Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61983CJ0241

    Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 15 januari 1985.
    Erich Rösler tegen Horst Rottwinkel.
    Verzoek om een prejudiciële beslissing: Bundesgerichtshof - Duitsland.
    EEG-Executieverdrag, artikel 16, sub 1 - Uitsluitende bevoegdheid - Huur en pacht van onroerende goederen.
    Zaak 241/83.

    Jurisprudentie 1985 -00099

    ECLI identifier: ECLI:EU:C:1985:6

    61983J0241

    ARREST VAN HET HOF (VIERDE KAMER) VAN 15 JANUARI 1985. - ERICH ROESLER TEGEN HORST ROTTWINKEL. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR HET BUNDESGERICHTSHOF. - EEG - EXECUTIEVERDRAG, ARTIKEL 16, SUB 1 - EXCLUSIEVE BEVOEGDHEID - HUUR VAN ONROERENDE GOEDEREN. - ZAAK 241/83.

    Jurisprudentie 1985 bladzijde 00099
    Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00039


    Samenvatting
    Partijen
    Onderwerp
    Overwegingen van het arrest
    Beslissing inzake de kosten
    Dictum

    Trefwoorden


    VERDRAG BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN - UITSLUITENDE BEVOEGDHEDEN - GESCHILLEN ' ' TEN AANZIEN VAN HUUR EN VERHUUR , PACHT EN VERPACHTING VAN ONROERENDE GOEDEREN ' ' - BEGRIP - HUUR VAN VAKANTIEWONING VOOR KORTE TIJD - OPNEMING - VERPLICHTINGEN VAN PARTIJEN , VOORTVLOEIENDE UIT HUUROVEREENKOMST - VERPLICHTINGEN , VALLENDE ONDER UITSLUITENDE BEVOEGDHEID

    ( VERDRAG VAN 27 SEPTEMBER 1968 , ARTIKEL 16 , SUB 1 )

    Samenvatting


    1 . ARTIKEL 16 , SUB 1 , EXECUTIEVERDRAG IS VAN TOEPASSING OP ELKE OVEREENKOMST INZAKE HUUR EN VERHUUR VAN ONROEREND GOED , ZELFS WANNEER ZIJ VOOR KORTE DUUR IS GESLOTEN EN UITSLUITEND HET GEBRUIK VAN EEN VAKANTIEWONING BETREFT .

    2.DE IN ARTIKEL 16 , SUB 1 , EXECUTIEVERDRAG BEDOELDE UITSLUITENDE BEVOEGDHEID VAN DE GERECHTEN VAN DE STAAT WAAR HET ONROEREND GOED IS GELEGEN , GELDT VOOR ALLE GESCHILLEN DIE BETREKKING HEBBEN OP DE UIT EEN HUUROVEREENKOMST VOORTVLOEIENDE RECHTEN EN PLICHTEN VAN DE HUURDER EN DE VERHUURDER , INZONDERHEID VOOR GESCHILLEN BETREFFENDE HET BESTAAN OF DE UITLEGGING VAN HUUROVEREENKOMSTEN , HUN DUUR , DE TERUGGAVE VAN HET ONROEREND GOED AAN DE VERHUURDER , HET HERSTEL VAN DOOR DE HUURDER VEROORZAAKTE SCHADE OF DE INNING VAN DE HUURPENNINGEN EN DE DOOR DE HUURDER VERSCHULDIGDE BIJKOMENDE KOSTEN , ZOALS DIE VOOR VERBRUIK VAN WATER , GAS EN ELEKTRICITEIT . DAARENTEGEN VALLEN GESCHILLEN DIE SLECHTS ZIJDELINGS VERBAND HOUDEN MET HET GEBRUIK VAN HET GEHUURDE , ZOALS DIE BETREFFENDE GEDERFDE VAKANTIEVREUGDE EN REISKOSTEN , NIET ONDER DEZE UITSLUITENDE BEVOEGDHEID .

    Partijen


    IN ZAAK 241/83 ,

    BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS HET PROTOCOL VAN 3 JUNI 1971 BETREFFENDE DE UITLEGGING DOOR HET HOF VAN JUSTITIE VAN HET VERDRAG VAN 27 SEPTEMBER 1968 BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN , VAN HET BUNDESGERICHTSHOF , IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN

    E . ROSLER , TE BERLIJN ,

    EN

    H . ROTTWINKEL , TE BIELEFELD ,

    Onderwerp


    OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE UITLEGGING VAN ARTIKEL 16 , SUB 1 , VAN HET VERDRAG VAN 27 SEPTEMBER 1968 BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN , BEPALENDE DAT TEN AANZIEN VAN ZAKELIJKE RECHTEN OP EN HUUR EN VERHUUR , PACHT EN VERPACHTING VAN ONROERENDE GOEDEREN DE GERECHTEN VAN DE VERDRAGSLUITENDE STAAT WAAR HET ONROEREND GOED GELEGEN IS , BIJ UITSLUITING BEVOEGD ZIJN ,

    Overwegingen van het arrest


    1 BIJ BESCHIKKING VAN 5 OKTOBER 1983 , INGEKOMEN TEN HOVE OP 24 OKTOBER DAAROPVOLGENDE , HEEFT HET BUNDESGERICHTSHOF KRACHTENS HET PROTOCOL VAN 3 JUNI 1971 BETREFFENDE DE UITLEGGING DOOR HET HOF VAN HET VERDRAG VAN 27 SEPTEMBER 1968 BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN ( HIERNA : EXECUTIEVERDRAG ) TWEE PREJUDICIELE VRAGEN GESTELD OVER DE UITLEGGING VAN ARTIKEL 16 , SUB 1 , VAN DIT VERDRAG .

