EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022D1262

Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/1262 van de Raad van 18 juli 2022 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan Roemenië om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

ST/10604/2022/INIT

PB L 191 van 20/07/2022, p. 72–80 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2022/1262/oj

20.7.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 191/72


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/1262 VAN DE RAAD

van 18 juli 2022

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan Roemenië om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak (1), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Naar aanleiding van een verzoek van Roemenië van 7 augustus 2020 heeft de Raad bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355 (2) financiële bijstand aan Roemenië toegekend in de vorm van een lening van maximaal 4 099 244 587 EUR met een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar, als aanvulling op de nationale inspanningen van Roemenië om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

(2)

De lening diende door Roemenië te worden gebruikt ter financiering van een werktijdverkortingsregeling, soortgelijke en gezondheidsgerelateerde maatregelen, als bedoeld in artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355.

(3)

Door de COVID-19-uitbraak is een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in Roemenië inactief geworden. Dat heeft geleid tot herhaalde plotse en sterke stijgingen van de overheidsuitgaven van Roemenië voor nieuwe maatregelen, namelijk die waarnaar wordt verwezen in de overwegingen 11, 12 en 16 tot en met 34 van dit besluit, en maatregelen als bedoeld in artikel 3, punten a), en c) tot en met i), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355.

(4)

De COVID-19-uitbraak en de buitengewone maatregelen die Roemenië in 2020, 2021 en 2022 heeft getroffen om die uitbraak en de sociaal-economische en gezondheidseffecten daarvan in te perken, hadden en hebben nog steeds een dramatisch effect op de overheidsfinanciën. In 2020 had Roemenië een overheidstekort van 9,3 % van het bruto binnenlands product (bbp) en een schuld van 47,2 % van het bbp: tegen eind 2021 ging het om respectievelijk 7,1 % en 48,8 %. Volgens de voorjaarsprognose 2022 van de Commissie zou Roemenië tegen het einde van 2022 een overheidstekort van 7,5 % van het bbp en een schuld van 50,9 % van het bbp hebben. Het bbp van Roemenië zal in 2022 naar verwachting met 2,6 % toenemen.

(5)

Op 26 mei 2022 heeft Roemenië de Unie om verlenging verzocht voor de lijst van maatregelen waarvoor reeds financiële bijstand was toegekend bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355, teneinde zijn in 2020 gedane nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen (“het verzoek”), verder aan te vullen. Met name heeft Roemenië een reeks regelingen voor werktijdverkorting en soortgelijke maatregelen als bedoeld in de overwegingen 6 tot en met 12 ingevoerd en verder uitgebreid.

(6)

Noodverordening 30/2020 van de regering (3), waarnaar in artikel 3, punt a), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355 wordt verwezen, voorziet in een uitkering voor werknemers van werkgevers die hun activiteit beperken of tijdelijk onderbreken wegens de gevolgen van de COVID-19-uitbraak. De uitkering is beperkt tot 75 % van het basisloon van die werknemers (maar niet meer dan 75 % van het gemiddelde brutoloon in het bedrijfsleven) voor de duur van de noodtoestand. De maatregel is bij Noodverordening 111/2021 van de regering (4) verlengd tot december 2021 en bij Noodverordening 2/2022 van de regering (5) tot maart 2022.

(7)

Bij Noodverordening 132/2020 van de regering (6), waarnaar in artikel 3, punt c), van Uitvoeringsbesluit (EU) 202/1355 wordt verwezen, werd een regeling voor werktijdverkorting ingevoerd waarbij de werkgever in geval van een tijdelijke inkrimping van de bedrijfsactiviteit ten gevolge van de noodtoestand of de alarmfase de arbeidsuren van de werknemer kan verminderen met maximaal 50 %. Tijdens de periode van werktijdverkorting ontvangen de getroffen werknemers een uitkering van 75 % van het verschil tussen het brutoloon voor de normale werktijd en hun werkelijke loon. De maatregel is bij Wet 58/2021 gewijzigd en verlengd tot juni 2022, drie maanden na het einde van de staat van alert.

