Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007D0829

    2007/829/EG: Besluit van de Raad van 5 december 2007 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen en militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd en tot intrekking van Besluit 2003/479/EG

    PB L 327 van 13/12/2007, p. 10–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 29/06/2015; opgeheven door 32015D1027

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2007/829/oj

    13.12.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 327/10


    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 5 december 2007

    betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen en militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd en tot intrekking van Besluit 2003/479/EG

    (2007/829/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 28, lid 1,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 207, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Door gedetacheerde nationale deskundigen (GND's) en gedetacheerde nationale militairen (hierna „gedetacheerde militairen” te noemen) in te schakelen zou het secretariaat-generaal van de Raad (SGR) een beroep kunnen doen op hun kennis en ervaring van hoog niveau, met name op gebieden waar een dergelijke deskundigheid niet onmiddellijk beschikbaar is.

    (2)

    Met dit besluit kan de uitwisseling van ervaringen en beroepskennis op het gebied van het Europees beleid in de diverse sectoren worden bevorderd doordat deskundigen uit de overheidsdiensten van de lidstaten of uit internationale organisaties tijdelijk aan het SGR worden verbonden.

    (3)

    De GND's dienen van overheidsdiensten van de lidstaten of van internationale organisaties afkomstig te zijn.

    (4)

    Met de in dit besluit vastgestelde rechten en verplichtingen moet worden gewaarborgd dat de GND's en de gedetacheerde militairen bij de uitvoering van hun taken uitsluitend het belang van het SGR voor ogen houden.

    (5)

    Gezien de tijdelijke aard van hun opdracht en gelet op hun bijzondere status, mogen de GND's en de gedetacheerde militairen geen handelingen verrichten die tot de publiekrechtelijke bevoegdheden van het SGR behoren, tenzij in dit besluit anders is bepaald.

    (6)

    In dit besluit moeten alle arbeidsvoorwaarden van de GND's en de gedetacheerde militairen worden vastgesteld. Het dient te worden toegepast ongeacht de oorsprong van de ter dekking van de desbetreffende uitgaven aangewende begrotingskredieten.

    (7)

    Er moet voorts worden voorzien in bijzondere bepalingen betreffende de militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd als leden van de Militaire Staf van de Europese Unie.

    (8)

    Aangezien deze regeling in de plaats komt van de bij Besluit 2003/479/EG van de Raad (1) vastgestelde regeling, dient dat besluit te worden ingetrokken, met dien verstande dat het van toepassing blijft op de bij de inwerkingtreding van het onderhavige besluit lopende detacheringen,

    BESLUIT:

    HOOFDSTUK I

    ALGEMENE BEPALINGEN

    Artikel 1

    Toepassingsgebied

    1.   Deze regeling is van toepassing op de gedetacheerde nationale deskundigen (GND's) die door de overheidsdiensten van de lidstaten bij het secretariaat-generaal van de Raad (SGR) zijn gedetacheerd. Zij geldt tevens voor deskundigen die door een internationale organisatie zijn gedetacheerd.

    2.   De onder deze regeling vallende personen blijven tijdens hun detachering in dienst van hun werkgever en worden door hem bezoldigd.

    3.   Het SGR neemt op grond van de behoeften en de beschikbare begrotingsmiddelen een besluit betreffende de aanwerving van GND's. De plaatsvervangend secretaris-generaal bepaalt de wijze waarop GND's worden aangeworven.

    4.   De GND's dienen onderdaan te zijn van een lidstaat, tenzij door de plaatsvervangend secretaris-generaal een afwijking is toegestaan; op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)/het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB) zijn afwijkingen uitgesloten. De aanwerving van GND's uit onderdanen van de lidstaten vindt plaats op basis van een zo breed mogelijke geografische spreiding. De lidstaten en het SGR werken samen om het evenwicht tussen mannen en vrouwen en het beginsel van de gelijke kansen zoveel mogelijk te verzekeren.

    5.   De detachering komt tot stand door middel van een briefwisseling tussen het directoraat-generaal Personeel en Administratie van het SGR en de permanente vertegenwoordiging van de betrokken lidstaat of, in voorkomend geval, de internationale organisatie. De standplaats moet in de briefwisseling worden vermeld. Bij de briefwisseling wordt een afschrift gevoegd van de regeling die van toepassing is op GND's bij het SGR.

    Artikel 2

    Duur van de detachering

    1.   De nationale deskundige wordt gedetacheerd voor een periode van ten minste zes maanden en ten hoogste twee jaar. De detachering kan achtereenvolgens worden verlengd, zonder dat de totale duur meer dan vier jaar bedraagt.

    2.   In afwijking van lid 1 kan de duur van de detachering van een GND ter voorbereiding van militaire of civiele operaties of om het opstarten daarvan te bestuderen, minder dan zes maanden bedragen.

    3.   De beoogde duur van de detachering wordt vastgesteld in de in artikel 1, lid 5, bedoelde briefwisseling. In geval van verlenging van de detachering wordt dezelfde procedure toegepast.

    4.   Een GND die reeds eerder bij het SGR gedetacheerd was, kan opnieuw worden gedetacheerd, onder naleving van de geldende interne voorschriften betreffende de maximumtijd die deze personeelsleden bij het SGR mogen doorbrengen, en steeds onder de volgende voorwaarden:

    a)

    de GND voldoet nog steeds aan de voor detachering vereiste voorwaarden, en

    b)

    tussen het einde van de vorige detacheringsperiode en de nieuwe detachering zijn ten minste zes jaar verlopen; indien de GND na beëindiging van de eerste detachering een andere arbeidsovereenkomst met het SGR heeft gesloten, gaat deze periode van zes jaar in bij het verstrijken van die overeenkomst. Deze bepaling belet niet dat het SGR instemt met de detachering van een GND die eerder gedurende minder dan vier jaar bij het SGR was gedetacheerd, met dien verstande dat de duur van beide detacheringen tezamen niet meer dan vier jaar mag bedragen;

    c)

    de in punt b) genoemde periode wordt verminderd tot drie jaar indien de duur van de eerste detachering minder dan zes maanden bedraagt.

