Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22006D0186

    2006/186/EG: Besluit nr. 8/2005 van het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs van 20 juli 2005 betreffende de statuten en het reglement van orde van het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven

    PB L 66 van 8.3.2006, p. 16–20 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/186/oj

    8.3.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 66/16


    BESLUIT Nr. 8/2005 VAN HET ACS-EG-COMITÉ VAN AMBASSADEURS

    van 20 juli 2005

    betreffende de statuten en het reglement van orde van het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven

    (2006/186/EG)

    HET ACS–EG–COMITÉ VAN AMBASSADEURS,

    Gelet op de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 (1) (hierna „de Overeenkomst” genoemd), inzonderheid op artikel 2, lid 6, onder a), van bijlage III,

    Gelet op het Intern Akkoord van 12 september 2000 tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het financieel protocol bij de Overeenkomst,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Krachtens artikel 2, lid 6, van bijlage III bij de Overeenkomst dient het Comité van Ambassadeurs na ondertekening van de Overeenkomst de statuten en het reglement van orde van het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven (hierna „het Centrum” genoemd) en van de toezichthoudende instanties vast te stellen.

    (2)

    Overeenkomstig artikel 1, tweede alinea, van Protocol 2 betreffende de voorrechten en immuniteiten, dat aan de Overeenkomst is gehecht, is dat protocol van toepassing op het personeel van het Centrum.

    (3)

    Er moet een raad van bestuur worden ingesteld als toezichthoudende instantie van het Centrum in de zin van artikel 2, lid 6, onder a), van bijlage III bij de Overeenkomst,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Onderwerp

    1.   Het Centrum is, zoals bepaald in bijlage III bij de Overeenkomst, een technische, paritaire ACS-EG-instantie. Het Centrum is een rechtspersoon en geniet in alle staten die bij de Overeenkomst partij zijn de ruimste handelingsbevoegdheid die wordt verleend aan rechtspersonen van dezelfde aard.

    2.   Het personeel van het Centrum heeft de gebruikelijke voorrechten, immuniteiten en faciliteiten, waarin is voorzien bij Protocol 2 betreffende de voorrechten en immuniteiten en die zijn genoemd in de verklaringen VI en VII die aan de Overeenkomst zijn gehecht.

    3.   Het Centrum heeft geen winstoogmerk. Het Centrum is gevestigd te Brussel en heeft, naar keuze van de raad van bestuur, decentrale kantoren in iedere ACS-regio.

    Artikel 2

    Doelstellingen

    1.   Het Centrum handelt in het kader van de bepalingen en beginselen van de Overeenkomst. Het streeft de doelstellingen na die in artikel 2 van bijlage III bij de Overeenkomst worden genoemd.

    2.   Deze doelstellingen worden door het Centrum in een strategienota nader omschreven.

    Artikel 3

    Institutionele samenwerking

    1.   De beginselen die ten grondslag liggen aan de samenwerking van het Centrum met andere organisaties zijn coördinatie, complementariteit en toegevoegde waarde ten aanzien van initiatieven voor de ontwikkeling van de particuliere sector, ondernomen door openbare of particuliere entiteiten. Het Centrum gaat bij het uitvoeren van zijn taken selectief te werk.

    2.   Indien het nationale of regionale indicatieve programma van een land of regio betrekking heeft op de particuliere sector, kan het Centrum door dat land of die regio worden verzocht deel te nemen aan de voorbereiding en de uitvoering ervan.

    3.   Het Centrum kan worden verzocht specifieke programma’s van de Commissie van de Europese Gemeenschappen (hierna „de Commissie” genoemd) ten gunste van de ACS-staten uit te voeren of te beheren of aan het beheer ervan deel te nemen.

    Artikel 4

    Financiering

    1.   Het Centrum wordt gefinancierd uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), overeenkomstig het financieel protocol bedoeld in bijlage I bij de Overeenkomst, alsmede uit interne en andere ontvangsten, zoals vastgesteld bij het financieel reglement van het Centrum.

    2.   Aan de begroting van het Centrum kunnen door andere partijen aanvullende middelen worden bijgedragen met het oog op de uitvoering van de doelstellingen van het Centrum, zoals in de Overeenkomst bepaald, en de strategie, zoals door het Centrum vastgesteld.

    3.   Het Centrum kan in het kader van zijn doelstellingen namens derden middelen beheren die bestemd zijn voor de uitvoering van de activiteiten waarin de Overeenkomst voorziet en waarvan de begunstigden in bijlage III zijn vastgesteld.

    Artikel 5

    Comité van Ambassadeurs

    1.   Artikel 2, lid 6, van bijlage III bij de Overeenkomst bepaalt het volgende:

    „Het Comité van Ambassadeurs is belast met het toezicht op het Centrum. Het Comité doet na ondertekening van de Overeenkomst het volgende:

    a)

    het stelt de statuten en het reglement van orde van het Centrum en van de toezichthoudende instanties vast;

    b)

    het stelt de statuten, het financieel reglement en het personeelsreglement vast;

    c)

    het oefent toezicht uit op de instanties van het Centrum, en

    d)

    het stelt de werkwijze en de procedures voor de aanneming van de begroting van het Centrum vast.”.

