EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023JC0008

GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de actualisering van de strategie van de EU voor maritieme veiligheid en haar actieplan “Een versterkte EU-strategie voor maritieme veiligheid voor evoluerende maritieme bedreigingen”

JOIN/2023/8 final

Brussel, 10.3.2023

JOIN(2023) 8 final

GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de actualisering van de strategie van de EU voor maritieme veiligheid en haar actieplan “Een versterkte EU-strategie voor maritieme veiligheid voor evoluerende maritieme bedreigingen”






I.Inleiding

Maritieme veiligheid is van vitaal belang voor de Europese Unie (EU) en haar lidstaten. De lidstaten van de EU vormen samen de grootste exclusieve economische zone ter wereld. De Europese economie is sterk afhankelijk van veilige en beveiligde oceanen: meer dan 80 % van de wereldhandel en ongeveer twee derde van de wereldwijde olie- en gasvoorziening wordt op zee gewonnen of over zee vervoerd 1 en tot 99 % van de wereldwijde gegevensstromen wordt doorgegeven via onderzeese kabels 2 . Met het oog op een doeltreffende oceaangovernance, de bescherming van onze oceanen en zeebodems en de ontsluiting van het volledige potentieel van de duurzame blauwe economie 3 moet het mondiale maritieme domein veilig zijn.

De strategie van de Europese Unie voor maritieme veiligheid (EUSMV) en het actieplan 4 vormen sinds 2014 het kader voor het aanpakken van uitdagingen inzake maritieme veiligheid. De strategie heeft gezorgd voor nauwere samenwerking tussen civiele en militaire autoriteiten, met name door middel van informatie-uitwisseling. Ze heeft bijgedragen tot een op regels gebaseerde governance op zee en een impuls gegeven aan de internationale samenwerking. Ze heeft de autonomie en het vermogen van de EU om te reageren op bedreigingen van de maritieme veiligheid versterkt 5 .

De EU speelt een steeds belangrijkere rol als mondiale verstrekker van maritieme veiligheid door het uitvoeren van haar eigen maritieme operaties, zoals Atalanta 6 en Irini 7 , het uitvoeren van het concept van gecoördineerde maritieme aanwezigheid (CMP) 8 en het bevorderen van het maritiem omgevingsbewustzijn en het samenwerken met een groot aantal externe partners. Daarnaast bieden de operationele systemen voor maritieme en grensbewaking van Copernicus, die worden uitgevoerd door het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) en het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex), observaties vanuit de ruimte in aanvulling op de navigatiediensten van Galileo-satellieten.

De algemene strategische omgeving ondergaat ingrijpende veranderingen. Als gevolg van de klimaatcrisis en milieuaantasting, die nog verergerd worden door de illegale en ongerechtvaardigde militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne, vraagt zij om meer actie van de EU als internationale veiligheidsverstrekker.

In overeenstemming met het strategisch kompas voor veiligheid en defensie van de EU 9 is deze actualisering van de EUSMV en het actieplan bedoeld om de nieuwe uitdagingen het hoofd te bieden. Ze biedt een kans om duurzame oplossingen aan te dragen voor problemen inzake maritieme veiligheid. Ze vormt ook een gelegenheid om de rol van de EU op internationaal niveau verder te versterken en de toegang van de EU tot een steeds meer omstreden maritiem gebied verder te waarborgen.

De geactualiseerde EUSMV biedt de EU een kader voor verdere maatregelen ter bescherming van haar belangen op zee, alsook ter bescherming van haar burgers, waarden en economie. Het doel is de internationale vrede en veiligheid te bevorderen met inachtneming van het duurzaamheidsbeginsel en de bescherming van de biodiversiteit. De EU en haar lidstaten zullen de geactualiseerde strategie uitvoeren, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden.

II.Ontwikkelende en toenemende bedreigingen van de maritieme veiligheid

Sinds de goedkeuring van de strategie van de Europese Unie voor maritieme veiligheid in 2014 is er veel veranderd in de mondiale geopolitieke context, waardoor nieuwe en verbeterde maatregelen nodig zijn. Uit de EU-dreigingsanalyse blijkt dat de EU wordt geconfronteerd met een toename van dreigingen en uitdagingen, ook op maritiem gebied 10 . De strategische concurrentie om macht en middelen neemt toe. De dreigingen worden steeds complexer en gelaagder, waarbij sommige landen proberen de basisbeginselen van de multilaterale orde opnieuw te definiëren, onder meer door schendingen van de nationale soevereiniteit en grenzen. Met de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne is er opnieuw oorlog in Europa en zijn er nieuwe gevaren ontstaan, evenals negatieve spill-overeffecten voor de maritieme veiligheid en de Europese economie, met gevolgen voor de Europese burgers en bedrijven.

In veel regio’s is er sprake van uitdagingen inzake maritieme veiligheid, onder meer door territoriale en maritieme geschillen, concurrentie om natuurlijke hulpbronnen en bedreiging van de vrijheid van scheepvaart en van het recht van onschuldige doorvaart en doortocht. Dergelijke uitdagingen veroorzaken spanningen in de zeebekkens rond de EU, zoals de Middellandse Zee, de Zwarte Zee en de Oostzee, die worden verergerd door de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne. Ook buiten Europa zijn de uitdagingen inzake maritieme veiligheid toegenomen, namelijk in de Golf van Guinee, de Golf van Aden, de Straat van Hormuz, de Straat van Malakka en in de Zuid-Chinese Zee. Sommige derde landen verhogen hun capaciteit en assertiviteit op zee en ondernemen unilaterale acties. Daarbij gaat het onder meer om het gebruik van geweld of het schenden van de nationale soevereiniteit van andere landen. Deze acties vormen een uitdaging voor de rechtsstaat en de internationale orde die zijn gebaseerd op het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Unclos).

De Indo-Pacifische regio, waar de EU ultraperifere gebieden (Indische Oceaan) en landen en gebieden overzee (Stille Oceaan) heeft, is uitgegroeid tot een gebied met intense geopolitieke concurrentie. Het machtsvertoon en de toenemende spanningen in regio’s als de Zuid- en Oost-Chinese Zee en de Straat van Taiwan zijn van invloed op de mondiale veiligheid en hebben directe gevolgen voor de Europese veiligheid en welvaart. Het handhaven van de stabiliteit en veiligheid langs belangrijke scheepvaartroutes, zoals de Straat van Malakka en de Straat van Singapore, de Hoorn van Afrika en de Indische Oceaan, betekent dat de EU en haar lidstaten hun aanwezigheid en optreden in deze regio’s moeten uitbreiden, overeenkomstig de EU-strategie voor samenwerking in de Indo-Pacifische regio.

Verwacht wordt dat klimaatverandering en mariene verontreiniging aanzienlijke en langdurige negatieve gevolgen zullen hebben voor de maritieme veiligheid. De gevolgen omvatten overstromingen rond kustgebieden en eilanden, het verlies van koraalriffen, mangroven en andere wetlands en de uitputting van visbestanden 11 . Klimaatverandering en milieuaantasting werken risicoverhogend doordat ze instabiliteit en ongelijkheid vergroten en leiden tot meer grensoverschrijdende misdaad, piraterij en spanningen rond mariene rijkdommen. Dit vereist een nieuw prisma waarmee de EU de samenleving klimaatbestendiger kan maken, de natuur kan beschermen en een einde kan maken aan de aantasting van de ecosystemen 12 . Anderzijds kunnen hiaten op het gebied van maritieme veiligheid leiden tot milieuschade, zoals een belemmering van de toegang tot verontreinigde locaties, het onttrekken van middelen aan milieubescherming of sabotage tegen maritieme infrastructuur. Daarnaast heeft de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne niet alleen verwoestende menselijke en economische gevolgen gehad, maar ook geleid tot een aanzienlijk verlies aan biodiversiteit 13 . Het is daarom van belang de wisselwerking tussen klimaatverandering, milieuaantasting in kust- en zeegebieden en maritieme veiligheid aan te pakken, onder meer door middel van lopend en nieuw gericht onderzoek.

De aanvallen van 2022 op de Nord Stream-pijpleidingen in de Oostzee, de aanwezigheid van onbevoegde, onbemande voertuigen rond offshore-installaties in de Noordzee en de terugkerende hybride en cyberaanvallen op de maritieme infrastructuur vereisen dat de EU haar optreden versterkt en haar kritieke infrastructuur doeltreffender beschermt, met name door het ontwikkelen van innovatieve technologieën. Naarmate de maritieme sector een digitale transformatie ondergaat, zijn de complexiteit en potentiële kwetsbaarheden ervan toegenomen. Kwaadwillenden maken steeds vaker gebruik van hybride en cybermiddelen tegen maritieme infrastructuur, waaronder onderzeese kabels en pijpleidingen, maar ook havens en schepen. In de aanbeveling van de Raad betreffende een Uniebrede gecoördineerde aanpak ter versterking van de weerbaarheid van kritieke infrastructuur 14 wordt deze behoefte aan actie erkend. Daarnaast bevat de aanbeveling van de Commissie over Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid maatregelen die kunnen bijdragen tot een betere paraatheid van de EU en de lidstaten bij natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, ook op zee 15 .

Bedreigingen en illegale activiteiten – zoals piraterij en gewapende overvallen op zee, georganiseerde criminaliteit, waaronder migrantensmokkel en mensenhandel, wapen- en drugshandel, terrorisme, illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij), andere illegale activiteiten, waaronder ongeoorloogde exploratie in de exclusieve economische zone van Eu-lidstaten, en niet-geëxplodeerde munitie (UXO) 16 op zee – blijven evenzeer kritieke uitdagingen in meerdere regio’s. Sommige kustgebieden en afgelegen gebieden van de EU zijn daarvoor bijzonder kwetsbaar. Sommige van deze illegale activiteiten kunnen worden vergemakkelijkt door een slechte havenbeveiliging. Kwaadwillenden kunnen deze dreigingen en activiteiten ook combineren om hybride aanvallen tegen de EU en haar lidstaten uit te voeren.

III.EU-belangen inzake maritieme veiligheid

In het licht van de zich ontwikkelende bedreigingen van de maritieme veiligheid omvatten de fundamentele EU-belangen:

·de veiligheid van de Europese Unie, haar lidstaten, burgers en partners;

·bewaren van de vrede en stabiliteit in de wereld en het veilig en open houden van zeevaartroutes;

·handhaven van het internationaal recht, met name Unclos als het overkoepelend rechtskader voor alle activiteiten in de oceaan, en bevorderen van goede internationale oceaangovernance, onder meer door middel van regionale zeeverdragen, en de uitvoering van de WTO-overeenkomst inzake visserijsubsidies 17 ;

·beschermen van de natuurlijke hulpbronnen en het mariene milieu en beheersen van de gevolgen van klimaatverandering en milieuaantasting voor de maritieme veiligheid;

·waarborgen van de veerkracht en bescherming van kritieke maritieme infrastructuur 18 (onshore en offshore), onder meer door het aanpakken van de risico’s en bedreigingen in verband met de klimaatverandering en die welke voortvloeien uit directe buitenlandse investeringen;

·versterken van de veerkracht en beschermen van logistieke hubs, d.w.z. havens, met inbegrip van het aanpakken van risico’s in verband met corruptie en illegale activiteiten;

·beschermen van economische activiteiten op zee en aldus bijdragen tot een duurzame blauwe economie (zowel onshore als offshore);

·beschermen van de buitengrenzen van de EU en haar interne veiligheid, ter bestrijding van migrantensmokkel, mensenhandel en andere illegale activiteiten, met inbegrip van ongeoorloofde exploratie- en booractiviteiten voor koolwaterstoffen;

·waarborgen van het vermogen om snel en doeltreffend op te treden op maritiem gebied en op andere operationele gebieden (d.w.z. land, lucht, cyberspace en kosmische ruimte);

·waarborgen van de veiligheid en beveiliging van zeevarenden in overeenstemming met de vereisten van het Maritiem Arbeidsverdrag en andere relevante verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie.

IV.Versterken van de EU-respons

De geactualiseerde strategie voor maritieme veiligheid zal de bovengenoemde EU-belangen helpen beschermen tegen de zich ontwikkelende en toenemende bedreigingen van de maritieme veiligheid. Daartoe zal de EU haar optreden intensiveren in het kader van zes strategische doelstellingen:

1.intensiveren van activiteiten op zee;

2.samenwerken met partners;

3.het voortouw nemen op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn 19 ;

4.beheren van risico’s en bedreigingen;

5.versterken van capaciteit;

6.onderwijzen en opleiden.

De EU-acties in het kader van deze strategische doelstellingen blijven gebaseerd op de beginselen van de EUSMV 2014: sectoroverschrijdende aanpak, functionele integriteit, eerbiediging van internationale regels – internationaal recht, mensenrechten en democratie en volledige naleving van Unclos – en maritiem multilateralisme. De geactualiseerde EUSMV wordt uitgevoerd via een actieplan (zie bijlage) en in het kader van de geïntegreerde aanpak 20 . Ter uitvoering van de strategie zal de EU, samen met haar lidstaten, gebruikmaken van alle relevante civiele en militaire beleidsmaatregelen, instrumenten en hulpmiddelen, en het beleid en de activiteiten van alle relevante actoren op Europees, regionaal en nationaal niveau coördineren en daarbij zorgen voor meer synergie en complementariteit. De strategie bevordert ook een meer coherente betrokkenheid van de EU bij externe conflicten en crises ter verbetering van de veiligheid van de EU en haar burgers.

De geactualiseerde strategie zal acties omvatten die specifiek zijn voor ieder zeebekken rond de EU. Bij de actie moet rekening worden gehouden met regionale EU-strategieën 21 en capaciteitsopbouwprogramma’s, alsook met de samenwerking met partnerlanden.

1.Intensiveren van activiteiten op zee

In het strategisch kompas van de EU wordt opgeroepen tot verdere versterking van de inzet van de EU inzake maritieme veiligheid. In het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) wordt operatie Atalanta sinds 2008 gevoerd in het westelijk deel van de Indische Oceaan. Gezien de succesvolle resultaten is het mandaat van operatie Atalanta uitgebreid van de bestrijding van piraterij tot een bredere operatie voor maritieme veiligheid en zorgt zij voor een verdere versterking van de banden en synergieën met de Europese maritieme bewustmakingsmissie in de Straat van Hormuz (EMASOH) 22 . In het Middellandse Zeegebied heeft operatie Irini als primaire taak het VN-wapenembargo tegen Libië te handhaven. Dit is een rechtstreekse bijdrage van de EU aan vrede en stabiliteit in het Middellandse Zeegebied, waardoor de maritieme veiligheid wordt verbeterd. Overeenkomstig de geïntegreerde aanpak draagt de EU ook bij tot de verbetering van de maritieme veiligheid door middel van opleiding en capaciteitsopbouw voor partners via civiele GVDB-missies, zoals de missie van de Europese Unie voor de opbouw van capaciteit (EUCAP) in Somalië.