    Artikel 3

    Standplaats

    De GND wordt gedetacheerd te Brussel, bij een verbindingsbureau van het SGR of in elke plaats waar de Europese Unie optreedt in het kader van een door de Raad vastgesteld besluit. De standplaats kan tijdens de detachering worden gewijzigd bij een nieuwe briefwisseling als bedoeld in artikel 1, lid 5, indien in de oorspronkelijke briefwisseling de mogelijkheid tot wijziging van de standplaats niet was opgenomen. De overheid die de GND detacheert wordt van eventuele wijzigingen van de standplaats op de hoogte gehouden.

    Artikel 4

    Taken

    1.   De GND staat de ambtenaren en tijdelijke functionarissen van het SGR bij en vervult de hem opgedragen taken.

    De uit te oefenen taken worden in onderling overleg vastgesteld tussen het SGR en de overheid die de nationale deskundige detacheert, met inachtneming van het belang van de dienst en de bekwaamheden van de kandidaat.

    2.   Een GND mag alleen aan dienstreizen of vergaderingen deelnemen:

    a)

    indien hij een ambtenaar van het SGR of een tijdelijk functionaris vergezelt, of,

    b)

    indien hij alleen is, als waarnemer of voor informatiedoeleinden.

    Behoudens bijzondere opdracht, door de directeur-generaal van de betrokken dienst verleend onder het gezag van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, mag de GND geen verbintenissen jegens derden namens het SGR aangaan.

    3.   Alleen het SGR is bevoegd om de resultaten van door een GND uitgevoerde opdrachten goed te keuren.

    4.   De betrokken diensten van het SGR, de werkgever van de GND en de GND zelf doen al het mogelijke om te vermijden dat zich in verband met de taken van de GND tijdens zijn detachering belangenconflicten voordoen, of dat dergelijke belangenconflicten ontstaan. Daartoe deelt het SGR de GND en diens werkgever tijdig mee welke taken het voornemens is de GND op te dragen en verzoekt hen beide, schriftelijk te bevestigen dat er volgens hen geen reden bestaat om deze taken niet aan de GND toe te vertrouwen. De GND wordt met name verzocht opgave te doen van ieder potentieel belangenconflict tussen zijn gezinssituatie (in het bijzonder wat betreft de beroepsbezigheden van naaste familieleden of aanzienlijke financiele belangen van de GND of die familieleden) en zijn taken tijdens de detachering.

    De werkgever en de GND verbinden zich ertoe het SGR in kennis te stellen van iedere wijziging tijdens de detachering die aanleiding kan geven tot enig belangenconflict.

    5.   Indien het SGR van mening is dat de aard van de aan de GND toevertrouwde taken bijzondere voorzorgen op veiligheidsgebied vereist, dient de GND vóór de detachering een machtiging over te leggen.

    6.   Bij niet-naleving van de bepalingen van de leden 2, 3, 4 en 7, kan het SGR de detachering van de GND overeenkomstig artikel 8, lid 2, punt c), beëindigen.

    7.   In afwijking van lid 1, eerste alinea, en lid 2, eerste alinea, kan de plaatsvervangend secretaris-generaal, op voorstel van de directeur-generaal van de dienst waarbij de GND is gedetacheerd en nadat hij zich ervan heeft vergewist dat er geen sprake is van een belangenconflict, de GND met specifieke taken belasten en hem opdragen een of meerdere specifieke missies uit te voeren.

    Artikel 5

    Rechten en plichten

    1.   Gedurende de detacheringsperiode is de GND gehouden de volgende voorschriften na te leven:

    a)

    Bij het uitoefenen van zijn taken en bij het bepalen van zijn gedrag houdt de GND uitsluitend de belangen van het SGR voor ogen.

    b)

    De GND dient zich te onthouden van iedere handeling, en in het bijzonder van iedere meningsuiting in het openbaar, die afbreuk zou kunnen doen aan de waardigheid van zijn ambt.

    c)

    Iedere GND die in de uitoefening van zijn functie bij de behandeling of de afwikkeling van een aangelegenheid waarover hij zich moet uitspreken, een zodanig persoonlijk belang heeft dat zijn onafhankelijkheid in het geding kan komen, stelt hij het hoofd van de dienst waarbij hij is aangesteld daarvan in kennis.

    d)

    Zonder machtiging, verleend onder de voorwaarden en volgens de voorschriften van het secretariaat-generaal, is het de GND niet toegestaan om alleen of in samenwerking met anderen enig geschrift waarvan het onderwerp betrekking heeft op de activiteit van de Europese Unie, openbaar te maken of openbaar te doen maken. Deze machtiging mag alleen worden geweigerd als de overwogen publicatie schadelijk kan zijn voor de belangen van de Europese Unie.

    e)

    Alle rechten die verband houden met de werkzaamheden die de GND in de uitoefening van zijn functie verricht, komen toe aan het SGR.

    f)

    De GND is verplicht in zijn standplaats te wonen of op zodanige afstand daarvan dat hij niet gehinderd wordt in de uitoefening van zijn werkzaamheden.

    g)

    De GND is verplicht zijn meerderen bij de dienst waarbij hij is gedetacheerd bij te staan en te adviseren; hij is tegenover die meerderen verantwoordelijk voor de uitvoering van de hem toevertrouwde taken.

    h)

    De GND aanvaardt bij de uitvoering van zijn functies geen instructies van zijn werkgever of van zijn nationale regering. Hij verricht evenmin werkzaamheden voor zijn werkgever, regeringen of andere personen, particuliere bedrijven of overheidsinstanties.