    2.   Het Comité hecht op voorstel van de raad van bestuur zijn goedkeuring aan de algemene strategie van het Centrum.

    Artikel 6

    Instanties

    De toezichthoudende instanties van het Centrum zijn de raad van bestuur en de directie.

    Artikel 7

    Directie

    1.   Het Centrum wordt geleid door een directeur. De directeur wordt bijgestaan door een adjunct-directeur, die onder het gezag van de directeur optreedt en operationele taken uitvoert.

    De directeur en de adjunct-directeur worden aangeworven op basis van hun bestuurscapaciteiten en hun professionele bekwaamheid om de doelstellingen en taken uit te voeren die het Centrum heeft op grond van de Overeenkomst in het algemeen en artikel 2 van bijlage III in het bijzonder.

    2.   De directeur en de adjunct-directeur worden benoemd door het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs (hierna „het Comité” genoemd) volgens een procedure en een functieomschrijving die tevoren door het Comité zijn vastgesteld. De ambtstermijn van de directeur en de adjunct-directeur valt samen met de vijfjarige looptijd van het financieel protocol van het Europees Ontwikkelingsfonds. De directeur en de adjunct-directeur worden benoemd voor een termijn van ten hoogste vijf jaar en zijn niet herbenoembaar. De ambten van directeur en adjunct-directeur van het Centrum worden bij toerbeurt door vertegenwoordigers van de ACS en de EG bekleed.

    3.   De aanstellingsbrieven van de directeur en de adjunct-directeur worden ondertekend door de voorzitters van het Comité.

    4.   De directeur brengt volgens de procedure van artikel 7 verslag uit aan de raad van bestuur van het Centrum.

    5.   Indien noodzakelijk kan de raad van bestuur, nadat de door het personeelsreglement voorgeschreven procedure is doorlopen, bij het Comité een met redenen omkleed voorstel indienen om de directeur van zijn functie te ontheffen.

    6.   Indien noodzakelijk kan de raad van bestuur op voorstel van de directeur, nadat de door het personeelsreglement voorgeschreven procedure is doorlopen, bij het Comité een met redenen omkleed voorstel indienen om de adjunct-directeur van zijn functie te ontheffen. De procedure om de adjunct-directeur van zijn functie te ontheffen kan ook worden ingeleid door de raad van bestuur zonder dat de directeur een voorstel daartoe heeft gedaan.

    Artikel 8

    Taken van de directeur

    1.   De directeur is de juridische en institutionele vertegenwoordiger van het Centrum en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de doelstellingen en taken van het Centrum, zoals die in de Overeenkomst en in bijlage III zijn vastgesteld.

    2.   De directeur legt aan de raad van bestuur de volgende documenten ter goedkeuring voor:

    de jaarlijkse en meerjarige activiteitenprogramma’s,

    de jaarlijkse begroting van het Centrum,

    de jaarverslagen,

    de organisatiestructuur, het personeelsbeleid en het organigram.

    3.   De directeur legt jaarlijks de financiële staten voor aan de raad van bestuur, die deze vaststelt en ter definitieve goedkeuring voorlegt aan het Comité. Het Comité verleent de directeur kwijting voor de uitvoering van de jaarlijkse begroting.

    4.   De directeur stelt de interne voorschriften voor het functioneren van het Centrum vast en brengt deze ter kennis van de raad van bestuur.

    Artikel 9

    Raad van bestuur

    1.   De raad van bestuur is een toezichthoudende instantie, ingesteld op grond van bijlage III, artikel 2, lid 6, onder a), en lid 7, van de Overeenkomst. De raad van bestuur bestaat uit zes leden, afkomstig uit het particuliere bedrijfsleven, waarvan er drie onderdaan van een ACS-staat zijn en drie onderdaan van een lidstaat van de EG.

    De zes leden worden door het Comité voor ten hoogste vijf jaar benoemd, volgens een door dit Comité vastgestelde procedure. Halverwege deze periode wordt de situatie geëvalueerd.

    2.   Een vertegenwoordiger van de Commissie, van het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie, van het secretariaat van de ACS, van de Europese Investeringsbank alsmede een vertegenwoordiger van een regionale ACS-organisatie met aantoonbare ervaring inzake het particuliere bedrijfsleven kunnen als waarnemer aan de werkzaamheden van de raad van bestuur deelnemen.

    3.   De voorzitter en de vice-voorzitter worden door de leden van de raad van bestuur verkozen voor ten hoogste vijf jaar, overeenkomstig het reglement van orde. Het voorzitterschap wordt bekleed door de partij (ACS of EG) die niet het ambt van directeur van het Centrum bekleedt.

    4.   De raad van bestuur neemt zijn besluiten met gewone meerderheid van de stemmen van de aanwezige of overeenkomstig het reglement van orde vertegenwoordigde leden. Elk lid heeft één stem.

    5.   Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter beslissend.