In 2021 introduceerde de EU het nieuwe concept van gecoördineerde maritieme aanwezigheid (CMP). Dit flexibele nieuwe instrument is bedoeld om de collectieve inzet van de EU inzake maritieme veiligheid te stimuleren door optimaal gebruik te maken van de marinemiddelen van de lidstaten op gebieden die van strategisch belang zijn voor de EU. In het kader van CMP moet de EU intensiever optreden tegen onwettige en illegale activiteiten op zee, waaronder drugshandel. Op basis van de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van CMP in de Golf van Guinee en in het noordwestelijk deel van de Indische Oceaan (ook in de Rode Zee), zal de EU nieuwe maritieme gebieden van belang overwegen waar dit concept kan worden toegepast. Het tot stand brengen van nieuwe maritieme gebieden van belang zou het omgevingsbewustzijn, de partnerschappen en de strategische cultuur van de EU als speler op het gebied van maritieme veiligheid vergroten.

In het strategisch kompas van de EU wordt ook gewezen op het belang van paraatheid en interoperabiliteit tussen de zeemachten van de EU-lidstaten en wordt de EU opgeroepen op alle gebieden levensechte oefeningen te houden. De EU zal daarom jaarlijkse marineoefeningen starten om de paraatheid te vergroten, de interoperabiliteit te bevorderen en de veranderende bedreigingen van de maritieme veiligheid aan te pakken.

De Commissie, bijgestaan door EMSA, voert inspecties inzake maritieme veiligheid uit in havens, havenfaciliteiten en schepen in de EU en onderzoekt hoe de maritieme veiligheid kan worden verbeterd op gebieden als passagiersschepen of cyberbeveiliging. Overeenkomstig de strategische richtsnoeren voor het Europees geïntegreerd grensbeheer (EIBM) 23 moet het systeem voor de bewaking van de zeegrenzen in staat zijn alle vaartuigen die in de territoriale wateren aankomen op te sporen, te identificeren en, indien nodig, te onderscheppen en bij te dragen tot het beschermen en redden van levens op zee in alle weersomstandigheden. De lidstaten moeten optimaal gebruikmaken van de door Frontex geboden bewakingscapaciteit ter verbetering van de nationale capaciteit en het algemene omgevingsbewustzijn.

Frontex voert operaties uit zoals Indalo, Themis en Poseidon om de grenzen van de EU te controleren en criminaliteit in het Middellandse Zeegebied te bestrijden, met name de illegale smokkel van migranten. Frontex, het Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC) en EMSA voeren multifunctionele maritieme operaties uit ter bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, waaronder de smokkel van migranten en mensenhandel, voor het opsporen van mariene verontreiniging en illegale visserij en het uitvoeren van andere bewakingstaken in meerdere zeebekkens rond de EU, waaronder de Zwarte Zee. De EU moet deze belangrijke multifunctionele operaties verder ontwikkelen.

De belangrijkste EU-acties 24 ter verbetering van de maritieme veiligheid zijn:

·het organiseren van jaarlijkse marineoefeningen van de EU;

·het versterken van de bestaande marineoperaties van de EU (Atalanta en Irini) met marine- en luchtmiddelen;

·nagaan of er nieuwe maritieme gebieden van belang zijn waar uitvoering kan worden gegeven aan het CMP-concept, op basis van de opgedane ervaring en van voorstellen van de Europese Dienst voor extern optreden;

·het intensiveren van de strijd tegen onwettige en illegale activiteiten op zee, met inbegrip van drugshandel, in het kader van CMP;

·het handhaven en versterken van inspecties van de maritieme veiligheid in de EU en aanpakken van cyberbeveiliging en beveiliging van passagiersschepen;

·het intensiveren van de samenwerking op EU-niveau inzake kustwachttaken door bevordering van de ontwikkeling van multifunctionele maritieme operaties in meerdere zeebekkens rond de EU.

2.Samenwerken met partners

De EU heeft reeds betrekkingen en synergieën op het gebied van maritieme veiligheid tot stand gebracht met multilaterale en regionale organisaties op mondiaal en regionaal niveau (bv. met de VN, de IMO 25 , de NAVO, de AU 26 en Asean 27 ) en met verschillende derde landen, met name in de Golf van Guinee en de Indo-Pacifische regio.

De EU en haar lidstaten hebben ook internationale samenwerking ontwikkeld door middel van bilaterale dialogen, havenaanlopen en levensechte oefeningen, met name in de Indo-Pacifische regio, bv. met Australië, Japan, India, Indonesië, de Republiek Korea, Oman en Singapore. In het kader van de operaties Atalanta en Irini wordt deelgenomen aan mechanismen voor het delen van bewustzijn en voor multilaterale betrokkenheid, met inbegrip van Shade-conferenties (Shared Awareness and Deconfliction). De Europese Unie verleent ook aanzienlijke steun voor maritieme veiligheid in het kader van haar ontwikkelingssamenwerking, humanitaire hulp en steunmaatregelen voor buitenlands beleid.

In het westelijk deel van de Indische Oceaan steunt de EU een regionale maritieme architectuur op basis van de informatiefusie- en operatiecentra in Madagaskar en de Seychellen en de gedragscode van Djibouti betreffende de bestrijding van piraterij en gewapende overvallen op schepen in de westelijke Indische Oceaan en de Golf van Aden 28 .

Evenzo steunt de EU in de Golf van Guinee regionale organisaties en kuststaten bij het uitvoeren van hun eigen strategieën voor maritieme veiligheid, het versterken van maritieme rechtshandhaving en justitie, het verbeteren van de beveiliging en veiligheid van havens, het vergroten van het maritiem omgevingsbewustzijn en het delen van informatie in het kader van de Yaoundé-architectuur 29 . In de ruimere Atlantische Oceaan steunt de EU de strijd tegen illegale activiteiten in samenwerking met partners, met name de strijd tegen drugshandel.

In een moeilijke geopolitieke context moet de EU de samenwerking met partners in haar nabuurschap en in andere strategisch belangrijke maritieme gebieden intensiveren. Dit is met name van belang in het licht van de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne. De EU zal haar samenwerking met de NAVO op het gebied van maritieme veiligheid intensiveren, voortbouwend op de bereikte resultaten en in overeenstemming met de derde gezamenlijke verklaring over de samenwerking tussen de EU en de NAVO van januari 2023. In de Indo-Pacifische regio moet de EU de uitwisseling van ervaringen met partners inzake maritieme veiligheid opvoeren door middel van het project “Versterking van de veiligheidssamenwerking in en met Azië” (Esiwa) en bilaterale dialogen en door te streven naar toekenning van de status van waarnemer (“dialoogpartner”) in de Associatie van landen gelegen aan de Indische Oceaan (IORA). De EU moet ook zorgen voor meer samenwerking met gelijkgestemde landen en organisaties, waaronder internationale en regionale fora voor maritieme aangelegenheden.

De belangrijkste EU-acties op het gebied van internationale samenwerking zijn:

·aanmoedigen van de ondertekening en ratificatie van internationale instrumenten op het gebied van maritieme veiligheid, met name Unclos, en bevorderen van de naleving, en het delen van beste praktijken met partners, bij de uitvoering van internationaal recht dat relevant is voor maritieme veiligheid, in relevante fora;

·intensiveren van de samenwerking tussen personeelsleden van de EU en de NAVO op het gebied van maritieme veiligheid om alle kwesties van wederzijds belang op dit gebied te bestrijken, met inbegrip van niet-geëxplodeerde munitie op zee, voortbouwend op de drie gezamenlijke verklaringen van 2016, 2018 en 2023;

·uitvoeren van gezamenlijke marineoefeningen met partners ter vergroting van de interoperabiliteit, naast frequentere havenaanlopen en patrouilles in de EU, met name in de Indo-Pacifische regio, overeenkomstig het strategisch kompas;

·inzetten van EU-verbindingsfunctionarissen in fusiecentra voor maritieme informatie 30 in maritieme gebieden van belang ter bevordering van informatie-uitwisseling en samenwerking, onder meer inzake rechtshandhaving, justitie en binnenlandse zaken, tussen de EU en haar partners en, in voorkomend geval, beoordelen van de haalbaarheid van een rechtstreekse verbinding tussen deze fusiecentra en relevante maritieme bewakingssystemen van de EU;

·streven naar de status van dialoogpartner voor de EU in de Associatie van landen gelegen aan de Indische Oceaan ter versterking van de rol van de EU als partner op het gebied van maritieme veiligheid in de regio;

·bevorderen van internationale samenwerking inzake informatie-uitwisseling en de bewaking van kritieke maritieme infrastructuur, met inbegrip van onderzeese kabels 31 , alsmede op het gebied van de beveiliging van schepen en havens 32 .

3.Het voortouw nemen op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn

Goed maritiem omgevingsbewustzijn is van essentieel belang om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten snel de groeiende en evoluerende dreigingen voor de EU kunnen opsporen en er doeltreffend op kunnen reageren. De EU zal het voortouw nemen op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn door de verzameling en uitwisseling van informatie tussen de verschillende maritieme sectoren 33 te verbeteren en de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten te vergemakkelijken. Op internationaal niveau zal de EU haar werkzaamheden ter versterking van de capaciteit van de partnerlanden op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn voortzetten door informatie-uitwisseling en capaciteitsopbouw, met name in de Golf van Guinee en in de Indo-Pacifische regio.

Sinds 2014 hebben de EU en haar lidstaten aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het verwerven en uitwisselen van informatie op maritiem gebied door het ontwikkelen en koppelen van sectorspecifieke systemen die worden gebruikt door verschillende autoriteiten die betrokken zijn bij maritieme bewaking 34 . De EU heeft met name de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur (CISE) ontwikkeld 35 . Op basis van vrijwillige deelname zal de CISE de realtime informatie-uitwisseling vergemakkelijken tussen de verschillende autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor kustwachttaken, waaronder de militaire autoriteiten, die de betrokken autoriteiten binnen en tussen de lidstaten met elkaar verbinden. Op basis van het onderzoeksproject EU-CISE2020 startte de Commissie in april 2019 de overgangsfase van CISE, waarbij zij de coördinatie toevertrouwde aan EMSA, in nauwe samenwerking met de lidstaten 36 . Voortbouwend op de overgangsfase is de Commissie voornemens de operationele fase in 2024 te starten met de steun van EMSA, mits de raad van bestuur daarmee instemt.

Wat defensie betreft, is het door het Europees Defensieagentschap (EDA) gesteunde project voor maritieme bewaking (Marsur) ontworpen om de zeemachten van bijdragende lidstaten in staat te stellen operationele maritieme informatie en diensten uit te wisselen. Marsur biedt een operationele meerwaarde, zoals blijkt uit het feit dat de EU-lidstaten hebben gekozen het te gebruiken voor de tenuitvoerlegging van het CMP-concept in de Golf van Guinee en in het noordwestelijk deel van de Indische Oceaan. Het EDA en de deelnemende lidstaten werken momenteel aan de versterking van Marsur door middel van een specifiek programma. In overeenstemming met het strategisch kompas, waarin de EU wordt opgeroepen haar op inlichtingen gebaseerde omgevingsbewustzijn en capaciteit te versterken, moet de EU ten volle gebruikmaken van alle capaciteiten voor maritieme bewaking (bv. drones, patrouillevliegtuigen en in de ruimte gestationeerde technologie). Het ruimtevaartprogramma van de EU kan via zijn componenten zoals Copernicus of Galileo en IRIS² 37 rechtstreeks bijdragen tot het vergroten van het maritiem omgevingsbewustzijn. Het Satellietcentrum van de EU (EU SatCen) is ook betrokken bij het maritiem omgevingsbewustzijn via zijn werkzaamheden met de gezamenlijke capaciteit op het gebied van inlichtingenanalyse van de EU en met de Commissie op het gebied van Galileo/Copernicus. In dat verband zijn de veerkracht en veiligheid van relevante ruimtemiddelen van cruciaal belang ter waarborging van de continuïteit van de diensten.

De EU heeft samenwerking tussen de instanties EBVC, EMSA en Frontex tot stand gebracht ter ondersteuning van de nationale kustwachtautoriteiten, onder meer op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn. Het Europees forum voor kustwachttaken en het Mediterraans Forum voor kustwachtfuncties kunnen bijdragen tot het vergroten van het maritiem omgevingsbewustzijn en de operationele samenwerking door middel van uitwisseling van beste praktijken.

Bij rampen of ongevallen en wanneer de nationale capaciteit ontoereikend is, kunnen de EU-lidstaten en derde landen het Uniemechanisme voor civiele bescherming in werking stellen 38 . Via het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties 39 kunnen zij hulp, deskundigheid of analyse van de situatie inroepen.

De EU draagt ook bij tot de versterking van het maritiem omgevingsbewustzijn op internationaal niveau door het uitvoeren van specifieke initiatieven voor capaciteitsopbouw op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. In het kader van het project “kritieke zeeroutes in de Indo-Pacifische Oceaan” (Crimario) 40 zijn specifieke instrumenten 41 ontwikkeld met het oog op het verbeteren van het maritiem omgevingsbewustzijn en het versterken van de samenwerking met en tussen regionale partners. Dit is in overeenstemming met de bredere inzet van de EU inzake veiligheid en defensie in de Indo-Pacifische regio. In dezelfde geest is in het kader van het project “Interregionaal netwerk in de Golf van Guinee” (GoGIN) 42 het Yaris-platform ontwikkeld, een instrument voor informatie-uitwisseling ter ondersteuning van de “Yaoundé-architectuur”.