    2 BIJ SCHRIFTELIJK AANGEGANE OVEREENKOMST VAN 19 JANUARI 1980 VERHUURDE H . ROTTWINKEL , VERZOEKER IN HET HOOFDGEDING , AAN E . ROSLER , VERWEERDER IN HET HOOFDGEDING , EEN APPARTEMENT IN ZIJN VAKANTIEHUIS TE CANNOBIO , ITALIE , VOOR DE PERIODE VAN 12 JULI TOT 2 AUGUSTUS 1980 . DE HUUR WERD VASTGESTELD OP DM 2 625 VOOR VIER PERSONEN . IN HET CONTRACT STOND , DAT GEEN BEZOEKERS MOCHTEN BLIJVEN OVERNACHTEN . DE BIJKOMENDE KOSTEN VOOR ELEKTRICITEIT , WATER EN GAS ZOUDEN WORDEN BEREKEND OP BASIS VAN HET VERBRUIK . DE SCHOONMAAKBEURT NA AFLOOP VAN HET VERBLIJF MOEST EVENEENS AFZONDERLIJK WORDEN BETAALD . VOORTS KWAMEN PARTIJEN OVEREEN , DAT OP DE OVEREENKOMST DUITS RECHT VAN TOEPASSING WAS ALSOOK DAT DE PLAATS VAN UITVOERING BIELEFELD WAS EN DAT EVENTUELE GESCHILLEN AAN DE GERECHTEN VAN DIE PLAATS ZOUDEN WORDEN VOORGELEGD .

    3 VERZOEKER BRACHT ZIJN VAKANTIE IN HET HUIS DOOR IN DEZELFDE PERIODE ALS VERWEERDER .

    4 OP 7 JANUARI 1981 STELDE VERZOEKER BIJ HET LANDGERICHT BERLIJN TEGEN VERWEERDER EEN EIS TOT SCHADEVERGOEDING EN TOT BETALING VAN DE RESTERENDE NEVENKOSTEN IN . HIJ BEWEERDE , DAT VERWEERDER GEDURENDE DE GEHELE VAKANTIE MEER DAN VIER PERSONEN IN HET APPARTEMENT HAD ONDERGEBRACHT . DOOR HET TE GROTE AANTAL BEWONERS ZOU DE BEERPUT ZIJN OVERGELOPEN . DIT ZOU TOT ONDRAAGLIJKE STANKOVERLAST HEBBEN GELEID . HET TE GROTE AANTAL BEWONERS ZOU OOK AANZIENLIJKE LAWAAIHINDER HEBBEN VEROORZAAKT .

    5 DAARDOOR ZOU DE RUST VAN VERZOEKER EN ZIJN GEZIN ERNSTIG ZIJN VERSTOORD . VERZOEKER VORDERDE VAN VERWEERDER WEGENS DERVING VAN VAKANTIEVREUGDE SCHADEVERGOEDING IN GELD OP GROND VAN DAADWERKELIJKE SCHENDING VAN DE HUUROVEREENKOMST , ALSOOK VERGOEDING VAN DE KOSTEN VOOR DE REIS NAAR HET VAKANTIEOORD . VOORTS VORDERDE HIJ OP GROND VAN DE HUUROVEREENKOMST BETALING VAN DE BIJKOMENDE KOSTEN VOOR WATER , ELEKTRICITEIT EN GAS EN VOOR DE SCHOONMAAKBEURT NA AFLOOP VAN HET VERBLIJF .

    6 HET LANDGERICHT BERLIJN VERKLAARDE DE VORDERING NIET-ONTVANKELIJK . HET WAS VAN OORDEEL , DAT OP GROND VAN ARTIKEL 16 , SUB 1 , EXECUTIEVERDRAG DE GERECHTEN VAN DE VERDRAGSLUITENDE STAAT WAAR HET ONROEREND GOED WAS GELEGEN , TE WETEN ITALIE , BIJ UITSLUITING BEVOEGD WAREN OM UITSPRAAK TE DOEN OVER DE BIJ HEM AANHANGIG GEMAAKTE VORDERINGEN . HET KAMMERGERICHT BERLIJN VERNIETIGDE HET VONNIS VAN HET LANDGERICHT EN WEES DE ZAAK NAAR DEZE RECHTERLIJKE INSTANTIE TERUG OM OPNIEUW TE WORDEN BEHANDELD EN BESLIST .