    2.   Tijdens en na zijn detachering is de GND verplicht tot strikte geheimhouding met betrekking tot alle feitelijke gegevens en inlichtingen die in de uitoefening van zijn taken of ter gelegenheid daarvan te zijner kennis komen. Het is hem verboden enig document of gegeven dat niet eerder openbaar is gemaakt, in welke vorm dan ook te verstrekken aan personen die niet gemachtigd zijn daarvan kennis te dragen, of ten eigen bate aan te wenden.

    3.   Na de beëindiging van de detachering blijft de GND gehouden op integere wijze en discreet te handelen bij het uitoefenen van hem toevertrouwde nieuwe taken en bij het aanvaarden van bepaalde ambten of voordelen.

    Daartoe stelt de GND het SGR drie jaar na de beëindiging van zijn detachering in kennis van de ambten of taken die hij voor zijn werkgever moet verrichten, en die kunnen leiden tot een belangenconflict in verband met de door hem tijdens de detachering verrichte taken.

    4.   De GND is onderworpen aan de bij het SGR geldende beveiligingsregelingen.

    5.   Bij niet-naleving van het bepaalde in de leden 1, 2 en 4, kan het SGR de detachering van de GND overeenkomstig artikel 8, lid 2, punt c), beëindigen.

    Artikel 6

    Niveau, beroepservaring en talenkennis

    1.   Voor detachering bij het SGR komen GND's in aanmerking die een voltijdse beroepservaring van ten minste drie jaar hebben opgedaan in een administratieve, wetenschappelijke, technische, adviserende of toezichthoudende functie waarvan het niveau overeenkomt met dat van de functiegroepen AD of AST als omschreven in het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen. Voordat de detachering plaatsvindt, verstrekt de werkgever van de GND het SGR een werkgeversverklaring voor de afgelopen twaalf maanden.

    2.   De GND moet voor de uitvoering van de hem toevertrouwde taken over een grondige kennis van een taal van de Gemeenschap en een voldoende kennis van een andere taal beschikken.

    Artikel 7

    Schorsing van de detachering

    1.   Het SGR kan schorsing van de detachering toestaan en de voorwaarden daarvoor vaststellen. Tijdens deze schorsing:

    a)

    worden de in de artikelen 15 en 16 bedoelde vergoedingen en toelagen niet uitgekeerd;

    b)

    worden de in de artikelen 18 en 19 bedoelde kosten alleen vergoed wanneer het SGR zelf om de schorsing heeft verzocht.

    2.   Het SGR stelt de werkgever van de GND in kennis van de schorsing.

    Artikel 8

    Beëindiging van de detachering

    1.   Onverminderd lid 2 kan de detachering op verzoek van het SGR of op verzoek van de werkgever van de GND worden beëindigd mits de andere partij daarvan drie maanden van tevoren in kennis is gesteld. De detachering kan ook op verzoek van de GND worden beëindigd, op voorwaarde dat het SGR daarmee instemt en de bovengenoemde opzeggingstermijn in acht wordt genomen.

    2.   In uitzonderlijke gevallen kan de detachering zonder opzeggingstermijn worden beëindigd:

    a)

    door de werkgever van de GND, indien diens wezenlijke belangen zulks vereisen;

    b)

    in onderlinge overeenstemming tussen het SGR en de werkgever, op een door de GND aan beide partijen gericht verzoek, indien essentiële persoonlijke of beroepsbelangen van de GND zulks vereisen;

    c)

    door het SGR, indien de GND de uit deze regeling voortvloeiende verplichtingen niet heeft nageleefd. De betrokkene wordt vooraf in de gelegenheid gesteld zijn verdediging te voeren.

    3.   In geval van beëindiging van de detachering krachtens lid 2, punt c), stelt het SGR de werkgever van de GND daarvan onverwijld in kennis.

    HOOFDSTUK II

    ARBEIDSVOORWAARDEN

    Artikel 9

    Sociale zekerheid

    1.   Vóór de detachering bevestigt de werkgever van de nationale deskundige aan het SGR dat de GND tijdens zijn detachering onderworpen blijft aan de wetgeving inzake sociale zekerheid die van toepassing is op de overheidsdienst of de internationale organisatie die hem aanstelt en dat de in het buitenland gemaakte kosten voor rekening van deze overheidsdienst of internationale organisatie komen.

    2.   Vanaf zijn indiensttreding is de GND verzekerd tegen ongevallen. De dag waarop hij zich bij de bevoegde dienst van het directoraat-generaal Personeel en Administratie aanmeldt om de formaliteiten in verband met de detachering te vervullen, ontvangt hij van het SGR een afschrift van de toepasselijke bepalingen.

    3.   Indien in het kader van een missie waaraan de GND uit hoofde van de artikelen 4, lid 2, en 20 deelneemt of vanwege de aan de standplaats verbonden specifieke risico's een aanvullende of specifieke verzekering nodig is, komen de daarmee verband houdende kosten voor rekening van het SGR.

    Artikel 10

    Arbeidstijden

    1.   De GND is onderworpen aan de bij het SGR geldende voorschriften inzake werktijden. Deze voorschriften kunnen door de plaatsvervangend secretaris-generaal in het belang van de dienst worden gewijzigd.

    2.   De GND werkt gedurende de hele detacheringsperiode op basis van een volledige werktijd. Wanneer een directoraat-generaal daartoe een naar behoren gemotiveerd verzoek indient, kan de directeur-generaal Personeel en Administratie een GND toestemming verlenen om deeltijds te werken, mits zijn werkgever daarmee instemt, en voor zover dit met de belangen van het SGR verenigbaar is.

    3.   Wanneer een GND toestemming heeft gekregen om deeltijds te werken, moet hij ten minste de helft van de normale arbeidstijd werken.

    4.   De bij het SGR geldende vergoedingen in het kader van een continu-, ploegen- of wachtdienst kunnen aan GND's worden toegekend.

