000/553/EG van de Commissie van 6 september 2000 tot uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot het brandgedrag aan de buitenzijde van dakbedekkingen (PB L 235 van 19.9.2000, blz. 19)

 

53. a)

Beschikking 2000/605/EG van de Commissie van 26 september 2000 houdende wijziging van Beschikking 96/603/EG tot vaststelling van de lijst van producten die behoren tot de klassen A „geen bijdrage tot de brand” van Beschikking 94/611/EG ter uitvoering van artikel 20 van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad inzake voor de bouw bestemde producten (PB L 258 van 12.10.2000, blz. 36)

 

54.

Beschikking 2000/606/EG van de Commissie van 26 september 2000 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor zes producten voor Europese technische goedkeuring zonder richtsnoeren (PB L 258 van 12.10.2000, blz. 38)

 

55.

Beschikking 2001/19/EG van de Commissie van 20 december 2000 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot voegovergangen voor verkeersbruggen (PB L 5 van 10.1.2001, blz. 6)

 

56.

Beschikking 2001/308/EG van de Commissie van 31 januari 2001 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot gevelbekledingsplaten (vetures) (PB L 107 van 18.4.2001, blz. 25)

 

56. a)

Beschikking 2001/596/EG van de Commissie van 8 januari 2001 tot wijziging van de Beschikkingen 95/467/EG, 96/578/EG, 96/580/EG, 97/176/EG, 97/462/EG, 97/556/EG, 97/740/EG, 97/808/EG, 98/213/EG, 98/214/EG, 98/279/EG, 98/436/EG, 98/437/EG, 98/599/EG, 98/600/EG, 98/601/EG, 1999/89/EG, 1999/90/EG, 1999/91/EG, 1999/454/EG, 1999/469/EG, 1999/470/EG, 1999/471/EG, 1999/472/EG, 2000/245/EG, 2000/273/EG en 2000/447/EG betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van bepaalde voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20 van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 209 van 2.8.2001, blz. 33)

 

57.

Beschikking 2001/671/EG van de Commissie van 21 augustus 2001 tot uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot de indeling van het gedrag van daken en dakbedekkingen bij een brand vanaf de buitenzijde (PB L 235 van 4.9.2001, blz. 20)

 

58.

Beschikking 2002/359/EG van de Commissie van 13 mei 2002 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten die met voor menselijke consumptie bestemd water in contact komen, overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 127 van 14.5.2002, blz. 16)

 

59.

Beschikking 2002/592/EG van de Commissie van 15 juli 2002 tot wijziging van de Beschikkingen 95/467/EG, 96/577/EG, 96/578/EG en 98/598/EG betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor respectievelijk gipsproducten, vaste brandbestrijdingssystemen, sanitair en toeslagstoffen (PB L 192 van 20.7.2002, blz. 57)

 

60.

Beschikking 2003/43/EG van de Commissie van 17 januari 2003 tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten (PB L 13 van 18.1.2003, blz. 35)

 

61.

Beschikking 2003/312/EG van de Commissie van 9 april 2003 betreffende de publicatie van de referenties van de normen voor warmte-isolatieproducten, geotextiel, vaste brandbestrijdingssystemen en gipsblokken overeenkomstig Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 114 van 8.5.2003, blz. 50)

 

62.

Beschikking 2003/424/EG van de Commissie van 6 juni 2003 houdende wijziging van Beschikking 96/603/EG tot vaststelling van de lijst van producten die behoren tot de klassen A „geen bijdrage tot de brand” van Beschikking 94/611/EG ter uitvoering van artikel 20 van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad inzake voor de bouw bestemde producten (PB L 144 van 12.6.2003, blz. 9)

 

63.

Beschikking 2003/593/EG van de Commissie van 7 augustus 2003 tot wijziging van Beschikking 2003/43/EG tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten (PB L 201 van 8.8.2003, blz. 25)

 

64.

Beschikking 2003/629/EG van de Commissie van 27 augustus 2003 tot wijziging van Beschikking 2000/367/EG tot vaststelling van een systeem voor de indeling in klassen van brandwerendheid van voor de bouw bestemde producten wat de toevoeging van rook- en warmteafvoerproducten betreft (PB L 218 van 30.8.2003, blz. 51)

 

65.

Beschikking 2003/632/EG van de Commissie van 26 augustus 2003 tot wijziging van Beschikking 2000/147/EG ter uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad wat de indeling van voor de bouw bestemde producten in klassen van materiaalgedrag bij brand betreft (PB L 220 van 3.9.2003, blz. 5)

 

66.

Beschikking 2003/639/EG van de Commissie van 4 september 2003 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot constructieve penverbindingen (PB L 226 van 10.9.2003, blz. 18)

 

67.

Beschikking 2003/640/EG van de Commissie van 4 september 2003 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot kits voor gevelbekleding (PB L 226 van 10.9.2003, blz. 21)

 

68.

Beschikking 2003/655/EG van de Commissie van 12 september 2003 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot kits voor waterdichte vloer- en wandbekleding van natte ruimten (PB L 231 van 17.9.2003, blz. 12)

 

69.

Beschikking 2003/656/EG van de Commissie van 12 september 2003 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor zeven producten voor Europese technische goedkeuring zonder richtsnoeren (PB L 231 van 17.9.2003, blz. 15)

 

70.

Beschikking 2003/722/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot vloeibaar aan te brengen waterdichtingskits voor brugdekken (PB L 260 van 11.10.2003, blz. 32)

 

71.

Beschikking 2003/728/EG van de Commissie van 3 oktober 2003 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor bouwpakketten met metalen skelet, bouwpakketten met betonnen skelet, geprefabriceerde bouweenheden, koelcelpakketten, beschermingspakketten tegen vallend gesteente (PB L 262 van 14.10.2003, blz. 34)

 

72.

Beschikking 2004/663/EG van de Commissie van 20 september 2004 tot wijziging van Beschikking 97/464/EG betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor rioleringsproducten (PB L 302 van 29.9.2004, blz. 6)

 

73.

Beschikking 2005/403/EG van de Commissie van 25 mei 2005 tot vaststelling van de klassen van gedrag van daken en dakbedekkingen bij een brand vanaf de buitenzijde voor bepaalde in Richtlijn 89/106/EEG van de Raad bedoelde voor de bouw bestemde producten (PB L 135 van 28.5.2005, blz. 37)

 

74.