(8)

Bij Noodverordening 30/2020 van de regering (7), artikel XV, en Noodverordening 132/2020 van de regering (8), artikel 3, waarnaar in artikel 3, punten d) en e), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355 wordt verwezen, werden twee maatregelen voor zelfstandigen en vrije beroepen ingevoerd. Aan degenen die hun werkzaamheden volledig hebben stopgezet ten gevolge van de COVID-19-uitbraak, verleent de staat een uitkering van 75 % van het gemiddelde brutoloon in Roemenië voor de duur van de noodtoestand. Aan degenen die hun werktijd inkorten, verleent de staat een uitkering tot 41,5 % van het gemiddelde brutoloon tot juni 2022, drie maanden na het einde van de staat van alert. De eerste maatregel, waarnaar in artikel 3, punt d), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355 wordt verwezen, is verlengd bij Noodverordening 111/2021 van de regering (9) en Noodverordening 2/2022 van de regering. De tweede maatregel, waarnaar in artikel 3, punt e), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355 wordt verwezen, is verlengd bij Wet 58/2021 (10).

(9)

Bij Noodverordening 132/2020 van de regering (11), goedgekeurd bij Wet 282/2020 (12), en de daaropvolgende wijzigingen Noodverordening 182/2020 van de regering (13), Noodverordening 211/2020 van de regering (14), die was goedgekeurd bij Wet 58/2021 (15), Noodverordening 220/2020 van de regering (16), Noodverordening 226/2020 van de regering (17), Noodverordening 44/2021 van de regering (18), Noodverordening 111/2021 van de regering (19) en Noodverordening 2/2022 van de regering (20), waarnaar in artikel 3, punt f), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355 wordt verwezen, werd een maatregel ingevoerd die voorziet in een steuntoelage voor dagloners die hun arbeid stopzetten door de onderbreking van de bedrijfsactiviteit ten gevolge van de COVID-19-uitbraak ten belope van 35 % van de vergoeding per werkdag, voor een maximale duur van drie maanden. De maatregel werd verlengd tot juni 2022, drie maanden na het einde van de staat van alert.

(10)

Wet 19/2020 (21), artikel 3, verlengd bij Noodverordening 147/2020 van de regering (22), artikel 4, lid 3, en Noodverordening 110/2021 van de regering (23), artikel 7, voorzag in een kinderopvangtoeslag die wordt toegekend aan werknemers van het nationale stelsel van defensie, penitentiaire instellingen, zorginstellingen en andere bij ministerieel besluit vastgestelde categorieën van de publieke sector. De uitkering wordt verleend op voorwaarde dat er geen andere ouder is die aanspraak kan maken op andere rechten inzake vakantiedagen voor ouders voor het toezicht op kinderen in geval van tijdelijke sluiting van onderwijsinstellingen. Die maatregel kan worden beschouwd als een maatregel die vergelijkbaar is met werktijdverkortingsregelingen, als bedoeld in Verordening (EU) 2020/672, aangezien daarmee inkomenssteun aan werknemers wordt verleend om hen te helpen de kosten van kinderopvang te dragen tijdens schoolsluitingen en ouders dus steun krijgen om te blijven werken, waardoor wordt voorkomen dat de arbeidsverhouding in gevaar komt. Deze maatregel werd geleidelijk verlengd tot het einde van het schooljaar 2021-2022 en tevens uitgebreid naar werknemers in de particuliere sector.

(11)

Bij Wet 136/2020 (24) en de daaropvolgende wijzigingen alsook Noodverordening 70/2020 van de regering (25), artikel 13, als bedoeld in het verzoek, wordt ziekengeld toegekend aan personen in quarantaine en personen bij wie een COVID-19-infectie is vastgesteld.

(12)

Noodverordening 132/2020 van de regering (26), artikel 6, als bedoeld in het verzoek, omvatte een maatregel in de vorm van eenmalige financiële bijdrage van 2 500 RON aan werkgevers voor elke telewerker voor de aankoop van pakketten met technologische goederen en diensten die nodig zijn voor telewerkactiviteiten. De maatregel geldt voor werkgevers waarvan de werknemers tijdens de noodtoestand en de staat van alert minimaal 15 werkdagen op afstand hebben gewerkt in 2020. Die maatregel kan vanwege het beoogde doel en het economische effect ervan worden beschouwd als een maatregel die vergelijkbaar is met regelingen voor werktijdverkorting, zoals bedoeld in Verordening (EU) 2020/672. Het faciliteren van telewerken in het kader van de COVID-19-pandemie helpt bij het in stand houden van een goede arbeidsrelatie. De maatregel biedt ook inkomenssteun aan werknemers in de vorm van een secundaire arbeidsvoorwaarde, waarbij geholpen wordt om de kosten van de uitgaven voor een thuiskantoor te dekken zodat het werk tijdens de lockdown en daaropvolgende beperkingen kan worden voortgezet.

(13)

Roemenië heeft ook een reeks gezondheidsgerelateerde maatregelen voor de aanpak van de uitbraak van COVID-19 ingevoerd en verder uitgebreid. Hierbij gaat het met name om de in de overwegingen 14 tot en met 34 bedoelde maatregelen.