    7 VERWEERDER VOORZAG ZICH BIJ HET BUNDESGERICHTSHOF IN ' ' REVISION ' ' VAN HET ARREST VAN HET KAMMERGERICHT .

    8 VAN OORDEEL DAT HET GESCHIL VRAGEN VAN UITLEGGING VAN HET EXECUTIEVERDRAG DOET RIJZEN , HEEFT HET BUNDESGERICHTSHOF BIJ BESCHIKKING VAN 5 OKTOBER 1983 DE BEHANDELING VAN DE ZAAK GESCHORST EN HET HOF DE VOLGENDE PREJUDICIELE VRAGEN GESTELD :

    ' ' 1 ) IS ARTIKEL 16 , SUB 1 , EXECUTIEVERDRAG TOEPASSELIJK WANNEER EEN TUSSEN IN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND WOONACHTIGE PARTIJEN GESLOTEN HUUROVEREENKOMST BETREKKING HEEFT OP HET SLECHTS VOOR KORTE TIJD TER BESCHIKKING STELLEN VAN EEN IN ITALIE GELEGEN VAKANTIEWONING EN PARTIJEN DUITS RECHT OP DE OVEREENKOMST VAN TOEPASSING HEBBEN VERKLAARD ?

    2 ) ZO JA : GELDT ARTIKEL 16 , SUB 1 , VAN HET VERDRAG OOK VOOR VORDERINGEN TOT SCHADEVERGOEDING WEGENS NIET-NAKOMING VAN DE HUUROVEREENKOMST , MET NAME TOT VERGOEDING VAN GEDERFDE VAKANTIEVREUGDE , ALSOOK VOOR VORDERINGEN TOT BETALING VAN BIJKOMENDE KOSTEN UIT HOOFDE VAN DE HUUROVEREENKOMST ?

    ' '

    9 VERZOEKER ACHT ARTIKEL 16 , SUB 1 , EXECUTIEVERDRAG IN CASU NIET TOEPASSELIJK . VOLGENS HEM GAAT HET OM EEN KORTLOPENDE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE VERHURING VAN EEN VAKANTIEWONING , DIE ECONOMISCH MEER GELIJKENIS VERTOONT MET EEN OVEREENKOMST BETREFFENDE DE VERSCHAFFING VAN LOGIES DAN MET EEN EIGENLIJKE HUUROVEREENKOMST . DE VORDERINGEN ZOUDEN IN DE EERSTE PLAATS STREKKEN TOT VERGOEDING VAN DE SCHADE VOORTVLOEIENDE UIT DE DERVING VAN VAKANTIEVREUGDE EN DE BESCHADIGING OF HET VERLIES VAN ROERENDE GOEDEREN . VOORTS ZOU DE PLAATS VAN UITVOERING IN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND ZIJN GELEGEN . HET CONTRACT BEPAALDE IMMERS DAT DE BETALING , MET NAME VAN HET HUURGELD , IN DE BONDSREPUBLIEK MOEST PLAATSVINDEN EN DAT DAAR DE SLEUTELS MOESTEN WORDEN TERUGGEGEVEN . EEN ONDERZOEK TER PLAATSE ZOU VOOR DE OPLOSSING VAN HET GESCHIL OVERBODIG ZIJN .

    10 DE REGERING VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND MEENT , DAT ARTIKEL 16 , SUB 1 , EXECUTIEVERDRAG , GEZIEN DE STREKKING ERVAN NIET KAN WORDEN TOEGEPAST OP VORDERINGEN DIE VOORTSPRUITEN UIT KORTLOPENDE HUUROVEREENKOMSTEN . ZIJ WIJST ER IN DIT VERBAND OP , DAT HET HOF IN HET ARREST VAN 14 DECEMBER 1977 ( ZAAK 73/77 , SANDERS , JURISPR . 1977 , BLZ . 2383 ) HEEFT VERKLAARD , DAT DEZE BEPALING NIET IN RUIMERE ZIN MAG WORDEN UITGELEGD DAN HAAR OOGMERK VERLANGT . DE RATIO LEGIS VAN ARTIKEL 16 , SUB 1 , ZOU IN DE EERSTE PLAATS HIERIN ZIJN GELEGEN , DAT HUUR EN VERHUUR VAN ONROERENDE GOEDEREN , MET NAME OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE DE VERHURING VAN WOONRUIMTE , IN DE REGEL WORDEN BEHEERST DOOR INGEWIKKELDE , DOOR SOCIALE OVERWEGINGEN INGEGEVEN WETTELIJKE BEPALINGEN , DIE HET BEST KUNNEN WORDEN TOEGEPAST DOOR DE RECHTERS VAN DE STAAT WAAR ZIJ VAN KRACHT ZIJN . DIT ZOU EVENWEL NIET GELDEN VOOR HUUROVEREENKOMSTEN DIE SLECHTS BETREKKING HEBBEN OP HET TIJDELIJK TER BESCHIKKING STELLEN VAN EEN VAKANTIEWONING IN HET BUITENLAND . IN DAT GEVAL ZOUDEN GEEN BELANGEN OP HET SPEL STAAN DIE TOEPASSING VAN DE SOCIALE HUURWETGEVING VEREISEN . ZO ZOU BIJVOORBEELD VOLGENS DE DUITSE WET HET TIJDELIJK TER BESCHIKKING STELLEN VAN WOONRUIMTE , WAARTOE DE VERHURING VAN VAKANTIEWONINGEN BEHOORT , UITDRUKKELIJK VAN DE SOCIALE HUURWETGEVING ZIJN UITGESLOTEN .