De belangrijkste EU-acties op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn zijn:

·ervoor zorgen dat de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur tegen medio 2024 operationeel wordt, waardoor de veilige en gestructureerde uitwisseling van gerubriceerde en niet-gerubriceerde informatie tussen autoriteiten uit verschillende (civiele en militaire) maritieme bewakingssectoren mogelijk wordt;

·versterken van het netwerk voor de uitwisseling van informatie over maritieme bewaking op defensiegebied (Marsur) door het opzetten van een specifiek programma via het EDA en het versterken van de banden tussen Marsur en CISE;

·gebruikmaken van de investeringen in het kader van het EU-ruimtevaartbeleid en verder gebruikmaken van de via Copernicus beschikbare capaciteit op het gebied van maritieme bewaking, monitoring van het mariene milieu en klimaatverandering;

·integreren van in de ruimte gestationeerde technologie, op afstand bestuurde luchtvaartuigsystemen en radarstations, maritieme patrouillevliegtuigen en bemande en onbemande middelen op zee door middel van innovatieve, cyberbestendige instrumenten ter vergroting van het maritiem omgevingsbewustzijn;

·intensiveren van de bewaking door kust- en offshore-patrouillevaartuigen en deze aanvullen met digitaal genetwerkte hoogwaardige maritieme platforms, waaronder onbemande platforms ter verbetering van de preventie- en responscapaciteit;

·versterken van de capaciteiten van partnerlanden op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn door middel van de projecten GoGIN en Crimario, onder meer door het verder operationeel maken van instrumenten voor maritiem omgevingsbewustzijn (Yaris, Ioris en Share.it) in coördinatie met de satellietdiensten van Copernicus.

4.Beheren van risico’s en dreigingen

Overeenkomstig het strategisch kompas zullen de EU en haar lidstaten zorgen voor een verbetering van hun collectieve vermogen om hun veiligheid te verdedigen en hun veerkracht en paraatheid voor uitdagingen inzake maritieme veiligheid, waaronder hybride en cyberdreigingen, te vergroten. De EU en haar lidstaten moeten snel kunnen optreden met gecoördineerde civiele en militaire capaciteit.

De bestrijding van klimaatverandering en milieuaantasting behoort tot de belangrijkste politieke prioriteiten van de EU, die tot uiting komen in haar externe optreden via tal van thematische of geografische strategieën, zoals Global Gateway of de strategie voor samenwerking in de Indo-Pacifische regio, alsook via diplomatieke contacten en klimaatdiplomatie van de EU.

De EU heeft reeds aanzienlijke stappen gezet om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken en zal verdere actie ondernemen om problemen aan te pakken die verband houden met klimaatverandering, milieuaantasting en veiligheid. De hoge vertegenwoordiger en de Commissie zullen medio 2023 een gezamenlijke mededeling presenteren over het verband tussen klimaatverandering, milieuaantasting, veiligheid en defensie. Deze mededeling zal onder meer voorstellen omvatten voor instrumenten voor het beoordelen van de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering en milieuaantasting voor de maritieme sector, de maritieme infrastructuur en de natuurlijke en door de mens veroorzaakte kenmerken van kustgebieden, onder meer met betrekking tot vroegtijdige waarschuwing, empirisch onderbouwd onderzoek en satellietbeelden (bv. via het Copernicus-programma).

In het noordpoolgebied smelten de ijskappen, trekt het zee-ijs zich terug, ontstaan geleidelijk nieuwe scheepvaartroutes, en de daaruit voortvloeiende toename van menselijke activiteiten zal waarschijnlijk leiden tot bedreigingen van het milieu en lokale gemeenschappen of deze verergeren. In dit verband moet de gezamenlijke mededeling “Een sterker engagement van de EU voor een vreedzaam en welvarend noordpoolgebied” 43 zo spoedig mogelijk verder operationeel worden gemaakt, met name wat betreft emissievrije scheepvaart in de Noordelijke IJszee, duurzame winning van kritieke grondstoffen en duurzame ontwikkeling van het noordpoolgebied.

Ook de bescherming van kritieke infrastructuur op maritiem gebied blijft een belangrijke prioriteit. De EU moet de rol van de lidstaten aanvullen bij het opbouwen van de veerkracht van kritieke maritieme infrastructuur, zoals pijpleidingen of onderzeese kabels die over nationale zeegrenzen lopen. Zij moet de huidige risicobeoordelingen van onderzeese kabels verbeteren en aanvullen met responsopties en risicobeperkende maatregelen op basis van sectoroverschrijdende expertise en capaciteit. Het is absoluut noodzakelijk de lidstaten te blijven steunen bij de ontwikkeling van onderwaterbeschermingsmiddelen en antidrone-oplossingen. Daarnaast moet de EU het naast elkaar bestaan 44 van hernieuwbare offshore-energie en defensieactiviteiten 45 blijven bevorderen, zoals bepleit in de strategie voor hernieuwbare offshore-energie 46 .

Met de richtlijn betreffende de weerbaarheid van kritieke entiteiten 47 en de herziene richtlijn betreffende de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen (NIS 2-richtlijn) 48 loopt de EU voorop bij relevante ontwikkelingen, met een uitgebreid rechtskader waarmee zij zowel de fysieke als de cyberveerkracht van kritieke entiteiten en infrastructuur kan verbeteren. De EU moet de samenwerking met belangrijke partners en relevante derde landen op dit gebied intensiveren, met name via de gestructureerde dialoog tussen de EU en de NAVO over veerkracht en de taskforce voor de veerkracht van kritieke infrastructuur.

De EU wordt geconfronteerd met de extra uitdaging die wordt gevormd door grote hoeveelheden niet-geëxplodeerde munitie (UXO) en chemische wapens afkomstig uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog die in zeebekkens rond de EU liggen. Deze uitdaging wordt nog verergerd door de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne, waardoor een groot aantal mijnen in de Zwarte Zee aanwezig is. Er is onvoldoende bekend over het type, de locatie en de hoeveelheid van deze munitie, wat risico’s oplevert voor de maritieme veiligheid en beveiliging, voor het milieu (door het mogelijk vrijkomen van chemische stoffen) en voor activiteiten in het kader van de blauwe economie (bv. de aanleg van offshore-installaties voor hernieuwbare energie). Voortbouwend op bestaande succesvolle projecten 49 moet de EU deze kwestie dringend en uitgebreid aanpakken door de milieurisico’s in verband met UXO en de verwijdering ervan te beperken. Het is dan ook van groot belang dat UXO en mijnen in de Zwarte Zee veilig worden verwijderd zodra de veiligheids- en politieke omstandigheden dat toelaten.

De maritieme veiligheid wordt ook ondermijnd door buitenlandse actoren, zowel door risico’s in verband met directe buitenlandse investeringen in kritieke infrastructuur als door informatiemanipulatie en inmenging door dergelijke actoren. Deze kwesties worden aangepakt door middel van relevante instrumenten en kaders; bv. buitenlandse directe investeringen worden gescreend overeenkomstig de desbetreffende verordening 50 .

De Commissie en de lidstaten voeren momenteel een risicobeoordeling uit om richtsnoeren op te stellen ter verbetering van de veiligheid van passagiersschepen in de EU.

De belangrijkste EU-acties op het gebied van risico- en dreigingsbeheer zijn:

·uitvoeren van regelmatige, grootschalige, levensechte oefeningen op EU-niveau, gericht op havenbescherming en op de bestrijding van onder meer cyber- en hybride dreigingen, naast de hierboven genoemde jaarlijkse maritieme oefeningen;

·inzetten van middelen en bewakingsinstrumenten (bv. RPAS) en zorgen voor een optimaal gebruik van huidige en toekomstige ruimtediensten (zoals aardobservatie) voor patrouilles en bescherming van kritieke maritieme infrastructuur;

·ontwikkelen van regionale samenwerkingsplannen van de EU ter waarborging van het toezicht op onderwater- en offshore-infrastructuur;

·ontwikkelen van een samenhangend kader voor het aanpakken van de dreigingen die uitgaan van UXO, actieve wapens en chemische wapens op zee, het monitoren en verwijderen ervan met innovatieve technologieën en met minimaal milieueffect;

·verbeteren van vroegtijdige waarschuwing en strategische prognoses, onder meer door het gebruik van ruimtediensten, met betrekking tot de gevolgen van klimaatverandering, met name de stijging van de zeespiegel, stormgolven en milieuaantasting;

·opstellen en versterken van bestaande risicobeoordelingen, noodplannen en rampenherstelplannen (op EU- en nationaal niveau) voor havens, kustinfrastructuur en de beveiliging van passagiersschepen en vervoers- en toeleveringsketens;

·aanmoedigen van de uitwisseling van beste praktijken tussen maritieme actoren op het gebied van cyberdreigingen en het verder aanpakken van cyberbeveiliging op het niveau van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO);

·verbeteren van het maritiem omgevingsbewustzijn in het noordpoolgebied, met inbegrip van ruimteobservatie; voortzetten van de samenwerking met de kuststaten van het noordpoolgebied, bilateraal en in relevante multilaterale fora, waar passend, ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid inzake het noordpoolgebied 51 ;

·beoordelen van de mogelijkheid om projecten op het gebied van hernieuwbare offshore-energie en andere duurzame toepassingen uit te rollen in maritieme gebieden die zijn voorbehouden aan of worden gebruikt voor militaire activiteiten;

·beoordelen van investeringen in maritieme infrastructuur door derde landen en entiteiten in het kader van het samenwerkingsmechanisme dat is ingesteld bij de verordening betreffende de screening van buitenlandse directe investeringen.

5. Versterken van capaciteit

Om haar belangen inzake maritieme veiligheid te bevorderen, moet de EU de ontwikkeling van zowel civiele als militaire capaciteit versnellen, in voorkomend geval met sectorale betrokkenheid. Onderzoek en ontwikkeling (O&O) met betrekking tot de civiele aspecten van de Europese maritieme veiligheid is opgenomen in het cluster “Civiele veiligheid voor de samenleving” van het EU-programma Horizon Europa. De huidige en toekomstige O&O zal de vermogensontwikkeling op EU-niveau ondersteunen, met inbegrip van de bescherming van kritieke maritieme infrastructuur, het beheer van onderwaterdreigingen, de paraatheid voor en respons op antropogene en natuurrampen, de veiligheid van het passagiersvervoer over zee en het beheer van UXO, in voorkomend geval met sectorale betrokkenheid.

Op defensiegebied moeten de lidstaten een volledig spectrum van maritieme vermogens ontwikkelen, waarbij ten volle gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden voor samenwerking in het kader van gerelateerde EU-initiatieven 52 . Zij moeten met name gericht zijn op het versterken van capaciteiten om de superioriteit van de EU op het zeeoppervlak te waarborgen, macht op zee te projecteren, onderwaterbeheersing mogelijk te maken en bij te dragen tot de luchtverdediging.

Bij de komende herziening van het vermogensontwikkelingsplan 53 zal ook worden voortgebouwd op de lessen die zijn getrokken uit de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne. Zo zal het EDA de belangrijkste technologieën onderzoeken die nodig zijn om maritieme onbemande dronezwermen te beheren en kritieke zeebodeminfrastructuur te beschermen.

Conform de oproep in het strategisch kompas en in overeenstemming met de gecoördineerde jaarlijkse evaluatie inzake defensie (CARD) 54 moeten nationale en multinationale projecten erop gericht zijn een einde te maken aan de versnippering van kritieke middelen, zoals korvetschepen en boordsystemen, en tevens zorgen voor een betere operationele doeltreffendheid van afzonderlijke platforms. Verschillende samenwerkingsmogelijkheden die in de CARD-cyclus van 2020 zijn vastgesteld, hebben geleid tot projecten voor permanente gestructureerde samenwerking (Pesco) in onbemande maritieme systemen, zoals het middelgroot semiautonoom oppervlaktevaartuig. Het Europees Defensiefonds 55 beoordeelt onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, bijvoorbeeld op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn, capaciteiten voor maritieme bewaking, bescherming van kritieke maritieme infrastructuur en onderwatercapaciteiten.

De belangrijkste EU-acties ter versterking van de vermogens zijn:

·ontwikkelen van gemeenschappelijke eisen en concepten voor defensietechnologie, onder meer met het oog op maritiem omgevingsbewustzijn, zowel aan de oppervlakte als onder water;

·opzetten van interoperabele onbemande systemen voor het monitoren van kritieke maritieme infrastructuur, het tegengaan van vijandige dronezwermen enz.;

·vergroten van de moderne capaciteiten op het gebied van mijnenbestrijding, bv. door de ontwikkeling van een EU-operatieconcept;

·ondersteunen van de ontwikkeling van gezamenlijke, versterkte capaciteit voor maritieme patrouillevliegtuigen;

·opzetten van gezamenlijke exercities voor tests en experimenten ter ontwikkeling van toekomstige, geavanceerde maritieme vermogens.

6.Onderwijs en opleiding

Een hoog niveau van gespecialiseerd onderwijs, vaardigheden en opleiding is onontbeerlijk om de EU in staat te stellen de huidige en toekomstige uitdagingen inzake maritieme veiligheid aan te pakken. De aanpak van nieuwe hybride en cyberdreigingen vereist operatoren met sterke digitale vaardigheden en specifieke om- en bijscholingsprogramma’s. Oplossingen in de vorm van uitwisselingen tussen militaire opleidingsprogramma’s en gezamenlijke opleidingsprogramma’s tussen de zeemachten van de lidstaten van de EU en tussen verschillende instellingen zullen de interoperabiliteit bevorderen en de EU helpen om doeltreffender, beter gecoördineerd en inclusiever te reageren op nieuwe dreigingen.

In de praktische handleiding voor Europese samenwerking op het gebied van kustwachttaken is een opleidingscatalogus opgenomen met alle cursussen van EU-agentschappen op alle maritieme gebieden. De handleiding wordt doorlopend bijgewerkt in overeenstemming met de behoeften en ontwikkelingen. Het succesvolle project van het European Coast Guard Functions Training Academy Network (ECGFA NET) en de geharmoniseerde opleidingscursus over de kustwachttaken moeten worden voortgezet, met name het uitwisselingsprogramma, waarbij buurlanden en regionale samenwerking betrokken zijn via een specifiek project dat wordt uitgevoerd door het EBVC in nauwe samenwerking met het EMSA en Frontex. EMSA ontwikkelt ook een cursus over maritieme cyberbeveiliging. Het kenniscentrum voor de bestrijding van hybride dreigingen in Helsinki (Hybrid CoE) organiseert cursussen en conferenties over hybride dreigingen betreffende het maritieme domein. Gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen in de maritieme veiligheidssector van de EU moeten worden ondersteund door het bevorderen van de toegang van vrouwen tot technisch onderwijs en opleiding op hoog niveau.

De Europese Veiligheids- en defensieacademie (EVDA) 56 voorziet in onderwijs en opleiding op EU-niveau voor zowel civiel als militair personeel ter bevordering van een gemeenschappelijke visie op de uitdagingen inzake maritieme veiligheid en ter vergroting van het bewustzijn over de toenemende rol van de EU op dit vlak. Met de steun van de EVDA werken momenteel zes Europese marineacademies aan de inhoud van een gemeenschappelijk internationaal marinesemester.

