Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023DC0531

    NOTA VAN WIJZIGINGEN Nr. 1 BIJ HET ONTWERP VAN ALGEMENE BEGROTING 2024 Geactualiseerde geraamde behoeften voor landbouwuitgaven Andere aanpassingen en technische actualiseringen

    COM/2023/531 final

    Brussel, 9.10.2023

    COM(2023) 531 final

    2023/0264(BUD)

    NOTA VAN WIJZIGINGEN Nr. 1 BIJ HET ONTWERP VAN
    ALGEMENE BEGROTING 2024





















    Geactualiseerde geraamde behoeften voor landbouwuitgaven









    Andere aanpassingen en technische actualiseringen




























































    Gezien:

    het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

    Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie 1 , dat op 1 juni 2021 in werking is getreden,

    Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (...) 2 , en met name artikel 42,

    het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2024, zoals goedgekeurd door de Commissie op 5 juli 2023 3 ,

    dient de Europese Commissie, om de in de toelichting vermelde redenen, bij het Europees Parlement en de Raad nota van wijzigingen nr. 1 bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2024 in.

    WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

    De wijzigingen in de algemene staat van uitgaven en ontvangsten en in de staten van ontvangsten en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via EUR-Lex ( https://eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl.htm ). Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in deze staat als budgettaire bijlage bijgevoegd.

    1.Inleiding

    Nota van wijzigingen nr. 1 (NvW 1/2024) bij de ontwerpbegroting voor het jaar 2024 (OB 2024) heeft betrekking op de volgende elementen:

    ¾Neerwaartse herziening van de behoeften voor de rentepost voor NextGenerationEU, in het kader van een lager niveau van de uitbetalingen van NextGenerationEU in 2023 dan eerder geraamd;

    ¾Actualisering van de geraamde behoeften, bestemmingsontvangsten en kredieten voor landbouwuitgaven. In NvW 1/2024 wordt niet alleen rekening gehouden met veranderende marktfactoren, maar ook met de impact van de besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de vaststelling van de OB 2024 in juli 2023, alsmede met andere voorstellen die naar verwachting tijdens het begrotingsjaar een aanzienlijk effect zullen sorteren;

    ¾Actualisering van de geraamde behoeften voor de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s), rekening houdend met de onlangs ondertekende overeenkomst en het bijbehorende protocol met de Republiek Madagaskar en het nieuwe protocol met de Republiek Kiribati dat op 2 oktober 2023 voorlopig van toepassing is geworden;

    ¾Aanpassingen van het niveau van de kredieten en/of het personeelsbestand van verschillende gedecentraliseerde agentschappen, met name het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) en het Europees Openbaar Ministerie (EOM), rekening houdend met de meest recente wetgevende of politieke ontwikkelingen met betrekking tot hun operaties voor 2024, en bedragen die moeten worden overgeheveld van reserveposten naar operationele begrotingsonderdelen na de vaststelling van wetgevingsvoorstellen;

    ¾Overdracht van middelen van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) naar Horizon Europa naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek van Litouwen om zijn EFRO-programma te wijzigen overeenkomstig artikel 26 van de verordening gemeenschappelijke bepalingen 4 ;

    ¾Aanpassingen van rubriek 7 “Europees openbaar bestuur”, met name met betrekking tot de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) om het militair plannings- en uitvoeringsvermogen (MPCC) verder te versterken, met inbegrip van zowel een personeelsuitbreiding als een versterking van de communicatie- en informatiesystemen, alsook andere kleine aanpassingen voor de rubriek.

    ¾Bedragen die moeten worden overgeheveld van de reservepost naar het operationele begrotingsonderdeel voor de verordening betreffende de ondersteuning van de productie van munitie (ASAP) en het instrument voor de versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (Edirpa) na de vaststelling van de basisbesluiten.

    Over het geheel genomen is het netto-effect van NvW 1/2024 op de uitgaven in de OB 2024 een daling met 67,4 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten.

    Meer informatie over elk onderdeel is te vinden in de volgende paragrafen.

    De desbetreffende begrotingsonderdelen zijn in de budgettaire bijlage opgenomen, samen met de actualisering van de ontvangsten die voortvloeien uit de in deze nota van wijzigingen opgenomen wijzigingen in de uitgaven.

    2.Financiering NextGenerationEU

    In het kader van de OB 2024 heeft de Commissie voorgesteld de EURI-rentepost met 1,9 miljard EUR te verhogen ten opzichte van de financiële programmering voor 2024, op basis van prognoses van rentevoeten en uitbetalingen in het kader van NextGenerationEU tot eind 2023 zoals die op dat moment luidden.