    11 DAT HET NIET AANGAAT , ARTIKEL 16 , SUB 1 , OOK OP OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE DE VERHURING VAN VAKANTIEWONINGEN TOE TE PASSEN , IS VOLGENS DE REGERING VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND BIJZONDER DUIDELIJK INDIEN PARTIJEN , ZOALS IN CASU , HUN CONTRACTUELE BETREKKINGEN BIJ UITSLUITING AAN DE DUITSE JURISDICTIE EN DE DUITSE WET HEBBEN ONDERWORPEN . HET HOOFDDOEL VAN AANHANGIGMAKING BIJ HET GERECHT VAN DE PLAATS WAAR HET GOED IS GELEGEN , TE WETEN DOOR HET DOEN SAMENVALLEN VAN FORUM EN TOEPASSELIJK RECHT DE TOEPASSING VAN DWINGENDE BEPALINGEN VAN DE LEX SITUS MOGELIJK TE MAKEN EN UITEINDELIJK DE PROCEDURE TE VEREENVOUDIGEN , ZOU IN CASU WORDEN GEMIST .

    12 EEN ANDER DOEL VAN ARTIKEL 16 , SUB 1 , ZOU ZIJN TE BEREIKEN , DAT DE HUURDER VAN WOONRUIMTE - IN DE REGEL DE SOCIAAL ZWAKKERE PARTIJ - NIET NOG MEER WORDT BENADEELD DOORDAT HET PROCES WORDT GEVOERD VOOR EEN GERECHT VER VAN ZIJN WOONPLAATS . OOK DEZE OVERWEGING ZOU NIET GELDEN VOOR DE VERHUUR VAN VAKANTIEWONINGEN , OMDAT DE HUURDER NORMALITER NIET WOONT IN DE PLAATS WAAR DE VAKANTIEWONING IS GELEGEN EN UIT SOCIAAL OOGPUNT GEEN BIJZONDERE CONSIDERATIE BEHOEFT .

    13 MET BETREKKING TOT DE TWEEDE VRAAG WIJST DE REGERING VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND EROP , DAT HET HOF IN VOORNOEMD ARREST VAN 14 DECEMBER 1977 HEEFT GESTELD , DAT SPECIFIEK MET HUUR EN VERHUUR VAN ONROERENDE GOEDEREN VERBAND HOUDENDE OVERWEGINGEN VERKLAREN , WAAROM TER ZAKE VAN HUUR VAN ONROERENDE GOEDEREN IN EIGENLIJKE ZIN , DAT WIL ZEGGEN MET NAME BIJ GESCHILLEN TUSSEN HUURDERS EN VERHUURDERS OVER HET BESTAAN OF DE UITLEGGING VAN HUURCONTRACTEN OF OVER HET HERSTEL VAN DOOR DE HUURDER VEROORZAAKTE SCHADE EN DE ONTRUIMING VAN HET GEHUURDE , EEN UITSLUITENDE BEVOEGDHEID IS TOEGEKEND AAN DE GERECHTEN VAN HET LAND WAAR HET ONROEREND GOED IS GELEGEN . VOLGENS DE RAPPORTEUR VAN HET COMITE VAN DESKUNDIGEN INZAKE HET EXECUTIEVERDRAG ( PB C 59 VAN 1979 , BLZ . 1 ) ZOU DE REGEL VAN DE UITSLUITENDE BEVOEGDHEID NIET GELDEN VOOR RECHTSVORDERINGEN DIE ENKEL STREKKEN TOT BETALING VAN DE HUUR , OMDAT DEZE VORDERINGEN LOS VAN HET VERHUURDE ONROEREND GOED KUNNEN WORDEN GEZIEN . BIJGEVOLG ZOU DIT A FORTIORI HEBBEN TE GELDEN VOOR VORDERINGEN TOT VERGOEDING VAN INDIRECTE SCHADE DIE HET GEVOLG IS VAN NIET-NAKOMING VAN DE OVEREENKOMST DOOR EEN DER PARTIJEN EN GEEN VERBAND HOUDT MET HET GEHUURDE ZELF . VERZOEKERS VORDERINGEN TOT SCHADEVERGOEDING WEGENS GEDERFDE VAKANTIEVREUGDE EN VERGEEFS GEMAAKTE REISKOSTEN ZOUDEN DAARMEE NIET ONDER ARTIKEL 16 , SUB 1 , EXECUTIEVERDRAG VALLEN . VAN UITSLUITENDE BEVOEGDHEID ZOU GEEN SPRAKE KUNNEN ZIJN TER ZAKE VAN VORDERINGEN TOT BETALING VAN BIJKOMENDE KOSTEN , DIE EEN BESTANDDEEL VAN DE TOTALE HUURPRIJS VORMEN .

