This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61974CJ0008
Judgment of the Court of 11 July 1974. # Procureur du Roi v Benoît and Gustave Dassonville. # Reference for a preliminary ruling: Tribunal de première instance de Bruxelles - Belgium. # Case 8-74.
Arrest van het Hof van 11 juli 1974.
Procureur des Konings tegen Benoît en Gustave Dassonville.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Rechtbank van eerste aanleg Brussel - België.
Zaak 8-74.
Arrest van het Hof van 11 juli 1974.
Procureur des Konings tegen Benoît en Gustave Dassonville.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Rechtbank van eerste aanleg Brussel - België.
Zaak 8-74.
Jurisprudentie 1974 -00837
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1974:82
ARREST VAN HET HOF VAN 11 JULI 1974. - PROCUREUR DES KONINGS TEGEN B. EN G. DASSONVILLE. - (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL). - ZAAK NO. 8/74.
Jurisprudentie 1974 bladzijde 00837
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00411
Portugese bijz. uitgave bladzijde 00423
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00383
Zweedse bijz. uitgave bladzijde 00343
Finse bijz. uitgave bladzijde 00349
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
++++
1 . KWANTITATIEVE BEPERKINGEN - UITSLUITING - MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING - BEGRIP
( EEG-VERDRAG, ART . 30 )
2 . KWANTITATIEVE BEPERKINGEN - UITSLUITING - MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING - BENAMING VAN OORSPRONG - MAATREGELEN TOT ZEKERHEID - TOELAATBAARHEID DAARVAN - VOORWAARDEN
( EEG-VERDRAG, ART . 30, 36 )
3 . MEDEDINGING - ONDERNEMERSAFSPRAKEN - ALLEENVERTEGENWOORDIGINGSOVEREENKOMST - VERBOD - TOEPASSELIJKHEID - CRITERIA
( EEG-VERDRAG, ART . 85 )
4 . MEDEDINGING - ONDERNEMERSAFSPRAKEN - ALLEENVERTEGENWOORDIGINGSOVEREENKOMST - ECONOMISCHE EN JURIDISCHE SAMENHANG
( EEG-VERDRAG, ART . 85 )
1 . IEDERE HANDELSREGELING DER LID-STATEN DIE DE INTRACOMMUNAUTAIRE HANDEL AL DAN NIET RECHTSTREEKS, DAADWERKELIJK OF POTENTIEEL, KAN BELEMMEREN, IS ALS EEN MAATREGEL VAN GELIJKE WERKING ALS KWANTITATIEVE BEPERKINGEN TE BESCHOUWEN .
2 . ZOLANG EEN COMMUNAUTAIRE REGELING ONTBREEKT WAARIN DE CONSUMENT WAARBORGEN VOOR DE ECHTHEID VAN DE BENAMING VAN OORSPRONG VAN EEN PRODUKT WORDEN GEBODEN, MAG EEN STAAT TER VOORKOMING VAN OP DIT GEBIED BEDREVEN ONEERLIJKE MEDEDINGING SLECHTS REDELIJKE MAATREGELEN NEMEN, DIE GEEN MIDDEL TOT WILLEKEURIGE DISCRIMINATIE NOCH OOK EEN VERKAPTE BEPERKING VAN DE HANDEL TUSSEN DE LID-STATEN MOGEN VORMEN . DERHALVE IS ER, WANNEER EEN LID-STAAT EEN CERTIFICAAT VAN ECHTHEID VERLANGT DAT DOOR IMPORTEURS VAN HET ORIGINELE PRODUKT DAT IN EEN ANDERE LID-STAAT LANGS REGULIERE WEG IN HET VRIJE VERKEER GEBRACHT IS, MINDER GEMAKKELIJK KAN WORDEN VERKREGEN DAN DOOR IMPORTEURS DIE HET RECHTSTREEKS UIT HET LAND VAN OORSPRONG BETREKKEN, SPRAKE VAN EEN MET HET VERDRAG ONVERENIGBARE MAATREGEL VAN GELIJKE WERKING ALS EEN KWANTITATIEVE BEPERKING .
3 . EEN ALLEENVERTEGENWOORDIGINGSOVEREENKOMST KAN DE HANDEL TUSSEN LID-STATEN ONGUNSTIG BEINVLOEDEN EN TOT BELEMMERING VAN DE MEDEDINGING LEIDEN WANNEER DE CONCESSIONARIS PARALLELLE INVOER UIT ANDERE LID-STATEN IN HET CONCESSIEGEBIED KAN VERHINDEREN DANK ZIJ DE OVEREENKOMST EN DE GEVOLGEN DER NATIONALE WETTELIJKE REGELING VOLGENS WELKE TEN BEWIJZE VAN DE ECHTHEID SLECHTS VAN EEN BEPAALD MIDDEL GEBRUIK MAG WORDEN GEMAAKT .