    Artikel 11

    Afwezigheid wegens ziekte of ongeval

    1.   In geval van afwezigheid wegens ziekte of ongeval stelt de GND zijn directe chef daarvan zo spoedig mogelijk in kennis, met vermelding van het adres waar hij verblijft. Duurt de afwezigheid langer dan drie dagen, dan moet hij een medisch attest indienen en kan hij aan een door het SGR georganiseerde medische controle worden onderworpen.

    2.   Wanneer deze afwezigheid wegens ziekte of ongeval van telkens ten hoogste drie dagen over een tijdvak van twaalf maanden een totaal van twaalf dagen overschrijdt, dient de GND een medisch attest over te leggen voor elke nieuwe afwezigheid wegens ziekte.

    3.   Als de afwezigheid wegens ziekte langer duurt dan een maand of dan de door de GND reeds volbrachte diensttijd, worden de in artikel 15, de leden 1 en 2, bedoelde vergoeding en toelagen geschorst. Deze bepaling geldt niet wanneer de ziekte verband houdt met een zwangerschap. Het ziekteverlof mag niet langer duren dan de periode van detachering van de betrokkene.

    4.   Wanneer de GND evenwel tijdens de detacheringsperiode door een arbeidsongeval wordt getroffen, blijft hij gedurende de hele periode van arbeidsongeschiktheid en zolang de detacheringsperiode niet is verstreken, de volledige in de leden 1 en 2 van artikel 15 bedoelde vergoeding en toelage ontvangen.

    Artikel 12

    Vakantieverlof, buitengewoon verlof en feestdagen

    1.   De GND heeft recht op een vakantieverlof van twee en een halve werkdag per volle dienstmaand (30 dagen per kalenderjaar).

    2.   Een verlof moet vooraf worden goedgekeurd door de dienst waarbij de GND is aangesteld.

    3.   Op grond van een met redenen omkleed verzoek kan aan de GND in de onderstaande gevallen buitengewoon verlof worden toegekend:

    huwelijk van de GND: twee dagen;

    ernstige ziekte van de echtgenoot: ten hoogste drie dagen per jaar;

    overlijden van de echtgenoot: vier dagen;

    ernstige ziekte van een bloedverwant in opgaande lijn: ten hoogste twee dagen per jaar;

    overlijden van een bloedverwant in opgaande lijn: twee dagen;

    geboorte van een kind: tien dagen, op te nemen in de maand die volgt op de geboorte;

    ernstige ziekte van een kind: ten hoogste twee dagen per jaar;

    verhuizing met het oog op indiensttreding: tot twee dagen;

    overlijden van een kind: vier dagen.

    Op een naar behoren gemotiveerd verzoek van de betrokkene kunnen per periode van twaalf maanden twee extra dagen buitengewoon verlof worden toegekend.

    4.   Op een naar behoren gemotiveerd verzoek van de werkgever van de GND kan door het SGR buitengewoon verlof worden toegekend van ten hoogste twee dagen per periode van twaalf maanden; verzoeken in die zin worden per geval onderzocht.

    5.   Bij deeltijdarbeid wordt de duur van het jaarlijkse verlof dienovereenkomstig verminderd.

    6.   Vakantieverlofdagen die bij het verstrijken van de detacheringsperiode niet zijn opgenomen, worden niet vergoed.

    7.   Lid 3 is niet van toepassing op een GND wiens duur van detachering minder dan zes maanden bedraagt. Aan een GND wiens duur van detachering minder dan zes maanden bedraagt kan evenwel, op grond van een met redenen omkleed verzoek zijnerzijds, bijzonder verlof worden toegekend bij besluit van de directeur-generaal van de dienst waarbij hij is aangesteld. Dit bijzonder verlof bedraagt ten hoogste drie dagen voor de gehele duur van de detachering. Voorafgaand aan de toekenning van het verlof raadpleegt de bovengenoemde verantwoordelijke de directeur generaal van de dienst Personeel en Administratie.

    Artikel 13

    Moederschapsverlof

    1.   In geval van moederschap heeft de GND recht op een moederschapsverlof van twintig weken; tijdens deze periode blijft zij de in artikel 15 bedoelde vergoedingen en toelagen ontvangen. Dat verlof gaat ten vroegste in zes weken vóór de in het attest aangegeven vermoedelijke datum van de bevalling, en eindigt ten vroegste veertien weken na de datum van de bevalling. In geval van geboorte van een meerling, voortijdige bevalling of geboorte van een kind met een handicap, wordt een verlof van vierentwintig weken toegekend. In de zin van dit artikel wordt onder voortijdige bevalling een bevalling verstaan die vóór het einde van de 34e week van de zwangerschap plaatsvindt.

    2.   Wanneer de GND op grond van de voor haar werkgever geldende nationale wetgeving recht heeft op een langer moederschapsverlof, wordt de detachering gedurende de tijd waarmee deze periode het door het SGR toegekende moederschapsverlof overschrijdt, geschorst. In dat geval wordt de schorsingsperiode aan de duur van de detachering toegevoegd als het belang van het SGR zulks rechtvaardigt.

    3.   De GND kan ook verzoeken de detachering te schorsen gedurende de gehele periode van het moederschapsverlof. In dat geval wordt de schorsingsperiode aan de duur van de detachering toegevoegd als het belang van het SGR zulks rechtvaardigt.

    Artikel 14

    Beheer en controle

    Het beheer van en de controle op verlof worden toevertrouwd aan de administratie van het SGR. Het directoraat-generaal of de dienst waarbij de GND is aangesteld, is belast met de controle op arbeidstijden en afwezigheid.

    HOOFDSTUK III

    VERGOEDINGEN EN KOSTEN

    Artikel 15

    Vergoedingen en toelagen

    1.   De GND heeft gedurende de gehele periode van zijn detachering recht op een dagvergoeding. Als de afstand tussen de plaats van herkomst en de standplaats 150 km of minder bedraagt, ontvangt hij een dagvergoeding van 29,44 EUR; is deze afstand meer dan 150 km, dan bedraagt de dagvergoeding 117,74 EUR.