    6.   Van de vergaderingen van de Raad worden notulen opgemaakt. De vergaderingen zijn vertrouwelijk.

    7.   De leden van de raad van bestuur mogen, ook na het beëindigen van hun functie, geen gegevens openbaar maken waarvoor het beroepsgeheim geldt. Zij mogen geen instructies van derden vragen of aannemen.

    De raad van bestuur stelt zijn reglement van orde vast.

    Artikel 10

    Leden van de raad van bestuur

    1.   De leden van de raad van bestuur zijn personen met een goede reputatie die over een diepgaande kennis beschikken van de doelstellingen en vraagstukken op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking tussen ACS en EU en van de mechanismen en instrumenten die bij of krachtens de Overeenkomst zijn ingesteld.

    2.   Zij hebben aantoonbare ervaring met het particuliere bedrijfsleven. Bij de uitoefening van hun activiteiten dienen zij te handelen overeenkomstig hun eigen taken en de doelstellingen van het Centrum.

    3.   Zij dienen te beschikken over een grondige kennis van de Engelse of de Franse taal.

    4.   Het lidmaatschap van de raad van bestuur is niet verenigbaar met andere bezoldigde werkzaamheden voor rekening van het Centrum.

    5.   Bedrijven waarin leden van de raad van bestuur aandelen bezitten, komen niet in aanmerking voor de door het Centrum gefinancierde programma's en activiteiten.

    Artikel 11

    Taken van de raad van bestuur

    1.   De raad van bestuur houdt zorgvuldig toezicht op de activiteiten van het Centrum. Per jaar worden ten hoogste vier gewone vergaderingen gehouden. De raad van bestuur kan tevens, wanneer de uitvoering van zijn taken zulks vereist, bijeenkomen op initiatief van het Comité of van de voorzitter of op verzoek van de directeur van het Centrum.

    2.   De raad van bestuur heeft tot taak:

    a)

    advies uit te brengen aan de directeur en hem te ondersteunen inzake het beheer van het Centrum en toe te zien op de juiste uitvoering van de voorschriften en doelstellingen die door het Comité zijn vastgesteld;

    b)

    op voorstel van de directeur van het Centrum:

    1)

    de algemene strategie van het Centrum vast te stellen en deze ter goedkeuring voor te leggen aan het Comité;

    2)

    de jaarlijkse en meerjarige activiteitenprogramma’s goed te keuren;

    3)

    de organisatiestructuur, het personeelsbeleid en het organigram goed te keuren;

    4)

    de aanstelling van nieuwe personeelsleden en de verlenging of beëindiging van het aanstellingscontract van personeel in functie goed te keuren;

    5)

    de jaarlijkse begroting van het Centrum vast te stellen met het oog op de voorlegging ter goedkeuring aan de Commissie;

    6)

    de jaarlijkse financiële staten vast te stellen met het oog op de voorlegging ter goedkeuring aan de Commissie, en

    7)

    de jaarverslagen goed te keuren en toe te zenden aan het Comité, zodat dit kan beoordelen of de activiteiten van het Centrum in overeenstemming zijn met de doelstellingen die voor het Centrum zijn vastgesteld bij de Overeenkomst en met de goedgekeurde algemene strategie;

    c)

    in voorkomend geval aan het Comité verslag uit te brengen over alle belangrijke vraagstukken waarmee de raad van bestuur bij de uitoefening van zijn taken wordt geconfronteerd.

    3.   De raad van bestuur legt de jaarlijkse financiële staten ter definitieve goedkeuring voor aan het Comité. Het Comité verleent de directeur kwijting voor de uitvoering van de jaarlijkse begroting.

    4.   De directeur van het Centrum neemt als adviseur deel aan de werkzaamheden van de raad van bestuur. Het Centrum verzorgt het secretariaat van de raad van bestuur.

    5.   De raad van bestuur kan andere leden van de directie, personeelsleden van het Centrum en externe deskundigen uitnodigen om hun standpunt over specifieke vraagstukken uiteen te zetten.

    6.   De raad van bestuur legt verantwoording af aan het Comité.

    7.   De raad van bestuur kiest voor drie begrotingsjaren uit een aanbesteding met ten minste drie firma's, een internationaal vermaarde professionele accountantsfirma. Deze verifieert of de financiële staten op correcte wijze zijn opgemaakt, in overeenstemming met internationaal erkende boekhoudnormen, en of zij een getrouw beeld geven van de financiële positie van het Centrum. De accountantsfirma gaat tevens na of een goed financieel beheer is gevoerd.

    Artikel 12

    De ACS-staten, de lidstaten en de Gemeenschap nemen de voor elk van hen passende maatregelen voor de tenuitvoerlegging van dit besluit.

    Artikel 13

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt goedgekeurd.

    Gedaan te Brussel, 20 juli 2005.

    Voor het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs

    De voorzitter

    F. J. WAHNON FERREIRA


    (1)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3. Overeenkomst gewijzigd bij Besluit nr. 1/2003 van de ACS-EG-Raad van ministers (PB L 141 van 7.6.2003, blz. 25).


    Top