    14 VOLGENS DE REGERING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK MOET DE DRAAGWIJDTE VAN ARTIKEL 16 , SUB 1 , VEELEER OP GROND VAN DE AARD VAN DE VORDERING MET BETREKKING TOT HET ONROEREND GOED WORDEN BEPAALD DAN OP GROND VAN DE AARD VAN DE HUUROVEREENKOMST OF VAN ANDERE BELANGEN IN DAT GOED . IN CASU ZOU VERZOEKER GEEN BETALING VAN HUUR VORDEREN , MAAR SCHADEVERGOEDING WEGENS CONTRACTBREUK EN HET DAARUIT VOORTVLOEIENDE VERLIES . VERZOEKERS VORDERINGEN ZOUDEN NIET TOT DE DOOR HET HOF IN DE ZAAK SANDERS VERMELDE CATEGORIE VAN GESCHILLEN BEHOREN . HET ZOU VOOR EEN GOEDE RECHTSBEDELING NIET VEREIST ZIJN , DAT VORDERINGEN DIE , ZOALS IN CASU , DE SCHEN DING VAN EEN HUUROVEREENKOMST EN HET DAARUIT VOORTVLOEIENDE VERLIES BETREFFEN , ONDER DE UITSLUITENDE BEVOEGDHEID WORDEN GEBRACHT VAN DE GERECHTEN VAN DE STAAT WAAR HET GOED IS GELEGEN . DIT ZOU OOK GELDEN VOOR DE VORDERING TOT BETALING VAN BIJKOMENDE KOSTEN , MET NAME VOOR HET VERBRUIK VAN GAS , ELEKTRICITEIT EN WATER EN VOOR DE SCHOONMAAKBEURT . VORDERINGEN TER ZAKE VAN VERLIES OF BESCHADIGING VAN IN DE INVENTARIS OPGESOMDE VOORWERPEN ZOUDEN GEEN BETREKKING HEBBEN OP HET VERHUURDE ONROEREND GOED EN NIET KUNNEN WORDEN BESCHOUWD ALS GESCHILLEN TER ZAKE VAN HUUR EN VERHUUR VAN ONROEREND GOED IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 , SUB 1 , EXECUTIEVERDRAG . DEZE BEPALING ZOU ALLEEN VAN TOEPASSING ZIJN INDIEN EEN VORDERING ERTOE STREKT , BEZITSRECHTEN VAST TE STELLEN , GELDEND TE MAKEN , TEN UITVOER TE LEGGEN OF TE BEEINDIGEN .

    15 DE REGERING VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK MEENT , DAT DE ARGUMENTEN DIE DE NATIONALE RECHTER HEEFT AANGEVOERD TEN BETOGE DAT HET UIT OPPORTUNITEITSOVERWEGINGEN WENSELIJK IS , ARTIKEL 16 , SUB 1 , NIET TOE TE PASSEN IN GEVALLEN WAARIN DE HUUROVEREENKOMST SLECHTS HET TIJDELIJK TER BESCHIKKING STELLEN VAN EEN VAKANTIEWONING BETREFT , BEIDE PARTIJEN HUN WOONPLAATS HEBBEN IN EEN ANDER LAND DAN DAT WAAR HET ONROEREND GOED IS GELEGEN , EN ZIJ IN ONDERLINGE OVEREENSTEMMING HET MATERIELE RECHT VAN DE STAAT VAN DE WOONPLAATS TOEPASSELIJK HEBBEN VERKLAARD , GEEN GROND VORMEN OM DE TOEPASSING VAN DEZE BEPALING UIT TE SLUITEN . DE REGEL VAN ARTIKEL 16 , SUB 1 , ZOU GEEN ONDERSCHEID MAKEN TUSSEN LANGE EN KORTE HUURPERIODEN , NOCH TUSSEN DE VERSCHILLENDE BESTEMMINGEN VAN HET ONROEREND GOED : BEDRIJFSRUIMTE , HANDELSPAND , LANDBOUWBEDRIJF , WOONRUIMTE , VAKANTIEVERBLIJF ENZOVOORT . DE OMSTANDIGHEID DAT DE TWEE CONTRACTANTEN NIET IN HET LAND WONEN WAAR HET ONROEREND GOED IS GELEGEN , ZOU NIET VAN BELANG ZIJN . HET ARGUMENT ONTLEEND AAN DE CLAUSULE , DIE HET RECHT VAN EEN ANDERE LID-STAAT DAN DIE WAAR HET ONROEREND GOED IS GELEGEN VAN TOEPASSING VERKLAART , ZOU ONAANVAARDBAAR ZIJN . IN IEDER GEVAL ZOU DEZE CLAUSULE , ALTHANS IN BEPAALDE GEVALLEN ( BIJVOORBEELD WANNEER ZIJ WAS BEDOELD OM TOEPASSING VAN DE IN ITALIE BESTAANDE REGELING INZAKE BILLIJKE HUURPRIJZEN TE ONTGAAN ), ONGELDIG ZIJN . INDIEN WERD AANGENOMEN DAT EEN DERGELIJK BEDING , AANGEVULD MET EEN BEVOEGDHEIDSBEDING , ZELFS TOT GEVOLG KAN HEBBEN , DAT DE RECHTER VAN DE STAAT WAAR HET ONROEREND GOED IS GELEGEN ZIJN BEVOEGDHEID VERLIEST , ZOU DE MOGELIJKHEID WORDEN GESCHAPEN OM ZICH AAN DWINGENDE VOORSCHRIFTEN VAN DIE STAAT TE ONTTREKKEN .