Beschikking 2005/484/EG van de Commissie van 4 juli 2005 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor bouwpakketten voor koelgebouwen en bouwpakketten voor schillen van koelgebouwen (PB L 173 van 6.7.2005, blz. 15)

 

75.

Beschikking 2005/610/EG van de Commissie van 9 augustus 2005 tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten (PB L 208 van 11.8.2005, blz. 21).

 

76.

Beschikking 2005/823/EG van de Commissie van 22 november 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/671/EG tot uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot de indeling van het gedrag van daken en dakbedekkingen bij een brand vanaf de buitenzijde (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 53)

 

77.

Beschikking 2006/190/EG van de Commissie van 1 maart 2006 tot wijziging van Beschikking 97/808/EG betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor bestratingsproducten en vloerafwerkingen (PB L 66 van 8.3.2006, blz. 47)

 

78.

Beschikking 2006/213/EG van de Commissie van 6 maart 2006 tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten voor houten vloeren en massief houten lambrisering en bekleding (PB L 79 van 16.3.2006, blz. 27)

 

79.

Beschikking 2006/600/EG van de Commissie van 4 september 2006 tot vaststelling van de klassen van gedrag bij een brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten wat betreft dubbelwandige metalen sandwichpanelen voor daken (PB L 244 van 7.9.2006, blz. 24)

 

80.

Beschikking 2006/673/EG van de Commissie van 5 oktober 2006 tot wijziging van Beschikking 2003/43/EG tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor gipsplaten (PB L 276 van 7.10.2006, blz. 77)

 

81.

Beschikking 2006/751/EG van de Commissie van 27 oktober 2006 tot wijziging van Beschikking 2000/147/EG ter uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad wat de indeling van voor de bouw bestemde producten in klassen van materiaalgedrag bij brand betreft (PB L 305 van 4.11.2006, blz. 8)

 

82.

Beschikking 2006/893/EG van de Commissie van 5 december 2006 betreffende de schrapping van de referentie van de norm EN 10080:2005 Staal voor de versterking van beton — Lasbaar betonstaal — Deel 1: Algemene eisen overeenkomstig Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 343 van 8.12.2006, blz. 102)

 

83.

Beschikking 2007/348/EG van de Commissie van 15 mei 2007 tot wijziging van Beschikking 2003/43/EG tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten wat platen op houtbasis betreft (PB L 131 van 23.5.2007, blz. 21)

 

84.

Besluit 2010/81/EU van de Commissie van 9 februari 2010 tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten wat lijmen voor keramische tegels betreft (PB L 38 van 11.2.2010, blz. 9)

 

85.

Besluit 2010/82/EU van de Commissie van 9 februari 2010 tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten wat decoratieve wandbekleding in de vorm van rollen of panelen betreft (PB L 38 van 11.2.2010, blz. 11)

 

86.

Besluit 2010/83/EU van de Commissie van 9 februari 2010 tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten wat aan de lucht drogende voegvulmaterialen betreft (PB L 38 van 11.2.2010, blz. 13)

 

87.

Besluit 2010/85/EU van de Commissie van 9 februari 2010 tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten wat dekvloeren van cement, calciumsulfaat en kunsthars betreft (PB L 38 van 11.2.2010, blz. 17)

 

88.

Besluit 2010/679/EU van de Commissie van 8 november 2010 tot wijziging van Beschikking 95/467/EG tot uitvoering van artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad inzake voor de bouw bestemde producten (PB L 292 van 10.11.2010, blz. 55)

 

89.

Besluit 2010/683/EU van de Commissie van 9 november 2010 tot wijziging van Beschikking 97/555/EG betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor cement, bouwkalk en andere hydraulische bindmiddelen (PB L 293 van 11.11.2010, blz. 60)

 

90.

Besluit 2010/737/EU van de Commissie van 2 december 2010 tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten wat staalplaten met polyestercoating en plastisolcoating betreft (PB L 317 van 3.12.2010, blz. 39)

 

91.

Besluit 2010/738/EU van de Commissie van 2 december 2010 tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten wat vezelversterkte gipsproducten betreft (PB L 317 van 3.12.2010, blz. 42)

 

92.

Besluit 2011/14/EU van de Commissie van 13 januari 2011 tot wijziging van Beschikking 97/556/EG betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor samengestelde systemen/kits voor externe thermische isolatie met bepleistering (PB L 10 van 14.1.2011, blz. 5)

 

93.

Besluit 2011/19/EU van de Commissie van 14 januari 2011 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten, overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor voegkitten in bouwconstructies en voor afdichtingen in vloeren (voetgangers) (PB L 11 van 15.1.2011, blz. 49)

 

94.

Besluit 2011/232/EU van de Commissie van 11 april 2011 tot wijziging van Beschikking 2000/367/EG tot vaststelling van een systeem voor de indeling in klassen van brandwerendheid van voor de bouw bestemde producten, bouwwerken en delen daarvan (PB L 97 van 12.4.2011, blz. 49)

 

95.

Besluit 2011/246/EU van de Commissie van 18 april 2011 tot wijziging van Beschikking 1999/93/EG betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor deuren, ramen, luiken, blinden, poorten en bijbehorend hang- en sluitwerk (PB L 103 van 19.4.2011, blz. 114)

 

96.

Besluit 2011/284/EU van de Commissie van 12 mei 2011 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor stroom-, besturings- en communicatiekabels (PB L 131 van 18.5.2011, blz. 22)

 

97.

Uitvoeringsbesluit 2012/201/EU van de Commissie van 26 maart 2012 tot wijziging van Beschikking 98/213/EG betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor kits voor scheidingswanden (PB L 109 van 21.4.2012, blz. 20)

 

98.

Uitvoeringsbesluit 2012/202/EU van de Commissie van 29 maart 2012 tot wijziging van Beschikking 1999/94/EG betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor bouwpakketten voor geprefabriceerde normale/lichte/autoclaafgeharde celbetonnen producten (PB L 109 van 21.4.2012, blz. 22)

 

99.