De belangrijkste EU-acties op het gebied van onderwijs en opleiding 57 zijn:

·verbeteren van vaardigheden op het gebied van cyber-, hybride en ruimtevaartbeveiliging door steun te verlenen aan nieuwe en bestaande opleidingscursussen die worden aangeboden door diverse academische instellingen en bevoegde nationale of EU-instanties, zowel op civiel als op militair gebied;

·organiseren van gerichte opleidingsprogramma’s die openstaan voor partners van buiten de EU om bestaande en opkomende bedreigingen van de maritieme veiligheid aan te pakken;

·ontwikkelen van een “internationaal marinesemester” in het kader van het Europees initiatief voor de uitwisseling van jonge militaire officieren (Emilyo) 58 ;

·uitvoeren van civiel-militaire oefeningen op basis van scenario’s met gedeelde jurisdictie of gedeeld gebruik van vermogens.

V.Tools en instrumenten ter ondersteuning van EU-acties inzake maritieme veiligheid

De geactualiseerde strategie moet worden uitgevoerd in de geest van de geïntegreerde aanpak om de synergieën te maximaliseren en aanvullende EU-middelen en -instrumenten in te voeren. Daaronder dienen te vallen:

·de O&O-defensieprojecten van het Europees Defensiefonds ter versterking van de vermogens van de strijdkrachten van de EU-lidstaten;

·de Europese Vredesfaciliteit als financieringsmechanisme buiten de begroting voor EU-acties in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid met gevolgen op militair en defensiegebied;

·EU-onderzoek en -innovatie op het gebied van civiele capaciteiten voor maritieme veiligheid, met name in het kader van Cluster 3 “Civiele veiligheid voor de samenleving” van het EU-programma Horizon Europa.

·de mogelijkheden die worden geboden door het Fonds voor interne veiligheid en het instrument voor grensbeheer en visa ter versterking van het vermogen van de kustwachtautoriteiten van de lidstaten die rechtshandhavings- en grenscontroletaken op zee uitvoeren;

·het Uniemechanisme voor civiele bescherming, met name door gebruik te maken van analytische en responscapaciteit en door uitvoering te geven aan de aanbeveling van de Commissie betreffende de doelstellingen inzake rampbestendigheid;

·het programma van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking ter ondersteuning van internationale partnerschappen ter verbetering van de maritieme veiligheid, met name het maritiem omgevingsbewustzijn;

·het instrument voor pretoetredingssteun (2021-2017), IPA III, gezien het toepassingsgebied ervan en de focus op kandidaat-lidstaten;

·de begroting van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid voor de financiering van civiele GVDB-missies;

·het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA) voor de financiering van maritieme bewaking en samenwerking op het gebied van kustwachttaken;

·de programma’s van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en Interreg ter ondersteuning van investeringen in kust- en ultraperifere gebieden en in landen die maritieme grenzen met de EU delen;

·het Fonds voor interne veiligheid voor financiering van het Maritiem Analyse- en Operatiecentrum voor verdovende middelen (MAOC-N) en zijn specifieke vermogens om informatie uit te wisselen om de drugshandel op zee aan te pakken.

VI.Volgende stappen

De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen met de Raad samenwerken om deze geactualiseerde strategie uit te voeren op de hierboven genoemde en in het actieplan beschreven actiegebieden, voortbouwend op de resultaten van de EUSMV sinds 2014, met gebruikmaking van bestaande instrumenten en beleidsmaatregelen en volgens de algemene richtsnoeren van het strategisch kompas.

De Commissie en de hoge vertegenwoordiger verzoeken de lidstaten hun goedkeuring te hechten aan de strategie en het actieplan. Drie jaar nadat de strategie door de Raad is goedgekeurd, zullen de Commissie en de hoge vertegenwoordiger bij de Raad een gezamenlijk voortgangsverslag met bijdragen van de lidstaten indienen.

(1)

JOIN(2022) 28 final.

(2)

https://www.europarl.europa.eu/RegData/etudes/IDAN/2022/702557/EXPO_IDA(2022)702557_EN.pdf

(3)

COM(2021) 240 final.

(4)

Document van de Raad nr. 11205/14 en Conclusies van de Raad nr. 10494/18.

(5)

Conclusies van de Raad nr. 9946/21.

(6)

  https://eunavfor.eu/  

(7)

  https://www.operationirini.eu/  

(8)

Conclusies van de Raad nr. 06256/22 en nr. 06255/22.

(9)

Document van de Raad nr. 7371/22.

(10)

De EU-dreigingsanalyse is een uitgebreide en op inlichtingen gebaseerde analyse van de diverse dreigingen en uitdagingen waarmee de EU wordt geconfronteerd of in de toekomst zou kunnen worden geconfronteerd. Ze wordt regelmatig geactualiseerd en dient als achtergrondinformatie voor de ontwikkeling en uitvoering van het strategisch kompas voor veiligheid en defensie van de EU.

(11)

IPCC SROCC (2019) en WGII-verslag, AR6 (2022).

(12)

COM(2020) 380 final.

(13)

Met name een alarmerende toename van de sterfte van walvisachtigen in de Zwarte Zee.

(14)

2023/C 20/01.

(15)

COM(2023) 61 final en 2023/C 56/01.

(16)

Niet-geëxplodeerde munitie (UXO) verwijst naar explosieve wapens (bommen, granaten, landmijnen, zeemijnen, clustermunitie en andere munitie) die niet zijn geëxplodeerd en nog steeds een detonatierisico vormen, soms tientallen jaren nadat ze zijn gebruikt of weggegooid.

(17)

https://www.wto.org/english/tratop_e/rulesneg_e/fish_e/fish_e.htm

(18)

Bijvoorbeeld onderzeese kabels en pijpleidingen, logistieke hubs (d.w.z. havens), installaties voor hernieuwbare offshore-energie, offshore-olie- en -gasolieplatforms enz.

(19)

Maritiem omgevingsbewustzijn is het effectieve inzicht in activiteiten die verband houden met de maritieme omgeving en die gevolgen kunnen hebben voor de beveiliging, de veiligheid, de economie of het milieu van de Europese Unie en haar lidstaten. Op basis van duidelijk omschreven gebruikersbehoeften en -rechten helpt het de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor monitoring- en bewakingsactiviteiten bij het voorkomen en beheren van al dergelijke situaties, gebeurtenissen en acties met betrekking tot het maritieme gebied van de EU. Het maritieme gebied van de EU omvat de territoriale wateren, de exclusieve economische zones en de continentale platten van de lidstaten van de EU, zoals gedefinieerd in het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982, alsmede alle maritieme activiteiten die daarin plaatsvinden, op de zeebodem, onder het oppervlak, aan de oppervlakte en boven de zee, zoals installaties, vracht, kleine boten en vaartuigen die de vlag voeren van, eigendom zijn van of beheerd worden door of verbonden zijn aan de EU.

(20)

De “geïntegreerde aanpak van externe conflicten en crises” is gebaseerd op de integrale EU-strategie van 2016 (conclusies van de Raad: EUCO 26/16 en 13202/16) en bekrachtigd door de conclusies van de Raad nr. 5413/18 van 2018. Daarin wordt een kader vastgesteld voor een meer coherente en holistische aanpak door de EU van externe conflicten en crises en wordt de menselijke veiligheid bevorderd, waarmee ook de veiligheid van de EU en haar burgers wordt vergroot.

(21)

Zoals de brede strategie met Afrika (JOIN(2020) 4 final), de Strategie van de EU betreffende de Golf van Guinee (7671/14), de EU-strategie voor de Indo-Pacifische regio (JOIN(2021) 24 final), het EU-beleid voor de Noordpool (JOIN(2021) 27 final) en de strategie voor de ultraperifere gebieden (COM(2022)).

(22)

https://www.diplomatie.gouv.fr/en/french-foreign-policy/europe/news/article/european-maritime-awareness-in-the-soh-emasoh-political-statement-by-the

(23)

COM(2022) 303

(24)

De belangrijkste EU-acties die onder elk van de zes specifieke doelstellingen zijn vermeld, vormen een samenvatting van prominente elementen van acties die in het actieplan in detail worden gepresenteerd.

(25)

Internationale Maritieme Organisatie van de Verenigde Naties

(26)

Afrikaanse Unie

(27)

Maritieme veiligheid is al geruime tijd een gedeelde prioriteit voor zowel de EU als de Asean. De samenwerking tussen de twee regio’s is gericht op het aanpakken van transnationale maritieme dreigingen zoals piraterij, smokkel, illegale immigratie, rampenrisico’s en de gevolgen van verontreiniging en klimaatverandering. De Europese Unie steunt het door de Asean geleide proces met het oog op een gedragscode in de Zuid-Chinese Zee; https://euinasean.eu/maritime-cooperation/

(28)

Maritieme veiligheid in Oost- en Zuidelijk Afrika en de Indische Oceaan (MASE), programma voor havenbeveiliging en veiligheid van de scheepvaart, regionaal programma voor maritieme veiligheid in het Rode Zeegebied en Crimario.

(29)

Acties van Swaims, Passmar en Gogin.

(30)

Fusiecentra voor maritieme informatie zijn nationale of regionale entiteiten die informatie verzamelen ter vergroting van het maritiem omgevingsbewustzijn in een bepaald geografisch gebied. In 2022 heeft de EU haar eerste verbindingsfunctionaris ingezet bij het Information Fusion Centre in Singapore, dat het grootste deel van de Indo-Pacifische regio bestrijkt.

(31)

Overeenkomstig de aanbeveling van de Raad nr. 2023/C 20/01 betreffende een Uniebrede gecoördineerde aanpak om de weerbaarheid van kritieke infrastructuur te versterken.

(32)

in overeenstemming met de internationale code voor de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten; https://www.imo.org/en/OurWork/Security/Pages/SOLAS-XI-2%20ISPS%20Code.aspx

(33)

De maritieme sectoren omvatten veiligheid en beveiliging van het zeevervoer, visserijcontrole, paraatheid voor en respons op mariene verontreiniging, bescherming van het mariene milieu, douane, grenscontrole, algemene rechtshandhaving en defensie.

(34)

Bv. Eurosur en SafeSeaNet (operationele systemen op EU-niveau).

(35)

Document 9946/2021 van de Raad.

(36)

SWD(2019) 322 final.

(37)

  https://defence-industry-space.ec.europa.eu/welcome-iris2-infrastructure-resilience-interconnectivity-and-security-satellite-2022-11-17_en

(38)

  EU-mechanisme voor civiele bescherming (rescEU)

(39)

  Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC) (europa.eu)

(40)

De Europese Commissie verleent Crimario tussen 2015 en 2025 23 miljoen EUR aan financiële steun.

(41)

De Ioris- en de Share.it-platforms.

(42)

De Europese Commissie financiert Gogin met 11,5 miljoen EUR (2016-2023) en Gogin II met 5 miljoen EUR (2023-2025).

(43)

JOIN(2021) 27 final.

(44)

In overeenstemming met de MRP-richtlijn (2014/89/EU).

(45)

Het “Symbiosis”-project dat wordt gecoördineerd door het Europees Defensieagentschap, met financiering van Horizon 2020; https://eda.europa.eu/symbiosis

(46)

COM(2020) 741 final.

(47)

Richtlijn (EU) 2022/2557.

(48)

Richtlijn (EU) 2022/2555.

(49)

Projecten voor het ruimen van chemische en conventionele munitie in de Oostzee met steun van het Interreg-programma, gefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) - 10 jaar Interreg-samenwerking om de Oostzee vrij te maken van gedumpte munitie - Interreg Baltic Sea Region (interreg-baltic.eu)

(50)

 Verordening (EU) 2019/452.

(51)

JOIN(2021) 27 final.

(52)

Het vermogensontwikkelingsplan, de samenwerkingsmogelijkheden die zijn vastgesteld in de gecoördineerde jaarlijkse evaluatie inzake defensie, de permanente gestructureerde samenwerking, het Europees Defensiefonds.

(53)

Het EDA-bestuur heeft in juni 2022 formeel de aanzet gegeven tot de herziening van het vermogensontwikkelingsplan.

(54)

Aandachtsgebied “Europese patrouille-oppervlakteschepen”.

(55)

Het EDF heeft tot doel het concurrentie- en innovatievermogen van de Europese defensiesector te versterken. Het draagt derhalve bij tot de ontwikkeling van de militaire vermogens van de lidstaten.

(56)

De EVDA verstrekt in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) onderwijs en opleiding op EU-niveau op het gebied van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) van de Unie. Zij heeft tot doel een gemeenschappelijk begrip van het GVDB onder civiel en militair personeel te ontwikkelen en te bevorderen en via haar opleidingsactiviteiten goede praktijken met betrekking tot verschillende GVDB-kwesties in kaart te brengen en te verspreiden. Hiermee biedt de EVDA een aanvulling op de nationale inspanningen op het gebied van onderwijs en opleiding.

(57)

Ook in het kader van het Jaar van de vaardigheden.

(58)

http://www.emilyo.eu/ ; Emilyo is niet gekoppeld aan het Erasmus+-programma.

Top

Brussel, 10.3.2023

JOIN(2023) 8 final

BIJLAGE

bij

Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad

betreffende de actualisering van de strategie van de EU voor maritieme veiligheid en haar actieplan “Een versterkte EU-strategie voor maritieme veiligheid voor evoluerende maritieme bedreigingen”
























Actieplan 1  

Strategische doelstelling 1. Intensiveren van activiteiten op zee

Doelstellingen

Acties

Tijdschema 
Indien van toepassing

Betrokken actoren 2

1.1. Uitbreiden van de rol en het optreden van de EU in de zeebekkens rond de EU en daarbuiten.

Versterken van de marineoperaties van het GVDB van de EU en uitbreiden van het concept “gecoördineerde maritieme aanwezigheid” (CMP)

1.1.1

Verstrekken van marine- en luchtmiddelen aan marineoperaties van het GVDB van de EU (met inbegrip van Atalanta en Irini), zoals vermeld in hun respectieve gezamenlijke programma’s van eisen.

2025

Lidstaten, EDEO

1.1.2

Nagaan of er nieuwe maritieme gebieden van belang zijn waar uitvoering kan worden gegeven aan CMP, op basis van voorstellen van de EDEO.

