This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31975L0106
Council Directive 75/106/EEC of 19 December 1974 on the approximation of the laws of the Member States relating to the making-up by volume of certain prepackaged liquids
Richtlijn 75/106/EEG van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud
Richtlijn 75/106/EEG van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud
PB L 42 van 15/02/1975, p. 1–13
(DA, DE, EN, FR, IT, NL) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)
No longer in force, Date of end of validity: 10/04/2009; opgeheven door 32007L0045
Richtlijn 75/106/EEG van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud
Publicatieblad Nr. L 042 van 15/02/1975 blz. 0001 - 0013
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 1 blz. 0201
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 3 blz. 0032
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 1 blz. 0201
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0054
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0054
++++ RICHTLIJN VAN DE RAAD van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud ( 75/106/EEG ) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 , Gezien het voorstel van de Commissie , Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) , Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) , Overwegende dat in de meeste Lid-Staten de voorwaarden waaraan in tevoren gereedgemaakte en gesloten verpakkingen ten verkoop aangeboden vloeistoffen moeten voldoen , zijn geregeld in een aantal dwingende voorschriften die van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillen en derhalve een belemmering vormen voor de handel in deze voorverpakkingen ; dat deze bepalingen derhalve onderling dienen te worden aangepast ; Overwegende dat ten behoeve van een juiste voorlichting van de consumenten dient te worden aangegeven op welke wijze de aanduidingen betreffende het nominale volume van de vloeistof die zich in de voorverpakking bevindt , op deze verpakking moet worden aangebracht ; Overwegende dat het tevens noodzakelijk is de op de inhoud der voorverpakkingen maximaal toelaatbare fouten aan te geven en dat ter vergemakkelijking van de controle of de voorverpakkingen in overeenstemming zijn met genoemde bepalingen , voor deze controle een referentiemethode dient te worden vastgesteld ; Overwegende dat voor een bepaald produkt het aantal verschillende te dicht bij elkaar liggende volumina zoveel mogelijk dient te worden beperkt , omdat het risico bestaat dat de consument wordt misleid ; dat evenwel deze beperking slechts geleidelijk tot stand kan komen , gezien de zeer grote voorraden voorverpakkingen in de Gemeenschap ; Overwegende dat in artikel 16 van Richtlijn nr . 71/316/EEG van de Raad van 26 juli 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding ( 4 ) , wordt bepaald dat bijzondere richtlijnen de harmonisatie ten doel kunnen hebben van de voorschriften volgens welke sommige produkten worden verhandeld , met name wat het vaststellen , het meten en het merken van vooraf voor de verkoop gereedgemaakte hoeveelheden betreft ; Overwegende dat voor sommige Lid-Staten een spoedige wijziging van het in hun nationale wetgeving vastgelegde beginsel met betrekking tot het vullen en het organiseren van de nieuwe controlemethoden , alsook het veranderen van meeteenhedenstelsel moeilijkheden opleveren ; dat derhalve voor deze Lid-Staten in een overgangsperiode dient te worden voorzien , die evenwel geen bijkomende belemmering voor de