TER BEOORDELING OF ZULKS HET GEVAL IS DIENEN NIET SLECHTS DE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN DIE UIT DE BEPALINGEN DER OVEREENKOMST VOORTVLOEIEN IN AANMERKING TE WORDEN GENOMEN, DOCH OOK DE ECONOMISCHE EN JURIDISCHE OMSTANDIGHEDEN WAARIN ZIJ HAAR PLAATS VINDT EN MET NAME SOORTGELIJKE OVEREENKOMSTEN DIE TUSSEN DEZELFDE PRODUCENT EN DE CONCESSIONARISSEN IN ANDERE LID-STATEN MOCHTEN ZIJN AANGEGAAN . IN DIT VERBAND DIENT OP TUSSEN DE LID-STATEN GECONSTATEERDE PRIJSVERSCHILLEN TE WORDEN GELET .
IN DE ZAAK 8-74,
BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE BRUSSEL, IN DE ALDAAR AANHANGIGE CORRECTIONELE ZAAK TUSSEN
DE PROCUREUR DES KONINGS
EN
BENOIT EN GUSTAVE DASSONVILLE
ALSOOK IN HET ALDAAR AANHANGIG BURGERLIJK GEDING TUSSEN
NAAMLOZE VENNOOTSCHAP ETS . FOURCROY
NAAMLOZE VENNOOTSCHAP BREUVAL ET CIE
EN
BENOIT EN GUSTAVE DASSONVILLE
OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING INZAKE DE UITLEGGING VAN DE ARTIKELEN 30-33, 36 EN 85 VAN HET EEG-VERDRAG,
1 OVERWEGENDE DAT DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE BRUSSEL BIJ VONNIS VAN 11 JANUARI 1974, INGEKOMEN TER GRIFFIE OP 8 FEBRUARI 1974, HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 VAN HET EEG-VERDRAG TWEE VRAGEN INZAKE DE UITLEGGING VAN DE ARTIKELEN 30, 31, 32, 33, 36 EN 85 VAN HET EEG-VERDRAG HEEFT GESTELD IN VERBAND MET HET FEIT DAT VOOR PRODUKTEN MET EEN BENAMING VAN OORSPRONG EEN DOOR DE REGERING VAN HET LAND VAN UITVOER AFGEGEVEN OFFICIEEL STUK WORDT VERLANGD;
2 DAT IN DE EERSTE PLAATS WORDT GEVRAAGD OF ALS EEN MAATREGEL VAN GELIJKE WERKING ALS EEN KWANTITATIEVE BEPERKING IN DE ZIN VAN ARTIKEL 30 VAN HET VERDRAG IS TE BESCHOUWEN EEN NATIONAAL REGLEMENTAIR VOORSCHRIFT WAARIN DE INVOER VAN EEN WAAR MET BENAMING VAN OORSPRONG WORDT VERBODEN WANNEER DAARBIJ NIET GEVOEGD IS EEN DOOR DE REGERING VAN HET LAND VAN EXPORT AFGEGEVEN OFFICIEEL STUK WAARUIT VAN HET RECHT OP DIE BENAMING BLIJKT;
3 DAT DEZE VRAAG WORDT GESTELD IN EEN STRAFZAAK, IN BELGIE AANHANGIG GEMAAKT TEGEN HANDELAREN DIE LANGS REGULIERE WEG EEN PARTIJ IN FRANKRIJK IN HET VRIJE VERKEER GEBRACHTE SCOTCH WHISKY HEBBEN BETROKKEN EN IN BELGIE INGEVOERD ZONDER IN HET BEZIT TE ZIJN VAN HET DOOR DE NATIONALE REGELING VERLANGDE CERTIFICAAT VAN OORSPRONG VAN DE ENGELSE DOUANE;
4 DAT BLIJKENS HET DOSSIER EN DE MONDELINGE BEHANDELING EEN HANDELAAR DIE IN BELGIE SCOTCH WHISKY WELKE IN FRANKRIJK REEDS IN HET VRIJE VERKEER GEBRACHT IS WENST IN TE VOEREN, ZICH - ANDERS DAN EEN IMPORTEUR DIE RECHTSTREEKS UIT DE BETROKKEN STAAT INVOERT - ZODANIG CERTIFICAAT SLECHTS MET ZEER VEEL MOEITE KAN VERSCHAFFEN;
