Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R1925

Verordening (EG) nr. 1925/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde

PB L 331 van 05/11/2004, p. 13–18 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 322M van 02/12/2008, p. 37–42 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/02/2012; opgeheven door 32012R0079

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/1925/oj

5.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 331/13


VERORDENING (EG) Nr. 1925/2004 VAN DE COMMISSIE

van 29 oktober 2004

tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 218/92 (1), en met name op de artikelen 18, 35 en 37,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De bepalingen betreffende de administratieve samenwerking op BTW-gebied die zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 218/92 en Richtlijn 77/799/EEG van de Raad betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe belastingen, bepaalde accijnzen en heffingen op verzekeringspremies (2), werden in Verordening (EG) nr. 1798/2003 samengebracht en aangescherpt.

(2)

Het is noodzakelijk de exacte categorieën van inlichtingen die zonder voorafgaand verzoek zullen worden uitgewisseld, en de frequentie van deze uitwisselingen te specificeren alsook de praktische regelingen daarvoor te treffen.

(3)

Er dient een regeling te worden vastgesteld voor de elektronische uitwisseling van inlichtingen die krachtens Verordening (EG) nr. 1798/2003 worden verstrekt.

(4)

Tot slot dient een lijst te worden vastgesteld met de statistische gegevens die nodig zijn voor de beoordeling van Verordening (EG) nr. 1798/2003.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité inzake administratieve samenwerking,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

In deze verordening worden de nadere voorschriften voor de uitvoering van de artikelen 18, 35 en 37 van Verordening (EG) nr. 1798/2003 vastgesteld.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1)

„ploffer”: een voor BTW-doeleinden geïdentificeerde ondernemer die, mogelijkerwijs met frauduleus oogmerk, goederen of diensten verwerft of veinst te verwerven zonder de BTW te betalen, en deze goederen of diensten vervolgens met BTW levert, doch de verschuldigde BTW niet aan de bevoegde nationale autoriteiten afdraagt;

2)

„een BTW-nummer kapen”: onwettig gebruikmaken van het BTW-identificatienummer van een andere ondernemer.

Artikel 3

Categorieën van inlichtingen bij uitwisseling zonder voorafgaand verzoek

De automatische en de gestructureerde automatische uitwisseling van inlichtingen overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1798/2003 hebben betrekking op de volgende categorieën van inlichtingen:

1)

inlichtingen over niet-ingezeten belastingplichtigen;

2)

inlichtingen over nieuwe vervoermiddelen;

3)

inlichtingen over afstandsverkopen waarvan geen BTW wordt geheven in de lidstaat van oorsprong;

4)

inlichtingen over intracommunautaire transacties waarbij een vermoeden van onregelmatigheden bestaat;

5)

inlichtingen over (mogelijke) „ploffers”.

Artikel 4

Subcategorieën van inlichtingen bij uitwisseling zonder voorafgaand verzoek

1.   Ter zake van niet-ingezeten belastingplichtingen worden inlichtingen uitgewisseld over:

a)

de toekenning van BTW-identificatienummers aan in een andere lidstaat gevestigde belastingplichtigen;

b)

BTW-teruggaaf aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen overeenkomstig Richtlijn 79/1072/EEG van de Raad (3).

2.   Ter zake van nieuwe vervoermiddelen worden inlichtingen uitgewisseld over:

a)

overeenkomstig artikel 28 quater, A, onder b), van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad (4) vrijgestelde leveringen van nieuwe vervoermiddelen als omschreven in artikel 28 bis, lid 2, door personen die als belastingplichtige worden beschouwd overeenkomstig artikel 28 bis, lid 4, en voor BTW-doeleinden zijn geïdentificeerd;

b)

overeenkomstig artikel 28 quater, A, onder b), van Richtlijn 77/388/EEG vrijgestelde leveringen van nieuwe schepen en luchtvaartuigen als omschreven in artikel 28 bis, lid 2, door andere dan de onder a) bedoelde belastingplichtigen die voor BTW-doeleinden zijn geïdentificeerd, aan personen die niet voor BTW-doeleinden zijn geïdentificeerd;