intracommunautaire handel in de bedoelde produkten mag vormen en die de tenuitvoerlegging van de bepalingen van de richtlijn in de overige Lid-Staten niet in gevaar mag brengen , HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD : Artikel 1 Deze richtlijn heeft betrekking op voorverpakkingen die de in de bijlage III genoemde vloeibare produkten bevatten , welke met het oog op de verkoop naar volume zijn gemeten in eenheden van niet minder dan 0,05 liter doch niet meer dan 5 liter . Artikel 2 1 . Onder voorverpakking in de zin van deze richtlijn wordt verstaan het geheel van het produkt en de individuele verpakking waarin het is voorverpakt . 2 . Een produkt is voorverpakt indien het in afwezigheid van de koper in een verpakking , van welke aard dan ook , is verpakt op een zodanige wijze dat de hoeveelheid van het produkt die in de verpakking aanwezig is , een vooraf gekozen waarde heeft en niet kan worden gewijzigd zonder de verpakking te veranderen . Artikel 3 1 . De voorverpakkingen die met het in punt 3.3 van bijlage I bedoelde E.E.G.-teken mogen worden gemerkt , zijn die welke voldoen aan de in de bijlagen I en III vermelde voorschriften . 2 . Zij zijn onderworpen aan de metrologische controles onder de in bijlage I , punt 5 , en in bijlage II genoemde voorwaarden . Artikel 4 1 . Op alle voorverpakkingen als bedoeld in artikel 3 , dient het vloeistofvolume , nominaal volume genoemd , te zijn vermeld dat zij overeenkomstig bijlage I moeten bevatten . 2 . Voor deze voorverpakkingen zijn uitsluitend de in bijlage III vermelde nominale volumina toegestaan . 3 . Tot aan het einde van de overgangsperiode waarin het gebruik van de meeteenheden van het imperiale stelsel , vermeld in bijlage II van Richtlijn nr . 71/354/EEG van de Raad van 18 oktober 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten op het gebied van de meeteenheden ( 5 ) , gewijzigd bij de Akte van Toetreding , in de Gemeenschap is toegestaan , moet de aanduiding van het nominale volume , dat overeenkomstig punt 3.1 van bijlage I van deze richtlijn in SI-eenheden wordt uitgedrukt , op verzoek van het Verenigd Koninkrijk of van Ierland op hun nationale grondgebied vergezeld gaan van de aanduiding van het nominale volume in de in aanmerking komende meeteenheden van het imperiale stelsel , indien deze in deze bijlage I zijn vermeld . Artikel 5 De Lid-Staten mogen het in de handel brengen van voorverpakkingen die voldoen aan de voorschriften van deze richtlijn en de daarin beschreven controles met goed gevolg hebben doorstaan , niet weigeren , verbieden of beperken op grond van redenen die verband houden met de volumina , met de bepaling van deze volumina of met de methoden aan de hand waarvan deze zijn gecontroleerd . Artikel 6 De wijzigingen die nodig zijn om de in de bijlagen I en II van deze richtlijn vermelde voorschriften aan de technische vooruitgang aan te passen , worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van de artikelen 18 en 19 van Richtlijn nr . 71/316/EEG . Artikel 7 1 . Binnen achttien maanden na kennisgeving van deze richtlijn voeren de Lid-Staten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in om aan het bepaalde in deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie hiervan onmiddellijk in kennis . 2 . In afwijking van lid 1 mogen België , Ierland , Nederland en het Verenigd Koninkrijk de tenuitvoerlegging van deze richtlijn en van haar bijlagen uiterlijk tot en met 31 december 1979 uitstellen . 