    2.   Als de GND noch van het SGR noch van zijn werkgever een vergoeding van zijn verhuiskosten heeft ontvangen, wordt hem bovendien een maandelijkse toelage toegekend volgens de onderstaande tabel:

    Afstand tussen de plaats van herkomst en de standplaats (in km)

    Bedrag in euro

    0-150

    0

    > 150

    75,68

    > 300

    134,54

    > 500

    218,65

    > 800

    353,20

    > 1 300

    555,03

    > 2 000

    664,37

    Deze toelage wordt iedere maand aan het einde van de maand betaald. Zij wordt in voorkomend geval uitgekeerd tot op het eind van de maand waarin de GND is verhuisd overeenkomstig artikel 19, lid 1.

    3.   De dagvergoeding en de maandelijkse toelage worden doorbetaald tijdens perioden van dienstreizen, vakantieverlof, moederschapsverlof, buitengewoon verlof en door het SGR toegekende vrije dagen.

    4.   Bij zijn indiensttreding ontvangt de GND bij wijze van voorschot een bedrag, gelijk aan de dagvergoeding voor 75 dagen. Door deze betaling vervalt elk recht op nieuwe dagvergoedingen voor de overeenkomstige periode. Wanneer de GND zijn dienst bij het SGR definitief beëindigt vóór het verstrijken van de periode waarvan is uitgegaan voor de berekening van het voorschot, wordt het gedeelte van dat voorschot dat overeenkomt met het resterende aantal dagen teruggevorderd.

    5.   In de in lid 5 van artikel 1 bedoelde briefwisseling wordt het SGR in kennis gesteld van alle soortgelijke baten als bedoeld in de leden 1, 2, 7 en 8 die de GND uit andere bron ontvangt. Deze bedragen worden in mindering gebracht op de overeenkomstige vergoedingen die door het SGR worden toegekend.

    6.   De dagvergoeding en de maandelijkse toelage worden eenmaal per jaar en zonder terugwerkende kracht aangepast aan de ontwikkeling van de basissalarissen van de ambtenaren van de Gemeenschap in Brussel en Luxemburg.

    7.   Voor een GND bij een verbindingsbureau van het SGR of op elke plaats waar de Unie optreedt in het kader van een door de Raad vastgesteld besluit, kunnen de in de leden 1 en 2 genoemde vergoedingen bij een met redenen omkleed besluit van de directeur-generaal Personeel en Administratie door een huisvestingsvergoeding worden vervangen, wanneer de omstandigheden in verband met de huisvestingskosten in de standplaats zulks rechtvaardigen.

    8.   Indien de standplaats zich buiten de EU bevindt, kan, afhankelijk van de standplaats, bij een met redenen omkleed besluit van de directeur-generaal Personeel en Administratie een bijzondere vergoeding worden toegekend om rekening te houden met de kosten van het levensonderhoud of de bijzonder moeilijke levensomstandigheden. Deze vergoeding wordt maandelijks uitgekeerd en bedraagt tussen 10 en 15 % van het basissalaris van een ambtenaar in rang AD 6 of AST 4, salaristrap 1, naar gelang van de functiegroep waarmee de GND wordt gelijkgesteld.

    Artikel 16

    Aanvullende vaste toelage

    1.   Behalve wanneer de plaats van herkomst van de GND op niet meer dan 150 km van de standplaats gelegen is, kan de GND in aanmerking komen voor toekenning van een aanvullende vaste toelage, die gelijk is aan het verschil tussen enerzijds de jaarlijkse brutobezoldiging (exclusief gezinstoelagen) die hij van zijn werkgever ontvangt, vermeerderd met de in voorkomend geval uit hoofde van artikel 15 door het SGR betaalde vergoedingen, en anderzijds het basissalaris van een ambtenaar in rang AD 6 of AST 4, salaristrap 1, naar gelang van de functiegroep waarmee de GND wordt gelijkgesteld.

    2.   Deze toelage wordt eenmaal per jaar en zonder terugwerkende kracht aangepast aan de ontwikkeling van de basissalarissen van de ambtenaren van de Gemeenschap.

    Artikel 17

    Plaats van rekrutering, standplaats, plaats van herkomst en plaats van terugkeer

    1.   Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

    plaats van rekrutering: de plaats waar de GND onmiddellijk vóór zijn detachering zijn werkzaamheden voor zijn werkgever uitoefende;

    standplaats: de plaats waar de dienst of het bureau van het SGR is gevestigd waarbij de GND is aangesteld of de plaats waar de GND zijn functie uitoefent in het kader van een door de Raad vastgesteld besluit;

    plaats van herkomst: de plaats waar de zetel van zijn werkgever is gevestigd;

    plaats van terugkeer: de plaats waar de GND na zijn detachering zijn hoofdwerkzaamheden zal uitoefenen.

    2.   Indien de plaats van rekrutering of de plaats van terugkeer is gelegen buiten het grondgebied van de Europese Unie of in een andere lidstaat dan die van de zetel van de werkgever van de GND, of indien de GND na zijn detachering geen beroepsbezigheden meer uitoefent, wordt de plaats van herkomst aangemerkt als plaats van rekrutering of plaats van terugkeer, al naar gelang van het geval.

    De plaats van rekrutering, de standplaats(en) en de plaats van herkomst worden vastgesteld in de in artikel 1, lid 5, bedoelde briefwisseling. De plaats van terugkeer wordt vastgesteld op grond van een verklaring van de werkgever van de GND.

    3.   De omstandigheden die verband houden met werkzaamheden die de GND voor een andere staat dan de staat van de standplaats of voor een internationale organisatie heeft verricht, worden voor de toepassing van dit artikel niet in aanmerking genomen.

    Artikel 18

    Reiskosten

    1.   Een GND wiens plaats van rekrutering op meer dan 150 km van zijn standplaats is gelegen, heeft bij aanvang van de detachering recht op vergoeding van de kosten:

    a)

    voor zichzelf;

    b)

    voor de echtgenoot en de ten laste komende kinderen, op voorwaarde dat zij met de GND samenwonen en de verhuiskosten door het SGR worden vergoed.