    De meest recente prognoses met betrekking tot het EURI-begrotingsonderdeel overeenkomstig de situatie op 8 oktober 2023 wijzen op een totaalbedrag aan uitbetalingen voor de niet-terugbetaalbare steun in 2023 van 79,9 miljard EUR, een daling met ongeveer 3 miljard EUR ten opzichte van het uitbetalingsplan waarmee in de OB 2024 rekening is gehouden. In dit nieuwe scenario, waarin ook rekening wordt gehouden met iets hogere rentetarieven en een stijging met 10 miljoen EUR van het bedrag dat van het jaar 2023 kan worden overgedragen, bedragen de geraamde kosten voor de rentepost 3 790 miljoen EUR, d.w.z. een daling met 74 miljoen EUR. De Commissie stelt voor het niveau van de vastleggings- en betalingskredieten van de EURI-rentepost dienovereenkomstig te verlagen.

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling III – Commissie

    06 04 01

    Herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI) — Periodieke couponbetaling en aflossing op de vervaldatum

    -74 000 000

    -74 000 000

    Totaal    

    -74 000 000

    -74 000 000

    Met de voorgestelde verlaging zou het beroep op het enkelvoudig marge-instrument in subrubriek 2b met 72,0 miljoen EUR worden verminderd tot 300,8 miljoen EUR.

    3.Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)

    NvW 1/2024 actualiseert de ramingen voor landbouwuitgaven op basis van de recentste economische gegevens en het recentste wetgevingskader. In september 2023 beschikte de Commissie over een eerste indicatie van het productieniveau voor 2023 en over de vooruitzichten voor de landbouwmarkten, alsook over de werkelijke cijfers voor het grootste deel van de uitvoering van de begroting 2023 met betrekking tot gedeeld beheer van het ELGF, die de basis vormen voor de geactualiseerde ramingen van de begrotingsbehoeften voor 2024.

    Behalve met marktfactoren houdt NvW 1/2024 ook rekening met de impact van wetgevingsbesluiten in de landbouwsector die zijn genomen sinds de vaststelling van de OB 2024 in juli 2023.

    In totaal worden de ELGF-behoeften voor 2024, met inbegrip van de landbouwreserve (die wordt gefinancierd uit een niet-besteed bedrag ten belope van 200 miljoen EUR van de landbouwreserve voor 2023 en uit de beschikbare ELGF-middelen voor 2024) nu geraamd op 41 450,6 miljoen EUR 5 . Dit is een stijging met 343 miljoen EUR ten opzichte van de OB 2024, die het gevolg is van i) extra behoeften ten belope van 280 miljoen EUR voor post 08 02 01 “Landbouwreserve”, ii) hogere behoeften voor marktmaatregelen en interventies van de lidstaten met 61 miljoen EUR, voornamelijk als gevolg van de grotere behoeften voor de sector groenten en fruit, en iii) een kleine stijging van 2 miljoen EUR voor andere ELGF-uitgaven.

    In 2023 zijn uitzonderlijke maatregelen getroffen met een totale financiële impact van 530 miljoen EUR om steun te verlenen aan landbouwers die getroffen zijn door aviaire influenza, om de marktverstoringen als gevolg van de toegenomen invoer van Oekraïens graan in de lidstaten in de voorste linie aan te pakken, en om steun te verlenen aan landbouwers die getroffen zijn door extreme weersomstandigheden en andere specifieke problemen. Dit totaalbedrag overschreed de beschikbare middelen van de landbouwreserve voor 2023 met 80 miljoen EUR. Van de 450 miljoen EUR die beschikbaar is, zal naar verwachting 250 miljoen EUR in 2023 worden gebruikt, op basis van de meest recente uitvoeringsgegevens en prognoses van de lidstaten. Het resterende bedrag van 200 miljoen EUR zal worden overgedragen naar het jaar 2024 overeenkomstig artikel 16, lid 2, van de horizontale GLB-verordening 6 en zal worden gebruikt voor de terugbetaling van de uitgaven van de lidstaten in verband met deze uitzonderlijke maatregelen die in 2023 zijn vastgesteld maar na 15 oktober zijn betaald en dus deel uitmaken van het landbouwjaar 2024. Om de resterende buitengewone maatregelen die in 2023 zijn vastgesteld, volledig te kunnen dekken, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 16, lid 2, eerste alinea, van de horizontale GLB-verordening voor om de nieuwe kredieten van de landbouwreserve voor 2024 te verhogen tot 530 miljoen EUR, d.w.z. een verhoging met 80 miljoen EUR ten opzichte van de OB 2024. Dit zal het mogelijk maken 450 miljoen EUR te behouden voor nieuwe buitengewone maatregelen die volgend jaar kunnen worden genomen om te reageren op mogelijke marktverstoringen als gevolg van de aanhoudend instabiele geopolitieke context en, in toenemende mate, ongunstige klimaatgebeurtenissen in de hele EU.