c)

overeenkomstig artikel 28 quater, A, onder b), van Richtlijn 77/388/EEG vrijgestelde leveringen van nieuwe landvoertuigen die zijn uitgerust met een motor als omschreven in artikel 28 bis, lid 2, door andere dan de onder a) bedoelde belastingplichtigen die voor BTW-doeleinden zijn geïdentificeerd, aan personen die niet voor BTW-doeleinden zijn geidentificeerd.

3.   Ter zake van de afstandsverkopen waarvan geen BTW wordt geheven in de lidstaat van oorsprong, worden inlichtingen uitgewisseld over:

a)

leveringen boven het in artikel 28 ter, B, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG vastgestelde bedrag;

b)

leveringen onder het in artikel 28 ter, B, van Richtlijn 77/388/EEG vastgestelde bedrag wanneer de belastingplichtige overeenkomstig artikel 28 ter, B, lid 3, van die richtlijn kiest voor belastingheffing in de lidstaat van bestemming.

4.   Ter zake van intracommunautaire transacties waarbij een vermoeden van onregelmatigheden bestaat, worden inlichtingen uitgewisseld over:

a)

leveringen waarvoor vaststaat dat de via het BTW-informatie-uitwisselingssysteem (VIES) meegedeelde waarde van de intracommunautaire leveringen sterk afwijkt van de waarde die werd opgegeven voor de overeenkomstige intracommunautaire verwervingen;

b)

intracommunautaire leveringen van goederen die niet van BTW zijn vrijgesteld overeenkomstig artikel 28 quater, A, van Richtlijn 77/388/EEG, aan een in een andere lidstaat gevestigde belastingplichtige.

5.   Ter zake van (mogelijke) „ploffers” worden inlichtingen uitgewisseld over:

a)

belastingplichtigen van wie het BTW-identificatienummer werd geannuleerd of niet langer geldig is omdat zij geen economische activiteiten verrichtten dan wel zulke activiteiten veinsden, en door wie intracommunautaire transacties werden verricht;

b)

belastingplichtigen die (mogelijke) „ploffers” zijn, maar van wie het BTW-identificatienummer niet werd geannuleerd;

c)

belastingplichtigen die intracommunautaire leveringen verrichten, alsmede hun afnemers in andere lidstaten wanneer de afnemer een mogelijke „ploffer” is of met een „gekaapt BTW-nummer” werkt.

Artikel 5

Kennisgeving van deelname aan de uitwisseling van inlichtingen

Iedere lidstaat deelt de Commissie uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening schriftelijk mee of hij heeft besloten, overeenkomstig artikel 18, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1798/2003, deel te nemen aan de uitwisseling van een bepaalde categorie of subcategorie van inlichtingen als bedoeld in de artikelen 3 en 4 en, in voorkomend geval, of dit automatisch dan wel gestructureerd automatisch geschiedt. De Commissie stelt de overige lidstaten hiervan in kennis.

Een lidstaat die nadien besluit de categorieën of subcategorieën van inlichtingen die hij uitwisselt of de wijze waarop hij deze uitwisselt, te wijzigen, deelt dit schriftelijk aan de Commissie mee. De Commissie stelt de overige lidstaten hiervan in kennis.

Artikel 6

Frequentie waarmee inlichtingen worden toegezonden

In het geval van automatische uitwisseling worden de inlichtingen verstrekt:

a)

ten laatste voor het eind van de derde maand volgende op het kalenderjaar waarin die inlichtingen beschikbaar zijn geworden, wat de in artikel 3, leden 1 en 3, bedoelde categorieën betreft;

b)

ten laatste voor het eind van de derde maand volgende op het kalenderkwartaal waarin die inlichtingen beschikbaar zijn geworden, wat de in artikel 3, lid 2, bedoelde categorieën betreft;

Inlichtingen over de in artikel 3, leden 4 en 5, bedoelde categorieën worden verstrekt zodra zij beschikbaar komen.