Vanaf 2023

Lidstaten, EDEO

Ontwikkelen van samenwerking en synergieën tussen door de lidstaten geleide en EU-initiatieven op het gebied van maritieme veiligheid

1.1.3

Intensiveren van de samenwerking tussen EUNAVFOR-operatie Atalanta en de Europese maritieme bewustmakingsmissie in de Straat van Hormuz (EMASOH).

Vanaf 2023

Lidstaten, EDEO

1.1.4

Zorgen voor de algehele samenhang en coördinatie van de acties van de EU-lidstaten met die van de betrokken diensten en agentschappen van de Commissie en de HV, onder meer via CMP.

Op voortschrijdende basis

Lidstaten, Commissie, EDEO

1.1.5

Ondersteunen van acties met Eurosur-fusiediensten en mogelijkheden voor informatie-uitwisseling, zoals die welke beschikbaar zijn via CISE en IMS, en coördineren van monitoringactiviteiten in gebieden vóór de grens.

Op voortschrijdende basis

Frontex, EMSA

1.1.6

Ondersteunen van de invoering van cursussen voor maritiem personeel in de lidstaten door het aanbieden van opleidingen en toegang tot de capactiteiten en diensten van Eurosur.

1.1.7

Zorgen dat het EU-optreden op zee en aan land complementair is met de geïntegreerde aanpak van de EU door het bevorderen van koppelingen met de samenwerking tussen instanties inzake kustwachttaken (tripartiete werkafspraken) en een concept voor multifunctionele maritieme operaties dat is ontwikkeld in het kader van de EU-samenwerking inzake kustwachttaken en wordt uitgevoerd door kustwachtautoriteiten in de betrokken zeebekkens.

Vanaf 2023, op voortschrijdende basis.

Lidstaten, Commissie, EDEO, EBVC, EMSA, Frontex

1.1.8

Bevorderen van synergieën, waar passend en juridisch haalbaar, tussen GVDB-activiteiten en concepten voor multifunctionele maritieme operaties die zijn ontwikkeld in het kader van de samenwerking tussen instanties inzake kustwachttaken.

Vanaf 2023, op voortschrijdende basis.

Lidstaten, Commissie, EDEO, EBVC, EMSA, Frontex

In relevante zeebekkens rond de EU

1.1.9

Organiseren van jaarlijkse marineoefeningen van de EU, waarbij marine- en aanverwante autoriteiten van zoveel mogelijk lidstaten betrokken zijn, ter versterking van de paraatheids- en responscapaciteit ten aanzien van traditionele dreigingen en van de risico’s en dreigingen die zijn vermeld in strategische doelstelling 4.

Jaarlijks, vanaf 2024

Lidstaten, EDEO

1.1.10

Stroomlijnen van maritieme veiligheid in de werkzaamheden betreffende zeegebiedstrategieën en macroregionale strategieën, voor zover relevant.

Vanaf 2023, op voortschrijdende basis.

Commissie

Noordpoolgebied

1.1.11

Zorgen voor voldoende satellietobservatie van de nieuwe scheepvaartroutes in het noordpoolgebied, onder meer door middel van Copernicus-capaciteit (met inbegrip van de mariene dienst – CMEMS 3 ), om het omgevingsbewustzijn te vergroten.

Tegen 2025

Commissie, EMSA

1.1.12

Deelnemen aan de werkzaamheden van de Arctische Raad en aanverwante fora, indien nodig.

Op voortschrijdende basis.

Lidstaten, EDEO, Commissie

Atlantische Oceaan

1.1.13

Ondersteunen van operaties ter bestrijding van drugshandel door het uitwisselen van informatie en het uitvoeren van gezamenlijke operaties, onder meer in landen/havens van afvaart, EU-havens en havenfaciliteiten van bestemming

Vanaf 2023, op voortschrijdende basis.

Lidstaten, Commissie, MAOC-N, EMSA, Europol

Oostzee

1.1.14

Opzetten van een mechanisme waarbij de Commissie, de Raad van de Oostzeestaten (CBSS) en Helcom betrokken zijn om wetenschappelijke acties, operaties en gegevensuitwisseling te coördineren met het oog op de uitvoering van een actieplan voor het opruimen van UXO in de Oostzee.

Uiterlijk eind 2023

Lidstaten, Commissie, EDEO

1.1.15

Ontwikkelen van een instrument op regionaal niveau om het delen van gegevens over munitie mogelijk te maken, een risicobeoordeling uit te voeren en te bepalen wat de beste manieren zijn om conventionele en chemische munitie uit de Oostzee te verwijderen.

Uiterlijk eind 2023

Lidstaten, Commissie, EDEO

1.1.16

Ontwikkelen en opschalen van technologieën om UXO aan te pakken, waarbij ook civiele entiteiten worden betrokken en betrekkingen met de sector worden bevorderd.

Vanaf 2024, op voortschrijdende basis.

Lidstaten, Commissie, EDEO

1.1.17

Opzetten van regelmatige campagnes om gedumpte munitie uit het Oostzeegebied te ruimen, het mariene milieu te beschermen, de veiligheid van zeewegen te waarborgen en de ontwikkeling van maritieme economische activiteiten te vergemakkelijken.

Vanaf 2024, op voortschrijdende basis.

Lidstaten, Commissie, EDEO

Zwarte Zee

1.1.18

Verbeteren van de gecoördineerde responscapaciteit ten aanzien van mariene verontreiniging in verband met gewapende conflicten, onder meer door nieuwe opleidingsprogramma’s te ontwikkelen voor het aanpakken van verontreiniging uit diverse bronnen, zoals UXO, mijnen, olielekken, gezonken schepen, geluidsoverlast enz., die ook de biodiversiteit en de ecosystemen kunnen aantasten, mede met gebruikmaking van de gemeenschappelijke maritieme agenda voor de Zwarte Zee en de strategische onderzoeks- en innovatieagenda voor de Zwarte Zee.

2023

Lidstaten, Commissie, EMSA

1.1.19

Analyseren van de impact van militaire activiteiten in het kader van de oorlog in Oekraïne op walvisachtigen, via het werk van Ascobans (Overeenkomst inzake de instandhouding van kleine walvisachtigen).

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, EDEO

1.1.20

Voortbouwen op de bestaande capaciteit van SatCen en andere EU-diensten en versterken van het huidige vermogen om zeemijnen op te sporen, ook die welke zijn ingezet in het kader van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en een risico vormen voor zeevervoer en navigatie.

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, SatCen

Middellandse Zeegebied

1.1.21

Versterken van de capaciteiten van gelijkgestemde mediterrane partnerlanden en, in voorkomend geval, uitwisselen van informatie om hen beter in staat te stellen grenscontroles uit te voeren voor het opsporen en voorkomen van ongeoorloofde grensoverschrijdingen en grensoverschrijdende criminele activiteiten.

Op voortschrijdende basis

Lidstaten, Commissie, EDEO, Frontex

1.1.22

Verbeteren van de coördinatie en synergieën tussen operatie Irini, EUBAM Libya en de betrokken Europese agentschappen.

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, EDEO, Frontex, EMSA

1.1.23

Overeenkomstig de verklaring van de Unie voor het Middellandse Zeegebied over een duurzame blauwe economie 4 zal het Mediterraans Forum voor kustwachtfuncties opleidingscursussen ontwikkelen en de uitwisseling van informatie, deskundigheid, technische bijstand, opleiding en beste praktijken tussen de landen van de Unie voor het Middellandse Zeegebied vergemakkelijken om illegale activiteiten op zee aan te pakken.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2024

Lidstaten, Commissie, Frontex, EMSA, EBVC

1.1.24

Identificeren en bevorderen van regionale activiteiten voor maritieme capaciteitsopbouw met het oog op de uitbreiding van bestaande capaciteitsopbouwprogramma’s op het gebied van maritieme veiligheid (bv. het Rabat-proces) en ontwikkelen van soortgelijke initiatieven met partnerlanden en regionale organisaties.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2024

Lidstaten, EDEO

1.1.25

Uitvoeren van GFCM-aanbevelingen/regeling inzake internationale inspectie/proefprojecten ter verbetering van de duurzaamheid van de visbestanden en ter ondersteuning van de bestrijding van IOO-visserij

Op voortschrijdende basis

Lidstaten, Commissie, EBVC

Noordzee

1.1.26

Uitvoeren van een uitgebreide kartering van het Noordzeegebied om een risicobeoordeling te verrichten en te bepalen wat de beste manieren zijn om conventionele en chemische munitie te ruimen.

Uiterlijk eind 2025

Commissie, Lidstaten

In gebieden waar CMP ten uitvoer wordt gelegd

1.1.27

Intensiveren van de strijd tegen onwettige en illegale activiteiten op zee, met inbegrip van drugshandel, in het kader van CMP

Op voortschrijdende basis

Lidstaten, EDEO

Golf van Guinee

1.1.28

Handhaven van de steun voor de Yaoundé-architectuur ter bevordering van de maritieme veiligheid, onder meer via het programma voor een regionaal informatienetwerk in de Golf van Guinee (GoGIN) en verbeteren van de rechtsstaat en de nationale rechtskaders in de regio, onder meer via de lopende programma’s Swaims en Passmar, tot de voltooiing daarvan in 2024, en vervolgens via het regionale vervolgprogramma inzake maritieme veiligheid, alsmede WeCAPS en GoGIN.

Op voortschrijdende basis

Lidstaten, Commissie, EDEO, EMSA

1.1.29

Versterken van de samenhang tussen de EU-instellingen en de acties van de EU-lidstaten, met name door de tenuitvoerlegging van CMP in de Golf van Guinee.

Lopend

Lidstaten, EDEO

Indo-Pacifische regio

1.1.30

Verbeteren van de mechanismen voor informatie-uitwisseling en zorgen voor verbindingen tussen de fusiecentra voor maritieme informatie door het ontwikkelen en uitbreiden van het gebruik van het IORIS-platform van Crimario en het SHARE.IT-initiatief.

Lidstaten, Commissie, EDEO

1.1.31

Uitvoeren van gezamenlijke oefeningen en havenaanlopen met partners in de Indo-Pacifische regio, bij voorkeur met gebruikmaking van IORIS als samenwerkingsinstrument.

Vanaf 2024

Lidstaten, Commissie, EDEO

1.1.32

Zorgen voor samenhang tussen de acties van de EU-lidstaten en die van de betrokken diensten en agentschappen van de Commissie en de HV, onder meer via CMP in het noordwestelijk deel van de Indische Oceaan.

Vanaf 2023

1.1.33

Intensiveren van de samenwerking op het gebied van maritieme veiligheid met internationale en regionale organisaties, met name de Associatie van Zuidoost-Aziatische Staten (Asean), onder meer door te streven naar het verkrijgen van de status van dialoogpartner in de Associatie van landen gelegen aan de Indische Oceaan (IORA).

Vanaf 2023

1.1.34

Voortzetten van de steun voor de architectuur ter bevordering van de maritieme veiligheid in het westelijk deel van de Indische Oceaan op basis van het MASE-programma en de gedragscode van Djibouti, via het komende regionale programma inzake maritieme veiligheid in Sub-Saharaans Afrika.

Vanaf 2024

1.2 Bevorderen van de naleving van het internationaal recht en bestrijden van illegale activiteiten op zee

Bevorderen van de naleving van Unclos en andere internationale instrumenten op het gebied van maritieme veiligheid

1.2.1

Aanmoedigen van het ondertekenen en ratificeren van internationale instrumenten op het gebied van maritieme veiligheid, met name Unclos, en bevorderen van de naleving en van het delen van beste praktijken met kuststaten en partners bij de uitvoering van internationaal recht dat relevant is voor maritieme veiligheid in relevante fora.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, EDEO,

1.2.2

Samenwerken met partnerlanden met het oog op het uitwisselen van beste praktijken en vertrouwenwekkende maatregelen om het internationaal recht in de betrekkingen met die partnerlanden te helpen toepassen.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, EDEO

Bevorderen en ontwikkelen van aspecten van maritieme veiligheid binnen de rechtskaders van de IMO en de EU

1.2.3

Samenwerken met partnerlanden met het oog op het aanpakken van kwesties op het gebied van maritieme veiligheid, bijvoorbeeld door te waarborgen dat de internationale rechtsinstrumenten van de IMO worden nageleefd, met name om de internationale code voor de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (ISPS) ten uitvoer te leggen.

Op voortschrijdende basis

Lidstaten, Commissie, EMSA

1.2.4

Bevorderen en ontwikkelen van Marsec-comitérichtsnoeren, met inbegrip van richtsnoeren inzake cyberbeveiliging, in overeenstemming met de IMO-regelgeving, ter bevordering van controlefuncties voor de veiligheid van havens en schepen.

Op voortschrijdende basis

Lidstaten, Commissie, EMSA

1.2.5

Uitvoeren en handhaven van een voldoende aantal inspecties door de Commissie op het gebied van maritieme veiligheid als een regelmatige jaarlijkse activiteit (om toe te zien op de toepassing van de EU-wetgeving inzake maritieme veiligheid in de lidstaten); verder zoeken naar manieren om de maritieme veiligheid te verbeteren op gebieden als passagiersschepen of cyberbeveiliging.

Op voortschrijdende basis

Lidstaten, Commissie, EMSA

Ondersteunen van de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij), overeenkomstig de geconsolideerde aanpak en de beste praktijken van de EU.

1.2.6

Voortzetten van steunverlening aan de lidstaten bij gezamenlijke en visserijcontrole-operaties en uitvoeren van de gezamenlijke inzetplannen van het EBVC om de permanente uitwisseling van informatie en inlichtingen en de op basis van de resultaten van de risicobeoordeling geplande controleactiviteiten mogelijk te maken.

Op voortschrijdende basis, lopend

Lidstaten, Commissie, EBVC, EMSA

1.2.7

Bevorderen van samenwerking tussen instanties, met inbegrip van de uitwisseling van gegevens, ter verbetering van monitoring, controle en bewaking en ter ondersteuning van de visserijautoriteiten (waaronder nationale en regionale visserijcontrolecentra) bij het handhaven van de toepasselijke regionale en nationale wetgeving.