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1062/2013 van de Commissie van 30 oktober 2013 betreffende het formaat van de Europese technische beoordeling voor bouwproducten (PB L 289 van 31.10.2013, blz. 42)

Zwitserland

 

 

AFDELING II

Overeenstemmingsbeoordelingsorganen

1.

Het bij artikel 10 van deze overeenkomst ingestelde comité stelt volgens de in artikel 11 van deze overeenkomst omschreven procedure een lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen vast en werkt deze bij.

2.

Bij de overeenstemmingsbeoordelingsorganen kunnen drie verschillende instanties worden onderscheiden die bij de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid betrokken zijn: de certificatie-instantie voor het product, de certificatie-instantie voor fabrieksproductiecontrole en het testlaboratorium. Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn de definities van punt 2 van bijlage V bij Verordening (EU) nr. 305/2011 van toepassing.

AFDELING III

Aanwijzende autoriteiten

Het bij artikel 10 van deze overeenkomst ingestelde comité stelt een lijst op van de door de partijen meegedeelde aanwijzende autoriteiten en bevoegde autoriteiten en werkt deze lijst bij.

AFDELING IV

Bijzondere regels voor de aanwijzing van overeenstemmingsbeoordelingsorganen

Bij de aanwijzing van overeenstemmingsbeoordelingsorganen houden de aanwijzende autoriteiten zich aan de algemene beginselen van bijlage 2 bij deze overeenkomst en aan de beoordelingscriteria van artikel 43 van Verordening (EU) nr. 305/2011.

AFDELING V

Aanvullende bepalingen

1.   Europese geharmoniseerde normen voor bouwproducten

Voor de toepassing van deze overeenkomst maakt Zwitserland de referentienummers van de Europese geharmoniseerde normen voor bouwproducten bekend nadat zij overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Verordening (EU) nr. 305/2011 in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt.

Om de gelijkwaardigheid van de Zwitserse systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid te bevestigen, voegt Zwitserland bij elke geharmoniseerde norm een transponeringstabel. In deze transponeringstabel worden de desbetreffende procedures beschreven, zodat de Zwitserse en de Europese systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid met elkaar kunnen worden vergeleken.

2.   Europese technische beoordelingen

a)

Zwitserland wordt gemachtigd tot het aanwijzen van Zwitserse instanties voor de afgifte van Europese technische beoordelingen. Zwitserland zorgt ervoor dat de aangewezen instanties lid worden van de Europese Organisatie voor Technische Beoordelingen (EOTA — European Organisation for Technical Assessment) en aan haar werkzaamheden deelnemen, met name voor het ontwikkelen en goedkeuren van Europese beoordelingsdocumenten overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 305/2011.

Zwitserland deelt het bij artikel 10 van deze overeenkomst ingestelde comité de naam en het adres van die instanties mee.

De besluiten van de EOTA gelden ook voor de toepassing van deze overeenkomst.

Europese technische beoordelingen worden afgegeven door de technische beoordelingsinstanties en worden voor de toepassing van deze overeenkomst door beide partijen erkend.

b)

Onder „technische beoordelingsinstantie” wordt verstaan een publiek- of privaatrechtelijke instantie die gemachtigd is tot het afgeven van Europese technische beoordelingen.

Technische beoordelingsinstanties worden door de partijen aangewezen volgens hun daarvoor geldende procedures. Bij de aanwijzing van technische beoordelingsinstanties houden de aanwijzende autoriteiten zich aan de algemene beginselen van bijlage 2 bij deze overeenkomst en aan de beoordelingscriteria van tabel 2 van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 305/2011.

Het bij artikel 10 van deze overeenkomst ingestelde comité stelt volgens de procedure van artikel 11 van deze overeenkomst een lijst van technische beoordelingsinstanties vast en werkt deze bij. De partijen erkennen dat de voor de toepassing van deze overeenkomst in de lijst opgenomen instanties voldoen aan de voorwaarden om Europese technische beoordelingen af te geven.

3.   Uitwisseling van informatie

Overeenkomstig artikel 9 van deze overeenkomst wisselen de partijen de nodige informatie uit om ervoor te zorgen dat dit hoofdstuk naar behoren ten uitvoer wordt gelegd.

4.   Technische documentatie

Wat de technische documentatie betreft die de nationale autoriteiten nodig hebben voor hun inspecties, kunnen de fabrikanten, hun gevolmachtigden of de personen die verantwoordelijk zijn voor het in de handel brengen van producten ermee volstaan deze documentatie gedurende minstens tien jaar, te rekenen vanaf de datum waarop het product op het grondgebied van een van de partijen in de handel wordt gebracht, aldaar ter beschikking te houden.

De partijen verbinden zich ertoe alle relevante technische documentatie op verzoek van de autoriteiten van de andere partij beschikbaar te stellen.

5.   Persoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen en de etikettering van de producten

De fabrikant is niet verplicht een op het grondgebied van de andere partij gevestigde gemachtigde of voor het in de handel brengen van producten verantwoordelijke persoon aan te wijzen; hij is evenmin verplicht naam en adres van een gemachtigde, verantwoordelijke persoon of importeur te vermelden op het etiket, op de buitenverpakking of in de gebruiksaanwijziging.”


AANHANGSEL C

Wijzigingen in bijlage 1

Hoofdstuk I (Machines)

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van de Europese Unie geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Europese Unie

1.

Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende machines en tot wijziging van Richtlijn 95/16/EG (herschikking) (PB L 157 van 9.6.2006, blz. 24), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2009/127/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Richtlijn 2006/42/EG met betrekking tot machines voor de toepassing van pesticiden (PB L 310 van 25.11.2009, blz. 29)”.

Hoofdstuk 2 (Persoonlijke beschermingsmiddelen)

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van de Europese Unie geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Europese Unie

1.

Richtlijn 89/686/EEG van de Raad van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen (PB L 399 van 30.12.1989, blz. 18), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12)”.

Hoofdstuk 3 (Speelgoed)

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van de Europese Unie en van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Europese Unie

1.

Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed (PB L 170 van 30.6.2009, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 681/2013 van de Commissie (PB L 195 van 18.7.2013, blz. 16) (hierna Richtlijn 2009/48/EG genoemd)

Zwitserland

100.