    2.   Behalve wanneer per vliegtuig wordt gereisd, wordt de vergoeding forfaitair vastgesteld. Het bedrag ervan is beperkt tot de prijs van de treinreis in tweede klasse, zonder supplement. Dit geldt ook voor reizen per auto. Indien het reistraject per spoor langer dan 500 km is of de gebruikelijke reisroute een traject over zee omvat, kan de vergoeding voor vliegtuigreizen ten hoogste de prijs van een vliegbiljet tegen gereduceerd tarief (PEX of APEX) bedragen en moeten de biljetten en instapkaarten worden overgelegd.

    3.   Bij beëindiging van de detachering heeft de GND voor zichzelf en, in voorkomend geval, voor de in lid 1, onder b), bedoelde personen, recht op vergoeding van de reiskosten naar de plaats van terugkeer, binnen de bovengenoemde grenzen. De vergoeding van die reiskosten mag niet meer bedragen dan het bedrag waarop de GND recht zou hebben indien hij naar zijn plaats van rekrutering zou terugkeren.

    4.   Wanneer de GND is verhuisd van zijn plaats van rekrutering naar zijn standplaats, heeft hij jaarlijks voor zichzelf, zijn echtgenoot en de kinderen te zijnen laste recht op een forfaitaire vergoeding ten belope van de prijs van een retourreis van zijn standplaats naar de plaats van herkomst, op basis van de in het SGR geldende voorschriften.

    Artikel 19

    Verhuiskosten

    1.   De GND kan na voorafgaande goedkeuring door het SGR zijn inboedel en zijn persoonlijke bezittingen van de plaats van rekrutering naar de standplaats verhuizen op kosten van het SGR, overeenkomstig de voor het SGR geldende voorschriften inzake de vergoeding van verhuiskosten en voorzover aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a)

    de aanvankelijke detacheringsperiode bedraagt twee jaar;

    b)

    de plaats van rekrutering van de GND is ten minste 100 km van de standplaats gelegen;

    c)

    de verhuizing vindt uiterlijk zes maanden na de aanvang van de detachering plaats;

    d)

    de goedkeuring is uiterlijk twee maanden voor de geplande verhuisdatum aangevraagd;

    e)

    de verhuiskosten worden niet door de werkgever vergoed;

    f)

    de GND doet het SGR de oorspronkelijke prijsopgaven, ontvangstbewijzen en facturen geworden, alsmede een verklaring van de werkgever waaruit blijkt dat de verhuiskosten niet door hem worden vergoed.

    2.   Onverminderd lid 3, heeft de GND aan wie de kosten van de verhuizing naar de standplaats zijn vergoed, na voorafgaande goedkeuring, bij de beëindiging van de detachering recht op vergoeding van de verhuiskosten van de standplaats naar de plaats van terugkeer, overeenkomstig de geldende bepalingen inzake de vergoeding van verhuiskosten, voor zover aan de in lid 1, onder d) en e), vermelde voorwaarden alsmede aan de onderstaande voorwaarden is voldaan:

    a)

    de verhuizing vindt niet eerder dan zes maanden vóór de beëindiging van de detacheringsperiode plaats;

    b)

    de verhuizing is uiterlijk zes maanden na de beëindiging van de detacheringsperiode voltooid;

    c)

    de bij de beëindiging van de detachering door het SGR uitgekeerde verhuiskosten bedragen niet meer dan de verhuiskosten waarop hij recht zou hebben indien hij naar zijn plaats van rekrutering zou terugkeren;

    d)

    de GND heeft het SGR de oorspronkelijke prijsopgaven, ontvangstbewijzen en facturen toegezonden, alsmede een verklaring van de werkgever waaruit blijkt dat de verhuiskosten noch geheel noch gedeeltelijk door hem worden vergoed.

    3.   Wanneer de detachering op verzoek van de GND of van diens werkgever binnen twee jaar na de aanvang ervan wordt beëindigd, heeft de GND geen recht op vergoeding van de verhuiskosten van de standplaats naar de woonplaats bij beëindiging van de detachering.

    Artikel 20

    Dienstreizen en vergoeding van kosten van dienstreizen

    1.   De GND kan met inachtneming van artikel 4 op dienstreis worden gezonden.

    2.   Kosten van dienstreizen worden vergoed overeenkomstig de voorwaarden die bij het SGR gelden.

    Artikel 21

    Opleiding

    De GND kan aan door het SGR georganiseerde opleidingscursussen deelnemen, indien het belang van het SGR dat rechtvaardigt. Bij het nemen van een besluit betreffende de toelating van een GND tot een opleidingscursus, dient het billijke belang van de betrokkene, met name gelet op de ontwikkeling van zijn loopbaan, na de detachering in aanmerking te worden genomen.

    Artikel 22

    Administratieve bepalingen

    1.   De GND moet zich de eerste dag van zijn detachering bij de bevoegde dienst van het directoraat-generaal Personeel en Administratie aanmelden om de nodige administratieve formaliteiten te vervullen. Indiensttreding vindt steeds plaats op de eerste of de zestiende dag van de maand.

    2.   De GND die bij een verbindingsbureau van het SGR werkt, meldt zich aan bij de bevoegde dienst van het SGR in zijn standplaats.

    3.   De betalingen worden door de bevoegde dienst van het SGR in euro verricht op een bankrekening bij een bankinstelling in Brussel. Indien de GND niet in Brussel is gedetacheerd kunnen de betalingen in euro worden verricht op een bankrekening bij een bankinstelling in Brussel of in de plaats van herkomst van de GND. De huisvestingsvergoeding kan in een andere munt worden betaald op een bankrekening bij een bankinstelling in de standplaats.