    De bestemmingsontvangsten waarover naar verwachting in 2024 kan worden beschikt, stijgen van 505,5 miljoen EUR in OB 2024 tot 848,5 miljoen EUR en dekken volledig de extra behoeften. De verwachte stijging van de bestemmingsontvangsten is afkomstig van het verwachte overschot van 2023, dat overeenkomstig artikel 12, lid 2, punt  d), van het Financieel Reglement naar 2024 zal worden overgedragen. Het overschot is toe te schrijven aan de onderbesteding van de landbouwreserve voor 2023, zoals hierboven uiteengezet, alsook aan een relatief geringe onderbesteding van de rechtstreekse betalingen en aan hoger dan verwachte bestemmingsontvangsten in het kader van de goedkeuring van de ELGF-rekeningen.

    Bijgevolg blijft het bedrag aan vastleggingskredieten ongewijzigd op 40 602,1 miljoen EUR, inclusief 530 miljoen EUR voor de landbouwreserve. Dit totaalbedrag komt overeen met het voor het ELGF beschikbare nettosaldo, inclusief het effect van de kennisgevingen van de lidstaten op de overdrachten tussen rechtstreekse betalingen en plattelandsontwikkeling, en laat geen marge onder het submaximum.

    4. Actualisering van de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij

    De Commissie heeft de recentste beschikbare informatie over partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV) onderzocht en de verwachte behoeften voor 2024 geëvalueerd op basis van de ontwikkelingen in de onderhandelingsprocessen met de betrokken derde landen, zoals bepaald in deel II, punt C, van het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) 7 . Op basis van deze evaluatie stelt de Commissie voor een bedrag van 2 560 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten over te hevelen van de reserve (begrotingsartikel 30 02 02) naar het operationele artikel (08 05 01 Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in wateren van derde landen verrichten). Deze begrotingsneutrale overschrijving heeft betrekking op de PODV met de Republiek Madagaskar, die op 1 juli 2023 voorlopig van toepassing is geworden, en die met de Republiek Kiribati, die op 2 oktober 2023 voorlopig van toepassing is geworden.

    De totale beschikbare vastleggingskredieten voor de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij blijven ongewijzigd op 156,7 miljoen EUR, waarvan 66,9 miljoen EUR in de reserve en 89,9 miljoen EUR op het belangrijkste operationele begrotingsonderdeel.

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-

    kredieten

    Afdeling III – Commissie

    08 05 01

    Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten

    2 560 000

    2 560 000

    30 02 02

    Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 08 05 01)

    -2 560 000

    - 2 560 000

    Totaal    

    0

    0

    5.Gedecentraliseerde agentschappen en Europees Openbaar Ministerie

    5.1.    Europees Openbaar Ministerie (EOM)

    In OGB nr. 4/2023 8 heeft de Commissie voorgesteld de EU-bijdrage aan het EOM voor de beveiliging van het gebouw en de IT-systemen te verhogen en acht extra posten voor tijdelijke functionarissen toe te wijzen. Voorgesteld wordt de begroting voor 2024 van het EOM te verhogen met 2 miljoen EUR ter dekking van een eenmalige versterking van de veiligheid op het gebied van IT en gebouwen, alsook van de salarissen van het nieuwe personeel dat naar verwachting in 2023 op basis van een volledig jaar zal worden aangeworven.

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling III – Commissie

    07 10 08

    Europees Openbaar Ministerie (EOM)

    2 000 000

    2 000 000

    Totaal    

    2 000 000

    2 000 000

    De overeenkomstige wijzigingen aan de personeelsformatie zijn opgenomen in de budgettaire bijlage.

    5.2.    Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)

    Na de oprichting van het Internationaal Centrum voor de vervolging van het misdrijf agressie tegen Oekraïne (ICPA) zal Eurojust operationele, juridische, financiële en logistieke steun verlenen, onder meer voor het bewaren, opslaan en analyseren van bewijsmateriaal. Dit werk is van essentieel belang voor de voorbereiding van toekomstige processen, bij nationale of internationale rechtbanken, met inbegrip van een eventueel tribunaal voor het misdrijf agressie of het Internationaal Strafhof (ICC) voor misdrijven die onder de rechtsmacht van dit hof vallen. De bijbehorende extra ICPA-taken voor Eurojust vereisen een versterking van de personeelsformatie van het agentschap met vier tijdelijke functionarissen in 2024. De daarmee verband houdende verhoging van de EU-bijdrage aan Eurojust zal worden betaald met middelen voor de instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI) via bijdrageovereenkomsten voor de ICPA-taken, zodat er geen extra kredieten uit de EU-begroting nodig zijn.

    De overeenkomstige wijzigingen aan de personeelsformatie zijn opgenomen in de budgettaire bijlage.

