Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31980R0332

    Verordening (EEG) nr. 332/80 van de Commissie van 13 februari 1980 houdende achtste wijziging van Verordening (EEG) nr. 1528/78 houdende uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor gedroogde voedergewassen

    PB L 37 van 14/02/1980, p. 11–11 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/04/1995

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1980/332/oj

    31980R0332

    Verordening (EEG) nr. 332/80 van de Commissie van 13 februari 1980 houdende achtste wijziging van Verordening (EEG) nr. 1528/78 houdende uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor gedroogde voedergewassen

    Publicatieblad Nr. L 037 van 14/02/1980 blz. 0011 - 0011
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 11 blz. 0200
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 27 blz. 0219
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 11 blz. 0200
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 17 blz. 0111
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 17 blz. 0111


    VERORDENING (EEG) Nr. 332/80 VAN DE COMMISSIE van 13 februari 1980 houdende achtste wijziging van Verordening (EEG) nr. 1528/78 houdende uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor gedroogde voedergewassen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 1117/78 van de Raad van 22 mei 1978 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2285/79 (2), inzonderheid op artikel 6, lid 3,

    Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 1528/78 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2329/79 (4), de wijze is bepaald waarop de steun voor gedroogde voedergewassen wordt uitbetaald;

    Overwegende dat, om de uitvoering van de steunregeling te vergemakkelijken, bepaald dient te worden dat de betrokken steunbedragen worden voorgeschoten, mits een waarborg wordt gesteld die wordt vrijgegeven, zodra het recht op steun wordt erkend ; dat het evenwel dienstig is, ten einde te kunnen nagaan of deze maatregel goed loopt, haar periode van toepassing te beperken;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor gedroogde voedergewassen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 1528/78 wordt gelezen:

    "Artikel 13

    1. De Lid-Staat maakt het steunbedrag over binnen 150 dagen volgende op de dag van indiening van de betrokken aanvraag.

    2. Het steunbedrag wordt evenwel voorgeschoten, wanneer de belanghebbende tegelijk met de steunaanvraag een bewijs indient, waaruit blijkt dat een met het steunbedrag overeenkomende waarborg is gesteld.

    3. De waarborg wordt gesteld in de vorm van een garantie van een instelling die voldoet aan de criteria welke zijn vastgesteld door de Lid-Staat waar de steunaanvraag wordt ingediend.

    4. De waarborg wordt vrijgegeven, zodra de bevoegde instantie van de Lid-Staat voor de in de aanvraag opgegeven hoeveelheden het recht op steun heeft erkend. Indien het recht op steun niet wordt erkend voor de in de aanvraag opgegeven hoeveelheden of voor een deel daarvan, wordt de waarborg verbeurd naar rata van de hoeveelheden waarvoor de voorwaarden die recht geven op de steun, niet zijn nagekomen.".

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op 1 maart 1980.

    De bepalingen van artikel 1 die betrekking hebben op artikel 13, leden 2, 3 en 4, van Verordening (EEG) nr. 1528/78 zijn slechts toepasselijk op steunaanvragen die uiterlijk op 28 februari 1981 zijn ingediend.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 13 februari 1980.

    Voor de Commissie

    Finn GUNDELACH

    Vice-Voorzitter (1)PB nr. L 142 van 30.5.1978, blz. 1. (2)PB nr. L 263 van 19.10.1979, blz. 1. (3)PB nr. L 179 van 1.7.1978, blz. 10. (4)PB nr. L 265 van 23.10.1979, blz. 5.

    Top