    HOOFDSTUK IV

    KOSTELOOS EN KORTSTONDIG GEDETACHEERDE NATIONALE DESKUNDIGEN

    Artikel 23

    Kosteloze en kortstondige GND

    1.   Voor de toepassing van dit besluit wordt onder een kosteloze en kortstondige GND (GND-KK) verstaan een hooggespecialiseerde GND die voor een periode van ten hoogste drie maanden is gedetacheerd voor het verrichten van zeer specifieke taken. De detachering brengt voor de Raad geen enkele betaling van vergoedingen met zich mee, met uitzondering van, in voorkomend geval, de vergoedingen bedoeld in artikel 28, onverminderd een andersluidende overeenkomst tussen het SGR en de overheid die de GND-KK detacheert.

    2.   De GND-KK kan slechts in uitzonderlijke gevallen, met instemming van de plaatsvervangend secretaris-generaal, worden gedetacheerd. De detachering van een GND-KK is uitsluitend bedoeld voor het verrichten van taken die op korte termijn bezwaarlijk door het SGR kunnen worden uitgevoerd. Dit geldt voor:

    verkenningsmissies;

    planning en evaluatie van specifieke crisisbeheersingsoperaties;

    deelneming aan specifieke crisisbeheersingsoefeningen.

    3.   Onder voorbehoud van de artikelen 23 tot en met 28 is de in de artikelen 1 tot en met 14 en 20, 21 en 22, opgenomen regeling eveneens van toepassing op GND-KK's.

    4.   Onverminderd artikel 5 dient uit het gedrag van de GND-KK steeds te blijken dat hij bij de Raad is gedetacheerd; het gedrag dient steeds in overeenstemming te zijn met de waardigheid van het ambt.

    Artikel 24

    Duur van de detachering

    1.   De in artikel 23, lid 1, genoemde periode kan één keer met ten hoogste drie maanden worden verlengd.

    2.   Een GND-KK die reeds eerder bij het SGR gedetacheerd was, kan opnieuw worden gedetacheerd, onder naleving van de bij dit besluit vastgestelde regels, en steeds onder de volgende voorwaarden:

    tussen het einde van de vorige detacheringsperiode en de nieuwe detachering is ten minste één jaar verlopen indien de GND-KK gedetacheerd wordt overeenkomstig de regeling van dit hoofdstuk;

    tussen het einde van de vorige detacheringsperiode en de nieuwe detachering zijn ten minste drie jaar verlopen, indien de GND-KK gedetacheerd wordt overeenkomstig de regeling van artikel 1.

    3.   De in lid 2, eerste streepje, genoemde periode kan in uitzonderlijke gevallen bij besluit van de plaatsvervangend secretaris-generaal worden ingekort.

    Artikel 25

    Toepassingsgebied

    1.   De in artikel 1, lid 5, genoemde briefwisseling bevat de naam van de verantwoordelijke van het directoraat-generaal, het directoraat, de eenheid, de missie of de oefening waarbij de GND-KK zal worden gedetacheerd, alsmede een gedetailleerde beschrijving van de door de GND-KK te verrichten taken.

    2.   Voor de concrete taken waarmee hij wordt belast ontvangt de GND-KK zijn instructies van de in lid 1 bedoelde verantwoordelijke.

    Artikel 26

    Verzekering

    Onverminderd artikel 28 en in afwijking van artikel 9, lid 2, is de GND-KK niet door het SGR verzekerd tegen ongevallen.

    Artikel 27

    Arbeidsvoorwaarden

    1.   In afwijking van artikel 10, lid 1, dient de GND-KK de voorschriften inzake werktijden te respecteren die gelden in de standplaats. Deze voorschriften kunnen door de verantwoordelijke van de dienst, de missie of de oefening waarbij de GND-KK gedetacheerd is, in het belang van de dienst worden gewijzigd.

    2.   In afwijking van artikel 10, lid 2, tweede zin, werkt de GND-KK gedurende zijn detachering alleen voltijds.

    3.   Artikel 10, lid 4, is niet van toepassing op de GND-KK.

    4.   Het beheer, en de controle op aanwezigheid en verlof, van de GND-KK worden uitgevoerd door de in artikel 25, lid 2, bedoelde verantwoordelijke.

    5.   De leden 3, 4 en 7 van artikel 12 zijn niet van toepassing op de GND-KK. De directeur-generaal van de dienst waarbij hij is gedetacheerd kan hem echter op een gemotiveerd verzoek zijnerzijds een bijzonder verlof toekennen. Dit bijzonder verlof bedraagt ten hoogste drie dagen gedurende de gehele detacheringsperiode. Alvorens het bijzonder verlof toe te kennen moet genoemde verantwoordelijke de directeur-generaal Personeel en Administratie raadplegen.

    Artikel 28

    Missies

    1.   Een GND-KK die deelneemt aan missies buiten zijn standplaats wordt vergoed volgens de regels die gelden voor de vergoeding van missies voor ambtenaren, tenzij tussen het SGR en de overheid die de GND-KK detacheert anders is overeengekomen.

    2.   Indien het SGR in het kader van een missie een bijzondere aanvullende verzekering tegen hoge risico's afsluit voor ambtenaren, geldt dit voordeel eveneens voor de GND-KK die aan dezelfde missie deelneemt.

    3.   De GND-KK die deelneemt aan een missie buiten het grondgebied van de EU is onderworpen aan de beveiligingsregelingen die bij het SGR in het kader van die missies gelden.

    HOOFDSTUK V

    TOEPASSING VAN DE REGELING OP GEDETACHEERDE NATIONALE MILITAIREN

    Artikel 29

    Regeling voor gedetacheerde militairen

    Onder voorbehoud van de artikelen 30 tot en met 42 is de in de vorige hoofdstukken opgenomen regeling eveneens van toepassing op militairen die overeenkomstig Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie, bij het SGR zijn gedetacheerd (2).

    Artikel 30

    Voorwaarden

    Gedetacheerde militairen dienen tijdens hun detachering in bezoldigde dienst te zijn van een strijdmacht van een lidstaat. Zij dienen onderdaan te zijn van een lidstaat.