Federale wet van 9 oktober 1992 betreffende levensmiddelen en gebruiksvoorwerpen (RO 1995 1469), laatstelijk gewijzigd op 9 november 2011 (RO 2011 5227)

 

101.

Beschikking van 23 november 2005 betreffende levensmiddelen en gebruiksvoorwerpen (RO 2005 5451), laatstelijk gewijzigd op 23 oktober 2013 (RO 2013 3669)

 

102.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Binnenlandse Zaken van 15 augustus 2012 betreffende de veiligheid van speelgoed (RO 2012 4717), laatstelijk gewijzigd op 25 november 2013 (RO 2013 5297)

 

103.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Binnenlandse Zaken van 23 november 2005 betreffende de handhaving van de levensmiddelenwetgeving (RO 2005 6555), laatstelijk gewijzigd op 15 augustus 2012 (RO 2012 4855)

 

104.

Beschikking van 17 juni 1996 betreffende het Zwitserse erkenningssysteem en de aanwijzing van testlaboratoria en overeenstemmingsbeoordelingsorganen (RO 1996 1904), laatstelijk gewijzigd op 1 juni 2012 (RO 2012 2887)”.

Hoofdstuk 4 (Medische hulpmiddelen)

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van de Europese Unie en van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Europese Unie

1.

Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 29 september 2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1)

 

2.

Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 29 september 2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1)

 

3.

Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (PB L 331 van 7.12.1998, blz. 1), zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 29 september 2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1)

 

4.

Beschikking 2002/364/EG van de Commissie van 7 mei 2002 betreffende gemeenschappelijke technische specificaties voor medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (PB L 131 van 16.5.2002, blz. 17)

 

5.

Richtlijn 2003/12/EG van de Commissie van 3 februari 2003 betreffende de herclassificatie van borstimplantaten in het kader van Richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen (PB L 28 van 4.2.2003, blz. 43)

 

6.

Verordening (EU) nr. 722/2012 van de Commissie van 8 augustus 2012 betreffende bijzondere vereisten voor de in de Richtlijnen 90/385/EEG en 93/42/EEG van de Raad vastgelegde eisen betreffende actieve implanteerbare medische hulpmiddelen en medische hulpmiddelen die zijn vervaardigd met gebruikmaking van weefsel van dierlijke oorsprong (PB L 22 van 9.8.2012, blz. 3)

 

7.

Richtlijn 2005/50/EG van de Commissie van 11 augustus 2005 betreffende de herindeling van heup-, knie- en schouderprothesen in het kader van Richtlijn 93/42/EEG van de Raad betreffende medische hulpmiddelen (PB L 210 van 12.8.2005, blz. 41)

 

8.

Verordening (EG) nr. 2007/2006 van de Commissie van 22 december 2006 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer en doorvoer van bepaalde tussenproducten die afgeleid zijn van categorie 3-materiaal bestemd voor technisch gebruik in medische hulpmiddelen, in-vitrodiagnostica en laboratoriumreagentia, en tot wijziging van die Verordening (PB L 379 van 28.12.2006, blz. 98)

 

9.

Richtlijn 2007/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 90/385/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen, Richtlijn 93/42/EEG van de Raad betreffende medische hulpmiddelen en Richtlijn 98/8/EG betreffende het op de markt brengen van biociden (PB L 247 van 21.9.2007, blz. 21)

 

10.

Besluit 2011/869/EU van de Commissie van 20 december 2011 tot wijziging van Beschikking 2002/364/EG betreffende gemeenschappelijke technische specificaties voor medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (PB L 341 van 22.12.2011, blz. 63)

 

11.

Richtlijn 2011/100/EU van de Commissie van 20 december 2011 tot wijziging van Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (PB L 341 van 22.12.2011, blz. 50)

 

12.

Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 88)

 

13.

Besluit 2010/227/EU van de Commissie van 19 april 2010 over de Europese databank voor medische hulpmiddelen (Eudamed) (PB L 102 van 23.4.2010, blz. 45)

 

14.

Verordening (EU) nr. 207/2012 van de Commissie van 9 maart 2012 betreffende elektronische gebruiksaanwijzingen voor medische hulpmiddelen (PB L 72 van 10.3.2012, blz. 28)

 

15.

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 920/2013 van de Commissie van 24 september 2013 inzake de aanwijzing van en het toezicht op aangemelde instanties overeenkomstig Richtlijn 90/385/EEG van de Raad betreffende actieve implanteerbare medische hulpmiddelen en Richtlijn 93/42/EEG van de Raad betreffende medische hulpmiddelen (PB L 253 van 25.9.2013, blz. 8)

Zwitserland

100.

Federale wet van 15 december 2000 betreffende geneesmiddelen en medische hulpmiddelen (RO 2001 2790), laatstelijk gewijzigd op 14 december 2012 (RO 2013 1493)

 

101.

Federale wet van 24 juni 1902 betreffende elektrische zwakstroom- en sterkstroominstallaties (RO 19 252 en RS 4 798), laatstelijk gewijzigd op 20 maart 2008 (RO 2008 3437)

 

102.

Federale wet van 9 juni 1977 betreffende metrologie (RO 1977 2394), laatstelijk gewijzigd op 17 juni 2011 (RO 2012 6235)

 

103.

Federale wet van 22 maart 1991 betreffende beveiliging tegen straling (RO 1994 1933), laatstelijk gewijzigd op 10 december 2004 (RO 2004 5391)

 

104.

Beschikking van 17 oktober 2001 betreffende medische hulpmiddelen (RO 2001 3487), laatstelijk gewijzigd op 11 juni 2010 (RO 2010 2749)

 

105.

Beschikking van 18 april 2007 betreffende de invoer, doorvoer en uitvoer van dieren en dierlijke producten (RO 2007 1847), laatstelijk gewijzigd op 4 september 2013 (RS 2013 3041)

 

106.

Beschikking van 17 juni 1996 betreffende de erkenning en aanwijzing van overeenstemmingsbeoordelingsorganen (RO 1996 1904), laatstelijk gewijzigd op 15 juni 2012 (RO 2012 3631)

 

107.

Federale wet van 19 juni 1992 betreffende gegevensbescherming (RO 1992 1945), laatstelijk gewijzigd op 30 september 2011 (RO 2013 3215)”.

Hoofdstuk 5 (Gasgestookte apparaten)

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van de Europese Unie geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Europese Unie

1.

