This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52015PC0001
Proposal for a COUNCIL DECISION On the approval, on behalf of the European Union, of the Declaration on the granting of fishing opportunities in EU waters to fishing vessels flying the flag of the Bolivarian Republic of Venezuela in the exclusive economic zone off the coast of French Guiana
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende goedkeuring, namens de Europese Unie, van de verklaring inzake de toekenning van vangstmogelijkheden in de wateren van de EU aan vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek Venezuela voeren in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans-Guyana
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende goedkeuring, namens de Europese Unie, van de verklaring inzake de toekenning van vangstmogelijkheden in de wateren van de EU aan vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek Venezuela voeren in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans-Guyana
/* COM/2015/01 final - 2015/0001 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende goedkeuring, namens de Europese Unie, van de verklaring inzake de toekenning van vangstmogelijkheden in de wateren van de EU aan vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek Venezuela voeren in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans-Guyana /* COM/2015/01 final - 2015/0001 (NLE) */
TOELICHTING Vissersvaartuigen die de vlag van Venezuela
voeren, zijn reeds enkele tientallen jaren gemachtigd om in de exclusieve
economische zone (EEZ) van het Franse overzeese departement Guyana hun
activiteiten uit te oefenen. In Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29
september 2008 (vismachtigingsverordening)[1],
en met name artikel 21 van die verordening, wordt uitgegaan van de
veronderstelling dat, wanneer vismachtigingen worden verstrekt aan vaartuigen
van derde landen binnen de wateren van de EU, er een internationale
visserijovereenkomst bestaat. Met Venezuela heeft de EU geen dergelijke
internationale visserijovereenkomst gesloten. Gezien het economische en maatschappelijke
belang van deze visserijactiviteiten en omdat de Raad en de Commissie de
stopzetting van die activiteiten niet wenselijk achtten, is evenwel een andere
aanpak gevolgd waarbij aan Venezolaanse vissersvaartuigen die in de EU-wateren
voor de kust van het Franse departement Guyana actief zijn, toegang is
verstrekt in de vorm van een verklaring van de Raad, die volgens de
jurisprudentie van het Internationaal Gerechtshof rechtsgevolgen heeft
krachtens het internationale recht. Dit internationale instrument is niet beperkt
tot het louter toekennen van vangstmogelijkheden aan vaartuigen van derde
landen, maar is veeleer bedoeld als internationale grondslag om aan het
verlenen van toegang een tegenprestatie te koppelen (bijv. de vereiste om een
bepaald deel van de vangsten aan te landen in Frans-Guyana) en om aan de betrokken
vaartuigen een reeks instandhoudings- en controlemaatregelen op te leggen
(bijv. vereisten inzake specifiek vistuig, het logboek en toezicht door
waarnemers). In het kader van dit mechanisme wordt het aantal vismachtigingen
dat mag worden verleend aan Venezolaanse vaartuigen die in de wateren van
Frans-Guyana actief zijn, vastgesteld in de bijlage bij de TAC- en
quotaverordening. In zijn arrest van 26 november 2014 over de
gevoegde zaken C-103/12 en C-165/12 (Europees Parlement en Commissie tegen
Raad) heeft het Hof van Justitie Besluit 2012/19/EU van de Raad van 16 december
2011 betreffende de verklaring inzake de toekenning van vangstmogelijkheden in
wateren van de EU aan Venezolaanse vissersvaartuigen in de exclusieve
economische zone voor de kust van Frans-Guyana nietig verklaard: het Hof heeft
duidelijk bevestigd dat besluiten betreffende de sluiting van externe
visserijovereenkomsten volledig binnen het toepassingsgebied van artikel 43,
lid 2, VWEU vallen (juncto de toepasselijke procedure van artikel 218 VWEU,
d.w.z. artikel 218, lid 6, onder a), punt v), voor de besluiten betreffende de
sluiting) en heeft het standpunt verworpen dat dergelijke besluiten binnen het
toepassingsgebied van artikel 43, lid 3, VWEU kunnen vallen. Het Hof van Justitie handhaaft echter de
gevolgen van het besluit van de Raad tot de inwerkingtreding, binnen een
redelijke termijn na de datum van het arrest, van een nieuw, op de juiste
rechtsgrondslag vastgesteld besluit. Vandaar het onderhavige voorstel. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de
begroting. 2015/0001 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende goedkeuring, namens de Europese
Unie, van de verklaring inzake de toekenning van vangstmogelijkheden in de
wateren van de EU aan vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse
Republiek Venezuela voeren in de exclusieve economische zone voor de kust van
Frans-Guyana DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, juncto artikel 218, lid 6,