    5.3. Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

    Na de afronding van de politieke onderhandelingen over de verordening betreffende de digitalisering van de visumprocedure 9 moet de begroting voor eu-LISA voor 2024 worden geactualiseerd in overeenstemming met het geactualiseerde financieel memorandum. Dit leidt tot een vermindering van het aantal tijdelijke functionarissen (van vijf naar één) en het aantal arbeidscontractanten (van drie naar nul). Het bereikte politieke akkoord houdt ook een verlaging van de voor 2024 vereiste kredieten in. Van het geplande bedrag van 19 945 000 EUR in de reserve voor deze verordening, dat werd gecompenseerd door het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (BMVI), wordt voorgesteld 86 000 EUR over te schrijven naar het operationele begrotingsonderdeel en 19 859 000 EUR terug naar het BMVI.

    De overeenkomstige wijzigingen aan de personeelsformatie zijn opgenomen in de budgettaire bijlage.

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling III – Commissie

    30 02 02

    Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 11 10 02)

    -19 945 000

    -19 945 000

    11 10 02

    Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

    86 000

    86 000

    11 02 01

    Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa

    19 859 000

    19 859 000

    Totaal    

    0

    0

    5.4.    Overdrachten van de reserves naar de operationele begrotingsonderdelen van gedecentraliseerde agentschappen als gevolg van de vaststelling van rechtshandelingen. 

    Naar aanleiding van de aanstaande of reeds uitgevoerde vaststelling van de volgende rechtshandelingen door de medewetgevers, stelt de Commissie voor de bedragen die momenteel in de reserve zijn geplaatst voor de uitvoering van deze rechtshandelingen over te hevelen naar de operationele begrotingsonderdelen van de betrokken gedecentraliseerde agentschappen:

    ·Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) (02 10 01): Na het politieke akkoord over het voorstel van de Commissie om een gelijk speelveld voor duurzaam luchtvervoer te waarborgen 10 , zal een bedrag van 2 774 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten worden overgedragen van de reserve naar het operationele begrotingsonderdeel.

    ·Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) (02 10 02): Na de vaststelling van Verordening (EU) 2023/1805 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2023 betreffende het gebruik van hernieuwbare en koolstofarme brandstoffen in het zeevervoer, en tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG 11 zal een bedrag van 1 191 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten worden overgedragen van de reserve naar het operationele begrotingsonderdeel.

    ·Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) (03 10 04): Na het politieke akkoord over het voorstel van de Commissie inzake een European Single Acces Point 12 , zal een bedrag van 1 007 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten worden overgedragen van de reserve naar het operationele begrotingsonderdeel.

    Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bedragen die worden voorgesteld uit de reserve vrij te geven na de vaststelling van de desbetreffende basisbesluiten:

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    02 10 01

    Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

    2 774 000

    2 774 000

    30 02 02

    Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 02 10 01)

    -2 774 000

    -2 774 000

    02 10 02

    Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

    1 191 000

    1 191 000

    30 02 02

    Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 02 10 02)

    - 1 191 000

    -1 191 000

    03 10 04

    Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

    1 007 000

    1 007 000

    30 02 02

    Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 03 10 04)

    - 1 007 000

    -1 007 000

    Totaal    

    0

    0

    6.Overdracht van middelen uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling naar Horizon Europa voor Litouwen

    Na het verzoek van Litouwen in een wijziging van zijn EFRO-programma 13 om middelen over te dragen op grond van artikel 26 van de verordening gemeenschappelijke bepalingen (GB-verordening), kunnen aanvullende middelen in het kader van Horizon Europa worden ingezet overeenkomstig de regels van het instrument, ten voordele van de betrokken lidstaat. De kredieten zijn opgenomen in afzonderlijke begrotingsonderdelen.

    Op basis hiervan stelt de Commissie de volgende wijzigingen voor van de betrokken begrotingsonderdelen in de OB 2024:

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling III – Commissie

    05 02 01

    EFRO – Beleidsuitgaven

    -10 543 750

    0

    05 02 09

    Horizon Europa – Bijdrage van het EFRO

    10 543 750

    0

    Totaal    

    0

    0

    7.Aanpassingen van rubriek 7 “Europees openbaar bestuur”

    7.1 Aanpassingen van de uitgaven van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor de verhoging van het aantal militaire GND’s

    In zijn raming van ontvangsten en uitgaven voor 2024 wees de EDEO erop dat een aantal lopende besprekingen nog onvoldoende gevorderd waren om de opneming van de overeenkomstige middelen in de ontwerpbegroting 2024 te rechtvaardigen, maar dat zij in een later stadium deel zouden kunnen uitmaken van een nota van wijzigingen.

