This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 22000A1011(01)
Agreement between the European Community and the Kingdom of Norway on the participation of Norway in the work of the European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction - Declaration by the Commission of the European Communities
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de deelneming van Noorwegen aan de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving - Verklaring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de deelneming van Noorwegen aan de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving - Verklaring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen
PB L 257 van 11.10.2000, p. 24–26
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/02/2007
ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2000/602/oj
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modified by | 22006A1212(01) | toevoeging | bijlage | 01/02/2007 | |
Modified by | 22006A1212(01) | vervanging | artikel 5 | 01/02/2007 |
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de deelneming van Noorwegen aan de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving - Verklaring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen
Publicatieblad Nr. L 257 van 11/10/2000 blz. 0024 - 0026
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de deelneming van Noorwegen aan de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN, Zich bewust dat internationale samenwerking noodzakelijk is om de dreiging die drugs en drugsverslaving vormen voor de maatschappij, te bestrijden; Wijzend op de zeer nauwe culturele, commerciële, maatschappelijke en geschiedkundige banden tussen de Europese Unie en Noorwegen, en in het bijzonder op de economische, politieke en juridische banden die door de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte tot stand zijn gekomen; Overwegende dat de Europese Gemeenschap bij Besluit 90/611/EEG(1) het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, hierna "het Verdrag van Wenen" genoemd, heeft gesloten en een bevoegdheidsverklaring uit hoofde van artikel 27(2) daarvan heeft afgelegd; dat Noorwegen het Verdrag van Wenen op 14 november 1994 heeft geratificeerd; Overwegende dat de Europese Gemeenschap bij Verordening (EEG) nr. 302/93(3), hierna "de verordening" genoemd, het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, hierna "het Centrum" genoemd, heeft opgericht; Overwegende dat: (1) Artikel 13 van de verordening bepaalt dat het Centrum open staat voor deelneming door derde landen die het belang van de Gemeenschap en van haar lidstaten delen. Noorwegen heeft een verzoek tot deelneming ingediend. (2) Noorwegen deelt de voor het Centrum gestelde doelstellingen. (3) Noorwegen onderschrijft de taakomschrijving, de werkmethode en de prioritaire arbeidsgebieden van het Centrum zoals deze in de verordening zijn beschreven. (4) In Noorwegen bestaat een instelling die met het Europese Netwerk voor informatie over drugs en drugsverslaving kan worden verbonden, HEBBEN BESLOTEN DE VOLGENDE OVEREENKOMST TE SLUITEN: Artikel 1 Noorwegen neemt volledig deel aan de werkzaamheden van het Centrum, volgens de voorwaarden van deze overeenkomst. Artikel 2 Europees Netwerk voor informatie over drugs en drugsverslaving (Reitox) 1. Noorwegen wordt aangesloten op het Europese Netwerk voor informatie over drugs en drugsverslaving (Reitox). 2. Noorwegen licht het Centrum binnen 28 dagen na de inwerkingtreding van deze overeenkomst in over de belangrijkste elementen waaruit zijn nationale informatienet bestaat, met inbegrip van het nationale waarnemingscentrum, en geeft daarbij aan welke andere gespecialiseerde instellingen een nuttige bijdrage tot de werkzaamheden van het Centrum zouden kunnen leveren. 