3 . Gedurende de periode waarin de richtlijn in een Lid-Staat niet van toepassing is , maakt deze Lid-Staat de controlemaatregelen die betrekking hebben op de hoeveelheid die aanwezig is in de in deze richtlijn bedoelde en uit andere Lid-Staten afkomstige voorverpakkingen niet strenger dan deze zijn op de datum waarop de richtlijn wordt aangenomen . 4 . Gedurende deze zelfde periode aanvaarden de Lid-Staten die de richtlijn ten uitvoer hebben gelegd , de voorverpakkingen die afkomstig zijn uit de Lid-Staten voor welke de in lid 2 bedoelde afwijking geldt , en die met de bepalingen van bijlage I , punt 1 , en bijlage III van de richtlijn overeenstemmen , ook al dragen zij niet het in punt 3.3 , van bijlage I bedoelde E.E.G.-teken , een en ander op dezelfde voet en onder dezelfde voowaarden als de voorverpakkingen die met alle bepalingen van de richtlijn in overeenstemming zijn . 5 . De Lid-Staten dragen er zorg voor dat de tekst van alle belangrijke nationale wettelijke bepalingen die zij aanvaarden op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is , ter kennis van de Commissie wordt gebracht . Artikel 8 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten . Gedaan te Brussel , 19 december 1974 . Voor de Raad De Voorzitter J . P . FOURCADE ( 1 ) PB nr . C 56 van 2 . 6 . 1972 , blz . 35 . ( 2 ) PB nr . C 123 van 27 . 11 . 1972 , blz . 9 . ( 3 ) PB nr . L 202 van 6 . 9 . 1971 , blz . 1 . ( 4 ) PB nr . L 73 van 27 . 3 . 1972 , blz . 14 . ( 5 ) PB nr . L 243 van 29 . 10 . 1971 , blz . 29 . BIJLAGE I 1 . DOELSTELLINGEN De in deze richtlijn bedoelde voorverpakkingen dienen zodanig te zijn vervaardigd dat de voltooide voorverpakkingen aan de volgende voorwaarden voldoen : 1.1 . het werkelijke volume van de inhoud mag gemiddeld niet kleiner zijn dan het nominale volume . 1.2 . het aantal voorverpakkingen met een fout in minus welke groter is dan de maximaal toelaatbare fout als bepaald in punt 2.4 dient naar verhouding zo gering te zijn dat de partijen voorverpakkingen aan de in bijlage II omschreven controles kunnen voldoen , 1.3 . het in punt 3.3 bedoelde E.E.G.-teken mag op geen enkele voorverpakking met een fout in minus welke groter is dan tweemaal de maximaal toelaatbare fout als aangegeven in de tabel van punt 2.4 worden aangebracht . 2 . BASISDEFINITIES EN -VOORSCHRIFTEN 2.1 . het nominale volume van de inhoud van een voorverpakking is het op deze voorverpakking aangegeven volume ; dit is het vloeistofvolume dat de voorverpakking geacht wordt te bevatten , 2.2 . het werkelijke volume van de inhoud van een voorverpakking is het vloeistofvolume dat deze werkelijk bevat . Bij alle controleverrichtingen is de in aanmerking genomen waarde van het werkelijke volume , de waarde van dit volume bij een temperatuur van 20 * C , 2.3 . de fout in minus is het verschil in negatieve zin tussen het werkelijke volume van de inhoud en het nominale volume van deze voorverpakking , 2.4 . de maximale toelaatbare fout in minus wordt vastgesteld overeenkomstig de onderstaande tabel : Nominaal volume V n in milliliter * Maximaal toelaatbare fouten * * in % van V n * in milliliter * van 50 tot 100 * - * 4,5 * van 100 tot 200 * 4,5 * - * van 200 tot 300 * - * 9 * van 300 tot 500 * 3 * - * van 500 tot 1 000 * - * 15 * van 1 000 tot 5 000 * 1,5 * - * 3 . OPSCHRIFTEN EN MERKTEKENS Elke voorverpakking die overeenkomstig deze richtlijn is vervaardigd , moet de volgende opschriften dragen ; deze moeten zodanig zijn aangebracht dat zij onuitwisbaar , gemakkelijk leesbaar en goed zichtbaar zijn op de voorverpakking in zijn gebruikelijke vorm van aanbieding : 3.1 . het nominale volume uitgedrukt in liter , centiliter , of milliliter en aangegeven in cijfers met een minimumhoogte van 6 mm bij een nominaal volume van meer dan 100 cl , van 4 mm bij een nominaal volume van meer dan 20 doch niet meer dan 100 cl en van 3 mm bij een nominaal volume van 20 cl of minder , gevolgd door het symbool of envetueel de naam van de gebruikte meeteenheid , overeenkomstig Richtlijn nr . 