    Van deze acties is de routekaart voor het militair plannings- en uitvoeringsvermogen (MPCC) voldoende gevorderd om in de nota van wijzigingen te worden opgenomen. De lidstaten verklaarden in het strategisch kompas dat zij ervoor zouden zorgen dat het militair plannings- en uitvoeringsvermogen volledig in staat zou zijn tot planning van en commando en controle over niet-uitvoerende en uitvoerende taken en operaties, alsmede levensechte oefeningen. In dit verband zullen de personele bijdragen worden opgevoerd en zal ervoor worden gezorgd dat de EDEO over de vereiste communicatie- en informatiesystemen, alsook de benodigde faciliteiten beschikt.

    In het licht van de ambitie die in het strategisch kompas is vastgesteld voor de toekomstige ontwikkeling van het MPCC als de commando- en controlestructuur die de voorkeur heeft, zou de vereiste versterking van de middelen plaatsvinden door:

    ·de financiering van 55 militaire GND’s met kostendeling, waarvan er 20 de in OGB nr. 4/2023 opgenomen kosteloze GND’s zullen vervangen, waardoor het MPCC-personeel wordt uitgebreid tot in totaal 115. Dit vereist een verhoging van de kredieten met 3 394 400 EUR.

    ·de gedeeltelijke financiering van de noodzakelijke acties ter dekking van de kosten voor de EDEO als enige dienstverlener van het communicatie- en informatiesysteem (CIS) voor het MPCC (de rest wordt gedragen door de Europese Vredesfaciliteit). In de context van de militaire steun van de EU aan Oekraïne is het veiligheidsklimaat drastisch veranderd, waardoor het noodzakelijk is geworden de bestaande lacunes in het CIS op te vullen. Dit vereist een verhoging van de kredieten met 4 126 000 EUR, met name voor de financiering van de CIS-dienstverlening en van vier deskundigen op dit gebied.

    ·de financiering van vier arbeidscontractanten voor de CIS-ondersteuningsdiensten. Daarom wordt voorgesteld de kredieten met 414 700 EUR te verhogen.

    Alle bovenstaande punten resulteren in een verhoging voor afdeling X EDEO met in totaal
    7 935 100 EUR.

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling X – Europese Dienst voor extern optreden (EDEO)

    1 2 0 0

    Arbeidscontractanten

    414 700

    414 700

    1 2 0 5

    Gedetacheerde nationale militaire deskundigen

    3 394 400

    3 394 400

    2 1 0 0

    Informatie- en communicatietechnologie

    2 271 000

    2 271 000

    2 1 0 1

    Cryptografie en streng beveiligde informatie- en communicatietechnologie

    1 855 000

    1 855 000

    Totaal    

    7 935 100

    7 935 100

    7.2 Aanpassingen van de uitgaven van de Europese Rekenkamer (ERK)

    Wegens een administratieve fout heeft de Europese Rekenkamer verzuimd om in haar begrotingsverzoek voor 2024 een bedrag van 330 000 EUR op te nemen met betrekking tot de jaarlijkse vergoedingen die door de Commissie worden aangerekend voor het gebruik van de betaalapplicatie NAP en Sysper. Derhalve wordt voorgesteld het desbetreffende begrotingsonderdeel dienovereenkomstig te verhogen.

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling V — Europese Rekenkamer

    2 1 0 2

    Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van software en systemen

    330 000

    330 000

    Totaal    

    330 000

    330 000

    7.3 Aanpassingen van de uitgaven van het Europees Parlement (EP)

    In het kader van de behandeling van werkloosheidsdossiers van voormalige parlementaire medewerkers factureert het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO) momenteel het Europees Parlement (EP) om de daarmee samenhangende werklast te dekken. Gezien het terugkerende karakter van deze dienstverlening, met bijzondere pieken in de nasleep van de Europese verkiezingen, zijn het PMO en het EP overeengekomen dat een deel van de totale jaarlijkse begroting rechtstreeks moet worden toegewezen aan het PMO in plaats van aan het EP, zodat het PMO de arbeidscontractanten kan aanwerven die nodig zijn voor het beheer van deze dossiers op permanente basis. De resterende kosten, die afhangen van het werkelijke jaarlijkse aantal te beheren dossiers, zullen nog steeds aan het EP worden gefactureerd.

    Daarom wordt voorgesteld deze begrotingsneutrale overschrijving op te nemen, hetgeen resulteert in een verlaging van het begrotingsverzoek van het EP voor 2024 met 300 000 EUR en een overeenkomstige verhoging van de begroting van het PMO.

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling I – Europees Parlement

    1 4 0 0

    Andere personeelsleden — Secretariaat-generaal en fracties

    - 300 000

    -300 000

    Afdeling III — Europese Commissie

    03 01 02

    Extern personeel

    300 000

    300 000

    Totaal    

    0

    0

    7.4 Aanpassingen van de uitgaven van de Europese Commissie

    De Commissie stelt voor om in NvW 1/2024 een verlaging van de salarisuitgaven van de Commissie met 3,7 miljoen EUR op te nemen om rekening te houden met de gevolgen van de omzetting van 78 AST-ambten naar AST-SC, als gevolg van het recente besluit van de Commissie 14 met betrekking tot de personeelsformatie voor 2023 overeenkomstig artikel 53 van het Financieel Reglement.