    16 WAT DE BETALING VAN DE BIJKOMENDE KOSTEN BETREFT , KAN ER VOLGENS DE REGERING VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK GEEN TWIJFEL OVER BESTAAN , DAT DEZE KOSTEN SAMENHANGEN MET DE EIGENLIJKE HUUROVEREENKOMST , OMDAT BETALING ERVAN EEN CONTRACTUELE VERPLICHTING VAN DE HUURDER IS . HET ZOU VOOR DE HAND LIGGEN , DAT EEN GESCHIL OVER DIE KOSTEN ONDER DE UITSLUITENDE BEVOEGDHEID VAN ARTIKEL 16 , SUB 1 , VALT . INDIEN DERGELIJKE GESCHILLEN KONDEN WORDEN ONTTROKKEN AAN DE BEVOEGDHEID VAN DE RECHTER VAN DE STAAT WAAR HET ONROEREND GOED IS GELEGEN , ZOUDEN DOOR MIDDEL VAN HANDIG OPGESTELDE CLAUSULES DWINGENDE VOORSCHRIFTEN KUNNEN WORDEN OMZEILD .

    17 DE COMMISSIE VERKLAART , DAT IN BEPAALDE VERDRAGSLUITENDE STATEN GEMEUBILEERDE WOONRUIMTEN IN HET ALGEMEEN , EN GEMEUBILEERDE VAKANTIEWONINGEN IN HET BIJZONDER , UITDRUKKELIJK OF STILZWIJGEND VAN HET TOEPASSINGSGEBIED RATIONE MATERIAE VAN DE BIJZONDERE WETTELIJKE REGELINGEN TER BESCHERMING VAN DE HUURDER ZIJN UITGESLOTEN . DAAROM MEENT ZIJ , DAT HET TEGEN BETALING TER BESCHIKKING STELLEN VAN WONINGEN EN MET NAME VAN GEMEUBILEERDE VAKANTIEWONINGEN NIET BINNEN DE WERKINGSSFEER VAN ARTIKEL 16 , SUB 1 , VALT .

    18 ARTIKEL 16 EXECUTIEVERDRAG BEPAALT :

    ' ' ONGEACHT DE WOONPLAATS ZIJN BIJ UITSLUITING BEVOEGD :

    1 ) TEN AANZIEN VAN ZAKELIJKE RECHTEN OP EN HUUR EN VERHUUR , PACHT EN VERPACHTING VAN ONROERENDE GOEDEREN : DE GERECHTEN VAN DE VERDRAGSLUITENDE STAAT WAAR HET ONROEREND GOED GELEGEN IS ;

    ... ' '

    19 DE UITSLUITENDE BEVOEGDHEID DIE ARTIKEL 16 , SUB 1 , TOEKENT AAN DE GERECHTEN VAN DE VERDRAGSLUITENDE STAAT WAAR HET ONROEREND GOED IS GELEGEN , VINDT ZIJN BESTAANSREDEN IN DE NAUWE BAND VAN HUUR EN PACHT VAN ONROEREND GOED MET DE RECHTSREGELS INZAKE ONROEREND GOED EN DE - MEESTAL DWINGENDE - VOORSCHRIFTEN INZAKE HET GEBRUIK ERVAN , ZOALS DE WETTELIJKE REGELINGEN BETREFFENDE HET TOEZICHT OP DE HUUR- EN PACHTPRIJZEN EN DE BESCHERMING VAN DE RECHTEN VAN HUURDER EN PACHTERS .

    20 VOORTS BEOOGT ARTIKEL 16 , SUB 1 , EEN RATIONELE BEVOEGDHEIDSVERDELING TOT STAND TE BRENGEN , DOOR DE VOORKEUR TE GEVEN AAN HET GERECHT DAT ZIJN BEVOEGDHEID ONTLEENT AAN HET FEIT DAT HET ZICH IN DE NABIJHEID BEVINDT VAN DE PLAATS WAAR HET ONROEREND GOED IS GELEGEN , OMDAT DIT GERECHT HET BEST IN STAAT IS OM RECHTSTREEKS KENNIS TE NEMEN VAN DE FEITELIJKE OMSTANDIGHEDEN DIE VERBAND HOUDEN MET DE SLUITING EN DE UITVOERING VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE HUUR EN PACHT VAN ONROEREND GOED .

    21 DE VRAAG VAN HET BUNDESGERICHTSHOF STREKT ERTOE TE VERNEMEN OF , BIJ GEBREKE VAN ENIGE AANWIJZING IN DE BEWOORDINGEN VAN ARTIKEL 16 , AFWIJKINGEN VAN DE IN DAT ARTIKEL NEERGELEGDE ALGEMENE REGEL MOGELIJK ZIJN OP GROND VAN HET BIJZONDERE KARAKTER VAN BEPAALDE HUURCONTRACTEN , ZOALS DE HUUR VAN VAKANTIEWONINGEN VOOR KORTE TIJD .