71/354/EEG . Tot aan het verstrijken van de overgangsperiode waarin binnen de Gemeenschap gebruik mag worden gemaakt van de meeteenheden van het imperiale stelsel die voorkomen in bijlage II van Richtlijn nr . 71/354/EEG , kan de aanduiding van het nominale volume uitgedrukt in SI-eenheden overeenkomstig de vorige alinea , vergezeld gaan van het resultaat van de omzetting daarvan in meeteenheden van het imperiale stelsel ( VK ) , dat wordt verkregen door toepassing van de volgende omrekeningscoëfficiënten : 1 ml = 0,0352 fluid ounce 1 l = 1,760 pint of 0,220 gallon In zoverre zij zulks nodig achten , kunnen de Lid-Staten deze tweede aanduiding voor de op hun nationale grondgebied in de handel gebrachte produkten verplicht stellen . 3.2 . een merkteken of opschrift aan de hand waarvan de bevoegde dienst de in de Gemeenschap gevestigde vulbedrijfven , bedrijven die de vulling laten uitvoeren of importeurs kan identificeren , 3.3 . de kleine letter " e " , met een hoogte van ten minste 3 mm , aangebracht in hetzelfde gezichtsveld als de aanduiding van het nominale volume , als waarborg dat de voorverpakking aan de voorschriften van deze richtlijn voldoet . Deze letter moet de vorm hebben die voorkomt op de tekening , gevoegd bij punt 3 van bijlage II van Richtlijn nr . 71/316/EEG . Artikel 12 van laatstgenoemde richtlijn is van overeenkomstige toepassing . Indien de verpakking evenwel een tapmaatfles is die beantwoordt aan de desbetreffende richtlijn , en indien de aanduiding van het nominale volume daarvan zichtbaar is op de voorverpakking in de gebruikelijke vorm van aanbieding , is geen andere aanduiding van het nominale volume overeenkomstig punt 3.1 vereist om aan deze richtlijn te voldoen . Deze laatste afwijking is evenwel niet van toepassing wanneer het nominale volume van de voorverpakking met 0,05 liter of minder verschilt van een in bijlage III voor dezelfde categorie van produkten voorgeschreven ander nominaal volume . 4 . VERANTWOORDELIJKHEID VAN HET VULBEDRIJF OF DE IMPORTEUR De hoeveelheid vloeistof welke in een voorverpakking aanwezig is , werkelijk volume of vulhoeveelheid genaamd , moet worden gemeten of gecontroleerd onder verantwoordelijkheid van het vulbedrijf . De meting of de controle geschiedt met behulp van een voor het gebruiksdoel geschikt wettig meetmiddel . De controle kan door middel van steekproeven geschieden . Indien het werkelijke volume niet gemeten is , dient de controle door het vulbedrijf dusdanig te geschieden dat de waarde van deze inhoud werkelijk gegarandeerd is . Aan deze voorwaarde is voldaan indien het vulbedrijf bedrijfscontroles uitoefent op een door de bevoegde diensten van de Lid-Staat erkende wijze en de documenten waarin de resultaten van deze controles zijn vermeld , ter beschikking van deze diensten houdt , om aan te tonen dat de controles , alsmede de correcties en aanpassingen waarvan zij de noodzaak hebben aangetoond , regelmatig en op juiste wijze zijn verricht . Een van de manieren om bij de vervaardiging van de voorverpakking aan de verplichting tot het meten of controleren te voldoen , is het gebruik van een tapmaatfles als in de desbetreffende richtlijn is omschreven en die volgens de voorschriften van genoemde richtlijn en van deze richtlijn is gevuld . 