This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32021R1018
Commission Implementing Regulation (EU) 2021/1018 of 22 June 2021 amending the implementing technical standards laid down in Implementing Regulation (EU) 2021/637 as regards the disclosure of indicators of global systemic importance, and repealing Implementing Regulation (EU) No 1030/2014 (Text with EEA relevance)
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1018 van de Commissie van 22 juni 2021 tot wijziging van de technische uitvoeringsnormen die zijn vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 wat betreft de openbaarmaking van indicatoren voor mondiale systeemrelevantie, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1030/2014 (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1018 van de Commissie van 22 juni 2021 tot wijziging van de technische uitvoeringsnormen die zijn vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 wat betreft de openbaarmaking van indicatoren voor mondiale systeemrelevantie, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1030/2014 (Voor de EER relevante tekst)
C/2021/4324
PB L 224 van 24/06/2021, p. 6–8
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 224/6 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1018 VAN DE COMMISSIE
van 22 juni 2021
tot wijziging van de technische uitvoeringsnormen die zijn vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 wat betreft de openbaarmaking van indicatoren voor mondiale systeemrelevantie, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1030/2014
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor instellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 434 bis,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van artikel 441 van Verordening (EU) nr. 575/2013 moeten mondiaal systeemrelevante instellingen (MSI’s) jaarlijks de waarden openbaar maken van de indicatoren die worden gehanteerd voor het vaststellen van hun score volgens de in artikel 131 van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (2) bedoelde identificatiemethode. In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1030/2014 van de Commissie (3), die werd vastgesteld op grond van artikel 441, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013, worden de uniforme formats en data bepaald voor de openbaarmaking van de voor de identificatie van MSI’s gebruikte waarden. Artikel 441, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 werd ingetrokken bij Verordening (EU) 2019/876 van het Europees Parlement en de Raad (4). |
(2) |
Artikel 131 van Richtlijn 2013/36/EU stelt de criteria vast voor de aanmerking van MSI’s. Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1222/2014 van de Commissie (5) legt de methodiek vast voor die aanmerking en bepaalt subcategorieën van MSI’s. Gedelegeerde Verordening nr. 1222/2014 werd gewijzigd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/539 van de Commissie (6) om rekening te houden met de herziene internationale normen voor de aanmerking van MSI’s zoals die in juli 2018 door het Bazels Comité voor bankentoezicht (BCBS) (7) zijn vastgesteld. Die herziene internationale normen, en met name het vereiste om een uniforme format te gebruiken voor de informatie over de waarden van de indicatoren die worden gehanteerd voor het vaststellen van de score van MSI’s als bedoeld in artikel 441 van Verordening (EU) nr. 575/2013, moeten worden weerspiegeld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 van de Commissie (8). |
(3) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
Bij Verordening (EU) 2019/876 is in Verordening (EU) nr. 575/2013 ook artikel 434 bis opgenomen, waarbij aan de Commissie de bevoegdheid wordt verleend om technische uitvoeringsnormen vast te stellen tot nadere bepaling van uniforme openbaarmakingsformats voor informatie die nodig is voor het beoordelen van de risicoprofielen van instellingen en de mate waarin zij voldoen aan de eisen van deel een tot en met zeven van Verordening (EU) nr. 575/2013. Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 van de Commissie werd vastgesteld op grond van dat artikel 434 bis en voert nieuwe vereisten in ter vervanging van die van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1030/2014. Daarom moet Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1030/2014 worden ingetrokken. |
(5) |
Om een naadloze overgang van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1030/2014 naar Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 te garanderen, moet de datum van toepassing van deze verordening dezelfde zijn als de datum van toepassing van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637, namelijk 28 juni 2021. Om dezelfde reden moet de datum van inwerkingtreding van deze verordening dezelfde zijn als de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, die voorafgaat aan de datum van toepassing, namelijk 28 juni 2021. |
(6) |
