EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020D2065

Besluit (EU) 2020/2065 van de Raad van 7 december 2020 over het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Subcomité douane dat is ingesteld bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds, inzake de wijziging van die overeenkomst door de vervanging van Protocol I betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking

PB L 424 van 15/12/2020, p. 33–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2023

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/2065/oj

15.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 424/33


BESLUIT (EU) 2020/2065 VAN DE RAAD

van 7 december 2020

over het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Subcomité douane dat is ingesteld bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds, inzake de wijziging van die overeenkomst door de vervanging van Protocol I betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (“de overeenkomst”), is door de Unie gesloten bij Besluit 2014/495/Euratom van de Raad (1) en is op 1 juli 2016 in werking getreden.

(2)

De overeenkomst omvat Protocol I betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking (“Protocol I”). Krachtens artikel 3 van Protocol I kan het bij artikel 74, lid 1, van de overeenkomst ingestelde Subcomité douane (“het Subcomité douane”) besluiten de bepalingen van Protocol I te wijzigen.

(3)

Het Subcomité douane zal tijdens zijn volgende vergadering, voor het einde van 2023, een besluit tot wijziging van de overeenkomst vaststellen door de vervanging van Protocol I (“besluit”).

(4)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Subcomité douane, aangezien het besluit in de Unie bindende juridische gevolgen zal hebben.

(5)

De Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels (“de conventie”) is door de Unie gesloten bij Besluit 2013/94/EU van de Raad (2) en is met betrekking tot de Unie in werking getreden op 1 mei 2012. Deze conventie bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op grond van de desbetreffende bilaterale vrijhandelsovereenkomsten tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de conventie worden verhandeld en deze bepalingen zijn van toepassing onverminderd de beginselen die zijn opgenomen in die bilaterale overeenkomsten.

(6)

In artikel 6 van de conventie is bepaald dat elke partij de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de conventie daadwerkelijk wordt toegepast. Daartoe zal bij het besluit in Protocol I een dynamische verwijzing naar de conventie worden opgenomen, zodat steeds wordt verwezen naar de meest recente versie van de conventie die van kracht is.

(7)

De gesprekken over de wijziging van de conventie hebben ertoe geleid dat een nieuwe reeks gemoderniseerde en flexibelere oorsprongsregels is opgenomen in de conventie. In afwachting van de sluiting en inwerkingtreding van de wijziging van de conventie zijn de Unie en Georgië overeengekomen zo spoedig mogelijk een alternatieve reeks oorsprongsregels toe te passen die zijn gebaseerd op die van de gewijzigde conventie en die bilateraal gebruikt kunnen worden als alternatieve oorsprongsregels voor de regels van de conventie (“de overgangsregels”). Met het oog hierop zal het besluit ook in de overgangsregels voorzien.

(8)

In de cumulatiezone die door de EVA-staten, de Faeröer, de Unie, de Republiek Turkije, de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces, de Republiek Moldavië, Georgië en Oekraïne wordt gevormd, moet de mogelijkheid behouden blijven om certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 of oorsprongsverklaringen te gebruiken in plaats van certificaten inzake goederenverkeer EUR-MED of oorsprongsverklaringen EUR-MED, in afwijking van de bepalingen van de conventie die van toepassing zijn op diagonale cumulatie tussen die deelnemers.

(9)

Het standpunt van de Unie in het Subcomité douane moet derhalve worden gebaseerd op het ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Subcomité douane dat is ingesteld bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds, inzake de wijziging van die overeenkomst door de vervanging van Protocol I, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van het Subcomité douane (3).

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld en verstrijkt op 31 december 2023.

Gedaan te Brussel, 7 december 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

M. ROTH


(1)  Besluit 2014/495/Euratom van de Raad van 16 juni 2014 tot goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (PB L 261 van 30.8.2014, blz. 744).

(2)  Besluit 2013/94/EU van de Raad van 26 maart 2012 betreffende de sluiting van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels (PB L 54 van 26.2.2013, blz. 3).

(3)  Zie document ST 11080/20 op http://register.consilium.europa.eu


Top