5 . DOOR DE BEVOEGDE DIENSTEN BIJ HET VULBEDRIJF OF DE IMPORTEUR TE VERRICHTEN CONTROLES De bevoegde diensten van de Lid-Staten controleren door steekproeven bij het vulbedrijf dan wel , indien zulks in de praktijk onmogelijk is , bij de in de Gemeenschap gevestigde importeur of bij diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde , of de voorverpakkingen in overeenstemming zijn met de voorschriften van deze richtlijn . Deze statistische controle door middel van steekproeven geschiedt overeenkomstig de regels die op het gebied van de kwaliteitscontrole gelden . De controle dient een doeltreffendheid te hebben die vergelijkbaar is met die van de in bijlage II beschreven referentiemethode . 6 . ANDERE CONTROLES DOOR DE BEVOEGDE DIENSTEN Deze richtlijn vormt geen beletsel voor de controles die in alle stadia van de handel door de bevoegde diensten in de Lid-Staten kunnen worden uitgeoefend , met name om na te gaan of de voorverpakkingen in overeenstemming zijn met de voorschriften van de richtlijn . BIJLAGE II Deze bijlage bepaalt de regels voor de referentiemethode voor de statistische controle van partijen voorverpakkingen overeenkomstig de voorschriften van artikel 3 van de richtlijn en van bijlage I , punt 5 . Deze controle is gebaseerd op ISO-norm nr . 2859 , betreffende attributieve keuringsmethoden , met gebruikmaking van een aanvaardbaar kwaliteitsniveau van 2,5 % . Het bemonsteringsniveau komt , voor wat de niet-destructieve proeven betreft , overeen met niveau II van deze aanbeveling en , voor wat de destructieve proeven betreft , met niveau S 3 . 1 . VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE METING VAN HET WERKELIJKE VOLUME VAN VOORVERPAKKINGEN Het werkelijke volume van voorverpakkingen kan rechtstreeks worden gemeten met behulp van meetmiddelen voor inhoudsmeting of indirect door weging en bepaling van de soortelijke massa . Ongeacht de toegepaste methode mag de meetfout bij de bepaling van het werkelijke volume van een voorverpakking ten hoogste gelijk zijn aan een vijfde van de maximaal toelaatbare fout geldend voor het nominale volume van de voorverpakking . Elke Lid-Staat kan eigen voorschriften uitvaardigen met betrekking tot de werkwijze voor de meting van het werkelijke volume van een voorverpakking . 2 . VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE CONTROLE VAN PARTIJEN VOORVERPAKKINGEN De controle van voorverpakkingen geschiedt door steekproeven en bestaat uit twee gedeelten : - het werkelijke volume van elke voorverpakking van de steekproef wordt gecontroleerd , - het gemiddelde werkelijke volume van de voorverpakkingen van de steekproef wordt gecontroleerd . Een partij voorverpakkingen wordt aanvaardbaar geacht indien de resultaten van beide controles te zamen aan de goedkeurcriteria voldoen . Voor elk van deze controles heeft men de keuze uit twee steekproefschema's : - één voor niet-destructieve controle , dat wil zeggen een controle waarbij de verpakking niet wordt geopend , - het andere voor de destructieve controle , dat wil zeggen een controle waarbij de verpakking wordt geopend of vernield . Laatstgenoemde controle wordt om economische en praktische redenen tot het strikt noodzakelijke minimum beperkt en is minder doeltreffend dan eerstgenoemde controle . Destructieve controle mag derhalve alleen worden toegepast wanneer niet-destructieve controle praktisch niet uitvoerbaar blijkt . In het algemeen is zij niet van toepassing op partijen van minder dan honderd stuks . 