(14)

Noodverordening 11/2020 van de regering (27), als verlengd bij Noodverordening 131/2020 van de regering (28), artikel 2, en Wet 136/2020 (29), artikel 6, waarnaar in artikel 3, punt g), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355 wordt verwezen, voorziet in een toeslag voor extra arbeid voor het personeel van de gespecialiseerde structuren van het nationaal instituut voor volksgezondheid en de provinciale directoraten volksgezondheid en het directoraat volksgezondheid van Boekarest, die zich toeleggen op de coördinatie en de uitvoering van maatregelen ter preventie en beperking van gebeurtenissen in verband met de mondiale noodsituatie van COVID-19. Met de maatregel wordt een uitkering van 75 % van het basisloon verleend voor arbeidsuren die de normale werkuren overschrijden, en van 100 % van het basisloon voor arbeidsuren in weekends, op wettelijke feestdagen en andere dagen die niet als werkdagen worden gerekend. Die maatregel kan worden beschouwd als een maatregel op gezondheidsgebied in de zin van Verordening (EU) 2020/672. De maatregel werd in 2020, 2021 en 2022 verlengd en blijft van kracht zolang de WHO van oordeel is dat COVID-19 als een wereldwijde pandemie kan worden gekwalificeerd.

(15)

Wet 56/2020 (30), artikel 7, en de daaropvolgende wijzigingen bij Noodverordening 116/2021 van de regering (31), waarnaar in artikel 3, punt i), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355 wordt verwezen, voorziet in een tijdelijke maatregel in de vorm van een toeslag met betrekking tot bijzonder gevaarlijke omstandigheden ten belope van maximaal 30 % van het loon van het medisch personeel dat deelneemt aan de medische respons op COVID-19. De maatregel was van kracht voor de periode maart 2020 tot en met augustus 2020. De maatregel werd uitgebreid naar het personeel dat verantwoordelijk is voor de handhaving van de sanitaire maatregelen binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken.

(16)

Noodverordening 131/2020 van de regering (32), artikel 1, lid 1, punten a) en b), als bedoeld in het verzoek, voorziet in een toeslag tussen 30 % en 40 % van het basissalaris die wordt toegekend aan het personeel van de provinciale directoraten volksgezondheid en van het directoraat volksgezondheid van Boekarest. De uitvoerend directeur en de plaatsvervangend uitvoerende bestuurders genieten een toeslag van 40 % van het basissalaris; de bij de controledienst volksgezondheid werkende ambtenaren genieten een toeslag van 30 % van het basissalaris.

(17)

Wet 136/2020 (33), artikel 19, lid 3, als bedoeld in het verzoek, kent een detacheringstoelage toe van 50 % en een dagvergoeding van 2 % van het basissalaris aan medisch specialisten, paramedisch en hulppersoneel in de publieke sector. De vergoeding is bedoeld voor personeel dat in situaties van epidemiologisch of biologisch risico voor een periode van 30 dagen gedetacheerd wordt bij gezondheidseenheden die met personeelstekort kampen en verantwoordelijk zijn voor het beperken en voorkomen van de verspreiding van COVID-19.

(18)

Regeringsbesluit 254/2020 (34), enig artikel, Regeringsbesluit 840/2020 (35), enig artikel, Regeringsbesluit 383/2021 (36), enig artikel, Regeringsbesluit 1072/2021 (37) en Regeringsbesluit 496/2022 (38), als bedoeld in het verzoek, voorzagen in de tijdelijke financiering van salariskosten in verband met de openstelling van 2 000 nieuwe functies ter versterking van de gezondheidsdirectoraten en de openbare ambulancediensten (elk 1 000), om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan.

(19)

Regeringsbesluit 1035/2020 (39), enig artikel, punt 3, als bedoeld in het verzoek, kent een toeslag van 75 % tot 85 % van het basissalaris toe aan het gespecialiseerd medisch personeel en medisch hulppersoneel van de eenheden voor volksgezondheid of, in voorkomend geval, de structuren daarvan en aan het gespecialiseerd personeel van de paraklinische medische structuren die rechtstreeks betrokken zijn bij het vervoer, de uitrusting, de beoordeling, de diagnose en de behandeling van met COVID-19 geïnfecteerde patiënten.