    Artikel 31

    Aanwerving

    In afwijking van artikel 1, lid 3, tweede zin, bepaalt de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger de wijze waarop gedetacheerde militairen worden aangeworven.

    Artikel 32

    Briefwisseling

    Voor de toepassing van artikel 1, lid 5, vindt de briefwisseling plaats tussen de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en de permanente vertegenwoordiging van de betrokken lidstaat. In deze briefwisseling dient tevens melding te worden gemaakt van de beperkingen waaraan de deelneming van de GND-KL aan missies in voorkomend geval is gebonden.

    Artikel 33

    Duur van de detachering

    1.   In afwijking van artikel 2, lid 1, kan de duur van de detachering niet minder dan zes maanden en niet meer dan drie jaar belopen; de detachering kan meerdere malen worden verlengd tot ten hoogste vier jaar.

    2.   In afwijking van artikel 2, lid 4, onder b), moet, behoudens uitzonderingsgevallen, tussen het einde van de vorige detachering en een nieuwe detachering een periode van ten minste drie jaar zijn verlopen, indien de omstandigheden zulks rechtvaardigen en met instemming van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger.

    Artikel 34

    Taken

    In afwijking van artikel 4, lid 1, voeren gedetacheerde militairen, op gezag van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, de opdrachten en de taken uit en vervullen zij de functies die hun overeenkomstig de bijlage bij Besluit 2001/80/GBVB zijn toegewezen.

    Artikel 35

    Verplichtingen jegens derden

    In afwijking van artikel 4, lid 2, tweede alinea, kan een gedetacheerde militair het SGR niet binden ten opzichte van derden tenzij hem, op gezag van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, andersluidende speciale instructies worden gegeven.

    Artikel 36

    Veiligheidsmachtiging

    In afwijking van artikel 4, lid 5, moet in de in artikel 1, lid 5, bedoelde briefwisseling het passende veiligheidsniveau, dat niet lager mag zijn dan SECRET, worden aangegeven waarop een gedetacheerde militair gemachtigd dient te zijn.

    Artikel 37

    Beroepservaring

    In afwijking van artikel 6, lid 1, kan een militair die scheppende werkzaamheden of studies verricht en aantoont over een hoog niveau van bekwaamheid voor de uit te voeren taken te beschikken, worden gedetacheerd bij het SGR.

    Artikel 38

    Schorsing en beëindiging van de detachering

    1.   Voor de toepassing van artikel 7, lid 1, op de gedetacheerde militair wordt toestemming verleend door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger.

    2.   In afwijking van artikel 8, lid 2, kan de detachering zonder opzeggingstermijn worden beëindigd indien de belangen van het secretariaat-generaal of van de nationale overheidsdienst waaronder een gedetacheerde militair ressorteert, zulks vereisen of om een andere gegronde reden.

    Artikel 39

    Ernstige nalatigheid

    1.   Een detachering kan zonder opzeggingstermijn worden beëindigd, indien een gedetacheerde militair opzettelijk of uit nalatigheid ernstig tekortschiet in zijn verplichtingen. In afwijking van artikel 8, lid 2, punt c), wordt het besluit genomen door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld zijn verdediging te voeren. Alvorens de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger zijn besluit neemt, brengt hij de permanente vertegenwoordiger van de lidstaat waarvan de betrokken gedetacheerde militair onderdaan is, hiervan op de hoogte. Het besluit heeft tot gevolg dat de in de artikelen 18 en 19 bedoelde vergoedingen niet worden toegekend.

    Alvorens het in de eerste alinea bedoelde besluit wordt genomen, kan een gedetacheerde militair worden geschorst indien de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger hem een ernstige tekortkoming ten laste legt, nadat de betrokkene in staat is gesteld zijn verdediging te voeren. Gedurende deze schorsing, die maximaal drie maanden mag duren, worden de in de artikelen 15 en 16 bedoelde vergoedingen niet uitgekeerd.

    2.   De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger stelt de nationale autoriteiten in kennis van elke inbreuk van een gedetacheerde militair op de in dit besluit vastgestelde regeling of de in dit besluit bedoelde voorschriften.

    3.   Een gedetacheerde militair blijft onderworpen aan de eigen nationale tuchtregels.

    Artikel 40

    Werktijden

    De tweede zin van artikel 10, lid 2, geldt niet voor een gedetacheerde militair.

    Artikel 41

    Buitengewoon verlof

    In afwijking van artikel 12, lid 4, kan het SGR op een met redenen omkleed verzoek van de werkgever een aanvullend onbezoldigd buitengewoon verlof toestaan met het oog op een opleiding door de werkgever.

    Artikel 42

    Vergoedingen en toelagen

    In afwijking van artikel 15, lid 1, en artikel 16 kan in de in artikel 1, lid 5, bedoelde briefwisseling worden bepaald dat de in die bepalingen vermelde vergoedingen en toelagen niet worden uitgekeerd.

    HOOFDSTUK VI

    SLOTBEPALINGEN

    Artikel 43

    Intrekking

    Besluit 2003/479/EG van de Raad wordt ingetrokken. Het blijft evenwel van toepassing op alle bij de inwerkingtreding van onderhavig besluit lopende detacheringen, onverminderd artikel 44.

    Artikel 44

    Van kracht worden

    Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Het is op elke nieuwe detachering of verlenging van detachering van toepassing vanaf de eerste dag van de maand volgende op die waarin het van kracht wordt.

    Gedaan te Brussel, 5 december 2007.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J. VIEIRA DA SILVA


    (1)  PB L 160 van 28.6.2003, blz. 72. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2007/456/EG (PB L 173 van 3.7.2007, blz. 27).

    (2)  PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7. Besluit gewijzigd bij Besluit 2005/395/GBVB (PB L 132 van 26.5.2005, blz. 17).


    Top