Artikel 7

Toezending van inlichtingen

1.   Alle schriftelijke informatie-uitwisseling uit hoofde van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1798/2003 geschiedt voorzover mogelijk uitsluitend langs elektronische weg via het CCN/CSI-netwerk, met uitzondering van:

a)

het verzoek tot notificatie als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1798/2003 en de akte of beslissing waarvan de kennisgeving wordt verzocht;

b)

originele stukken die overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1798/2003 worden verstrekt.

2.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten mogen overeenkomen dat zij afzien van de verstrekking op papier van de in lid 1, onder a) en b), genoemde informatie.

Artikel 8

Beoordeling

De maatregelen inzake administratieve samenwerking worden met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening om de drie jaar beoordeeld overeenkomstig artikel 35, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1798/2003.

Artikel 9

Statistische gegevens

De lijst met statistische gegevens als bedoeld in artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1798/2003 is als bijlage opgenomen.

Iedere lidstaat verstrekt de Commissie voor 30 april van elk jaar en voorzover mogelijk langs elektronische weg deze statistische gegevens met behulp van het in de bijlage opgenomen modelformulier.

Artikel 10

Mededeling van nationale maatregelen

De lidstaten delen de Commissie de tekst van alle bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze verordening vallende gebied toepassen.

De Commissie stelt de overige lidstaten hiervan in kennis.

Artikel 11

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 oktober 2004.

Voor de Commissie

Frederik BOLKESTEIN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 264 van 15.10.2003, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 885/2004 (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 1).

(2)  PB L 336 van 27.12.1977, blz. 15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/56/EG (PB L 127 van 29.4.2004, blz. 70).

(3)  PB L 331 van 27.12.1979, blz. 11.

(4)  PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1.


BIJLAGE

Modelformulier voor de in artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1798/2003 bedoelde mededeling van de lidstaten aan de Commissie

Lidstaat:

Kalenderjaar:

AANTEKENINGEN:

Deel A: Statistieken opgesplitst naar lidstaat

Vakken 1 & 2

Hier moet het aantal verzoeken worden opgegeven dat in de loop van het kalenderjaar van iedere lidstaat werd ontvangen, respectievelijk naar iedere lidstaat werd verzonden. Een verzoek wordt alleen geacht te zijn verzonden of ontvangen wanneer ook alle begeleidende stukken werden verzonden of ontvangen. Alle verzoeken moeten worden opgegeven, ook als zij niet door het centrale verbindingsbureau zelf werden verzonden.

Vak 3

Hier moet worden vermeld hoeveel keer de termijn van drie maanden werd overschreden gedurende het verslagjaar, ook als het verzoek het jaar voordien werd ingediend of het antwoord nog niet werd verzonden op het eind van het verslagjaar. Wanneer een antwoord bij afloop van het daaropvolgende jaar nog steeds niet werd verzonden, mag het niet opnieuw worden meegerekend in de cijfers van het volgende verslagjaar.

Vak 4

Hier moet worden vermeld hoeveel keer de termijn van drie maanden werd overschreden gedurende het verslagjaar, ook als het verzoek het jaar voordien werd ingediend of het antwoord nog niet werd verzonden op het eind van het verslagjaar. Wanneer een antwoord bij afloop van het daaropvolgende jaar nog steeds niet werd verzonden, mag het niet opnieuw worden meegerekend in de cijfers van het volgende verslagjaar.

Vak 5

Hier moet het aantal mededelingen op grond van artikel 10 dat gedurende het verslagjaar werd ontvangen, worden opgegeven.

Vakken 6 & 7

Hier moet het aantal verzoeken worden opgegeven dat in de loop van het kalenderjaar van iedere lidstaat werd ontvangen, respectievelijk naar iedere lidstaat werd verzonden. Een verzoek wordt alleen geacht te zijn verzonden of ontvangen wanneer ook alle begeleidende stukken werden verzonden of ontvangen.