(20)

Regeringsbesluit 1031/2020 (40) en Noodverordening 3/2021 van de regering (41), als bedoeld in het verzoek, voorzag in een vergoeding voor het medisch-sanitair personeel en van de medische registrators die hun activiteit uitoefenen binnen COVID-19-vaccinatiecentra die op andere locaties dan in gezondheidseenheden zijn georganiseerd. Met de maatregel zijn ook lopende en kapitaaluitgaven gefinancierd om de vaccinatiecentra (georganiseerd op andere locaties dan in gezondheidsfaciliteiten) operationeel te maken.

(21)

Noodverordening 3/2021 van de regering (42) en Regeringsbesluit 1031/2020 (43), als bedoeld in het verzoek, voorzag in een vergoeding voor het medisch-sanitair personeel en de medische registrators die hun activiteit uitoefenen binnen COVID-19-vaccinatiecentra die in gezondheidseenheden zijn georganiseerd, alsook in een vergoeding voor huisartsen voor de daartoe voorziene activiteiten.

(22)

Bij Regeringsbesluit 1031/2020 (44), als bedoeld in het verzoek, werd de aankoop van vaccindoses COVID-19 in 2021 geregeld. De raamovereenkomsten zijn namens en voor de lidstaten door de Commissie gesloten.

(23)

Bij Regeringsbesluit 201/2020 (45), Regeringsbesluit 1103/2020 (46) en Besluit 725/2020 van het ministerie van Volksgezondheid (47), als bedoeld in het verzoek, werden de kosten geregeld voor de quarantaine van mensen in aangewezen gebieden met een bevestigde diagnose van COVID-19, mensen op de middels de COVID-19-surveillancemethoden opgestelde lijst en medisch personeel met de diagnose COVID-19 die niet in het ziekenhuis opgenomen hoeven te worden, of personeel dat in contact staat met patiënten en ervoor kiest om niet thuis te blijven. De maatregel omvat algemene vergoedingen (voor artikelen zoals voedsel, huisvesting, vervoer, geneesmiddelen).

(24)

Regeringsbesluit 1092/2020 (48), Regeringsbesluit 380/2021 (49), Regeringsbesluit 1017/2021 (50) en Regeringsbesluit 1190/2021 (51) voorzagen in de aankoop van het geneesmiddel remdesivir en van een geneesmiddel met monoklonale antilichamen voor de behandeling van COVID-19 dat casirivimab en imdevimab bevat. De aanbestedingsprocedures voor beide geneesmiddelen zijn uitgevoerd door de Commissie namens de lidstaten binnen raamovereenkomsten (52) als bedoeld in het verzoek.

(25)

Besluit 487/2020 van het ministerie van Volksgezondheid (53), als bedoeld in het verzoek, voorzag in de aankoop van geneesmiddelen voor de behandeling van met COVID-19 geïnfecteerde patiënten. Het ministerie van Volksgezondheid heeft een raamovereenkomst gesloten voor de aanbesteding van tocilizumabum.

(26)

In Regeringsverordening 19/2021 (54) en Wet 55/2020 (55), als bedoeld in het verzoek, voorzag in stimuleringsacties, zoals maaltijdcheques ten bedrage van 100 RON, voor volledig gevaccineerde personen.

(27)

Noodverordening 131/2020 van de regering (56), artikel 5, als bedoeld in het verzoek, voorzag in een tijdelijke verhoging met 30 % van het basissalaris voor het personeel van de gewestelijke bestuursinstanties die betrokken zijn bij het voorkomen en bestrijden van de gevolgen van COVID-19 voor de periode van augustus 2020 tot februari 2021.

(28)

Noodverordening 186/2020 van de regering (57), als bedoeld in het verzoek, voorzag in de dekking van de uitgaven voor de inzet van 200 extra huisartsen die nodig waren vanwege de pandemie.

(29)

Noodverordening 11/2020 van de regering (58), als bedoeld in het verzoek van Roemenië, voorzag in de aankoop van medische producten en persoonlijke beschermingsmiddelen voor de bestrijding van de pandemie (bv. beschermend schoeisel, handschoenen, maskers, beademingsmachines en brancards) om medische noodvoorraden aan te leggen en in stand te houden.

(30)

In Wet 319/2006 (59), Wet 55/2020 (60) en Gezamenlijk Besluit 3577/831/2020 van het ministerie van Arbeid en het ministerie van Volksgezondheid (61), als bedoeld in het verzoek, werd de aankoop geregeld van sanitaire beschermingsmaterialen voor de medewerkers van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

(31)

Noodverordening 197/2020 van de regering (62), als bedoeld in het verzoek, voorzag in vergoedingen aan vrijwillige geneeskundestudenten die hebben gewerkt in ziekenhuizen of zorginstellingen om noodhulp te verlenen.