Lopend

Lidstaten, Commissie, EBVC, EMSA, Frontex

1.2.8

Ondersteunen van de kustwacht en de zeemacht van de lidstaten bij het verlenen van diensten in relevante ROVB-verdragsgebieden, om de veiligheid en beveiliging van zeevarenden, vissersvaartuigen en vloten te waarborgen (bv. tegen piraterij) en om dwangarbeid en ernstige misstanden op zee beter te controleren en uit te bannen.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2023

Lidstaten, Commissie

1.2.9

Ondernemen van maatregelen om dwangarbeid en ernstige misstanden op zee te controleren en uit te bannen.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2023

Lidstaten, Commissie

Verscherpen van de grenscontroles en bestrijden van grensoverschrijdende criminele activiteiten zoals het smokkelen van migranten of goederen en mensenhandel, met bijzondere aandacht voor afgelegen delen van de EU, waar de migratiedruk bijzonder groot is

1.2.10

Ontwikkelen van een coherente en krachtige respons om de instrumentalisering van migratie over zee tegen te gaan en criminele netwerken die migranten smokkelen en mensenhandel te ontmoedigen, te ontmantelen en te vervolgen.

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, EDEO, Frontex, Europol, Eurojust

1.2.11

Gebruikmaken van de volledige uitvoering van de EBCG-verordening 5 en de gestructureerde samenwerking tussen de betrokken actoren (bv. Europol, Interpol, UNODC en MAOC-N) en, ter ondersteuning van de activiteiten van het Uniemechanisme voor civiele bescherming (UCPM), verbeteren van de risicoanalyse om na te gaan welke zeegebieden en havens moeten worden bewaakt en welke schepen en luchtvaartuigen moeten worden gevolgd, met het oog op het bestrijden van illegale immigratie of grensoverschrijdende criminele activiteiten en netwerken.

Vanaf 2024

Lidstaten, Commissie, EMSA, Frontex

1.2.12

Creëren en onderhouden van een situatiebeeld van de EU, met inbegrip van het gebied vóór de grens, op basis van informatie-uitwisseling, risicoanalyse en proactieve bewaking en patrouilles vanuit de lucht.

Vanaf 2024

Lidstaten, Frontex

Strategische doelstelling 2. Samenwerken met partners

Doelstellingen

Acties

Tijdschema 
Indien van toepassing

Betrokken actoren

2.1 Stimuleren van samenwerking met gelijkgestemde en strategische partners

Stimuleren van samenwerking met gelijkgestemde en strategische partners

2.1.1

Vergroten van de EU-deelname aan Shade-mechanismen op maritiem gebied. Deelnemen aan de werkzaamheden van de G7++FOGG (Groep Vrienden van de Golf van Guinee) en haar subwerkgroepen. Deelnemen aan de werkzaamheden van GoG SHADE en haar subwerkgroepen.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2023

Lidstaten, EDEO, Commissie

2.1.2

Versterken van de dialoog en de samenwerking met derde landen en internationale partners inzake kwesties van gemeenschappelijk belang op het gebied van maritieme veiligheid, zoals bewaking en bescherming van kritieke maritieme infrastructuur

Vanaf 2023

Lidstaten, EDEO, Commissie

2.1.3

Ondersteunen van partnerlanden bij hun capaciteitsopbouw op het gebied van maritieme governance, de rechtsstaat en hun militaire en marinevermogens, onder meer door gebruik te maken van de Europese Vredesfaciliteit.

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, EDEO

Versterken van de samenwerking en vergroten van de operationele interacties met alle partners op zee

2.1.4

Inzetten van EU-verbindingsfunctionarissen in regionale fusiecentra voor maritieme informatie in maritieme gebieden van belang, om de uitwisseling van informatie en de samenwerking tussen de EU en haar partners te vergemakkelijken en, in voorkomend geval, de haalbaarheid te evalueren van een rechtstreekse verbinding van deze fusiecentra met de relevante systemen voor maritieme bewaking van de EU

Vanaf 2023

Lidstaten, EDEO

2.1.5

Bevorderen van het gebruik van IORIS-/YARIS-platforms door de marinemiddelen van de lidstaten die in CMP worden ingezet voor externe communicatie en in oefeningen met kuststaten en partners.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2023

Lidstaten, EDEO, EDA

2.1.6

Opzetten van instrumenten voor civiele samenwerking tussen maritieme operaties van EU-lidstaten en EU-agentschappen.

Vanaf 2024

Lidstaten, Commissie, EDEO, EDA, EMSA, Europol

Integreren van de maritieme veiligheid in de betrekkingen met partnerlanden en regionale organisaties

2.1.7

Ontwikkelen van banden met partnerlanden en regionale organisaties door deel te nemen aan gezamenlijke projecten op het gebied van maritieme veiligheid, voor zover van toepassing.

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, EDEO

2.1.8

Ontwikkelen van de samenwerking tussen de kustwachten in het kader van bestaande of toekomstige werkregelingen en statusovereenkomsten met partnerlanden, onder meer ter versterking van de patrouilles aan de zeegrenzen en in gebieden vóór de grens.

Vanaf 2023

Lidstaten, EDEO, Frontex

2.2 Samenwerken met partners van buiten de EU om de maritieme bewaking te intensiveren

Samenwerken met partners van buiten de EU aan interoperabiliteitsoplossingen voor het delen van maritieme bewakingsinformatie

2.2.1

Ondersteunen van de landen die de gedragscode van Djibouti onderschrijven door het oprichten van nationale centra voor de uitwisseling van maritieme informatie en het verbeteren van hun capaciteiten voor maritieme bewaking.

Dekking van 50 % van de landen tegen eind 2024 en 100 % tegen eind 2026

Commissie, EDEO

2.2.2

Verbeteren van de informatie-uitwisseling met partnerlanden in het kader van Eurosur en via de activering van specifieke situatiebeelden (artikel 27 van de EBCG 2.0-verordening).

Uiterlijk eind 2024

Lidstaten, Commissie, EDEO, EDA, Frontex

Versterken van de architectuur voor maritieme veiligheid en de samenwerking tussen instanties in zeebekkens en maritieme gebieden van strategisch belang

2.2.3

Ondersteunen van de maritieme capaciteitsopbouw en verbeteren van het maritiem omgevingsbewustzijn in de Indo-Pacifische regio via MASE, tot de voltooiing ervan in december 2023, en vervolgens via het opvolgende regionale programma ter bevordering van de maritieme veiligheid, dat in 2024 van start gaat, en de Crimario-programma’s, waaronder het IORIS-platform.

Op voortschrijdende basis

Commissie, EDEO

2.2.4

Ondersteunen van de uitvoering van de Yaoundé-architectuur ter bevordering van de maritieme veiligheid in de Golf van Guinee via het interregionaal netwerk in de Golf van Guinee, met name het YARIS-platform.

Commissie, EDEO

2.3 Versterken van de samenwerking op bilateraal en multilateraal niveau

Versterken van de samenwerking op bilateraal en multilateraal niveau

2.3.1

Voortbouwen op de gezamenlijke verklaringen om de dialoog met de NAVO over onderdelen van maritieme samenwerking te verdiepen (in het kader van de door de EU en de NAVO goedgekeurde gemeenschappelijke reeks voorstellen).

Vanaf 2023

Lidstaten, EDEO, EDA

2.3.2

Versterken van de samenwerking met de IMO en regionale zeeverdragen ter bestrijding van opzettelijke, onwettige handelingen tegen schepen en havenfaciliteiten wereldwijd.

Vanaf 2024

Lidstaten, Commissie, EMSA, Helcom, Ospar, Verdrag van Barcelona

Strategische doelstelling 3. Het voortouw nemen op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn

Doelstellingen

Acties

Tijdschema 
Indien van toepassing

Betrokken actoren

3.1. Vergroten van het maritiem omgevingsbewustzijn van de EU

Zorgen voor een veilige en snelle informatie-uitwisseling tussen alle verwante sectoren en systemen in de EU en de EVA-landen

3.1.1

Lanceren van de operationele fase van CISE, waaronder de implementatie van het gerubriceerde CISE-netwerk.

Vanaf 2024

Lidstaten, Commissie, EMSA 6  

3.1.2

Aanmoedigen en stimuleren van lidstaten in bepaalde kustwacht- en militaire autoriteiten om zich aan te sluiten bij de CISE-gemeenschap.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2023

Commissie, EMSA

3.1.3

Gebruikmaken van CISE voor het uitwisselen van maritieme bewakingsinformatie om de veerkracht te vergroten en kritieke maritieme infrastructuur te beschermen (bv. onderzeese kabels, pijpleidingen en offshore hernieuwbare locaties).

Vanaf 2024

Lidstaten, Commissie, EDA, SatCen, EMSA

3.1.4

Overwegen CISE te gebruiken om informatie uit te wisselen in het kader van de samenwerking tussen instanties, in aanvulling op de reeds bestaande netwerken.

Op voortschrijdende basis, zodra CISE operationeel is.

Lidstaten, EBVC, EMSA en Frontex

ECGFF

3.1.5

Onderzoeken of een programma inzake maritiem omgevingsbewustzijn voor defensie kan worden opgezet en zorgen voor synchronisatie met de betrokken civiele belanghebbenden.

Tegen 2024

Lidstaten, EDA

Versterken van de informatie-uitwisseling tussen civiele en militaire maritieme autoriteiten

3.1.6

Versterken van MARSUR en zorgen voor operationele informatie-uitwisseling tussen het MARSUR-netwerk en CISE (waaronder gerubriceerde en niet-gerubriceerde informatie).

Eind 2024

Commissie, EMSA, EDA, SatCen, Lidstaten

Verbeteren van de maritieme bewaking en informatie-uitwisseling, met gebruikmaking van in de ruimte gestationeerde capaciteiten, RPAS en andere opkomende technologieën, onder meer voor de bescherming van de buitengrenzen van de EU

3.1.7

Zorgen voor de uitwisseling van relevante informatie tussen in de ruimte gestationeerde capaciteiten en maritieme bewakingsinstrumenten, waaronder CISE en MARSUR.

Eind 2024

Lidstaten, Commissie, EMSA, EDA, ESA, SatCen

3.1.8

Optimaal gebruikmaken van de bestaande en toekomstige capaciteiten en diensten van de EU-ruimteprogramma’s, waaronder de aardobservatiecomponent (Copernicus, met inbegrip van de mariene dienst – CMEMS), Galileo (en het dreigingsresponsmechanisme) en Egnos, alsmede IRIS 7 , onder meer ten behoeve van maritieme bewaking, monitoring van het mariene milieu en klimaatverandering.

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, EDEO, EMSA, EBVC, SatCen

3.1.9

Bevorderen van ruimte-O&I voor toepassingen van maritieme bewaking, onder meer door deelname van belangrijke spelers en de sector, samen met het Satellietcentrum van de EU en de strategische onderzoeksagenda van de veiligheidsdienst van Copernicus.

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, EMSA, Frontex, SatCen

3.1.10

Verbeteren van de integratie van in de ruimte gestationeerde technologie met op afstand bestuurde luchtvaartuigsystemen, evenals radarstations, maritieme patrouillevliegtuigen en (bemande en onbemande) middelen op zee door gebruik te maken van innovatieve, cyberbestendige instrumenten.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2023

Lidstaten, EMSA, Frontex, SatCen

3.1.11

Intensiveren van de bewaking door kust- en offshore-patrouillevaartuigen en deze aanvullen met digitaal genetwerkte hoogwaardige marineplatforms, waaronder onbemande platforms.

Proefproject moet tegen 2025 worden uitgevoerd

Lidstaten, Commissie, EDEO, EDA, Frontex

3.1.12

Ervoor zorgen dat de lidstaten systematisch gebruikmaken van innovatieve oplossingen (technologie en kennis) die voortvloeien uit O&I van de EU op het gebied van civiele veiligheid met betrekking tot maritieme veiligheid, gefinancierd in het kader van de oproepen tot het indienen van voorstellen voor grens- en externe veiligheid in het kader van Horizon 2020, alsmede relevante oproepen in het kader van Horizon Europa.

Vanaf 2023

Lidstaten

3.1.13

Overwegen om stationaire radar, optische satelliet- en hyperspectrale apparatuur in te zetten op strategische locaties, zodat de lidstaten bedreigingen van de maritieme veiligheid beter kunnen opsporen en identificeren.

Vanaf 2023

Lidstaten

3.1.14

Bijdragen tot de versterking van het maritiem omgevingsbewustzijn en de EU- en internationale samenwerking in het kader van het Europees forum voor kustwachttaken en het Mediterraans Forum voor kustwachtfuncties door de uitwisseling van beste praktijken.

Vanaf 2023

Lidstaten, EDEO, Commissie, EBVC, EMSA, Frontex

Ontwikkelen van capaciteiten voor maritieme bewaking

3.1.15

Ontwikkelen van het ontwerp van apparatuur en systemen, zoals een kleine satellietmissie die moet worden geïmplementeerd in het kader van een constellatie, kustradarnetwerken, onbemande gedeeltelijk bevestigde platforms op zee.

Vanaf 2023

Commissie,lLidstaten

3.1.16

Bevorderen van de ontwikkeling van capaciteiten voor maritieme bewaking in het kader van een op samenwerking gebaseerde marinebewakingscapaciteit.

Vanaf 2024

Commissie, lidstaten

3.2 Samenwerken met relevante partners van buiten de EU op het gebied van interoperabiliteitsoplossingen voor het delen van maritieme bewakingsinformatie

Samenwerken met relevante partners van buiten de EU op het gebied van interoperabiliteitsoplossingen voor het delen van maritieme bewakingsinformatie

3.2.1

Ondersteunen van de maritieme capaciteitsopbouw en vergroten van het maritiem omgevingsbewustzijn in de Indo-Pacifische regio via MASE, tot de voltooiing ervan in december 2023, en vervolgens via het regionale vervolgprogramma inzake maritieme veiligheid, dat in 2024 van start gaat, en de Crimario-programma’s, waaronder het IORIS-platform.

Op voortschrijdende basis

Commissie, EDEO

3.2.2

Ondersteunen van de uitvoering van de Yaoundé-architectuur ter bevordering van de maritieme veiligheid in de Golf van Guinee via het interregionaal netwerk in de Golf van Guinee, met name het YARIS-platform.

Commissie, EDEO

Strategische doelstelling 4. Beheren van risico’s en dreigingen

Doelstellingen

Acties

Tijdschema 
Indien van toepassing

Betrokken actoren

4.1

Verder ontwikkelen van bewustzijn en paraatheid om bedreigingen in verband met klimaatverandering en milieuaantasting aan te pakken

 

4.1.1

Versterken van de coördinatie- en interventiecapaciteit bij incidenten en rampen op zee, met de nodige aandacht voor de systemen van het EMSA en voor het Uniemechanisme voor civiele bescherming, en door het versterken en/of ontwikkelen van een geïntegreerde aanpak en snelle reactie om maritieme incidenten te beheren.