3. Bij een met eenparigheid van stemmen genomen besluit van de leden van de Raad van bestuur wordt in Noorwegen een gespecialiseerd centrum als nationaal contactpunt aangewezen. Artikel 3 Raad van bestuur De Raad van bestuur van het Centrum nodigt een vertegenwoordiger van Noorwegen uit aan zijn vergaderingen deel te nemen. Deze vertegenwoordiger neemt volledig aan de vergaderingen deel, maar heeft geen stemrecht. Bij wijze van uitzondering kan de Raad van bestuur echter uitsluitend de vertegenwoordigers van de lidstaten en van de Europese Commissie bijeenroepen om te vergaderen over onderwerpen die in het bijzonder voor de Gemeenschap en haar lidstaten van belang zijn. De Raad van bestuur zal in een vergadering met de vertegenwoordigers van Noorwegen nadere regelingen met betrekking tot de deelneming van Noorwegen aan de werkzaamheden van het Centrum vaststellen. Artikel 4 Wetenschappelijk Comité De Raad van bestuur van het Centrum nodigt een vertegenwoordiger van Noorwegen uit zonder stemrecht volledig aan de vergaderingen van het Wetenschappelijk Comité deel te nemen. Artikel 5 Begroting Noorwegen betaalt het Centrum een bedrag dat gelijk is aan 5,5 % van de subsidie van de Europese Unie, de subsidie aan de nationale contactpunten van het Reitox-netwerk niet inbegrepen. Artikel 6 Bescherming en vertrouwelijkheid van de gegevens 1. Voorzover het Waarnemingscentrum uit hoofde van deze overeenkomst en overeenkomstig het nationale recht persoonsgegevens, aan de hand waarvan de identificatie van natuurlijke personen niet mogelijk is, aan de Noorse autoriteiten verstrekt, is het gebruik van deze gegevens alleen toegestaan voor het vermelde doel en onder de voorwaarden die de instantie die deze gegevens verstrekt, heeft gesteld. 2. De door het Waarnemingscentrum aan de Noorse autoriteiten verstrekte gegevens over drugs en drugsverslaving mogen worden gepubliceerd onder voorbehoud van naleving van de communautaire en Noorse bepalingen betreffende de verspreiding en de vertrouwelijkheid van informatie. Persoonsgegevens mogen niet worden gepubliceerd of voor het publiek toegankelijk worden gemaakt. 3. De in Noorwegen aangewezen gespecialiseerde centra zijn niet verplicht krachtens de Noorse wetgeving als vertrouwelijk aangemerkte informatie te verstrekken. 4. Met betrekking tot de gegevens die de Noorse autoriteiten het Centrum hebben verstrekt, gelden voor het Centrum de in artikel 6 van de verordening vastgelegde regels. Artikel 7 Rechtsstatus Het Centrum bezit rechtspersoonlijkheid naar Noors recht en geniet de ruimste rechtsbevoegdheid die naar Noors recht aan rechtspersonen wordt toegekend. Artikel 8 Aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van het Centrum wordt beheerst door de in artikel 16 van de verordening neergelegde regels. Artikel 9 Hof van Justitie Noorwegen erkent de in artikel 17 van de verordening vastgelegde bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen ten aanzien van het Centrum. Artikel 10 Voorrechten Noorwegen kent het Centrum voorrechten en immuniteiten toe die overeenkomen met die welke in het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen zijn vervat. Artikel 11 Personeelsstatuut In afwijking van artikel 12, lid 2, onder a), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, kunnen Noorse onderdanen die over hun volledige burgerrechten beschikken, op grond van een contract door de directeur van het Centrum in dienst worden genomen. Artikel 12 Inwerkingtreding Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum van ontvangst van de laatste diplomatieke nota ter bevestiging dat de desbetreffende overeenkomstsluitende partij aan de rechtsvoorschriften inzake de inwerkingtreding van de overeenkomst heeft voldaan. Artikel 3 Geldigheid en beëindiging 1. Deze overeenkomst wordt voor een onbepaalde tijdsduur gesloten. 2. Elk van de overeenkomstsluitende partijen kan deze overeenkomst door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere partij opzeggen. De overeenkomst vervalt twaalf maanden na de datum van deze kennisgeving. (1) PB L 326 van 24.11.1990, blz. 56. (2) PB L 326 van 24.11.1990, blz. 57. (3) PB L 36 van 12.2.1993, blz. 1. Verklaring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen De Commisie verzoekt het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving bij de opstelling van de begroting ten volle rekening te houden met de opmerkingen van Noorwegen over de bijdrage van dat land.