EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22003D0075

2003/75/EG: Besluit nr. 1/2003 van het Comité douanesamenwerking EG–Turkije van 30 januari 2003 tot wijziging van Besluit nr. 1/2001 houdende wijziging van Besluit nr. 1/96 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije

PB L 28 van 4.2.2003, p. 51–52 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 26/09/2006; stilzwijgende opheffing door 22006D0646

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2003/75(1)/oj

22003D0075

2003/75/EG: Besluit nr. 1/2003 van het Comité douanesamenwerking EG–Turkije van 30 januari 2003 tot wijziging van Besluit nr. 1/2001 houdende wijziging van Besluit nr. 1/96 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije

Publicatieblad Nr. L 028 van 04/02/2003 blz. 0051 - 0052


Besluit nr. 1/2003 van het Comité douanesamenwerking EG-Turkije

van 30 januari 2003

tot wijziging van Besluit nr. 1/2001 houdende wijziging van Besluit nr. 1/96 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije

(2003/75/EG)

HET COMITÉ DOUANESAMENWERKING,

Gelet op de overeenkomst van 12 september 1963 waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije,

Gelet op Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije van 22 december 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de slotfase van de douane-unie(1), en met name op artikel 3, lid 6, artikel 13, lid 3, en artikel 28, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Besluit nr. 1/2001(2) moet worden gewijzigd om de toepassingsbepalingen van Besluit nr. 1/95 in overeenstemming te brengen met het gewijzigde douanewetboek van de Gemeenschap en de uitvoeringsbepalingen daarvan.

(2) Er moet een bepaling worden ingevoerd die voor passieve veredeling binnen de douane-unie EG-Turkije het gebruik van de methode van heffing op basis van de toegevoegde waarde mogelijk maakt,

BESLUIT:

Artikel 1

In Besluit nr. 1/2001 wordt hoofdstuk 2 van titel III vervangen door de volgende tekst:

"HOOFDSTUK 2

PASSIEVE VEREDELING

Artikel 21

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder 'driehoeksverkeer' verstaan: de regeling waarbij veredelingsproducten na passieve veredeling met gehele of gedeeltelijke ontheffing van rechten bij invoer tot het vrije verkeer worden toegelaten in een ander deel van de douane-unie dan dat waaruit de goederen tijdelijk zijn uitgevoerd.

Artikel 22

Wanneer veredelingsproducten of vervangende producten in het vrije verkeer worden gebracht in het kader van het driehoeksverkeer, wordt inlichtingenblad INF 2 gebruikt om gegevens mee te delen over zich in het driehoeksverkeer bevindende tijdelijke-uitvoergoederen ter verkrijging van gehele of gedeeltelijke vrijstelling van rechten voor veredelingsproducten.

Artikel 23

Inlichtingenblad INF 2 wordt opgemaakt in een origineel en een kopie volgens het model in de uitvoeringsbepalingen van het communautair douanewetboek(3), voor de hoeveelheid van de goederen die onder de regeling worden geplaatst. Het kantoor van plaatsing viseert het origineel en de kopie van het INF 2. Het behoudt de kopie en geeft het origineel aan de aangever terug.

Het kantoor van plaatsing onder de regeling dat inlichtingenblad INF 2 dient te viseren, vermeldt in vak 16 op welke wijze de goederen in tijdelijke uitvoer geïdentificeerd kunnen worden.

Wanneer monsters worden genomen of gebruik wordt gemaakt van tekeningen of technische beschrijvingen, waarmerkt het kantoor van plaatsing deze monsters, tekeningen of technische beschrijvingen door het aanbrengen van de douaneverzegeling van het kantoor, hetzij op deze voorwerpen zelf indien hun aard dit toelaat, hetzij op de verpakking, op een zodanige wijze dat deze niet kan worden verbroken zonder sporen achter te laten.

Een etiket met het stempel van het kantoor en een verwijzing naar de aangifte ten uitvoer worden op een zodanige wijze op de monsters, tekeningen of technische beschrijvingen aangebracht dat zij niet door andere kunnen worden vervangen.

De overeenkomstig de tweede en derde alinea gewaarmerkte en verzegelde monsters, tekeningen of technische beschrijvingen worden geretourneerd aan de exporteur, die deze bij de wederinvoer van de veredelingsproducten of de vervangende producten met ongeschonden verzegeling over dient te leggen.

Indien een analyse wordt verricht waarvan de resultaten niet eerder bekend zullen worden dan nadat het douanekantoor het inlichtingenblad INF 2 heeft afgetekend, wordt het document met de resultaten van deze analyse aan de exporteur overhandigd in een enveloppe die niet kan worden geopend zonder dat dit sporen nalaat.