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling III – Commissie

    20 01 02 01

    Salarissen en vergoedingen — Centrale diensten en vertegenwoordigingen

    -3 677 000

    -3 677 000

    Totaal    

    -3 677 000

    -3 677 000

    Over het geheel genomen is het gecombineerde effect op de in de ontwerpbegroting 2024 geraamde uitgaven voor rubriek 7 een stijging van 4,6 miljoen EUR voor administratieve uitgaven, terwijl de uitgaven voor de pensioenen en de Europese scholen ongewijzigd blijven.

    Het algehele effect op de uitgaven is als volgt:

    Bedragen in miljoen EUR

     

    OB 2024

    Nota van wijzigingen 1 bij de OB 2024

    OB 2024 met NvW 1

    Pensioenen en Europese scholen

    2 812,6

    2 812,6

    Pensioenen

    2 565,5

    2 565,5

    Europese Scholen

    247,2

    247,2

    administratieve uitgaven van de instellingen

    9 137

    7,3

    9 144,3

    Commissie

    4 221,4

    -3,4

    4 218,1

    Andere instellingen

    4 915,6

    10,7

    4 926,2

    Europees Parlement

    2 354,9

    -0,3

    2 354,6

    Europese Raad en Raad

    676,8

    676,8

    Hof van Justitie van de Europese Unie

    502,4

    502,4

    Rekenkamer

    184,8

    0,3

    185,1

    Europees Economisch en Sociaal Comité

    164,9

    164,9

    Comité van de Regio's

    121,9

    121,9

    Europese Ombudsman

    13,7

    13,7

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

    23,9

    23,9

    Europese Dienst voor extern optreden

    872,2

    7,9

    880,1

    Totaal

    11 949,6

    4,6

    11 954,2

    Bijgevolg moet het beroep op het enkelvoudig marge-instrument in rubriek 7 worden verhoogd met een bedrag van 4,6 miljoen EUR ten opzichte van de OB 2024, hetgeen leidt tot het gebruik van het enkelvoudig marge-instrument overeenkomstig artikel 11, lid 1, punt a), van de MFK-verordening voor een bedrag van 181,2 miljoen EUR in 2024 om aan alle wettelijke verplichtingen te voldoen. De totale uitgaven voor administratie in rubriek 7 blijven in de periode 2021-2024 echter binnen de maxima die voor deze rubriek in de MFK-verordening zijn vastgesteld, aangezien de ongebruikte marges in rubriek 7 in 2021-2022 467 miljoen EUR bedroegen.

    8.Overdracht van de reserve naar de operationele begrotingsonderdelen

    Naar aanleiding van de vaststelling van de desbetreffende rechtshandelingen door de medewetgevers stelt de Commissie voor de bedragen die momenteel in de reserve zijn opgenomen voor de verordening betreffende de ondersteuning van de productie van munitie (ASAP) 15 en het instrument voor de versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (Edirpa) 16 als volgt over te hevelen naar de operationele begrotingsonderdelen van de betrokken programma’s:

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling III – Commissie

    13 06 01

    Kortetermijninstrument voor gemeenschappelijke aanbestedingen op defensiegebied

    259 972 301

    100 000 000

    13 07 01

    Instrument voor de versterking van de defensie-industrie

    343 000 000

    78 500 000

    30 02 02

    Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 13 06 01)

    -259 972 301

    -100 000 000

    30 02 02

    Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 13 07 01)

    -343 000 000

    -78 500 000

    Totaal    

    0

    0

    9.    Financiering

    Over het geheel genomen is het netto-effect van NvW 1/2024 op de uitgaven in de OB 2024 een daling met 67,4 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten.

    Het gecombineerde effect van de verlaging van de financieringskosten op de EURI-rentepost en de stijging van de uitgaven voor rubriek 7 leiden tot een verlaging van de bedragen die worden voorgesteld ter beschikking te stellen uit het enkelvoudig marge-instrument met 67,4 miljoen EUR.



    10.Samenvatting per MFK-rubriek

     

     

    Ontwerpbegroting 2024

    Nota van wijzigingen 1 bij de ontwerpbegroting 2024

    Ontwerpbegroting 2024 met NvW 1

     

     

    VK

    BK

    VK

    BK

    VK

    BK

    1.

    Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

    21 431 352 987

    20 916 212 003

     

     

    21 431 352 987

    20 916 212 003

     

    waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten

     

     

     

     

     

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))

     

     

     

     

     

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))

     

     

     

     

     

     

    Maximum

    21 598 000 000

     

     

     

    21 598 000 000

     

    Marge

    166 647 013

     

     

     

    166 647 013

     

    2.