Richtlijn 2009/142/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende gastoestellen (PB L 330 van 16.12.2009, blz. 10)”.

Hoofdstuk 7 (Radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur)

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van de Europese Unie en van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Europese Unie

1.

Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 29 september 2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1)

 

2.

Beschikking 2000/299/EG van de Commissie van 6 april 2000 houdende vaststelling van de eerste indeling van radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de overeenkomstige merktekens (PB L 97 van 19.4.2000, blz. 13)

 

3.

Beschikking 2000/637/EG van de Commissie van 22 september 2000 over de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die onder de regionale regeling betreffende de radiotelefoondienst op binnenwateren valt (PB L 269 van 21.10.2000, blz. 50)

 

4.

Beschikking 2001/148/EG van de Commissie van 21 februari 2001 betreffende de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG op lawinebakens (PB L 55 van 24.2.2001, blz. 65)

 

5.

Beschikking 2005/53/EG van de Commissie van 25 januari 2005 betreffende de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die bedoeld is om deel te nemen aan het automatische identificatiesysteem (AIS) (PB L 22 van 26.1.2005, blz. 14)

 

6.

Beschikking 2005/631/EG van de Commissie van 29 augustus 2005 betreffende essentiële eisen zoals bedoeld in Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad om de toegang tot alarmdiensten via de Cospas-Sarsat-noodbakens te waarborgen (PB L 225 van 31.8.2005, blz. 28)

 

7.

Beschikking 2013/638/EU van de Commissie van 12 augustus 2013 betreffende essentiële eisen ten aanzien van radioapparatuur die bedoeld is om op niet-SOLAS-schepen te worden gebruikt voor deelname aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem (GMDSS) (PB L 296 van 7.11.2013, blz. 22)

Zwitserland

100.

Federale wet van 30 april 1997 betreffende telecommunicatie (LTC) (RO 1997 2187), laatstelijk gewijzigd op 12 juni 2009 (RO 2010 2617)

 

101.

Beschikking van 14 juni 2002 betreffende telecommunicatieapparatuur (OIT) (RO 2002 2086), laatstelijk gewijzigd op 31 oktober 2012 (RO 2012 6561)

 

102.

Beschikking van 14 juni 2002 van de Federale Dienst voor Communicatie (OFCOM) betreffende telecommunicatieapparatuur (RO 2002 2111), laatstelijk gewijzigd op 12 augustus 2013 (RO 2013 2649)

 

103.

Bijlage 1 bij de OFCOM-beschikking betreffende telecommunicatieapparatuur (RO 2002 2115), laatstelijk gewijzigd op 21 november 2005 (RO 2005 5139)

 

104.

In het Feuille Fédérale gepubliceerde lijst van technische normen met titels en verwijzingen, laatstelijk gewijzigd op 28 december 2012 (FF 2012 9084)

 

105.

Beschikking van 9 maart 2007 betreffende telecommunicatiediensten (RO 2007 945), laatstelijk gewijzigd op 9 december 2011 (RO 2012 367)”.

Hoofdstuk 8 (Apparaten en systemen bestemd voor gebruik in een explosieve omgeving)

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van de Europese Unie en van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Europese Unie

1.

Richtlijn 94/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 maart 1994 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12)

Zwitserland

100.

Federale wet van 24 juni 1902 betreffende elektrische zwakstroom- en sterkstroominstallaties (RO 19 252 en RS 4 798), laatstelijk gewijzigd op 20 maart 2008 (RO 2008 3437)

 

101.

Beschikking van 2 maart 1998 betreffende de veiligheid van apparaten en beveiligingssystemen bestemd voor gebruik in een explosieve omgeving (RO 1998 963), laatstelijk gewijzigd op 11 juni 2010 (RO 2010 2749)

 

102.

Federale wet van 12 juni 2009 betreffende de productveiligheid (RO 2010 2573)

 

103.

Beschikking van 19 mei 2010 over productveiligheid (RO 2010 2583), laatstelijk gewijzigd op 15 juni 2012 (RO 2012 3631)”.

Hoofdstuk 9 (Elektrisch materieel en elektromagnetische compatibiliteit)

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Zwitserland

100.

Federale wet van 24 juni 1902 betreffende elektrische zwak- en sterkstroominstallaties (RO 19 252 en RS 4 798), laatstelijk gewijzigd op 20 maart 2008 (RO 2008 3437)

 

101.

Beschikking van 30 maart 1994 betreffende elektrische zwakstroominstallaties (RO 1994 1185), laatstelijk gewijzigd op 16 november 2011 (RO 2011 6243)

 

102.

Beschikking van 30 maart 1994 betreffende elektrische sterkstroominstallaties (RO 1994 1199), laatstelijk gewijzigd op 16 november 2011 (RO 2011 6233)

 

103.

Beschikking van 9 april 1997 betreffende elektrisch laagspanningsmateriaal (RO 1997 1016), laatstelijk gewijzigd op 11 juni 2010 (RO 2010 2749)

 

104.

Beschikking van 18 november 2009 betreffende elektromagnetische compatibiliteit (RO 2009 6243), laatstelijk gewijzigd op 24 augustus 2010 (RO 2010 3619)

 

105.

Beschikking van 14 juni 2002 betreffende telecommunicatieapparatuur (OIT) (RO 2002 2086), laatstelijk gewijzigd op 31 oktober 2012 (RO 2012 6561)

 

106.

In het Feuille Fédérale gepubliceerde lijst van technische normen met titels en verwijzingen, laatstelijk gewijzigd op 6 november 2012 (FF 2012 7968)”.

Hoofdstuk 11 (Meetinstrumenten en voorverpakkingen)

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 1, wordt de verwijzing naar de bepalingen van de Europese Unie en van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Europese Unie

1.

Richtlijn 71/347/EEG van de Raad van 12 oktober 1971 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de meting van het natuurgewicht van granen (PB L 239 van 25.10.1971, blz. 1), zoals gewijzigd

 

2.

Richtlijn 76/765/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake alcoholmeters en areometers voor alcohol (PB L 262 van 27.9.1976, blz. 143), zoals gewijzigd

 

3.