Artikel 24

Het kantoor van uitgang vermeldt op het origineel dat de goederen het douanegebied hebben verlaten en geeft dit terug aan de persoon die het heeft aangeboden.

De importeur van de veredelingsproducten of de vervangende producten biedt het origineel van het inlichtingenblad INF 2 en, in voorkomend geval, de identificatiemiddelen bij het kantoor van aanzuivering aan.

Artikel 25

Het douanekantoor dat het inlichtingenblad INF 2 afgeeft kan, naast de op het blad gevraagde gegevens, andere gegevens verstrekken. Wanneer er op het inlichtingenblad niet voldoende ruimte is, kunnen deze gegevens op een apart blad worden vermeld, dat bij het inlichtingenblad wordt gevoegd. De bijvoeging van het extra blad wordt op het inlichtingenblad vermeld.

Het douanekantoor dat het inlichtingenblad INF 2 heeft geviseerd, kan later worden gevraagd de echtheid van het blad en de juistheid van de daarin vermelde gegevens te bevestigen.

In geval van opeenvolgende zendingen kan het vereiste aantal inlichtingenbladen INF 2 worden opgesteld voor de hoeveelheid goederen die onder de regeling zijn geplaatst. Het eerste inlichtingenblad kan door andere inlichtingenbladen worden vervangen en wanneer slechts één inlichtingenblad wordt gebruikt, kan het douanekantoor waarvoor het blad werd geviseerd, op het eerste blad de hoeveelheid goederen vermelden. Indien er op het blad niet voldoende ruimte is, kan een apart blad worden bijgevoegd - dit wordt dan op het eerste blad vermeld.

De douaneautoriteiten kunnen toestaan dat voor driehoeksverkeer dat betrekking heeft op een aanzienlijke stroom goederen, een samenvattend inlichtingenblad INF 2 wordt opgesteld over de totale hoeveelheid goederen die in een bepaalde periode zijn in- of uitgevoerd.

In buitengewone omstandigheden kan het inlichtingenblad INF 2 achteraf worden afgegeven, maar niet nadat de termijn gedurende welke documenten moeten worden bewaard, is verstreken.

Artikel 26

In geval van diefstal, verlies of vernietiging van inlichtingenblad INF 2 kan de importeur het douanekantoor dat het document heeft geviseerd, om afgifte van een duplicaat verzoeken. Dit kantoor geeft aan dit verzoek gevolg, indien wordt aangetoond dat de tijdelijke-uitvoergoederen waarvoor het duplicaat wordt aangevraagd, nog niet zijn wederingevoerd.

Op het origineel en de kopieën van het aldus afgegeven inlichtingenblad wordt een van de volgende vermeldingen aangebracht:

- DUPLICADO

- DUPLIKAT

- DUPLIKAT

- ΑΝΤΙΓΡΑΦΟ

- DUPLICATE

- DUPLICATA

- DUPLICATO

- DUPLICAAT

- SEGUNDA VIA

- KAKSOISKAPPALE

- DUPLIKAT

- DUPLICAT.

Artikel 27

Gedeeltelijke vrijstelling van rechten bij invoer door de kosten van de veredeling als waardebasis voor het recht te nemen, wordt voor veredelingsproducten die in het vrije verkeer worden gebracht, op verzoek toegestaan.

Met uitzondering van goederen die voor niet-commerciële doeleinden zijn bestemd, is de eerste alinea niet van toepassing wanneer bij het in het vrije verkeer brengen van de tijdelijke-uitvoergoederen die niet van oorsprong zijn uit een van de delen van de douane-unie in de zin van titel II, hoofdstuk 2, afdeling 1, van het communautair douanewetboek of titel II, hoofdstuk 2, afdeling 1, van het douanewetboek van Turkije, een nulrecht van toepassing is.

De artikelen 29 tot en met 35 van het communautair douanewetboek en de artikelen 24 tot en met 30 van het douanewetboek van Turkije zijn van overeenkomstige toepassing op de veredelingskosten, die de tijdelijke-uitvoergoederen niet in aanmerking nemen.".

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op de dag waarop het wordt goedgekeurd.

Gedaan te Brussel, 30 januari 2003.

Voor het Comité douanesamenwerking

De voorzitter

P. Faucherand

(1) PB L 35 van 13.2.1996, blz. 1.

(2) PB L 98 van 7.4.2001, blz. 31.

(3) Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2002 (PB L 68 van 12.3.2002, blz. 11).

Top