    22 IN DIT VERBAND ZIJ EROP GEWEZEN DAT , GELIJK DE ITALIAANSE REGERING TERECHT HEEFT OPGEMERKT , IEDERE AFWIJKING VAN DE ALGEMENE REGEL VAN ARTIKEL 16 , SUB 1 , HET GEVAAR IN ZICH DRAAGT VAN VERRUIMINGEN , DIE AFBREUK KUNNEN DOEN AAN DE TOEPASSING VAN DE NATIONALE WETTELIJKE REGELINGEN INZAKE HET GEBRUIK VAN ONROEREND GOED .

    23 BOVENDIEN MOET REKENING WORDEN GEHOUDEN MET DE ONZEKERHEID DIE ZOU ONTSTAAN , INDIEN DE RECHTER UITZONDERINGEN TOESTOND OP DE ALGEMENE REGEL VAN ARTIKEL 16 , SUB 1 , DIE HET VOORDEEL BIEDT DAT ZIJ ONDER ALLE OMSTANDIGHEDEN EEN ONDUBBELZINNIGE EN VASTE BEVOEGDHEID TOEKENT EN DAARMEE BEANTWOORDT AAN HET DOEL VAN HET EXECUTIEVERDRAG , TE VOORZIEN IN EEN VASTE EN VOORZIENBARE BEVOEGDHEIDSVERDELING .

    24 HIERUIT VOLGT , DAT DE ONDERHAVIGE BEPALING VAN TOEPASSING IS OP ELKE OVEREENKOMST INZAKE HUUR EN VERHUUR VAN ONROEREND GOED , ONGEACHT DE BIJZONDERE KENMERKEN VAN DIE OVEREENKOMST .

    25 MITSDIEN MOET OP DE EERSTE VRAAG WORDEN GEANTWOORD , DAT ARTIKEL 16 , SUB 1 , EXECUTIEVERDRAG VAN TOEPASSING IS OP ELKE OVEREENKOMST INZAKE HUUR EN VERHUUR VAN ONROEREND GOED , ZELFS WANNEER ZIJ VOOR KORTE DUUR IS GESLOTEN EN UITSLUITEND HET GEBRUIK VAN EEN VAKANTIEWONING BETREFT .

    26 MET BETREKKING TOT DE TWEEDE VRAAG ZIJ EROP GEWEZEN , DAT HET EXECUTIEVERDRAG EEN UITSLUITENDE BEVOEGDHEID VESTIGT TEN AANZIEN VAN ' ' HUUR EN VERHUUR , PACHT EN VERPACHTING VAN ONROERENDE GOEDEREN ' ' . IN VOORNOEMD ARREST VAN 14 DECEMBER 1977 OVERWOOG HET HOF , DAT DEZE TERMEN MET NAME ZIEN OP GESCHILLEN TUSSEN HUURDERS EN VERHUURDERS OVER HET BESTAAN OF DE UITLEGGING VAN HUURCONTRACTEN OF OVER HET HERSTEL VAN DOOR DE HUURDER VEROORZAAKTE SCHADE . OPGEMERKT MOET WORDEN , DAT DEZE OPSOMMING NIET UITPUTTEND IS . DE REGERING VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK HEEFT TERECHT GESTELD , DAT GESCHILLEN OVER DE BETALING VAN DE HUUR ONDER DEZE UITSLUITENDE BEVOEGDHEID VALLEN . HET ZOU IMMERS IN STRIJD ZIJN MET EEN VAN DE DOELSTELLINGEN VAN DE ONDERHAVIGE BEPALING , TE WETEN EEN CORRECTE TOEPASSING VAN DE NATIONALE HUURWETGEVING , INDIEN GESCHILLEN DIE OP ZIJN MINST IN SOMMIGE LID-STATEN WORDEN BEHEERST DOOR BIJZONDERE WETTELIJKE BEPALINGEN , ZOALS IN ITALIE DE REGELING INZAKE BILLIJKE HUURPRIJZEN , VAN DEZE UITSLUITENDE BEVOEGDHEID WERDEN UITGESLOTEN .

    27 EEN HUUROVEREENKOMST BEVAT IN DE REGEL CLAUSULES BETREFFENDE DE OVERDRACHT VAN HET VERHUURDE ONROEREND GOED AAN DE HUURDER , HET GEBRUIK ERVAN , DE VERPLICHTINGEN VAN DE HUURDER RESPECTIEVELIJK VERHUURDER TEN AANZIEN VAN HET ONDERHOUD ERVAN , DE DUUR VAN DE HUUROVEREENKOMST EN DE TERUGGAVE VAN HET ONROEREND GOED AAN DE VERHUURDER , DE HUURPRIJS EN DE DOOR DE HUURDER TE BETALEN BIJKOMENDE KOSTEN , ZOALS VOOR VERBRUIK VAN WATER , GAS EN ELEKTRICITEIT .

