EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008D0294

2008/294/EG: Beschikking van de Commissie van 7 april 2008 betreffende geharmoniseerde spectrumgebruiksvoorwaarden voor mobiele communicatiediensten aan boord van vliegtuigen (MCA-diensten) in de Gemeenschap (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1256) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 98 van 10/04/2008, p. 19–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 28/11/2022

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/294/oj

10.4.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 98/19


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 7 april 2008

betreffende geharmoniseerde spectrumgebruiksvoorwaarden voor mobiele communicatiediensten aan boord van vliegtuigen (MCA-diensten) in de Gemeenschap

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1256)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/294/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (radiospectrumbeschikking) (1), en met name op artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het strategisch kader i2010 — Europese informatiemaatschappij (2) beoogt een open en concurrerende digitale economie en legt de nadruk op de rol van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) als drijvende kracht voor inclusie en levenskwaliteit. Het ontwikkelen van aanvullende communicatiemiddelen zou gunstig zijn voor de arbeidsproductiviteit en voor groei op de mobiele telefoniemarkt.

(2)

Toepassingen om netwerkverbindingen tot stand te brengen tijdens een vlucht zijn van nature pan-Europees omdat zij hoofdzakelijk voor grensoverschrijdende vluchten binnen en buiten de Gemeenschap zullen worden gebruikt. Een gecoördineerde aanpak om de mobiele communicatiediensten aan boord van vliegtuigen (MCA-diensten) te reguleren draagt bij aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de interne markt.

(3)

Harmonisering van de regels voor het gebruik van radiospectrum in de Gemeenschap zal een spoedige ontwikkeling en toepassing van MCA-diensten in de Gemeenschap vergemakkelijken.

(4)

Commerciële exploitatie van MCA-diensten wordt momenteel alleen overwogen voor GSM-systemen die actief zijn in de 1 710-1 785 MHz-band voor uplink (verzending vanaf eindapparatuur en ontvangst door basisstation) en de 1 805-1 880 MHz-band voor downlink (verzending vanaf basisstation en ontvangst door eindapparatuur), in overeenstemming met de ETSI-normen EN 301 502 en EN 301 511. In de toekomst kan dit echter worden uitgebreid tot andere terrestrische openbare mobiele communicatiesystemen die voldoen aan andere normen en actief zijn in andere frequentiebanden.

(5)

Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Beschikking nr. 676/2002/EG heeft de Commissie de Europese Conferentie voor Post en Telecommunicatie (CEPT) (3) een mandaat gegeven om al het nodige te doen om na te gaan welke problemen zich voordoen met betrekking tot de technische compatibiliteit tussen de exploitatie van GSM 1800-systemen aan boord van vliegtuigen en een aantal radiodiensten die hier wellicht gevolgen van ondervinden. Deze beschikking gaat uit van de technische studies die in het kader van het EG-mandaat door de CEPT zijn uitgevoerd en gepresenteerd werden in CEPT-verslag 016 (4).

(6)

Het MCA-systeem dat in het CEPT-verslag onder de loep wordt genomen, bestaat uit een netwerkbesturingseenheid (NCU) en een basistransceiverstation in een vliegtuig (vliegtuig-BTS). Het systeem is ontworpen om ervoor te zorgen dat signalen die worden uitgezonden door grondstations voor mobiele communicatie niet kunnen worden waargenomen in de cabine van het vliegtuig en dat de eindapparatuur van gebruikers aan boord van het vliegtuig alleen een minimaal signaal uitzenden. De technische parameters voor de NCU en de vliegtuig-BTS zijn afgeleid van theoretische modellen.

(7)

Spectrumgebruik door terrestrische elektronische netwerken voor mobiele communicatie valt buiten de werkingssfeer van deze beschikking. Dit wordt bestreken door onder meer een beschikking van de Commissie inzake de harmonisering van de 900 MHz- en de 1 800 MHz-frequentieband voor terrestrische systemen die pan-Europese elektronische communicatiediensten kunnen leveren.

(8)

Ook de voorwaarden voor machtigingen en MCA-diensten vallen buiten de werkingssfeer van deze beschikking. De coördinatie van de voorwaarden voor nationale machtigingen voor MCA-diensten wordt behandeld door Aanbeveling 2008/295/EG van de Commissie (5) overeenkomstig Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn) (6).

(9)

Apparatuur voor MCA-diensten die door deze beschikking worden bestreken valt onder de werkingssfeer van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (7). Een vermoeden van overeenstemming met de fundamentele eisen van Richtlijn 1999/5/EG voor apparatuur die gebruikt wordt voor MCA-diensten in de Europese Unie kan worden geleverd door de naleving van de geharmoniseerde ETSI norm EN 302 480 of door de andere in Richtlijn 1999/5/EG uiteengezette overeenstemmingsbeoordelingsprocedures.