2.1 . PArtij voorverpakkingen 2.1.1 . De partij omvat alle voorverpakkingen van hetzelfde model en van dezelfde fabricage die aan controle worden onderworpen . 2.1.2 . Indien de controle van voorverpakkingen aan het einde van de vulketen plaatsvindt , is de grootte van de partij gelijk aan de maximale uurproduktie van de vullinstallatie . In de overige gevallen wordt de grootte van de partij beperkt tot 10 000 . 2.1.3 . Partijen van minder dan 100 voorverpakkingen worden in voorkomend geval voor 100 % op niet-destructieve wijze gecontroleerd . 2.1.4 . Voorafgaand aan de in de punten 2.2 en 2.3 bedoelde controles dient men een voldoende aantal voorverpakkingen willekeurig uit de partij te lichten ten einde de controle te kunnen verrichten waarvoor de grootste steekproef is vereist . Voor de andere controle zal het benodigde monster willekeurig uit de eerste steekproef worden getrokken en worden gemerkt . Dit merken dient voor de aanvang van de metingen te zijn verricht . 2.2 . Controle van het minimaal toelaatbare volume in een voorverpakking . 2.2.1 . Het minimaal toelaatbare volume wordt verkregen door van het nominale volume van de voorverpakking de met dat nominale volume overeenkomende maximaal toelaatbare fout af te trekken . 2.2.2 . De eenheden van een partij met een kleiner werkelijk volume dan het minimaal toelaatbare volume worden ondeugdelijk genoemd . 2.2.3 . Voor de controle door middel van steekproeven kiezen de Lid-Staten een der onderstaande steekproefschema's ( enkelvoudig of dubbel ) . 2.2.3.1 . Enkelvoudig steekproefschema Het aantal gecontroleerde voorverpakkingen moet gelijk zijn aan de steekproefgrootte die in het schema is vermeld : - indien het aantal ondeugdelijke eenheden minder bedraagt dan of gelijk is aan het goedkeurcriterium , wordt de partij voorverpakkingen voor deze controle als aanvaardbaar beschouwd , - indien het aantal ondeugdelijke eenheden groter is dan of gelijk is aan het afkeurcriterium , wordt de partij voorverpakkingen afgekeurd . 2.2.3.1.1 . Schema voor niet-destructieve controle Grootte van de partij * Steekproefgrootte * Aantal ondeugdelijke eenheden * * * goedkeurcriterium * afkeurcriterium * 100 t/m 150 * 20 * 1 * 2 * 151 t/m 280 * 32 * 2 * 3 * 281 t/m 500 * 50 * 3 * 4 * 501 t/m 1 200 * 80 * 5 * 6 * 1 201 t/m 3 200 * 125 * 7 * 8 * 3 201 en meer * 200 * 10 * 11 * 2.2.3.1.2 . Schema voor destructieve controle Grootte van de partij * Steekproefgrootte * Aantal ondeugdelijke eenheden * * * goedkeurcriterium * afkeurcriterium * Ongeacht de grootte ( * 100 ) * 20 * 1 * 2 * 2.2.3.2 . Dubbel steekproefschema Het eerste aantal gecontroleerde eenheden moet gelijk zijn aan de grootte van de eerste in het schema vermelde steekproef : - indien het aantal ondeugdelijke eenheden bij de eerste steekproef minder bedraagt dan of gelijk is aan het eerste goedkeurcriterium , wordt de partij voor deze controle als aanvaardbaar beschouwd , - indien het aantal ondeugdelijke eenheden bij de eerste steekproef groter is dan of gelijk is aan het eerste afkeurcriterium , wordt de partij afgekeurd , - indien het aantal ondeugdelijke eenheden bij de eerste steekproef ligt tussen het eerste goedkeurcriterium een het eerste afkeurcriterium , moet ter controle een tweede steekproef worden genomen waarvan de grootte in het schema is aangegeven . Het aantal ondeugdelijke eenheden bij de eerste en de tweede steekproef moet worden samengeteld : - indien het samengetelde aantal ondeugdelijke eenheden minder bedraagt dan of gelijk is aan het tweede goedkeurcriterium , wordt de partij voor deze controle als aanvaardbaar beschouwd , - indien het samengetelde aantal ondeugdelijke eenheden groter is dan of gelijk is aan het tweede afkeurcriterium , wordt de partij afgekeurd . 