EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CN0513

Zaak C-513/13 P: Hogere voorziening ingesteld op 25 september 2013 door het Koninkrijk Spanje tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 11 juli 2013 in zaak T-358/08, Spanje/Commissie

PB C 336 van 16.11.2013, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 336 van 16.11.2013, p. 11–11 (HR)

16.11.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 336/11


Hogere voorziening ingesteld op 25 september 2013 door het Koninkrijk Spanje tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 11 juli 2013 in zaak T-358/08, Spanje/Commissie

(Zaak C-513/13 P)

2013/C 336/24

Procestaal: Spaans

Partijen

Rekwirante: Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: A. Rubio González, gemachtigde)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

de hogere voorziening gegrond verklaren en het arrest van het Gerecht van 11 juli 2013 in zaak T-358/08, Spanje/Commissie, vernietigen;

beschikking C(2008) 3249 van de Commissie van 25 juni 2008 tot vermindering van de financiële bijstand uit het Cohesiefonds die bij beschikking C(96) 2095 van de Commissie van 26 juli 1996 was toegekend voor project nr. 96/11/61/018 — „Riolering van Zaragoza”, nietig verklaren;

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

1.

Onjuiste rechtsopvatting inzake de werking van de termijn in de zin van artikel H, lid 2, van bijlage II bij verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds. (1) Na verstrijken van deze termijn mag de Commissie geen maatregelen tot financiële correctie meer nemen en moet zij dus overgaan tot betaling; de verrichte correctie is dus onwettig.

2.

Onjuiste rechtsopvatting inzake het begrip werk, omdat het Gerecht het netwerk in zijn geheel beschouwde als één enkel werk in de zin van artikel 1, sub c, van richtlijn 93/37/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken. (2) Het bestreden arrest wijkt af van de uit het arrest van 5 oktober 2000, Commissie/Frankrijk (C-16/98, Jurispr. blz. I-8315) voortvloeiende rechtspraak, door de noodzakelijke geografische continuïteit van alle werken en onderlinge afhankelijkheid, dat wil zeggen de noodzakelijke onderlinge aansluiting voor de verrichting van de dienst, buiten beschouwing te laten.


(1)  PB L 130, blz. 1.

(2)  PB L 199, blz. 54.


Top