5 OVERWEGENDE DAT IEDERE HANDELSREGELING DER LID-STATEN DIE DE INTRACOMMUNAUTAIRE HANDEL AL DAN NIET RECHTSTREEKS, DAADWERKELIJK OF POTENTIEEL, KAN BELEMMEREN, ALS EEN MAATREGEL VAN GELIJKE WERKING ALS KWANTITATIEVE BEPERKINGEN IS TE BESCHOUWEN;
6 DAT ZOLANG EEN COMMUNAUTAIRE REGELING ONTBREEKT WAARIN DE CONSUMENT WAARBORGEN VOOR DE ECHTHEID VAN DE BENAMING VAN OORSPRONG VAN EEN PRODUKT WORDEN GEBODEN, EEN STAAT TER VOORKOMING VAN OP DIT GEBIED BEDREVEN ONEERLIJKE MEDEDINGING SLECHTS REDELIJKE MAATREGELEN MAG NEMEN, TERWIJL DE HANDEL TUSSEN LID-STATEN NIET DOOR BEWIJSVOORSCHRIFTEN MAG WORDEN BELEMMERD - IN DIER VOEGE DAT VAN DE VOORGESCHREVEN BEWIJSMIDDELEN DOOR ALLE ONDERDANEN DIER STATEN GEBRUIK MOET KUNNEN WORDEN GEMAAKT -;
7 DAT DIE MAATREGELEN, OM HET EVEN OF ZIJ ONDER ARTIKEL 36 VALLEN, IN IEDER GEVAL KRACHTENS HET BEGINSEL IN DE TWEEDE VOLZIN VAN DIT ARTIKEL OMSCHREVEN GEEN MIDDEL TOT WILLEKEURIGE DISCRIMINATIE NOCH OOK EEN VERKAPTE BEPERKING VAN DE HANDEL TUSSEN DE LID-STATEN MOGEN VORMEN;
8 DAT ZULKS HET GEVAL KAN ZIJN WANNEER EEN LID-STAAT HET BEWIJS VAN DE OORSPRONG VAN EEN PRODUKT AFHANKELIJK STELT VAN FORMALITEITEN WAARAAN ZONDER OP ERNSTIGE MOEILIJKHEDEN TE STUITEN VRIJWEL ALLEEN DOOR RECHTSTREEKSE IMPORTEURS KAN WORDEN VOLDAAN;
9 DAT ER DERHALVE WANNEER EEN LID-STAAT EEN CERTIFICAAT VAN ECHTHEID VERLANGT DAT DOOR IMPORTEURS VAN HET ORIGINELE PRODUKT DAT IN EEN ANDERE LID-STAAT LANGS REGULIERE WEG IN HET VRIJE VERKEER GEBRACHT IS, MINDER GEMAKKELIJK KAN WORDEN VERKREGEN DAN DOOR IMPORTEURS DIE HET RECHTSTREEKS UIT HET LAND VAN OORSPRONG BETREKKEN, SPRAKE IS VAN EEN MET HET VERDRAG ONVERENIGBARE MAATREGEL VAN GELIJKE WERKING ALS EEN KWANTITATIEVE BEPERKING;
10 OVERWEGENDE DAT IN DE TWEEDE PLAATS GEVRAAGD WORDT OF EEN OVEREENKOMST DIE IN SAMENHANG MET EEN NATIONALE REGELING BETREFFENDE HET CERTIFICAAT VAN OORSPRONG TOT BEPERKING DER MEDEDINGING BINNEN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT EN NADELIGE BEINVLOEDING VAN DE HANDEL TUSSEN LID-STATEN LEIDT, NIETIG IS WANNEER DE OVEREENKOMST ALLEEN MACHTIGT TOT - DAN WEL ZICH NIET VERZET TEGEN - EEN TER VERHINDERING VAN PARALLELLE IMPORTEN DOOR DE EXCLUSIEVE IMPORTEUR VAN DIE REGELING GEMAAKT GEBRUIK;
11 OVERWEGENDE DAT EEN ALLEENVERTEGENWOORDIGINGSOVEREENKOMST ONDER HET VERBOD VAN ARTIKEL 85 VALT WANNEER ZIJ ER FEITELIJK OF RECHTENS TOE LEIDT DAT DE BETROKKEN PRODUKTEN IN HET BESCHERMD GEBIED NIET DOOR ANDEREN DAN DE EXCLUSIEVE IMPORTEUR KUNNEN WORDEN INGEVOERD;