Richtlijn 86/217/EEG van de Raad van 26 mei 1986 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake manometers voor luchtbanden van automobielen (PB L 152 van 6.6.1986, blz. 48), zoals gewijzigd

 

4.

Richtlijn 75/107/EEG van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake flessen, gebruikt als tapmaat (PB L 42 van 15.2.1975, blz. 14), zoals gewijzigd

 

5.

Richtlijn 76/211/EEG van de Raad van 20 januari 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het voorverpakken naar gewicht of volume van bepaalde producten in voorverpakkingen (PB L 46 van 21.2.1976, blz. 1), zoals gewijzigd

 

6.

Richtlijn 2007/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten, tot intrekking van de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad (PB L 247 van 21.9.2007, blz. 17), van toepassing vanaf 11 april 2009

Zwitserland

100.

Beschikking van 5 september 2012 betreffende de opgave van hoeveelheden voor onverpakte en voorverpakte producten (RS 941.204), zoals gewijzigd

 

101.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 10 september 2012 betreffende de opgave van hoeveelheden voor onverpakte en voorverpakte producten (RS 941.204.1), zoals gewijzigd”.

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van de Europese Unie en van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Europese Unie

1.

Richtlijn 2009/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen (herschikking) (PB L 106 van 28.4.2009, blz. 7)

 

2.

Richtlijn 71/317/EEG van de Raad van 26 juli 1971 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake blikvormige gewichten voor gewone weging van 5 tot 50 kg en cilindrische gewichten voor gewone weging van 1 g tot 10 kg (PB L 202 van 6.9.1971, blz. 14)

 

3.

Richtlijn 74/148/EEG van de Raad van 4 maart 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake gewichten van 1 mg tot en met 50 kg die een grotere nauwkeurigheid hebben dan de gewichten van de klasse gewone weging (PB L 84 van 28.3.1974, blz. 3)

 

4.

Richtlijn 80/181/EEG van de Raad van 20 december 1979 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden, en tot intrekking van Richtlijn 71/354/EEG (PB L 39 van 15.2.1980, blz. 40), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2009/3/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 (PB L 114 van 7.5.2009, blz. 10)

 

5.

Richtlijn 76/766/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake alcoholtabellen (PB L 262 van 27.9.1976, blz. 149)

 

6.

Richtlijn 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende niet-automatische weegwerktuigen (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12)

 

7.

Richtlijn 2004/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende meetinstrumenten (PB L 135 van 30.4.2004, blz. 1)

Zwitserland

102.

Federale wet van 17 juni 2011 betreffende metrologie (RO 2012 6235)

 

103.

Beschikking van 23 november 1994 inzake meeteenheden (RO 1994 3109), laatstelijk gewijzigd op 7 december 2012 (RO 2012 7193)

 

104.

Beschikking van 15 februari 2006 inzake meetinstrumenten (RO 2006 1453), laatstelijk gewijzigd op 7 december 2012 (RO 2012 7207)

 

105.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 16 april 2004 inzake niet-automatische weeginstrumenten (RO 2004 2093), laatstelijk gewijzigd op 7 december 2012 (RO 2012 7183)

 

106.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake instrumenten voor lengtemeting (RO 2006 1433), laatstelijk gewijzigd op 7 december 2012 (RO 2012 7183)

 

107.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake instrumenten voor volumemeting (RO 2006 1525), laatstelijk gewijzigd op 7 december 2012 (RO 2012 7183)

 

108.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake meetsystemen voor andere vloeistoffen dan water (RO 2006 1533), laatstelijk gewijzigd op 7 december 2012 (RO 2012 7183)

 

109.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake automatische weeginstrumenten (RO 2006 1545), laatstelijk gewijzigd op 7 december 2012 (RO 2012 7183)

 

110.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake instrumenten voor het meten van thermische energie (RO 2006 1569), laatstelijk gewijzigd op 7 december 2012 (RO 2012 7183)

 

111.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake instrumenten voor het meten van gashoeveelheden (RO 2006 1591), laatstelijk gewijzigd op 7 december 2012 (RO 2012 7183)

 

112.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake instrumenten voor het meten van uitlaatgassen van verbrandingsmotoren (RO 2006 1599), laatstelijk gewijzigd op 7 december 2012 (RO 2012 7183)

 

113.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake instrumenten voor het meten van elektrische energie en elektrisch vermogen (RO 2006 1613), laatstelijk gewijzigd op 7 december 2012 (RO 2012 7183)

 

114.

Beschikking van 15 augustus 1986 inzake gewichten (RO 1986 2022), laatstelijk gewijzigd op 7 december 2012 (RO 2012 7183)”.

In afdeling IV, Bijzondere regels voor de aanwijzing van overeenstemmingsbeoordelingsorganen, wordt de bepaling geschrapt en vervangen door:

„Bij de aanwijzing van overeenstemmingsbeoordelingsorganen houden de aanwijzende autoriteiten zich aan de algemene beginselen van bijlage 2 bij deze overeenkomst en, voor de producten waarop deze richtlijnen van toepassing zijn, aan de beoordelingscriteria van bijlage V bij Richtlijn 2009/23/EG en artikel 12 van Richtlijn 2004/22/EG.”.

In afdeling V, Aanvullende bepalingen, worden punt 1 (Uitwisseling van informatie), punt 2 (Voorverpakkingen) en punt 3 (Merken) geschrapt en vervangen door:

„1.   Uitwisseling van informatie

De in het kader van deze overeenkomst erkende overeenstemmingsbeoordelingsorganen doen de lidstaten en de bevoegde Zwitserse autoriteiten op gezette tijden de in punt 1.5 van bijlage II bij Richtlijn 2009/23/EG bedoelde informatie toekomen.

De in het kader van deze overeenkomst erkende overeenstemmingsbeoordelingsorganen kunnen om mededeling van de in punt 1.6 van bijlage II bij Richtlijn 2009/23/EG bedoelde informatie verzoeken.

2.   Voorverpakkingen

Wanneer voorverpakkingen uit de Europese Unie in Zwitserland in de handel worden gebracht, erkent Zwitserland de controles die overeenkomstig de in afdeling I vermelde wetgeving van de Europese Unie door een in het kader van deze overeenkomst erkend orgaan van de Europese Unie zijn uitgevoerd.