(32)

Besluit 487/2020 van het ministerie van Volksgezondheid (63), als bedoeld in het verzoek, voorzag in de aankoop van twee farmaceutische producten (molnupiravir en anakinra) voor de behandeling van met COVID-19 geïnfecteerde patiënten.

(33)

In Wet 95/2006 (64), artikel 51, Regeringsbesluit 155/2017 (65) en Besluit 377/2017 van het ministerie van Volksgezondheid (66), als bedoeld in het verzoek, werd de financiering geregeld voor COVID-19-tests op het niveau van gespecialiseerde eenheden. RT-PCR-laboratoriumtestdiensten die worden gefinancierd in het kader van het Nationaal Programma voor de surveillance en bestrijding van prioritaire overdraagbare ziekten, worden uitgevoerd op categorieën personen zoals vastgesteld door de nieuwe surveillancemethoden voor COVID-19 acuut respiratoir syndroom of in opdracht van de minister van Volksgezondheid.

(34)

In Besluit 58/4/2022 van het ministerie van Volksgezondheid (67), als bedoeld in het verzoek, werd de financiering van COVID-19-tests door huisartsen geregeld. De testwerkzaamheden die door huisartsen worden uitgevoerd, worden gefinancierd door overdrachten uit de rijksbegroting, via de begroting van het ministerie van Volksgezondheid naar de begroting van het nationaal ziektekostenverzekeringsfonds.

(35)

Roemenië voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672 om financiële bijstand te kunnen aanvragen. Roemenië heeft de Commissie het nodige bewijsmateriaal verschaft dat de werkelijke en geplande overheidsuitgaven sinds 1 februari 2020 met 3 321 482 911 EUR zijn gestegen als gevolg van de nationale maatregelen om de sociaal-economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak het hoofd te bieden. Dit is een plotse en sterke stijging omdat zij het gevolg is van zowel nieuwe maatregelen als de verlenging van bestaande maatregelen die rechtstreeks verband houden met de werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen die gelden voor een aanzienlijk deel van de ondernemingen en de beroepsbevolking in Roemenië. Roemenië is voornemens om 353 704 624 EUR van de stijging van het uitgavenbedrag uit Uniemiddelen te financieren.

(36)

De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2020/672, Roemenië geraadpleegd en heeft de plotse en sterke stijging geverifieerd van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, en met de maatregelen op gezondheidsgebied in verband met de COVID-19-uitbraak, als bedoeld in het verzoek.

(37)

De uitgaven van Roemenië voor gezondheidsgerelateerde maatregelen, met inbegrip van de aanvullende of verlengde gezondheidsgerelateerde maatregelen waarnaar wordt verwezen in de overwegingen 14 tot en met 34, bedragen 2 141 579 582 EUR. Gezien de noodzaak om het aanvullende karakter van deze categorie maatregelen te waarborgen, moet het bedrag van de financiële bijstand ter ondersteuning van gezondheidsgerelateerde maatregelen worden verlaagd, aangezien dit minder dan de helft van de totale geplande financiële bijstand zou moeten vertegenwoordigen die aan alle subsidiabele maatregelen wordt besteed.

(38)

De reeds bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355 verleende financiële bijstand moet derhalve ook gelden voor de nieuwe maatregelen waarnaar wordt verwezen in de overwegingen 11 en 12 en 16 tot en met 34.

(39)

De bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355 toegekende financiële bijstand moet worden verlaagd van 4 099 244 587 EUR tot 3 000 000 000 EUR. Roemenië blijft zich inzetten om de toegekende financiële bijstand volledig te benutten en moet verdere subsidiabele maatregelen aanwijzen voor het geval de bestaande maatregelen ontoereikend blijken te zijn.

(40)

Roemenië en de Commissie moeten in de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst met dit besluit rekening houden.

(41)

Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name uit hoofde van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van het Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen.

(42)

Roemenië moet de Commissie op regelmatige basis informeren over de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven, zodat de Commissie kan beoordelen in hoeverre Roemenië die uitgaven ten uitvoer heeft gelegd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   De Unie stelt Roemenië een lening van maximaal 3 000 000 000 EUR beschikbaar. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.”.