Uiterlijk eind 2023

Lidstaten, Commissie, EDEO, EDA EMSA

4.1.2

Vergroten van de kennis over de gevolgen van klimaatverandering, zeespiegelstijging, stormvloeden en milieuaantasting voor de maritieme veiligheid en aanpakken van daarmee samenhangende risico’s en bedreigingen.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2023.

Commissie, EDEO, Lidstaten, EDA, SatCen

4.1.3

Versterken van het maritiem omgevingsbewustzijn, vroegtijdige waarschuwing en strategische prognoses met betrekking tot de gevolgen van klimaatverandering en milieuaantasting voor de maritieme veiligheid, onder meer door het verzamelen en uitwisselen van oceaanobservatiegegevens te vergemakkelijken.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2023.

Commissie, EDEO, Lidstaten, EDA, Frontex, SatCen

4.1.4

Uitbreiden van de opleidingen en oefeningen van de bevoegde autoriteiten met het oog op de voorbereiding en reactie op de gevolgen van klimaatverandering en milieuaantasting voor de maritieme veiligheid.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2024

Lidstaten, Commissie, EDEO

4.1.5

Bijdragen aan de ontwikkeling van de Europese digitale tweeling van de oceaan (Digital Twin of the Ocean (DTO)) met het oog op maritieme veiligheid, om de onderlinge gevolgen van maritieme veiligheid en van een veranderend milieu en klimaat aan te pakken.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2024

Lidstaten, Commissie

4.2 Vergroten van de veerkracht en bescherming van kritieke maritieme infrastructuur (bv. gaspijpleidingen, elektriciteits-/communicatiekabels, havens, offshore-energiefaciliteiten, lng-terminals en drijvende opslag- en hervergassingsinstallaties) en maritieme activa

Vergroten van de veerkracht en de bescherming van kritieke maritieme infrastructuur en maritieme activa, rekening houdend met specifieke regionale kenmerken en dreigingsniveaus, en aanmoedigen van de lidstaten om gezamenlijke stresstests van kritieke infrastructuur uit te voeren op basis van de op Unieniveau ontwikkelde gemeenschappelijke beginselen voor stresstests

4.2.1

Opstellen van een risicobeoordeling en noodplannen/rampenherstelplannen (op EU-niveau/nationaal niveau) voor kritieke maritieme infrastructuur, onverminderd de richtlijn betreffende de veerkracht van kritieke entiteiten (bv. over de risicobeoordeling van kritieke entiteiten in de vervoerssector en de subsector vervoer over water).

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, EDEO, EUMSV; EDA, EMSA

4.2.2

Uitvoeren van stresstests voor maritieme infrastructuur op basis van aanbeveling van de Raad nr. 15623/22, in voorkomend geval aan de hand van de in het kader van het Infrastress-project ontwikkelde normen voor stresstestmethoden voor kritieke infrastructuur.

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, Frontex

4.2.3

Uitvoeren van regelmatige, grootschalige, levensechte maritieme oefeningen op EU-niveau, onder meer gericht op havenbescherming, het aanpakken van cyber- en hybride dreigingen, waarbij in voorkomend geval ook het Uniemechanisme voor civiele bescherming wordt betrokken.

Op jaarbasis

Lidstaten, Commissie, EDEO, ECGFF, EDA, Frontex, Enisa

4.2.4

Intensiveren van de samenwerking tussen de lidstaten, met de steun van de relevante EU-agentschappen, om een regionaal permanent bewakingsplan voor onderwater- en offshore-infrastructuur te ontwikkelen, met als doel terroristische acties tegen dergelijke infrastructuur te ontmoedigen. Intensiveren van de samenwerking bij de beoordeling van incidenten; samenwerking tussen civiele en militaire autoriteiten en bij het delen van middelen en het uitwisselen van informatie voor de bescherming van onderwater- en offshore-infrastructuur. 

Vanaf 2024

Lidstaten, EDA, Frontex, EMSA

4.2.5

Ontwikkelen en inzetten van gespecialiseerde vaartuigen en andere middelen (RPAS, satellietbeelden) voor patrouilles en bescherming van kritieke maritieme infrastructuur, waaronder multifunctionele onderzoeksvaartuigen.

Inzetten van bestaande middelen tegen eind 2023.

Ontwikkelen van verdere middelen tegen 2025.

Lidstaten, EDA, Frontex, SatCen

4.2.6

Uitvoeren van onderzoek naar de bescherming van kritieke maritieme infrastructuur, ook ter ondersteuning van de relevante CARD-aanbevelingen.

Tegen 2025

Lidstaten, EDA

4.2.7

Versterken van de bevoegdheden van de nationale autoriteiten op het gebied van de beveiliging van schepen en havens, overeenkomstig Solas, de ISPS-code, Verordening (EG) nr. 725/2004 8 en Richtlijn 2005/65/EG 9 .

Op voortschrijdende basis, vanaf 2023.

Lidstaten, EMSA

4.3 Verbeteren van de cyberbeveiliging

Beoordelen van cyberrisico’s en vaststellen van geschikte beveiligingsmaatregelen

4.3.1

Overwegen om verdere richtsnoeren te ontwikkelen voor de maritieme sector, met name voor havens in het kader van de NIS 2-richtlijn.

Vanaf 2024

Lidstaten, Commissie

4.3.2

Verder ontwikkelen van gezamenlijke capaciteit op het gebied van cyberbewaking voor maritieme instanties/kustwachtautoriteiten.

Ontwikkelen van het vermogen van de maritieme sector om cyberdreigingen het hoofd te bieden door het stimuleren van de uitwisseling van beste praktijken en de ontwikkeling van richtsnoeren tussen maritieme actoren, alsmede het verder aanpakken van cyberkwesties op het gebied van beveiliging en veiligheid op het niveau van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO).

Vanaf 2024

Lidstaten, Commissie

4.3.3

Ontwikkelen van de samenwerking inzake cyberbeveiliging op maritiem gebied met gelijkgestemde derde landen, op bilateraal of multilateraal niveau.

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, Enisa

4.3.4

Verbeteren van de veerkracht van maritieme instanties door het organiseren van regelmatige opleidingssessies over het beheer van cybercrises en het ontwikkelen van een cultuur van gezamenlijke respons op incidenten, met inbegrip van radiofrequentie-interferentie.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2024.

Lidstaten, Commissie, Enisa, EMSA, Frontex

4.3.5

Verbeteren van de kennis over cyberbeveiliging en verder ontwikkelen van een volledige inventarisatie van de verantwoordelijkheden voor cyberbeveiliging in de scheepvaart.

Vanaf 2024

Lidstaten, Commissie, EMSA, Enisa

4.4 Versterken van de veerkracht van de EU en verbeteren van de respons op inmenging en manipulatie van informatie en andere hybride dreigingen op het gebied van maritieme veiligheid

Aanpakken van buitenlandse en binnenlandse inmenging en manipulatie van informatie en andere hybride dreigingen op maritiem gebied

4.4.1

Uitvoeren van maritieme tegenverhalen, onder meer door de operationele autoriteiten (operationeel commandanten) de delegatie van bevoegdheden te geven die nodig is om desinformatie aan te pakken en tegenacties uit te voeren.

Vanaf 2023

Lidstaten, EDEO en marineoperaties van de EU

4.4.2

Bevorderen van de samenwerking tussen de Europese kustwachten bij de aanpak van hybride dreigingen op maritiem gebied.

Op voortschrijdende basis, vanaf 2023.

Lidstaten, EMSA, Frontex, kustwachtfora

4.5 Beoordelen van de mogelijke gevolgen voor de veiligheid van directe buitenlandse investeringen in maritieme infrastructuur

4.5.1

Beoordelen van investeringen in maritieme infrastructuur door entiteiten van buiten de EU in het kader van het EU-samenwerkingsmechanisme op basis van Verordening (EU) 2019/452 10 .

Lopend

Lidstaten, Commissie

4.6 Ontwikkelen van een alomvattende respons op UXO in de zeebekkens rond de EU

4.6.1

Opstellen van een algemeen plan voor de zeebekkens rond de EU, voortbouwend op UXO-gerelateerde proefactiviteiten in de Oostzee, om het type, de locatie en de hoeveelheid UXO en chemische stoffen afkomstig van militaire activiteiten in kaart te brengen, als onderdeel van het streven naar minimalisering van de milieueffecten ervan, het waarborgen van de veiligheid van de scheepvaartroutes en het vergemakkelijken van de ontwikkeling van maritieme economische activiteiten.

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie

4.7 Intensiveren van de maatregelen ter voorbereiding op terreurdaden, onwettige handelingen, bedreigingen van de vrijheid van scheepvaart en hybride dreigingen

4.7.1

Uitvoeren van voldoende inspecties op het gebied van maritieme veiligheid en ervoor zorgen dat schepen, havens en havenfaciliteiten in de EU naar behoren worden beveiligd en beschermd, overeenkomstig de toepasselijke internationale en EU-wetgeving.

Lopend op jaarbasis

Lidstaten, Commissie

4.7.2

Afronden van de risicobeoordeling van de Commissie inzake het verbeteren van de beveiliging van passagiersschepen, om oplossingen te vinden voor gemeenschappelijke risico’s en bedreigingen van de veiligheid van passagiersschepen in de EU.

Lopend

Commissie

4.7.3

Uitvoeren van een studie voor het in kaart brengen van de infrastructuur van onderzeese communicatiekabels, gerelateerde capaciteiten en redundanties, kwetsbaarheden, bedreigingen en risico’s voor de beschikbaarheid van diensten, de gevolgen van uitval van onderzeese kabels voor de lidstaten en de Unie als geheel, alsmede risicobeperking en zo nodig aanbevelingen te doen om te zorgen voor een grotere veerkracht/redundantie.

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie

4.8 Versterken van de capaciteit om bij te dragen aan de strijd tegen georganiseerde en ernstige internationale bedreigingen en illegale activiteiten, met het oog op een grotere interne veiligheid van de EU

4.8.1

Verbeteren en vergroten van de capaciteit van de lidstaten om, met de steun van de betrokken instanties, illegale handel via zeevervoer of op zee (zoals milieumisdrijven, wapen- en drugshandel, smokkel van migranten en mensenhandel, IOO-visserij enz.) te voorkomen, op te sporen en te bestrijden, met name door het ontwikkelen van acties in het kader van Empact.

Vanaf 2023

Lidstaten, EBVC, EMSA, Frontex, Commissie, Europol

4.8.2

Onderzoeken of de door zeevervoerondernemers verstrekte passagiersgegevens verder kunnen worden gebruikt, rekening houdend met de bestaande internationale, EU- en nationale voorschriften, om de veiligheid aan de buitengrenzen en binnen de EU te verbeteren.

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, Frontex, Europol

Strategische doelstelling 5. Versterken van capaciteit

Doelstellingen

Acties

Tijdschema 
Indien van toepassing

Betrokken actoren

5.1 Ontwikkelen van de nodige capaciteit om de EU-oppervlaktesuperioriteit te waarborgen

Versterken van de toekomstige oppervlaktecapaciteiten en aanpakken van de tekorten aan strategische hulpmiddelen

5.1.1

Uitvoeren van het CARD-aandachtsgebied “Europese patrouille-oppervlakteschepen”.

Tegen 2025

Lidstaten, EDA

5.1.2

Ontwikkelen van operationele scenario’s voor troepenbescherming en gemeenschappelijke eisen inzake troepenbescherming voor Europese zeemachten.

Tegen 2025

Lidstaten, EDA

5.1.3

Initiëren van activiteiten om de efficiëntie van aandrijf-, energieproductie-, opslag- en beheersystemen en logistiek te verhogen door het toepassen van nieuwe technologieën.

5.1.4

Ondersteunen van maritieme militaire mobiliteit door het goedkeuren van een technische regeling voor grensoverschrijdende vergunningsregelingen voor verplaatsingen op maritiem gebied.

5.1.5

Ontwikkelen van gemeenschappelijke eisen en specificaties voor toekomstige onbemande systemen, zodat de systemen interoperabel zijn.

5.1.6

Op verzoek van de lidstaten steun verlenen aan Pesco-projecten, waaronder het Europees patrouillekorvet.

5.1.7

Bevorderen van feitelijke vermogensontwikkeling en het verkrijgen van een eerste schip van de scheepsklasse Europees patrouillekorvet

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie

5.1.8

Bevorderen van feitelijke vermogensontwikkeling van een middelgroot semi-autonoom vaartuig met een modulaire nuttige lading

Tegen 2024

Lidstaten, Commissie

5.1.9

Bevorderen van de ontwikkeling van toekomstige marinevermogens, d.w.z. een functioneel intelligent systeem bestaande uit systemen voor toekomstige marineplatforms

Tegen 2025

Lidstaten, Commissie

5.1.10

Bevorderen van feitelijke vermogensontwikkeling voor lmarinebewaking in een samenwerkingsverband

Tegen 2026

Lidstaten, Commissie

5.2 Versterken van het onderwatervermogen

Verbeteren van het onderwatervermogen van de EU, met inbegrip van mijnenbestrijding

5.2.1

Ontwikkelen van een EU-operatieconcept voor mijnenbestrijding ter ondersteuning van het besluitvormingsproces voor de veilige navigatie en exploitatie van zeeschepen en onbemande systemen, waaronder het benutten van de mogelijkheden van de ontwikkelings- en onderzoeksacties van het Europees Defensiefonds.

Tegen 2025

Lidstaten, Commissie, EDA

5.2.2

Voortzetten van de ontwikkeling van gerichte Pesco-projecten (Divepack, EUNDDC en MAS MCM) en gebruikmaken van steun voor onderzoek en ontwikkeling in samenwerkings- en gezamenlijk verband uit het Europees Defensiefonds en projecten in het voorloperprogramma daarvan, het industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie (EDIDP)

5.2.3

Verbeteren van de onderzeebootbestrijding door het vergroten van de technologische en procedurele capaciteit voor het opsporen van onderzeeboten.

Tegen 2025

Lidstaten, EDA

5.2.4

Bevorderen van de ontwikkeling van technologieën met betrekking tot bemande en onbemande teamvorming (“teaming”) en zwermvorming (“swarming”) en onderwaterobservatie, -detectie, -acquisitie en -communicatie.

Vanaf 2023

Commissie, Lidstaten

5.2.5

Bevorderen van de technologische ontwikkelingen en oplossingen voor een eerste fase van het “stand-off”-concept van mijnenbestrijding.

Tegen 2024

Commissie, Lidstaten

5.2.6

Bevorderen van de ontwikkeling van capaciteit voor het beveiligen van kritieke zeebodeminfrastructuur en van capaciteit voor het bestrijden van onderwaterzwermen, bestaande uit heterogene onbemande onderwatervoertuigen.