12 DAT EEN ALLEENVERTEGENWOORDIGINGSOVEREENKOMST MET NAME DE HANDEL TUSSEN LID-STATEN ONGUNSTIG KAN BEINVLOEDEN EN TOT BELEMMERING VAN DE MEDEDINGING KAN LEIDEN WANNEER DE CONCESSIONARIS PARALLELLE INVOER UIT ANDERE LID-STATEN IN HET CONCESSIEGEBIED KAN VERHINDEREN DANK ZIJ DE OVEREENKOMST EN DE GEVOLGEN DER NATIONALE WETTELIJKE REGELING VOLGENS WELKE TEN BEWIJZE VAN DE ECHTHEID SLECHTS VAN EEN BEPAALD MIDDEL GEBRUIK MAG WORDEN GEMAAKT;
13 OVERWEGENDE DAT TER BEOORDELING OF ZULKS HET GEVAL IS NIET SLECHTS DE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN DIE UIT DE BEPALINGEN DER OVEREENKOMST VOORTVLOEIEN IN AANMERKING DIENEN TE WORDEN GENOMEN, DOCH OOK DE ECONOMISCHE EN JURIDISCHE OMSTANDIGHEDEN WAARIN ZIJ HAAR PLAATS VINDT EN MET NAME SOORTGELIJKE OVEREENKOMSTEN DIE TUSSEN DEZELFDE PRODUCENT EN DE CONCESSIONARISSEN IN ANDERE LID-STATEN MOCHTEN ZIJN AANGEGAAN;
14 DAT DAN HET FEIT DAT DE PRIJZEN IN EEN DER LID-STATEN VEEL HOGER BLIJVEN DAN IN EEN ANDERE, AANLEIDING KAN GEVEN NA TE GAAN OF DE ALLEENVERTEGENWOORDIGINGSOVEREENKOMST NIET WORDT GEBRUIKT OM DE IMPORTEURS TE BELETTEN ZICH TEN BEWIJZE VAN DE ECHTHEID VAN HET BETROKKEN PRODUKT DE MIDDELEN TE VERSCHAFFEN DIE IN EEN NATIONALE REGELING ALS IN DE VRAAG BEDOELD WORDEN VERLANGD;
15 DAT ZODANIGE OVEREENKOMST ECHTER NIET REEDS DOOR HET ENKELE FEIT DAT ZIJ GEDOOGT DAT VAN BEDOELDE NATIONALE REGELING GEBRUIK GEMAAKT WORDT - OF ZICH DAARTEGEN NIET VERZET - VAN RECHTSWEGE NIETIG WORDT;
TEN AANZIEN VAN DE KOSTEN
16 OVERWEGENDE DAT DE KOSTEN, DOOR DE REGERINGEN VAN HET KONINKRIJK BELGIE EN HET VERENIGD KONINKRIJK ALSOOK DOOR DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING HUNNER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT, NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN;
17 DAT DE PROCEDURE TEN AANZIEN VAN PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING ALS EEN BIJ DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE BRUSSEL GEREZEN INCIDENT IS TE BESCHOUWEN, ZODAT DEZE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN;
HET HOF VAN JUSTITIE,
UITSPRAAK DOENDE OP DE VRAGEN DOOR DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE BRUSSEL BIJ VONNIS VAN 11 JANUARI 1974 GESTELD, VERKLAART VOOR RECHT :
1 . WANNEER EEN LID-STAAT EEN CERTIFICAAT VAN ECHTHEID VERLANGT DAT DOOR IMPORTEURS VAN HET ORIGINELE PRODUKT DAT IN EEN ANDERE LID-STAAT LANGS REGULIERE WEG IN HET VRIJE VERKEER GEBRACHT IS, MINDER GEMAKKELIJK KAN WORDEN VERKREGEN DAN DOOR IMPORTEURS DIE HET RECHTSTREEKS UIT HET LAND VAN OORSPRONG BETREKKEN, IS ER SPRAKE VAN EEN MET HET VERDRAG ONVERENIGBARE MAATREGEL VAN GELIJKE WERKING ALS EEN KWANTITATIEVE BEPERKING;
2 . EEN OVEREENKOMST WORDT NIET REEDS DOOR HET ENKELE FEIT DAT ZIJ GEDOOGT - OF ZICH ER NIET TEGEN VERZET - DAT VAN ZODANIGE NATIONALE REGELING GEBRUIK GEMAAKT WORDT, VAN RECHTSWEGE NIETIG .