onder a), punt v), Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Gezien de goedkeuring van het Europees
Parlement, Overwegende hetgeen volgt: (1) Onder voorwaarde dat zij zich zouden houden aan de
toepasselijke juridisch bindende handelingen van de Unie betreffende de
instandhouding en het beheer van visbestanden, zijn vissersvaartuigen die de
vlag van de Bolivariaanse Republiek van Venezuela (hierna "Venezuela"
genoemd) voerden, vele tientallen jaren lang actief geweest in de wateren van de
EU in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans-Guyana. (2) De verwerkende industrie die
in Frans-Guyana is gevestigd, is afhankelijk van de aanlandingen van die
vissersvaartuigen en daarom moet de continuïteit van deze activiteiten worden
gegarandeerd. (3) Op 16 december 2011 heeft de
Raad Besluit 2012/19/EU van de Raad betreffende de verklaring inzake de
toekenning van vangstmogelijkheden in de wateren van de EU aan Venezolaanse
vissersvaartuigen in de exclusieve economische zone voor de kust van het Franse
departement Guyana[2]
vastgesteld, dat nietig is verklaard door het arrest van het Hof van Justitie
van 26 november 2014[3],
waarin is bepaald dat de gevolgen gedurende een redelijke termijn worden
gehandhaafd. Om na het arrest van het Hof de continuïteit van de toegang te
garanderen, is het noodzakelijk dat de Raad opnieuw een Besluit betreffende de
tot Venezuela gerichte verklaring vaststelt waarin hij bevestigt bereid te zijn
voor een beperkt aantal vissersvaartuigen die de vlag van Venezuela voeren, vismachtigingen
af te geven mits deze vaartuigen zich aan de toepasselijke juridisch bindende
handelingen van de Unie houden, en, aangezien de verklaring reeds was
aangemeld, hoeft die niet opnieuw te worden aangemeld, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 De tot de Bolivariaanse Republiek Venezuela
gerichte verklaring van de Europese Unie inzake de toekenning van
vangstmogelijkheden in de wateren van de EU aan vissersvaartuigen die de vlag
van de Bolivariaanse Republiek Venezuela voeren in de exclusieve economische
zone voor de kust van Frans-Guyana (hierna "de verklaring" genoemd),
wordt namens de Europese Unie goedgekeurd. De tekst van de verklaring is aan dit besluit
gehecht. Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de derde dag
na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33. [2] PB L 6 van 10.1.2012, blz. 8. [3] Gevoegde zaken C-103 en 165/12, Europees Parlement en
Commissie tegen Raad. BIJLAGE Tot de Bolivariaanse Republiek Venezuela
gerichte verklaring inzake de toekenning van vangstmogelijkheden in de wateren
van de EU aan vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek
Venezuela voeren in de exclusieve economische zone voor de kust van
Frans-Guyana bij Voorstel voor een besluit van de Raad houdende goedkeuring, namens de
Europese Unie, van de verklaring inzake de toekenning van vangstmogelijkheden
in de wateren van de EU aan vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse
Republiek Venezuela voeren in de exclusieve economische zone voor de kust van
Frans-Guyana 1.
De Europese Unie geeft voor een beperkt aantal
vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek Venezuela voeren,
vismachtigingen af om te vissen in het deel van de exclusieve economische zone
voor de kust van Frans-Guyana buiten 12 zeemijlen gemeten vanaf de basislijnen,
mits daarbij aan de in deze verklaring vervatte voorwaarden wordt voldaan. 2.
Overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1006/2008
van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor
visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de
communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de
communautaire wateren[1],
moeten gemachtigde vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek
Venezuela voeren, wanneer zij in het in lid 1 bedoelde gebied vissen, voldoen
aan de bepalingen van het gemeenschappelijke visserijbeleid van de Europese
Unie inzake instandhoudings- en controlemaatregelen en aan de andere bepalingen
van de Europese Unie inzake de visserij in dat gebied. 3.
Meer in het bijzonder moeten gemachtigde
vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek Venezuela voeren,
voldoen aan alle toepasselijke wet- en regelgeving van de Europese Unie, waarin
onder meer is bepaald welke visbestanden mogen worden bevist, wat het
maximumaantal gemachtigde vissersvaartuigen is en welk aandeel van de vangsten
in de havens van Frans-Guyana moet worden aangeland. 4.
Behalve dat zij machtigingen die verstrekt zijn aan
individuele vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek
Venezuela voeren, kan intrekken wanneer deze de toepasselijke wet- of
regelgeving van de Europese Unie niet naleven, kan de Europese Unie te allen tijde
middels een unilaterale verklaring de in deze verklaring uitgedrukte specifieke
verbintenis om vangstmogelijkheden toe te staan, intrekken. [1] PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33.