Wat de statistische controle van de op voorverpakkingen opgegeven hoeveelheden betreft, erkent de Europese Unie de in punt 7 van bijlage 3 bij de Beschikking van 5 september 2012 betreffende de opgave van hoeveelheden voor onverpakte en voorverpakte producten (RS 941.204) omschreven Zwitserse methode als gelijkwaardig met de methode van de Europese Unie zoals deze is omschreven in bijlage II bij de Richtlijnen 75/106/EEG en 76/211/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 78/891/EEG. De Zwitserse producenten wier voorverpakkingen in overeenstemming zijn met de wetgeving van de Europese Unie en die volgens de Zwitserse methode zijn gecontroleerd, brengen op hun naar de EU uitgevoerde producten het „e”-merkteken aan.

3.   Merken

3.1.

Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de bepalingen van Richtlijn 2009/34/EG van 23 april 2009 als volgt aangepast:

a)

in bijlage 1, punt 3.1, eerste streepje, en bijlage II, punt 3.1.1.1, onder a), eerste streepje, wordt de tekst tussen haakjes aangevuld met: „CH voor Zwitserland”;

b)

de tekeningen bedoeld in bijlage II, punt 3.2.1, worden aangevuld met de volgende tekening:

Image

3.2.

In afwijking van artikel 1 van deze overeenkomst gelden voor het merken van in Zwitserland in de handel gebrachte meetinstrumenten de volgende bepalingen:

Het aan te brengen merkteken is het CE-merkteken, samen met aanvullende metrologiemerktekens of het nationale teken van de desbetreffende EG-lidstaat, zoals bepaald in bijlage I, punt 3.1, eerste streepje, en bijlage II, punt 3.1.1.1, eerste streepje, van Richtlijn 2009/34/EG van 23 april 2009.”.

Hoofdstuk 12 (Motorvoertuigen)

Afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, wordt geschrapt en vervangen door:

„AFDELING I

Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen

Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2

Europese Unie

1.

Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (kaderrichtlijn) (PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 195/2013 van de Commissie van 7 maart 2013 (PB L 65 van 8.3.2013, blz. 1), en rekening houdend met de rechtshandelingen in bijlage IV bij Richtlijn 2007/46/EG, zoals gewijzigd tot en met 1 december 2013 (hierna samen „kaderrichtlijn 2007/46/EG” genoemd)

Zwitserland

100.

Beschikking van 19 juni 1995 betreffende technische voorschriften voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (RO 1995 4145), zoals gewijzigd tot en met 30 november 2012 (RO 2012 7137)

 

101.

Beschikking van 19 juni 1995 betreffende de typegoedkeuring van wegvoertuigen (RO 1995 3997), zoals gewijzigd tot en met 7 december 2012 (RO 2012 7065) en rekening houdend met de wijzigingen, aanvaard overeenkomstig de in afdeling V, lid 1, beschreven procedure”.

Afdeling V, punt 1, Wijzigingen in bijlage IV respectievelijk in de in bijlage IV bij Richtlijn 2007/46/EG vermelde rechtshandelingen, wordt geschrapt en vervangen door:

„1.   Wijzigingen in bijlage IV respectievelijk in de in bijlage IV bij Richtlijn 2007/46/EG vermelde rechtshandelingen

Onverminderd artikel 12, lid 2, stelt de Europese Unie Zwitserland in kennis van wijzigingen die na 1 december 2013 worden aangebracht in bijlage IV en in de in bijlage IV bij Richtlijn 2007/46/EG vermelde rechtshandelingen, onmiddellijk na de bekendmaking daarvan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zwitserland stelt de Europese Unie onverwijld in kennis van de relevante wijzigingen van de Zwitserse wetgeving, uiterlijk op de datum waarop die wijzigingen in de Europese Unie worden toegepast.”.

Hoofdstuk 13 (Landbouwtrekkers of bosbouwtrekkers)

Afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, wordt geschrapt en vervangen door:

„AFDELING I

Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen

Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2

Europese Unie

1.

Richtlijn 76/432/EEG van de Raad van 6 april 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de reminrichting van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 1997 (PB L 277 van 10.10.1997, blz. 24)

 

2.

Richtlijn 76/763/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de zitplaatsen voor meerijders op landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2010/52/EU van de Commissie van 11 augustus 2010 (PB L 213 van 13.8.2010, blz. 37)

 

3.

Richtlijn 77/537/EEG van de Raad van 28 juni 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de maatregelen die moeten worden genomen tegen verontreiniging door dieselmotoren, bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 1997 (PB L 277 van 10.10.1997, blz. 24)

 

4.

Richtlijn 78/764/EEG van de Raad van 25 juli 1978 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de bestuurderszitplaats op landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/96/EG van de Raad van 20 november 2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 81)

 

5.

Richtlijn 80/720/EEG van de Raad van 24 juni 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bedieningsruimte, de toegankelijkheid van de cabine alsmede deuren en ramen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2010/62/EU van de Commissie van 8 september 2010 (PB L 238 van 9.9.2010, blz. 7)

 

6.

Richtlijn 86/297/EEG van de Raad van 26 mei 1986 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake aftakassen en de beveiliging daarvan bij landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2012/24/EU van de Commissie van 8 oktober 2012 (PB L 274 van 9.10.2012, blz. 24)

 

7.

Richtlijn 86/298/EEG van de Raad van 26 mei 1986 betreffende kantelbeveiligingsinrichtingen aan de achterzijde op land- of bosbouwsmalspoortrekkers, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2010/22/EU van de Commissie van 15 maart 2010 (PB L 91 van 10.4.2010, blz. 1)

 

8.

Richtlijn 86/415/EEG van de Raad van 24 juli 1986 betreffende de installatie, plaats, werking en identificatie van de bedieningsorganen van land- en bosbouwtrekkers op wielen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2010/22/EU van de Commissie van 15 maart 2010 (PB L 91 van 10.4.2010, blz. 1)

 

9.

Richtlijn 87/402/EEG van de Raad van 25 juni 1987 betreffende vóór de bestuurderszitplaats bevestigde kantelbeveiligingsinrichtingen voor land- of bosbouwsmalspoortrekkers op wielen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2010/22/EU van de Commissie van 15 maart 2010 (PB L 91 van 10.4.2010, blz. 1)

 

10.