2)

Artikel 3 wordt vervangen door:

“Artikel 3

Roemenië mag de volgende maatregelen financieren:

a)

de uitkering voor technische werkloosheid voor werknemers van werkgevers die hun activiteit beperken of tijdelijk onderbreken, waarin wordt voorzien door artikel XI van Noodverordening 30/2020 van de regering, zoals verlengd bij Noodverordening 111/2021 van de regering, op haar beurt verlengd bij Noodverordening 2/2022 van de regering;

b)

de uitkering voor personen wier arbeidsovereenkomst is geschorst, waarin wordt voorzien door artikel I van Noodverordening 92/2020 van de regering;

c)

de regeling voor werktijdverkorting, waarin wordt voorzien door artikel 1 van Noodverordening 132/2020 van de regering, zoals gewijzigd en verlengd bij Wet 58/2021;

d)

de soortgelijke uitkering als de in punt a) bedoelde uitkering, voor andere categorieën dan werknemers, met inbegrip van zelfstandigen en vrije beroepen, waarin wordt voorzien door artikel XV van Noodverordening 30/2020 van de regering, zoals verlengd bij Noodverordening 111/2021 van de regering, op haar beurt verlengd bij Noodverordening 2/2022 van de regering;

e)

de uitkering voor andere categorieën dan werknemers, met inbegrip van zelfstandigen en vrije beroepen, waarin wordt voorzien door artikel 3 van Noodverordening 132/2020 van de regering, zoals gewijzigd en verlengd bij Wet 58/2021;

f)

de toelage voor dagloners, waarin wordt voorzien door artikel 4 van Noodverordening 132/2020 van de regering (goedgekeurd bij Wet 282/2020) en de daaropvolgende wijzigingen, Noodverordening 182/2020 van de regering, Noodverordening 211/2020 van de regering (goedgekeurd bij Wet 58/2021), Noodverordening 220/2020 van de regering, Noodverordening 226/2020 van de regering, Noodverordening 44/2021 van de regering, Noodverordening 111/2021 van de regering en Noodverordening 2/2022 van de regering;

g)

de toeslag voor extra arbeid voor het personeel van de gespecialiseerde structuren van het instituut voor volksgezondheid en de provinciale directoraten volksgezondheid en het directoraat volksgezondheid van Boekarest, waarin wordt voorzien door artikel 8, lid 6, van Noodverordening 11/2020 van de regering, zoals verlengd bij Noodverordening 131/2020 van de regering, artikel 2, en Wet 136/2020, artikel 6;

h)

de toeslag voor kinderopvang voor werknemers in de particuliere sector en voor werknemers van het nationale stelsel van defensie, penitentiaire instellingen, zorginstellingen en andere bij ministerieel besluit vastgestelde categorieën, waarin wordt voorzien door artikel I, lid 6, van Noodverordening 30/2020 van de regering; zoals verlengd bij Noodverordening 147/2020 van de regering, artikel 4, lid 3, en Noodverordening 110/2021 van de regering, artikel 7;

i)

de toeslag voor bijzondere risicosituaties die verleend is ter erkenning van de verdiensten van het medisch personeel, waarin wordt voorzien door artikel 7 van Wet 56/2020, zoals verlengd bij Noodverordening 116/2021 van de regering;

j)

het ziekengeld dat wordt toegekend aan personen in quarantaine en personen bij wie een COVID-19-infectie is vastgesteld, zoals voorzien in Wet 136/2020, en gewijzigd bij Noodverordening 70/2020 van de regering, artikel 13;

k)

een eenmalige financiële bijdrage die wordt toegekend aan werkgevers voor werknemers om telewerkactiviteiten uit te voeren, waarin wordt voorzien door artikel 6 van Noodverordening 132/2020 van de regering;

l)

de toeslag tussen 30 % en 40 % van het basissalaris die wordt toegekend aan het personeel van de provinciale directoraten volksgezondheid en van het directoraat volksgezondheid van Boekarest, waarin wordt voorzien door artikel 1, lid 1, van Noodverordening 131/2020 van de regering;

m)

de toekenning van een detacheringstoelage van 50 % en een dagvergoeding van 2 % van het basissalaris aan medisch specialisten, paramedisch en hulppersoneel in de publieke sector, waarin wordt voorzien door artikel 19, lid 3, van Noodverordening 136/2020 van de regering;

n)

de tijdelijke financiering van salariskosten in verband met de openstelling van 2 000 nieuwe functies ter versterking van de gezondheidsdirectoraten en de openbare ambulancediensten (elk 1 000), om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan, waarin wordt voorzien door Regeringsbesluit 254/2020, enig artikel, Regeringsbesluit 840/2020, enig artikel, Regeringsbesluit 383/2021, enig artikel, Regeringsbesluit 1072/2021 en Regeringsbesluit 496/2022;

o)