(10)

Vraagstukken met betrekking tot de luchtveiligheid zijn van het grootste belang en geen enkele bepaling in deze beschikking mag indruisen tegen handhaving van optimale veiligheidsvoorwaarden in de lucht.

(11)

MCA-diensten kunnen alleen worden verstrekt op voorwaarde dat zij voldoen aan de veiligheid van het luchtverkeer via passende luchtwaardigheidscertificeringen en andere relevante luchtvaartbepalingen, alsmede aan de eisen voor elektronische communicatie. Luchtwaardigheidscertificaten die geldig zijn voor de gehele Gemeenschap worden afgegeven door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1702/2003 van de Commissie van 24 september 2003 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties (8).

(12)

Deze beschikking heeft geen betrekking op spectrumvraagstukken in verband met communicatieverbindingen tussen vliegtuigen, het satellietruimtestation en de grond die ook MCA-diensten moeten verstrekken.

(13)

Om ervoor te zorgen dat de in deze beschikking vastgestelde voorwaarden relevant blijven en gelet op de snelle veranderingen op het gebied van radiospectrum dient de nationale overheid waar mogelijk toezicht te houden op het gebruik van het radiospectrum door apparatuur voor MCA-diensten, teneinde een actieve toetsing van deze beschikking mogelijk te maken. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de technologische vooruitgang en moet worden nagegaan of het aanvankelijke vermoeden wat betreft de exploitatie van MCA-diensten nog steeds relevant is.

(14)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Radiospectrumcomité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Deze beschikking beoogt de technische voorwaarden voor de beschikbaarheid en het doelmatig gebruik van radiospectrum voor mobiele communicatiediensten aan boord van vliegtuigen in de Gemeenschap te harmoniseren.

Deze beschikking geldt onverminderd eventuele andere relevante communautaire voorschriften, met name Verordening (EG) nr. 1702/2003 en Aanbeveling 2008/295/EG.

Artikel 2

Ten behoeve van deze beschikking zijn de volgende definities van toepassing:

1.

„mobiele communicatiediensten aan boord van vliegtuigen (MCA-diensten)”: elektronische communicatiediensten, zoals omschreven in artikel 2, onder c), van Richtlijn 2002/21/EG, die door een onderneming worden aangeboden om vliegtuigpassagiers tijdens een vlucht in staat te stellen gebruik te maken van openbare communicatienetwerken zonder rechtstreekse verbindingen tot stand te brengen met terrestrische mobiele netwerken;

2.

„op interferentievrije en onbeschermde basis”: het feit dat er geen schadelijke interferentie mag worden veroorzaakt bij enige radiocommunicatiedienst en er geen aanspraak kan worden gemaakt op bescherming van deze apparaten tegen schadelijke interferentie die wordt veroorzaakt door radiocommunicatiediensten;

3.

„basistransceiverstation aan boord van vliegtuigen (vliegtuig-BTS)”: één of meer mobiele communicatiestations aan boord van een vliegtuig die werken met een van de in tabel 1 in de bijlage vermelde frequentiebanden en systemen;

4.

„netwerkbesturingseenheid (NCU)”: apparatuur die zich in het vliegtuig bevindt en ervoor zorgt dat signalen die door in tabel 2 van de bijlage beschreven aan de grond gevestigde elektronische communicatiesystemen worden uitgezonden niet waarneembaar zijn in de cabine door de hoorbaarheidsdrempel (noise floor) in de cabine in de ontvangstfrequenties voor mobiele communicatie te verhogen.

Artikel 3

De lidstaten stellen, zo snel mogelijk en uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze beschikking, de in tabel 1 in de bijlage vermelde frequentiebanden beschikbaar voor MCA-diensten op interferentievrije en onbeschermde basis, mits deze diensten voldoen aan de in de bijlage uiteengezette voorwaarden.

Artikel 4

De lidstaten stellen de minimumhoogte boven de grond vast voor transmissie van een actief MCA-systeem in overeenstemming met deel 3 van de bijlage.

De lidstaten kunnen hogere minima opleggen voor MCA-diensten indien dit op grond van nationale topografische voorwaarden en voorwaarden voor invoering van het netwerk aan de grond wordt gerechtvaardigd. Deze informatie, voorzien van de nodige toelichting, wordt uiterlijk vier maanden na vaststelling van deze beschikking meegedeeld aan de Commissie en wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 5

De lidstaten houden nauwlettend toezicht op het gebruik van spectrum door MCA-diensten met name wat betreft feitelijke of potentiële schadelijke interferentie en de blijvende relevantie van de in artikel 3 gespecificeerde voorwaarden, en delen hun bevindingen aan de Commissie mede, zodat deze beschikking tijdig kan worden herzien.