Richtlijn 2000/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2000 inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door motoren bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers en houdende wijziging van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2011/87/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 (PB L 301 van 18.11.2011, blz. 1)

 

11.

Richtlijn 2003/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de typegoedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers en aanhangwagens, verwisselbare getrokken machines, systemen, onderdelen en technische eenheden daarvan en tot intrekking van Richtlijn 74/150/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2010/62/EU van de Commissie van 8 september 2010 (PB L 238 van 9.9.2010, blz. 7)

 

12.

Richtlijn 2008/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende het zichtveld en de ruitenwissers van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PB L 24 van 29.1.2008, blz. 30)

 

13.

Richtlijn 2009/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende kantelbeveiligingsinrichtingen op landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PB L 261 van 3.10.2009, blz. 1)

 

14.

Richtlijn 2009/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de sleepinrichting en de achteruitrijinrichting van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen (PB L 198 van 30.7.2009, blz. 4)

 

15.

Richtlijn 2009/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de achteruitkijkspiegels van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PB L 198 van 30.7.2009, blz. 9)

 

16.

Richtlijn 2009/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de door de constructie bepaalde maximumsnelheid en de laadplatforms van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2010/62/EU van de Commissie van 8 september 2010 (PB L 238 van 9.9.2010, blz. 7)

 

17.

Richtlijn 2009/61/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de installatie van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PB L 203 van 5.8.2009, blz. 19)

 

18.

Richtlijn 2009/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende bepaalde onderdelen en eigenschappen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PB L 214 van 19.8.2009, blz. 23)

 

19

Richtlijn 2009/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de onderdrukking van radiostoringen, veroorzaakt door landbouw- of bosbouwtrekkers (elektromagnetische compatibiliteit) (PB L 216 van 20.8.2009, blz. 1)

 

20.

Richtlijn 2009/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de stuurinrichting van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PB L 201 van 1.8.2009, blz. 11)

 

21.

Richtlijn 2009/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende bepaalde onderdelen en eigenschappen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PB L 203 van 5.8.2009, blz. 52)

 

22.

Richtlijn 2009/75/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de kantelbeveiligingsinrichtingen op landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (statische proeven) (PB L 261 van 3.10.2009, blz. 40)

 

23.

Richtlijn 2009/76/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het geluidsniveau op oorhoogte van bestuurders van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PB L 201 van 1.8.2009, blz. 18)

 

24.

Richtlijn 2009/144/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende bepaalde onderdelen en kenmerken van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2013/8/EU van de Commissie van 26 februari 2013 (PB L 56 van 28.2.2013, blz. 8)

 

25.

Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 5 februari 2013 inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen (PB L 60 van 2.3.2013, blz. 1)

Zwitserland

100.

Beschikking van 19 juni 1995 betreffende technische voorschriften voor landbouwtrekkers (RO 1995 4171), laatstelijk gewijzigd op 2 maart 2012 (RO 2012 1915)

 

101.

Beschikking van 19 juni 1995 betreffende de typegoedkeuring van wegvoertuigen (RO 1995 3997), laatstelijk gewijzigd op 7 december 2012 (RO 2012 7065)”.

Hoofdstuk 15 (Geneesmiddelen, GMP-inspectie en certificering van charges)

Afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, wordt geschrapt en vervangen door:

„AFDELING I

Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen

Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2

Europese Unie

1.

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1027/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 726/2004, wat de geneesmiddelenbewaking betreft (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 38)

 

2.

Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2012/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, wat de geneesmiddelenbewaking betreft (PB L 299 van 27.10.2012, blz. 1)

 

3.

Richtlijn 2002/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 tot vaststelling van kwaliteits- en veiligheidsnormen voor het inzamelen, testen, bewerken, opslaan en distribueren van bloed en bloedbestanddelen van menselijke oorsprong en tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG van de Raad (PB L 33 van 8.2.2003, blz. 30)

 

4.

Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 58)

 

5.

Richtlijn 2003/94/EG van de Commissie van 8 oktober 2003 tot vaststelling van de beginselen en richtsnoeren inzake goede praktijken bij het vervaardigen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en geneesmiddelen voor onderzoek voor menselijk gebruik (PB L 262 van 14.10.2003, blz. 22)

 

6.

Richtlijn 91/412/EEG van de Commissie van 23 juli 1991 tot vastlegging van beginselen en richtsnoeren inzake goede praktijken bij het vervaardigen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 228 van 17.8.1991, blz. 70)

 

7.

Richtsnoeren inzake goede distributiepraktijken voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB C 63 van 1.3.1994, blz. 4) (gepubliceerd op de website van de Europese Commissie)

 

8.

EudraLex Volume 4 — Medicinal Products for Human and Veterinary Use: EU Guidelines to Good Manufacturing Practice (gepubliceerd op de website van de Europese Commissie)

 

9.

Richtlijn 2001/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de toepassing van goede klinische praktijken bij de uitvoering van klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 121 van 1.5.2001, blz. 34)

 

10.

Richtlijn 2005/28/EG van de Commissie van 8 april 2005 tot vaststelling van beginselen en gedetailleerde richtsnoeren inzake goede klinische praktijken wat geneesmiddelen voor onderzoek voor menselijk gebruik betreft en tot vaststelling van de eisen voor vergunningen voor de vervaardiging of invoer van die geneesmiddelen (PB L 91 van 9.4.2005, blz. 13)

Zwitserland

100.

Federale wet van 15 december 2000 betreffende geneesmiddelen en medische hulpmiddelen (RO 2001 2790), laatstelijk gewijzigd op 1 juli 2013 (RO 2013 1493)

 

101.

Beschikking van 17 oktober 2001 betreffende de vergunningen voor geneesmiddelen (RO 2001 3399), laatstelijk gewijzigd op 1 januari 2013 (RO 2012 3631)

 

102.

Beschikking van de Zwitserse dienst voor therapeutische producten van 9 november 2001 inzake de voorwaarden waaraan de vergunning voor het in de handel brengen van geneesmiddelen moet voldoen (RO 2001 3437), laatstelijk gewijzigd op 1 januari 2013 (RO 2012 5651)

 

103.

Beschikking van 20 september 2013 inzake klinische proeven bij onderzoek met mensen (RO 2013 3407)”.


Top