Tegen 2024

Commissie, Lidstaten

5.2.7

Bevorderen van feitelijke vermogensontwikkeling van een zware, multifunctionele vliegende mijnenveger (drone).

Tegen 2025

Commissie, Lidstaten

5.3 Ondersteunen van de Europese zeemachten en kustwachten bij het ontwikkelen van kritieke technologie en industriële capaciteit

Identificeren van technologieën en onderzoeksactiviteiten naar aanleiding van capaciteitsbehoeften, overeenkomstig de overkoepelende strategische onderzoeksagenda van het EDA

5.3.1

Bevorderen van onderzoek naar innovatieve oplossingen voor energieopwekking, -opslag, -beheer en -distributie die nodig zijn om te voldoen aan de hoge energievraag van nieuwe systemen.

Tegen 2025

Lidstaten, Commissie, EDA

5.3.2

Vergroten van de autonome coördinatie van bemande en onbemande teamvorming, waaronder zwermtechnologie.

5.3.3

Zorgen voor bewaking en bescherming van snelle, veerkrachtige en robuuste onderwatercommunicatienetwerken, in voorkomend geval met betrokkenheid van de sector en derde landen.

5.3.4

Verrichten van onderzoek naar en integratie van disruptieve technologieën, waaronder kunstmatige intelligentie, big data-technologie en kwantumtechnologie.

5.3.5

Verrichten van onderzoek naar en ontwikkelen van gemeenschappelijke digitale scheepsarchitectuur en -infrastructuur.

5.3.6

Uitbreiden van scheepsautomatisering door het inzetten van veerkrachtige geautomatiseerde platforms en systemen met minder bemanning en beslissingsondersteunende systemen.

Identificeren en gezamenlijk aanpakken van kritieke afhankelijkheden die van invloed zijn op de technologische en industriële basis van de Europese defensie

5.3.7

Verhogen van het bewustzijn en bevorderen van een gemeenschappelijk inzicht bij de lidstaten, de EU-instellingen en de defensiesector wat betreft bestaande tekorten en lacunes op industrieel en technologisch gebied, alsmede over lacunes in vaardigheden die de vrijheid van handelen van de EU zouden kunnen ondermijnen, door het uitvoeren van werkzaamheden in verband met essentiële strategische activiteiten.

5.3.8

Bevorderen van samenwerking tussen de lidstaten door het ontwikkelen van door het Europees Defensiefonds gefinancierde projecten en bevorderen van gezamenlijke aankopen van marinevermogens, onder meer via Edirpa.

Afstemmen van de activiteiten van de zeemachten en kustwachten op de doelstellingen van de Europese Green Deal.

5.3.9

Bevorderen van co-existentie tussen offshore hernieuwbare energieprojecten en defensieactiviteiten door passende oplossingen toe te passen in maritieme gebieden die voorbehouden zijn aan of gebruikt worden voor militaire activiteiten, waar de geschiktheid voor het opzetten van offshore hernieuwbare projecten of andere duurzame toepassingen is aangetoond.

Tegen 2025

Lidstaten, Commissie, EDEO, EDA

5.3.10

Ontwikkelen van hernieuwbare technologie (hernieuwbare brandstoffen, retrofitmotoren, elektrificatie enz.) die geschikt zijn voor militair gebruik in het maritieme gebied.

Strategische doelstelling 6. Onderwijs en opleiding

Doelstellingen

Acties

Tijdschema 
Indien van toepassing

Betrokken actoren

6.1

Delen van onderwijs, opleiding en vaardigheden tussen sectoren, lidstaten en partnerlanden

6.1.1

Voortbouwen op de werkzaamheden van de agentschappen (EBVC, EMSA, Frontex) voor de ontwikkeling van capaciteit en gespecialiseerde opleidingen in het kader van de tripartiete werkregeling voor het organiseren van sectoroverschrijdende opleidingen inzake maritieme veiligheid op het gebied van wetshandhaving, strijdkrachten, grenscontrole, kustwacht, cyberbeveiliging, bescherming van kritieke maritieme infrastructuur enz.

Vanaf 2023

Lidstaten, EBVC, EMSA, Frontex, ECGFF

6.1.2

Bevorderen van de deelname van vrouwen aan onderwijs en opleiding op het gebied van maritieme veiligheid.

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, EDEO

6.1.3

Bevorderen van samenwerking en opleiding, ook in het kader van het ECGFF, met de lidstaten en door de NAVO geaccrediteerde centra, kenniscentra enz.

Lidstaten, EDEO, EBVC, EMSA, Frontex

6.1.4

Ontwikkelen van een militair internationaal marinesemester in het kader van het “Europees uitwisselingssysteem voor jonge officieren” (Emilyo– militair Erasmus-programma 11 ).

Vanaf 2023

Lidstaten, EDEO (EVDA)

6.1.5

Uitvoeren van gezamenlijke oefeningen met partners van buiten de EU ter verbetering van de interoperabiliteit.

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, EDEO

6.2 Voortbouwen op het werk van agentschappen en fora

6.2.1

Voortzetten van de ad-hocdeelname aan de oefening Coastex op basis van de planning van de lidstaten, verbeteren en diversifiëren van Coastex en regelmatig uitvoeren van relevante activiteiten in de zeebekkens rond de EU.

Lopend

Lidstaten, EBVC, EMSA, Frontex, ECGFF

6.2.2

Verrichten van activiteiten voor capaciteitsopbouw tijdens de uitvoering van het MMO in geselecteerde zeebekkens rond de EU, op verzoek van de lidstaten en voortbouwend op het werk van EMSA, EBVC en Frontex.

Lopend

Lidstaten, EBVC, EMSA, Frontex

6.2.3

Delen van de lessen die zijn getrokken uit de toepassing van het sectoraal kwalificatiekader voor kustwachten en zorgen voor richtsnoeren, bijstand en ondersteuning bij de toepassing van goede praktijken, ook op het gebied van cyberbeveiliging.

Op voortschrijdende basis

Lidstaten, EBVC, EMSA, Frontex

6.3. Versterken van vaardigheden en leerplannen op het gebied van cyber- en hybride beveiliging inzake het maritieme gebied

6.3.1

Gebruikmaken van de kennis en training die worden verstrekt door het Hybrid CoE in Helsinki, met inbegrip van het onderdeel maritieme veiligheid, ook op basis van de handleiding maritieme hybride dreigingen van Hybrid CoE 12 .

Lopend

Lidstaten, Commissie, EDEO, Hybrid CoE

6.3.2

Versterken van vaardigheden en leerplannen op het gebied van cyber-, hybride en ruimtegerelateerde beveiliging door steun te verlenen aan gerichte opleidingscursussen over cyber- en digitale vaardigheden inzake het maritieme gebied.

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, EMSA

6.3.3

Verbeteren van vaardigheden op het gebied van cyber- en hybride beveiliging door middel van gerichte curricula die moeten worden ontwikkeld door de bevoegde instellingen en/of autoriteiten van de lidstaten, indachtig het feit dat het EMSA van de lidstaten en de Europese Commissie de opdracht heeft gekregen om voor 2023 een cursus maritieme cyberbeveiliging te ontwikkelen. 

Vanaf 2023

Lidstaten, Commissie, EMSA

6.4 Capaciteitsopbouw

6.4.1

Organiseren van gerichte opleidingsprogramma’s die openstaan voor partners van buiten de EU om bestaande en opkomende bedreigingen van de maritieme veiligheid aan te pakken.

Lopend

Lidstaten, Commissie, EDEO, EMSA, Frontex, ECGFF

Bevorderen van onderwijs- en opleidingsactiviteiten in partnerlanden om vrouwen aan te trekken naar relevante sectoren, met inbegrip van kustwachttaken, waarbij ook relevante EU-agentschappen worden betrokken.

6.4.2

Verder ontwikkelen van het militaire, internationale marinesemester, waaronder een uitwisselingsprogramma voor jonge officieren.

Vanaf 2023

Lidstaten, EDEO

6.4.3

Uitvoeren van civiel-militaire oefeningen op basis van scenario’s met gedeelde jurisdictie of gedeeld gebruik van vermogens.

Vanaf 2023

LIJST VAN AFKORTINGEN

A

Asean: Associatie van Zuidoost-Aziatische Staten

B

C

CARD: gecoördineerde jaarlijkse evaluatie inzake defensie

CIS: kritieke infrastructuur

CISE: gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur

Commissie: diensten van de Europese Commissie

Copernicus: Europees aardobservatieprogramma

Crimario: kritieke zeeroutes in de Indische Oceaan

D

DTO: digitale tweeling van de oceaan

E

EBCGA/Frontex: Europees Grens- en kustwachtagentschap

ECGFA: Europese Academie voor kustwachttaken

ECGFF: Europees Forum voor kustwachttaken

EDA: Europees Defensieagentschap

Edirpa: wet ter versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen

EDEO: Europese Dienst voor extern optreden

EBVC: Europees Bureau voor visserijcontrole

Egnos: Europees overlaysysteem voor geostationaire navigatie

Empact: Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging

EMSA: Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

Enisa: Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging

EU: Europese Unie

EUBAM Libya: missie van de Europese Unie voor bijstandsverlening inzake geïntegreerd grensbeheer in Libië

EUSMV: strategie van de Europese Unie voor maritieme veiligheid

EUNAVFOR: door de Europese Unie geleide zeemacht

Europol: Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving

Eurosur: Europees grensbewakingssysteem

G

Galileo: Europees satellietnavigatiesysteem

GVDB: gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid

H

Hybrid CoE: Europees kenniscentrum voor de bestrijding van hybride dreigingen, Helsinki

Helcom: Helsinki-commissie - Commissie ter bescherming van het mariene milieu van het Oostzeegebied

I

IMO: Internationale Maritieme Organisatie

Interpol: Internationale Organisatie van Criminele Politie

IORA: Associatie van landen gelegen aan de Indische Oceaan

ISPS-Code: internationale code voor de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten

IOO-visserij: illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij

K

M

MAOC-N: Maritiem Analyse- en Operatiecentrum op het gebied van verdovende middelen

Marsur: netwerk voor maritieme bewaking

MASE: programma ter bevordering van de regionale maritieme veiligheid

MAS MCM: maritieme (semi)autonome systemen voor mijnenbestrijding

MDA: maritiem omgevingsbewustzijn

MedCGFF: Mediterraans Forum voor kustwachtfuncties

MSCO: Cursus maritiem personeel

N

NAVO: Noord-Atlantische Verdragsorganisatie

NIS-richtlijn: Richtlijn houdende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van beveiliging van netwerk- en

informatiesystemen in de Unie

O

O&I: onderzoek en innovatie

Ospar: Ospar-commissie

OSRA: overkoepelende strategische onderzoeksagenda

P

Passmar-project: Het programma ter ondersteuning van de strategie voor maritieme veiligheid en beveiliging in Centraal-Afrika

Pesco: permanente gestructureerde samenwerking

R

ROVB’s: regionale organisaties voor visserijbeheer

RPAS: op afstand bestuurd luchtvaartuigsysteem

S

SAR: opsporing en redding

SatCen: Satellietcentrum van de Europese Unie

Shade: Shared Awareness and Deconfliction

Solas: Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee

Swaims-project: ondersteuning van geïntegreerde maritieme veiligheid in West-Afrika

U

Unclos: Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee

UNFSA: VN-visbestandenovereenkomst

UNODC: VN-Bureau voor drugs- en misdaadbestrijding

V

VN: Verenigde Naties

W

WeCAPS: Versterking van de beveiliging en veiligheid van havens in West- en Centraal-Afrika

(1)

De EUSMV wordt uitgevoerd via dit actieplan en in het kader van de geïntegreerde aanpak. Zij maakt gebruik van alle beschikbare civiele en militaire beleidsmaatregelen, instrumenten en hulpmiddelen van de EU, coördineert het beleid en de activiteiten van alle betrokken spelers op Europees, regionaal en nationaal niveau en versterkt hun synergie en complementariteit. Zij bevordert ook een coherentere betrokkenheid van de EU bij externe conflicten en crises om de veiligheid van de EU en haar burgers te vergroten.

(2)

De betrokken actoren die in het actieplan zijn opgenomen, leveren een bijdrage in overeenstemming met hun respectieve bevoegdheden, verantwoordelijkheden en mandaten. De in dit actieplan genoemde EU-agentschappen zijn de in het kader van de verschillende acties van het actieplan aangewezen actoren, en elke rol die aan hen wordt toebedeeld laat de procedures en besluiten van hun respectieve raden van bestuur met betrekking tot de bijdragen van de agentschappen aan deze acties onverlet. Ook andere relevante EU-agentschappen kunnen door de Commissie of de lidstaten worden uitgenodigd om mee te werken aan de uitvoering van het actieplan. De agentschappen nemen via de respectieve EU-diensten (“bevoegde DG’s”) deel aan internationale werkzaamheden.

(3)

https://marine.copernicus.eu/nl

(4)

Artikel 71 van de verklaring van de Unie voor het Middellandse Zeegebied over een duurzame blauwe economie: De ministers zijn ingenomen met de actieve rol die het Mediterraans Forum voor kustwachtfuncties speelt bij het verbeteren van de regionale samenwerking en het bevorderen van inzicht in maritieme kwesties van wederzijds belang en van gemeenschappelijk belang in verband met kustwachttaken over de grenzen en sectoren heen, zowel civiel als militair, en verzoeken het forum opleidingsactiviteiten te ontwikkelen en de uitwisseling van informatie, deskundigheid, technische bijstand, opleiding en beste praktijken verder te vergemakkelijken om illegale activiteiten op zee aan te pakken.

(5)

Verordening (EU) 2019/1896.

(6)

De operationele fase en het tijdschema van elke in dit actieplan opgenomen actie worden geactiveerd na goedkeuring door de raad van bestuur van het EMSA.

(7)

  https://defence-industry-space.ec.europa.eu/welcome-iris2-infrastructure-resilience-interconnectivity-and-security-satellite-2022-11-17_en

(8)

Verordening (EG) nr. 725/2004.

(9)

Richtlijn 2005/65/EG.

(10)

Verordening (EU) 2019/452.

(11)

http://www.emilyo.eu/ ; EMILYO is niet gekoppeld aan het Erasmus+-programma.

(12)

De handleiding van het Hybrid CoE vormt de basis voor relevante opleidingsevenementen voor deelnemende landen, EU- en NAVO-actoren en beleidsmakers.

Top