Artikel 6

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 7 april 2008.

Voor de Commissie

Viviane REDING

Lid van de Commissie


(1)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1.

(2)  COM(2005) 229 van 1.6.2005.

(3)  Mandaat aan de CEPT met betrekking tot mobiele communicatiediensten aan boord van vliegtuigen, 12 oktober 2006.

(4)  Verslag van de CEPT aan de Europese Commissie naar aanleiding van het EG-mandaat inzake mobiele communicatiediensten aan boord van vliegtuigen (MCA), 30 maart 2007.

(5)  Zie bladzijde 24 van dit Publicatieblad.

(6)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 717/2007 (PB L 171 van 29.6.2007, blz. 32).

(7)  PB L 91 van 7.4.1999, blz. 10. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(8)  PB L 243 van 27.9.2003, blz. 6. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 287/2008 (PB L 87 van 29.3.2008, blz. 3).


BIJLAGE

1.   VOOR MCA-DIENSTEN TOEGESTANE FREQUENTIEBANDEN EN SYSTEMEN

Tabel 1

Type

Frequentie

Systeem

GSM 1800

1 710-1 785 MHz en 1 805-1 880 MHz (de „1 800 MHz band”)

Conform de door ETSI gepubliceerde GSM-norm, met name EN 301 502, EN 301 511 en EN 302 480, of equivalente specificaties

2.   VOORKOMING VAN VERBINDINGEN TUSSEN MOBIELE EINDAPPARATUUR EN NETWERKEN AAN DE GROND

Tijdens de periode waarin gebruik van MCA-diensten aan boord van een vliegtuig is toegestaan, moet worden voorkomen dat mobiele eindapparatuur met een ontvangst binnen de in tabel 2 vermelde frequenties verbinding krijgt met mobiele netwerken aan de grond.

Tabel 2

Frequentieband

(MHz)

Systemen aan de grond

460-470

CDMA2000, FLASH OFDM

921-960

GSM, WCDMA

1 805-1 880

GSM, WCDMA

2 110-2 170

WCDMA

3.   TECHNISCHE PARAMETERS

3.1.   GSM 1800 MCA-systemen

a)   Equivalent isotroop uitgestraald vermogen (e.i.r.p.), buiten het vliegtuig, van de NCU/het vliegtuig-BTS

De totale e.i.r.p., buiten het vliegtuig, van de NCU/het vliegtuig-BTS mag niet hoger zijn dan:

Tabel 3

Hoogte boven de grond

(m)

Maximale e.i.r.p.-dichtheid die afkomstig is van NCU/vliegtuig BTS buiten het vliegtuig

460-470 MHz

921-960 MHz

1 805-1 880 MHz

2 110-2 170 MHz

dBm/1,25 MHz

dBm/200 kHz

dBm/200 kHz

dBm/3,84 MHz

3 000

–17,0

–19,0

–13,0

1,0

4 000

–14,5

–16,5

–10,5

3,5

5 000

–12,6

–14,5

–8,5

5,4

6 000

–11,0

–12,9

–6,9

7,0

7 000

–9,6

–11,6

–5,6

8,3

8 000

–8,5

–10,5

–4,4

9,5

b)   Equivalent isotroop uitgestraald vermogen (e.i.r.p.), buiten het vliegtuig, van het eindapparaat aan boord

De e.i.r.p., buiten het vliegtuig, van het mobiele GSM-eindapparaat dat uitzendt op 0 dBm mag niet meer bedragen dan:

Tabel 4

Hoogte boven de grond

(m)

Maximale e.i.r.p., buiten het vliegtuig, van het mobiele GSM-eindapparaat in het dBm/kanaal

1 800 MHz

3 000

–3,3

4 000

–1,1

5 000

0,5

6 000

1,8

7 000

2,9

8 000

3,8

c)   Operationele eisen

I.

De minimumhoogte boven de grond voor transmissies van een actief GSM 1800 MCA-systeem moet 3 000 meter bedragen.

II.

Het actieve vliegtuig-BTS moet het transmissievermogen van alle mobiele GSM-eindapparaten die uitzenden in de 1 800 MHz-band beperken tot een nominale waarde van 0 dBm in alle stadia van communicatie, inclusief de eerste toegang.


Top