de toekenning van een toeslag tussen 75 % en 85 % van het basissalaris voor het medisch specialistisch personeel en medisch hulppersoneel van de eenheden voor volksgezondheid of de structuren daarvan en voor het gespecialiseerd personeel van de paraklinische medische structuren die rechtstreeks betrokken zijn bij het vervoer, de uitrusting, de beoordeling, de diagnose en de behandeling van met COVID-19 geïnfecteerde patiënten, waarin wordt voorzien door Besluit 1035/2020 van de regering, enig artikel, punt 3;

p)

de vergoeding voor het medisch-sanitair personeel en van de medische registrators die hun activiteit uitoefenen binnen COVID-19-vaccinatiecentra die op andere locaties dan in gezondheidseenheden zijn georganiseerd, waarin wordt voorzien door Regieringsbesluit 1031/2020 en Noodverordening 3/2021 van de regering;

q)

de vergoeding voor het medisch-sanitair personeel en de medische registrators die hun activiteit uitoefenen binnen COVID-19-vaccinatiecentra die in gezondheidseenheden zijn georganiseerd, alsook in een vergoeding voor huisartsen voor de daartoe bestemde activiteiten, waarin wordt voorzien door Noodverordening 3/2021 van de regering en Regeringsbesluit 1031/2020;

r)

de aankoop van vaccindoses COVID-19, waarin wordt voorzien door Regeringsbesluit 1031/2020;

s)

de kosten voor de quarantaine van mensen in aangewezen gebieden met een bevestigde diagnose van COVID-19, mensen op de middels de COVID-19-surveillancemethoden opgestelde lijst en medisch personeel met de diagnose COVID-19 die niet in het ziekenhuis opgenomen hoeven te worden, of personeel dat in contact staat met patiënten en ervoor kiest om niet thuis te blijven, waarin wordt voorzien door Regeringsbesluit 201/2020, Regeringsbesluit 1103/2020 en Ministerieel besluit 725/2020;

t)

de aankoop van geneesmiddelen (remdesivir), waarin wordt voorzien door Regeringsbesluit 1092/2020, Regeringsbesluit 380/2021, Regeringsbesluit 1017/2021 en Regeringsbesluit 1190/2021;

u)

de aankoop van geneesmiddelen (tocilizumabum), waarin wordt voorzien door Besluit 487/2020 van het ministerie van Volksgezondheid;

v)

de aankoop van een geneesmiddel met monoklonale antilichamen voor de behandeling van COVID-19 dat casirivimab en imdevimab bevat, waarin wordt voorzien door Regeringsbesluit 1092/2020, Regeringsbesluit 380/2021, Regeringsbesluit 1017/2021 en Regeringsbesluit 1190/2021;

w)

maaltijdcheques ten bedrage van 100 RON voor volledig gevaccineerde personen, waarin wordt voorzien door Regeringsbesluit 19/2021, tot wijziging van Wet 55/2020;

x)

de verhoging van 30 % van het basissalaris voor het personeel van de gewestelijke bestuursinstanties die betrokken zijn bij het voorkomen en bestrijden van de gevolgen van COVID-19, waarin wordt voorzien door artikel 5 van Noodverordening 131/2020 van de regering;

y)

de uitgaven voor de inzet van 200 extra huisartsen die nodig waren vanwege de pandemie, waarin wordt voorzien door Noodverordening 186/2020 van de regering;

z)

de aankoop van medische producten en persoonlijke beschermingsmiddelen voor de bestrijding van de pandemie (bv. beschermend schoeisel, handschoenen, maskers, beademingsmachines en brancards.), waarin wordt voorzien door Noodverordening 11/2020 van de regering;

aa)

de aankoop van sanitaire beschermingsmaterialen voor medewerkers, waarin wordt voorzien door Wet 319/2006, Wet 55/2020 en Gezamenlijk Besluit 3577/831/2020 van het ministerie van Arbeid en het ministerie van Volksgezondheid;

bb)

vergoedingen aan vrijwillige geneeskundestudenten die hebben gewerkt in ziekenhuizen of zorginstellingen om noodhulp te verlenen, waarin wordt voorzien door Noodverordening 197/2020 van de regering;

cc)

de aankoop van geneesmiddelen voor de behandeling van met COVID-19 geïnfecteerde patiënten (ANAKINRA), waarin wordt voorzien door Besluit 487/2020 van het ministerie van Volksgezondheid;

dd)

de aankoop van geneesmiddelen voor de behandeling van met COVID-19 geïnfecteerde patiënten (MOLNUPIRAVIR), waarin wordt voorzien door Besluit 487/2020 van het ministerie van Volksgezondheid;

ee)

de financiering van COVID-19-tests op het niveau van gespecialiseerde eenheden, waarin wordt voorzien door artikel 51 van Wet 95/2006, Regeringsbesluit 155/2017 en Besluit 377/2017 van het ministerie van Volksgezondheid;

ff)

de financiering van COVID-19-tests door huisartsen, waarin wordt voorzien door Besluit 58/4/2022 van het ministerie van Volksgezondheid.”.