Het BCBS heeft in december 2019 het geconsolideerde Basel Framework gepubliceerd, met inbegrip van de geactualiseerde pijler 3-openbaarmakingsvereisten (9), die grotendeels in Verordening (EU) nr. 575/2013 zijn ingevoerd bij Verordening (EU) 2019/876. Om die wijzigingen ten uitvoer te leggen, is bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 een consistent en volledig kader voor openbaarmaking van de derde pijler vastgesteld. Wanneer MSI’s de informatie openbaar maken over de waarden van de indicatoren die worden gehanteerd om hun score te vast te stellen, moeten zij daarom gebruikmaken van een pijler 3-verslag dat in overeenstemming is met deze verordening. |
(7) |
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de Europese Bankautoriteit bij de Commissie heeft ingediend. |
(8) |
De Europese Bankautoriteit heeft openbare publieksraadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd, en heeft de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Stakeholdergroep om advies verzocht (10), |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637
In Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 wordt het volgende artikel 6 bis ingevoegd:
“Artikel 6 bis
Openbaarmaking van indicatoren voor mondiale systeemrelevantie
1. MSI’s maken de informatie openbaar over de waarden van de indicatoren die worden gehanteerd voor het vaststellen van hun score als bedoeld in artikel 441 van Verordening (EU) nr. 575/2013, door gebruik te maken van hetzelfde uniforme openbaarmakingsformat als bedoeld in artikel 434 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013, dat wordt gebruikt voor de verzameling van de indicatorwaarden door de betrokken autoriteiten zoals vastgesteld in artikel 3, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1222/2014 van de Commissie, met uitzondering van eventuele overeenkomstig dat artikel verzamelde nevengegevens en memorieposten.
2. MSI’s maken de in lid 1 bedoelde informatie openbaar in hun pijler 3-verslag aan het einde van het jaar. MSI’s maken de in lid 1 bedoelde informatie opnieuw openbaar in hun eerste pijler 3-verslag na de definitieve indiening van de waarden van de indicatoren bij de betrokken autoriteiten, indien de ingediende cijfers verschillen van de cijfers die in het pijler 3-verslag van het einde van het jaar openbaar zijn gemaakt.”.
Artikel 2
Intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 1030/2014
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1030/2014 wordt ingetrokken.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 28 juni 2021.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 22 juni 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.
(2) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot de werkzaamheden van kredietinstellingen en het prudentiële toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1030/2014 van de Commissie van 29 september 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de uniforme formats en datum voor de openbaarmaking van de waarden die worden gebruikt voor het aanwijzen van mondiaal systeemrelevante instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 30.9.2014, blz. 14)
(4) Verordening (EU) 2019/876 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de hefboomratio, de nettostabielefinancieringsratio, vereisten inzake eigen vermogen en in aanmerking komende passiva, tegenpartijkredietrisico, marktrisico, blootstellingen aan centrale tegenpartijen, blootstellingen aan instellingen voor collectieve belegging, grote blootstellingen, rapportage- en openbaarmakingsvereisten, en Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 150 van 7.6.2019, blz. 1).
(5) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1222/2014 van de Commissie van 8 oktober 2014 houdende aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de vaststelling van de methodiek voor de aanmerking van mondiaal systeemrelevante instellingen en de vaststelling van subcategorieën voor mondiaal systeemrelevante instellingen (PB L 330 van 15.11.2014, blz. 27).
(6) Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/539 van de Commissie van 11 februari 2021 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1222/2014 houdende aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de vaststelling van de methodiek voor de aanmerking van mondiaal systeemrelevante instellingen en de vaststelling van subcategorieën voor mondiaal systeemrelevante instellingen (PB L 108 van 29.3.2021, blz. 10).
(7) The Basel Framework — SCO40: Global systemically important banks.
(8) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 van de Commissie van 15 maart 2021 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot openbaarmakingen door instellingen van de informatie bedoeld in deel acht, titels II en III, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1423/2013 van de Commissie, Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1555 van de Commissie, Uitvoeringsverordening (EU) 2016/200 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2295 van de Commissie (PB L 136 van 21.4.2021, blz. 1).
(9) Bazels Comité voor bankentoezicht van de Bank voor Internationale Betalingen, DIS Disclosure requirements, december 2019.
(10) Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).