2.2.3.2.1 . Schema voor niet-destructieve controle Grootte van de partij * Steekproef * Aantal ondeugdelijke eenheden * * volgorde * steekproefgrootte * steekproefgrootte na samentelling * goedkeurcriterium * afkeurcriterium * 100 t/m 150 * 1e * 13 * 13 * 0 * 2 * * 2e * 13 * 26 * 1 * 2 * 151 t/m 280 * 1e * 20 * 20 * 0 * 3 * * 2e * 20 * 40 * 3 * 4 * 281 t/m 500 * 1e * 32 * 32 * 1 * 4 * * 2e * 32 * 64 * 4 * 5 * 501 t/m 1 200 * 1e * 50 * 50 * 2 * 5 * * 2e * 50 * 100 * 6 * 7 * 1 201 t/m 3 200 * 1e * 80 * 80 * 3 * 7 * * 2e * 80 * 160 * 8 * 9 * 3 201 en meer * 1e * 125 * 125 * 5 * 9 * * 2e * 125 * 250 * 12 * 13 * 2.2.3.2.2 . Schema voor destructieve controle Grootte van de partij * Steekproef * Aantal ondeugdelijke eenheden * * volgorde * steekproefgrootte * steekproefgrootte na samentelling * goedkeurcriterium * afkeurcriterium * Ongeacht de grootte ( * 100 ) * 1e * 13 * 13 * 0 * 2 * * 2e * 13 * 26 * 1 * 2 * 2.3 . Controle van het gemiddelde werkelijke volume van de afzonderlijke eenheden van een partij voorverpakkingen . 2.3.1 . Een partij voorverpakkingen wordt voor deze controle als aanvaardbaar beschouwd indien het gemiddelde x = S x i/n van de werkelijke volumina x i van n eenheden van een steekproef meer bedraagt dan : V n = s / * n * t ( 1 - a ) In deze formule is : V n : nominaal volume van de eenheid s : schatting van de standaardafwijking van de werkelijke volumina van de partij n : aantal eenheden waaruit de steekproef voor deze controle bestaat t ( 1 - a ) : stochastische variabele van de Studentverdeling , functie van het aantal vrijheidsgraden v n - 1 en van de betrouwbaarheidsgrens ( l - a ) = 0,995 . 2.3.2 . Is x i het resultaat van de meting van het werkelijke volume van de i-de eenheid van de steekproef met n eenheden , dan verkrijgt men : 2.3.2.1 . het steekproefgemiddelde door berekening van : x = S ( i = n,i = 1 ) x i/n 2.3.2.2 . schatting van de standaardafwijking door berekening van : - som van de kwadraten der meetresultaten : S ( i = n,i = 1 ) ( x i)2 - kwadraat van de som der meetresultaten : ( S ( i = n,i = 1 ) x i)2 , vervolgens ( S ( i = n,i = 1 ) x i/n)2 - gecorrigeerde som SC - S ( i = n,i = 1 ) ( x i)2 - ( S ( i = n,i = 1 ) x i/n)2 - de waarde v = SC / ( n - 1 ) De schatting van de standaardafwijking is s = * v 2.3.3 . Goedkeur - of afkeurcriterium van de partijen voorverpakkingen voor deze controle : Criterium voor niet-destructieve controle : Grootte van de partij * Steekproefgrootte * Criteria * * * Goedkeuring * Afkeuring * * 500 * 30 * x * V n - 0,503 s * x < V n - 0,503 s * > 500 * 50 * x * V n - 0,379 s * x < V n - 0,379 s * Criterium voor destructieve controle : Grootte van de partij * Steekproefgrootte * Criteria * * * Goedkeuring * Afkeuring * Ongeacht de grootte ( * 100 ) * 20 * x * V n - 0,640 s * x < V n - 0,640 s * BIJLAGE III Vloeistoffen * Nominale volumina in liters * * I definitief toegelaten * II (*) tijdelijk toegelaten * 1 . a ) Wijn van verse druiven ; druivemost , waarvan de gisting door toevoegen van alcohol is gestuit ( mistella daaronder begrepen ) ( G.D.T . : ex 22.05 C met uitzondering van likeurwijn ) * 0,10 - 0,25 - 0,35 - 0,375 - 0,50 - 0,70 - 0,75 - 1 - 1,5 - 2 - 5 * 0,20 - 0,36 - 0,475 - 0,60 - 0,68 - 0,72 - 0,95 - 1,75 - 1,88 * b ) Appeldrank , peredrank , honigdrank en andere niet mousserende gegiste dranken ( G.D.T . : 22.07 B II ) * 0,10 - 0,25 - 0,35 - 0,375 - 0,50 - 0,70 - 0,75 - 1 - 1,5 - 2 - 5 * 0,20 - 0,33 - 0,36 - 0,72 * c ) Vermouth en andere wijn van verse druiven , bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen ( G.D.T . : 22.06 ) ; likeurwijn ( G.D.T . : ex 22.05 C ) * 0,10 - 0,375 - 0,50 - 0,75 - 1 - 1,5 * 0,20 - 0,35 - 0,36 - 0,68 - 0,70 - 0,72 * 2 . a ) Mousserende wijn ( G.D.T . : 22.05 A ) B * 0,10 - 0,125 - 0,20 - 0,375 - 0,75 - 1,5 * 3 * 0,57 * 0,77 * b ) Appeldrank , peredrank , honigdrank , mousserend , en andere mousserende gegiste dranken ( G.D.T . : 22.07 B I ) * 0,10 - 0,125 - 0,20 - 0,375 - 0,75 - 1 - 3 - 1,5 - 3 * 0,57 - 0,77 * 3 . Bier ( G.D.T . : 22.03 ) * 0,25 - 0,33 - 0,50 - 0,75 - 1 - 2 - 3 - 4 - 5 * 0,18 ( uitsluitend in metalen blikken of bussen ) 0,20 - 0,30 - 0,35 - ( uitsluitend in metalen blikken of bussen ) 0,45 - 0,66 - 3,8 * - spontaan gistend bier , geuze * 0,375 * * 4 . Alcoholische dranken , brandewijn en andere gedestilleerde dranken ( G.D.T . : 22.09 ) * 0,05 - 0,10 - 0,20 - 0,35 - 0,375 - 0,50 - 0,70 - 0,75 - 1 - 1,5 - 2 - 2,5 - 3 * 0,25 - 0,36 - 0,60 - 0,72 - 2,5 * 5 . Tafelazijn ( natuurlijke en kunstmatige ) ( G.D.T . : 22.10 ) * 0,25 - 0,50 - 0,75 - 1 - 2 - 5 * 0,35 - 0,7 - 1,5 - 2,5 * 6 . Spijsolie ( G.D.T . : 15.07 A I ) ( G.D.T . : 15.07 D II ) * 0,10 - 0,25 - 0,50 - 1 - 2 - 3 - 5 * 0,375 - 0,625 - 0,75 - 1,5 - 2,5 * Vloeistoffen * Nominale volumina in liters * * I definitief toegelaten * II (*) tijdelijk toegelaten * 7 . Melk en melkhoudende dranken , verkocht per volumemaat ( G.D.T . : ex 04.01 met uitzondering van yoghurt en kefir , G.D.T . : 22.02 B ) * 0,10 - 0,2 - 0,25 - 0,50 - 0,75 - 1 - 2 - 3 - 4 * 0,22 - 0,33 - 0,6 * 8 . a ) Water , natuurlijk mineraalwater , spuitwater ( G.D.T . : 22.01 ) * ieder volume van minder dan 0,20 - 0,20 - 0,25 - 0,33 - 0,50 - 0,70 - 0,75 - 1 - 1,5 - 2 * 0,35 - 0,45 - 0,47 - 0,90 - 0,94 * b ) Limonade ( gearomatiseerd mineraalwater en gearomatiseerd spuitwater daaronder begrepen ) en andere alcoholvrije dranken , met uitzondering van vruchte - en groentesappen ( G.D.T . : 22.02 A ) * ieder volume van minder dan 0,20 - 0,20 - 0,25 - 0,33 - 0,50 - 0,70 - 0,75 - 1 - 1,5 - 2 - 3 - 4 - 5 * 0,35 - 0,45 - 0,47 - 0,60 - 0,90 - 0,94 * 9 . Ongegiste vruchtesappen en ongegiste groentesappen , zonder toegevoegde alcohol , ook indien met toegevoegde suiker ( G.D.T . : 20.07 nietgeconcentreerde produkten ) * ieder volume van minder dan 0,125 - 0,125 - 0,20 - 0,25 - 0,33 - 0,50 - 0,70 - 0,75 - 1 - 1,5 - 2 - 3 - 4 - 5 * 0,18 - 0,35 ( uitsluitend in metalen blikken of bussen ) * (*) Artikel 5 geldt ten aanzien van voorverpakkingen met de in kolom II vermelde nominale volumina slechts voor de landen die op 31 december 1971 het vrije verkeer van deze voorverpakkingen toelieten , en wel tot en met 31 december 1980 , met uitzondering van de volumina , genoemd bij post 8 a ) , waarvoor het geldt tot en met 31 december 1988 . Opmerking : De sub 1 a ) en b ) , 4 , 8 a ) en b ) en 9 genoemde vloeistoffen mogen in de Gemeenschap slechts in de handel worden gebracht in voorverpakkingen die een nominaal volume hebben dat in de tabel is genoemd en overeenkomt met de wettelijke voorschriften of de handelsgebruiken in het land van oorsprong der vloeistoffen , ongeacht of de vulling in de Lid-Staat van oorsprong dan wel in een andere Staat is geschied .