    Cohesie, veerkracht en waarden

    74 979 363 449

    34 186 039 329

    -72 000 000

    -72 000 000

    74 907 363 449

    34 114 039 329

     

    waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten

    1 335 350 949

     

     

     

    1 335 350 949

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))

    372 816 884

     

    -72 000 000

     

    300 816 884

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))

     

     

     

     

     

     

    Maximum

    73 289 000 000

     

     

     

    73 289 000 000

     

    Marge

    17 804 384

     

     

     

    17 804 384

     

    2a.

    Economische, sociale en territoriale samenhang

    64 665 195 616

    24 155 654 152

     

     

    64 665 195 616

    24 155 654 152

     

    waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten

     

     

     

     

     

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))

     

     

     

     

     

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))

     

     

     

     

     

     

    Maximum

    64 683 000 000

     

     

     

    64 683 000 000

     

    Marge

    17 804 384

     

     

     

    17 804 384

     

    2b.

    Veerkracht en waarden

    10 314 167 833

    10 030 385 177

    -72 000 000

    -72 000 000

    10 242 167 833

    9 958 385 177

     

    waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten

    1 335 350 949

     

     

     

    1 335 350 949

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))

    372 816 884

     

    -72 000 000

     

    300 816 884

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))

     

     

     

     

     

     

    Maximum

    8 606 000 000

     

     

     

    8 606 000 000

     

    Marge

     

     

     

     

     

     

    3.

    Natuurlijke hulpbronnen en milieu

    57 388 890 839

    54 232 567 941

     

     

    57 388 890 839

    54 232 567 941

     

    waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten

     

     

     

     

     

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))

     

     

     

     

     

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))

     

     

     

     

     

     

    Maximum

    57 449 000 000

     

     

     

    57 449 000 000

     

    Marge

    60 109 161

     

     

     

    60 109 161

     

     

    waarvan: marktgerelateerde uitgaven en directe betalingen

    40 602 078 000

    40 590 282 213

     

     

    40 602 078 000

    40 590 282 213

     

    ELGF-submaximum

    40 603 000 000

     

     

     

    40 603 000 000

     

     

    Afrondingsverschil, niet meegeteld bij de berekening van de submarge

    922 000

     

     

     

    922 000

     

     

    Netto-overdrachten tussen ELGF en Elfpo

     

     

     

     

     

     

     

    Nettosaldo dat voor ELGF-uitgaven beschikbaar is

    40 602 078 000

     

     

     

    40 602 078 000

     

     

    Aangepast ELGF-submaximum gecorrigeerd door overdrachten tussen het ELGF en Elfpo

    40 603 000 000

     

     

     

    40 603 000 000

     

     

    ELGF-submarge

    922 000

     

     

     

    922 000

     

     

    ELGF-submarge (exclusief afrondingsverschil)

     

     

     

     

     

     

    4.

    Migratie en grensbeheer

    3 896 705 671

    3 257 967 443

     

     

    3 896 705 671

    3 257 967 443

    Maximum

    4 020 000 000

     

     

     

    4 020 000 000

     

     

    waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten

     

     

     

     

     

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))

     

     

     

     

     

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))

     

     

     

     

     

     

    Marge

    123 294 329

     

     

     

    123 294 329

     

    5.

    Veiligheid en defensie

    2 304 177 926

    2 028 413 531

     

     

    2 304 177 926

    2 028 413 531

    Maximum

    2 004 000 000

     

     

     

    2 004 000 000

     

     

    waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten

    300 177 926

     

     

     

    300 177 926

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))

     

     

     

     

     

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))

     

     

     

     

     

     

    Marge

     

     

     

     

     

     

    6.

    Nabuurschap en internationaal beleid

    15 830 000 000

    15 111 157 313

     

     

    15 830 000 000

    15 111 157 313

    waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten

     

     

     

     

     

     

    Maximum

    15 830 000 000

     

     

     

    15 830 000 000

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))

     

     

     

     

     

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))

     

     

     

     

     

     

    Marge

     

     

     

     

     

     

    7.