    28 GESCHILLEN DIE BETREKKING HEBBEN OP DE UIT DE HUUROVEREENKOMST VOORTVLOEIENDE VERPLICHTINGEN VAN DE HUURDER RESPECTIEVELIJK VERHUURDER , VALLEN BINNEN DE WERKINGSSFEER VAN ARTIKEL 16 , SUB 1 , EXECUTIEVERDRAG - ' ' TEN AANZIEN VAN ... HUUR EN VERHUUR ... VAN ONROERENDE GOEDEREN ' ' . GESCHILLEN DIE SLECHTS ZIJDELINGS VERBAND HOUDEN MET HET GEHUURDE , ZOALS DIE BETREFFENDE GEDERFDE VAKANTIEVREUGDE EN REISKOSTEN , VALLEN DAARENTEGEN NIET ONDER DE IN DIT ARTIKEL BEDOELDE UITSLUITENDE BEVOEGDHEID .

    29 BIJGEVOLG MOET OP DE TWEEDE VRAAG WORDEN GEANTWOORD , DAT DE IN ARTIKEL 16 , SUB 1 , EXECUTIEVERDRAG BEDOELDE UITSLUITENDE BEVOEGDHEID VAN DE GERECHTEN VAN DE STAAT WAAR HET ONROEREND GOED IS GELEGEN , GELDT VOOR ALLE GESCHILLEN DIE BETREKKING HEBBEN OP HET BESTAAN OF DE UITLEGGING VAN HUUROVEREENKOMSTEN , DE DUUR ERVAN , DE TERUGGAVE VAN HET ONROEREND GOED AAN DE VERHUURDER , HET HERSTEL VAN DOOR DE HUURDER VEROORZAAKTE SCHADE OF DE INNING VAN DE HUURPENNINGEN EN DE DOOR DE HUURDER VERSCHULDIGDE BIJKOMENDE KOSTEN , ZOALS DIE VOOR VERBRUIK VAN WATER , GAS EN ELEKTRICITEIT . GESCHILLEN DIE BETREKKING HEBBEN OP UIT DE HUUROVEREENKOMST VOORTVLOEIENDE VERPLICHTINGEN VAN DE HUURDER RESPECTIEVELIJK VERHUURDER , VALLEN BINNEN DEZE UITSLUITENDE BEVOEGDHEID . DAARENTEGEN VALLEN GESCHILLEN DIE SLECHTS ZIJDELINGS VERBAND HOUDEN MET HET GEBRUIK VAN HET GEHUURDE , ZOALS DIE BETREFFENDE GEDERFDE VAKANTIEVREUGDE EN REISKOSTEN , NIET ONDER DE IN GENOEMD ARTIKEL BEDOELDE UITSLUITENDE BEVOEGDHEID .

    Beslissing inzake de kosten


    KOSTEN

    30 DE KOSTEN DOOR DE REGERING VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND , DE ITALIAANSE REPUBLIEK EN HET VERENIGD KONINKRIJK EN DOOR DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING HUNNER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .

    Dictum


    HET HOF VAN JUSTITIE ( VIERDE KAMER ),

    UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR HET BUNDESGERICHTSHOF BIJ BESCHIKKING VAN 3 OKTOBER 1983 GESTELDE VRAGEN , VERKLAART VOOR RECHT :

    1 ) ARTIKEL 16 , SUB 1 , EXECUTIEVERDRAG IS VAN TOEPASSING OP ELKE OVEREENKOMST INZAKE HUUR EN VERHUUR VAN ONROEREND GOED , ZELFS WANNEER ZIJ VOOR KORTE DUUR IS GESLOTEN EN UITSLUITEND HET GEBRUIK VAN EEN VAKANTIEWONING BETREFT .

    2 ) DE IN ARTIKEL 16 , SUB 1 , EXECUTIEVERDRAG BEDOELDE UITSLUITENDE BEVOEGDHEID VAN DE GERECHTEN VAN DE STAAT WAAR HET ONROEREND GOED IS GELEGEN , GELDT VOOR ALLE GESCHILLEN DIE BETREKKING HEBBEN OP UIT EEN HUUROVEREENKOMST VOORTVLOEIENDE VERPLICHTINGEN VAN DE HUURDER EN DE VERHUURDER , INZONDERHEID VOOR GESCHILLEN BETREFFENDE HET BESTAAN OF DE UITLEGGING VAN HUUROVEREENKOMSTEN , DE DUUR ERVAN , DE TERUGGAVE VAN HET ONROEREND GOED AAN DE VERHUURDER , HET HERSTEL VAN DOOR DE HUURDER VEROORZAAKTE SCHADE OF DE INNING VAN DE HUURPENNINGEN EN DE DOOR DE HUURDER VERSCHULDIGDE BIJKOMENDE KOSTEN , ZOALS DIE VOOR VERBRUIK VAN WATER , GAS EN ELEKTRICITEIT . DAARENTEGEN VALLEN GESCHILLEN DIE SLECHTS ZIJDELINGS VERBAND HOUDEN MET HET GEBRUIK VAN HET GEHUURDE , ZOALS DIE BETREFFENDE GEDERFDE VAKANTIEVREUGDE EN REISKOSTEN , NIET ONDER DE IN GENOEMD ARTIKEL BEDOELDE UITSLUITENDE BEVOEGDHEID .

    Top