3)

Artikel 4 wordt vervangen door:

“Artikel 4

1.   Roemenië stelt de Commissie uiterlijk op 30 maart 2021, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.

2.   Voor zover de in artikel 3 bedoelde maatregelen zijn gebaseerd op geplande overheidsuitgaven en onderworpen zijn aan een uitvoeringsbesluit tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355, stelt Roemenië de Commissie zes maanden na de datum van vaststelling van dat uitvoeringsbesluit tot wijziging, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot Roemenië.

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan aan de geadresseerde.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 18 juli 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

Z. NEKULA


(1)  PB L 159 van 20.5.2020, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1355 van de Raad van 25 september 2020 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan Roemenië om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken (PB L 314 van 29.9.2020, blz. 55).

(3)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 231 van 21 maart 2020.

(4)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 945 van 4 oktober 2021.

(5)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 61 van 20 januari 2022.

(6)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 720 van 10 augustus 2020.

(7)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 231 van 21 maart 2020.

(8)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 720 van 10 augustus 2020.

(9)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 945 van 4 oktober 2021.

(10)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 345 van 5 april 2021.

(11)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 720 van 10 augustus 2020.

(12)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 1201 van 9 december 2020.

(13)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 993 van 27 oktober 2020.

(14)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 1189 van 7 december 2020.

(15)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 345 van 5 april 2021.

(16)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 1326 van 31 december 2020.

(17)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 1332 van 31 december 2020.

(18)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 575 van 7 juni 2021.

(19)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 945 van 4 oktober 2021.

(20)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 61 van 20 januari 2022.

(21)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 209 van 14 maart 2020.

(22)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 790 van 28 augustus 2020.

(23)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 945 van 4 oktober 2021.

(24)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 634 van 18 juli 2020. Opnieuw bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 884 van 28 september 2020.

(25)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 394 van 14 mei 2020.

(26)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 720 van 10 augustus 2020.

(27)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 102 van 11 februari 2020.

(28)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 720 van 10 augustus 2020.

(29)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 634 van 18 juli 2020. Opnieuw bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 884 van 28 september 2020.

(30)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 402 van 15 mei 2020.

(31)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 951 van 5 oktober 2021.

(32)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 720 van 10 augustus 2020.

(33)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 634 van 18 juli 2020. Opnieuw bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 884 van 28 september 2020.

(34)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 272 van 1 april 2020.

(35)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 924 van 9 oktober 2020.

(36)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 335 van 1 april 2021.

(37)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 951 van 5 oktober 2021.

(38)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 357 van 11 april 2022.

(39)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 1179 van 4 december 2020.

(40)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 1171 van 3 december 2020.

(41)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 50 van 15 januari 2021.

(42)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 50 van 15 januari 2021.

(43)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 1171 van 3 december 2020.

(44)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 1171 van 3 december 2020.

(45)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 224 van 19 maart 2020.

(46)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 1259 van 18 december 2020.

(47)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 350 van 30 april 2020.

(48)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 1251 van 17 december 2020.

(49)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 328 van 31 maart 2021.

(50)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 935 van 30 september 2021.

(51)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 1081 van 11 november 2021.

(52)  Raamovereenkomst — SANTE/2020/C3/048 voor “remdivisir” en Raamovereenkomst — SANTE/2020/C3/091 voor geneesmiddelen met monoklonale antilichamen.

(53)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 242 van 24 maart 2020.

(54)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 834 van 31 augustus 2021.

(55)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 396 van 15 mei 2020.

(56)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 720 van 10 augustus 2020.

(57)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 1005 van 29 oktober 2020.

(58)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 102 van 11 februari 2020.

(59)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 646 van 26 juli 2006.

(60)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 396 van 15 mei 2020.

(61)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 403 van 16 mei 2020.

(62)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 1108 van 19 november 2020.

(63)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 242 van 24 maart 2020.

(64)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 372 van 28 april 2006. Opnieuw bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 652 van 28 augustus 2015.

(65)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 222 van 31 maart 2017.

(66)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 223 van 31 maart 2017.

(67)  Bekendgemaakt in het Roemeens Staatsblad nr. 33 van 11 januari 2022.


Top