    Europees openbaar bestuur

    11 949 625 456

    11 949 625 456

    4 588 100

    4 588 100

    11 954 213 556

    11 954 213 556

    Maximum

    11 773 000 000

     

     

     

    11 773 000 000

     

     

    waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten

     

     

     

     

     

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))

    176 625 456

     

    4 588 100

     

    181 213 556

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))

     

     

     

     

     

     

    Marge

     

     

     

     

     

     

     

    waarvan: administratieve uitgaven van de instellingen

    9 137 000 694

    9 137 000 694

    4 588 100

    4 588 100

    9 141 588 794

    9 141 588 794

     

    Submaximum

    9 006 000 000

     

     

     

    9 006 000 000

     

     

    waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten

     

     

     

     

     

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))

    131 000 694

     

    4 588 100

     

    135 588 794

     

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))

     

     

     

     

     

     

     

    Marge

     

     

     

     

     

     

     

    Pensioenen en Europese scholen

    2 812 624 762

    2 812 624 762

     

     

    2 812 624 762

    2 812 624 762

     

    Pensioenen

    2 565 464 000

    2 565 464 000

     

     

    2 565 464 000

    2 565 464 000

     

    Europese Scholen

    247 160 762

    247 160 762

     

     

    247 160 762

    247 160 762

     

    administratieve uitgaven van de instellingen

    9 137 000 694

    9 137 000 694

    4 588 100

    4 588 100

    9 141 588 794

    9 141 588 794

     

    Europees Parlement

    2 354 855 881

    2 354 855 881

    -300 000

    -300 000

    2 354 555 881

    2 354 555 881

     

    Europese Raad en Raad

    676 842 943

    676 842 943

     

     

    676 842 943

    676 842 943

     

    Commissie

    4 221 445 825

    4 221 445 825

    -3 377 000

    -3 377 000

    4 218 068 825

    4 218 068 825

     

    Hof van Justitie van de Europese Unie

    502 443 711

    502 443 711

     

     

    502 443 711

    502 443 711

     

    Europese Rekenkamer

    184 803 430

    184 803 430

    330 000

    330 000

    185 133 430

    185 133 430

     

    Europees Economisch en Sociaal Comité

    164 945 524

    164 945 524

     

     

    164 945 524

    164 945 524

     

    Europees Comité van de Regio's

    121 878 345

    121 878 345

     

     

    121 878 345

    121 878 345

     

    Europese Ombudsman

    13 667 466

    13 667 466

     

     

    13 667 466

    13 667 466

     

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

    23 921 966

    23 921 966

     

     

    23 921 966

    23 921 966

     

    Europese Dienst voor extern optreden

    872 195 603

    872 195 603

    7 935 100

    7 935 100

    880 130 703

    880 130 703

    Kredieten voor rubrieken

    187 780 116 328

    141 681 983 016

    -67 411 900

    -67 411 900

    187 712 704 428

    141 614 571 116

     

    Maximum

    185 963 000 000

    170 543 000 000

     

     

    185 963 000 000

    170 543 000 000

     

    waarvan onder flexibiliteitsinstrument

    1 635 528 875

    1 747 272 316

     

     

    1 635 528 875

    1 747 272 316

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))

    549 442 340

     

    -67 411 900

     

    482 030 440

     

    waarvan enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))

     

     

     

     

     

     

     

    Marge

    367 854 887

    30 608 289 300

     

    67 411 900

    367 854 887

    30 675 701 200

    Kredieten als % van het bni

    1,06 %

    0,80 %

    0,00 %

    0,00 %

    1,06 %

    0,80 %

     

    Thematische speciale instrumenten

    1 560 861 211

    1 371 395 001

     

     

    1 560 861 211

    1 371 395 001

     

    Reserve voor solidariteit en noodhulp (SEAR)

    1 351 395 001

    1 351 395 001

     

     

    1 351 395 001

    1 351 395 001

     

    Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG)

    209 466 210

    20 000 000

     

     

    209 466 210

    20 000 000

     

    Brexitaanpassingsreserve (BAR)

    p.m.

    p.m.

     

     

    p.m.

    p.m.

    TOTAAL kredieten

    189 340 977 539

    143 053 378 017

    -67 411 900

    -67 411 900

    189 273 565 639

    142 985 966 117

    (1)    Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020).
    (2)    PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.
    (3)    COM(2023) 300 final van 5.7.2023.
    (4)    Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visabeleid (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159).
    (5)    De behoeften bedragen 40 602,1 miljoen EUR aan verse kredieten plus 848,5 miljoen EUR aan bestemmingsontvangsten.
    (6)    Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (PB L 435 van 6.12.2021, blz. 187).
    (7)    Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (PB L 433 van 20.12.2020, blz. 28).
    (8)      COM(2023) 530
    (9)      COM(2022) 658
    (10)      COM(2021) 561
    (11)      PB L234 van 22.09.2023, blz.48.
    (12)      COM(2021) 725
    (13)      COM(2023) 3269
    (14)    C(2023) 5001 final van 11.7.2023.
    (15)    Verordening (EU) 2023/1525 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 2023 betreffende de ondersteuning van de productie van munitie (ASAP) (PB L 185 van 24.7.2023, blz. 7).
    (16)    Verordening (EU) 2023/xxx van het Europees Parlement en de Raad van xx september 2023 tot vaststelling van de wet ter versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen, PB L xxx van xx.10.2023, xxx.
    Top