Deel B: Statistieken zonder opsplitsing naar lidstaat

Vakken 8 & 9

Hier moet het totale aantal binnenlandse ondernemers worden opgegeven dat heeft verklaard in de verslagperiode ten minste één keer dergelijke transacties te hebben verricht.

Vakken 10 & 11

In de opgegeven cijfers moeten de controles worden opgenomen die werden gefinancierd met het Fiscalis-programma 2003-2007, evenals alle andere controles (inclusief louter bilaterale controles). Gelijktijdige controles moeten worden vermeld in het jaar waarin de in artikel 13 bedoelde mededeling werd gedaan.

Vakken 12 & 13

Deze administratieve onderzoeken moeten worden vermeld in het jaar waarin het in artikel 5, lid 3, bedoelde verzoek werd ingediend.

Vak 14

Hier moet worden opgegeven hoeveel keer gedurende het kalenderjaar inlichtingen werden verstrekt zonder dat daarom werd verzocht. Dit omvat spontane, automatische en gestructureerde automatische uitwisselingen.

Deel A: Statistieken per lidstaat

 

Verzoeken om inlichtingen (artikel 5)

Laattijdige antwoorden van andere lidstaten (artikel 8, lid 1)

Vroegtijdige antwoorden van andere lidstaten (artikel 8, lid 2)

Mededelingen op grond van artikel 10

Verzoeken tot notificatie (artikelen 14 tot en met 16)

Aantal ontvangen (Vak 1)

Aantal verzonden (Vak 2)

Aantal keer dat de termijn van drie maanden werd overschreden (Vak 3)

Aantal keer dat de termijn van één maand in acht werd genomen (Vak 1)

Aantal ontvangen (Vak 5)

Aantal ontvangen (Vak 6)

Aantal verzonden (Vak 7)

België

 

 

 

 

 

 

 

Tsjechië

 

 

 

 

 

 

 

Denemarken

 

 

 

 

 

 

 

Duitsland

 

 

 

 

 

 

 

Estland

 

 

 

 

 

 

 

Griekenland

 

 

 

 

 

 

 

Spanje

 

 

 

 

 

 

 

Frankrijk

 

 

 

 

 

 

 

Ierland

 

 

 

 

 

 

 

Italië

 

 

 

 

 

 

 

Cyprus

 

 

 

 

 

 

 

Letland

 

 

 

 

 

 

 

Litouwen

 

 

 

 

 

 

 

Luxemburg

 

 

 

 

 

 

 

Hongarije

 

 

 

 

 

 

 

Malta

 

 

 

 

 

 

 

Nederland

 

 

 

 

 

 

 

Oostenrijk

 

 

 

 

 

 

 

Polen

 

 

 

 

 

 

 

Portugal

 

 

 

 

 

 

 

Slovenië

 

 

 

 

 

 

 

Slowakije

 

 

 

 

 

 

 

Finland

 

 

 

 

 

 

 

Zweden

 

 

 

 

 

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

 

 

 

 

 

 


Deel B: Andere algemene statistieken

Statistieken over ondernemers

Aantal voor BTW-doeleinden geïdentificeerde ondernemers dat intracommunautaire verwervingen heeft aangegeven (Vak 8)

 

Aantal voor BTW-doeleinden geïdentificeerde ondernemers dat intracommunautaire leveringen heeft opgegeven in de kwartaalaangifte (Vak 9)

 

Statistieken over controles en onderzoeken

Aantal georganiseerde gelijktijdige controles (artikelen 12 en 13) (Vak 10)

 

Aantal gelijktijdige controles waaraan de lidstaat heeft deelgenomen (artikelen 12 en 13) (Vak 11)

 

Aantal ingediende verzoeken om adminstratieve onderzoeken (artikel 5, lid 3) (Vak 12)

 

Aantal op verzoek van een andere lidstaat verrichte administratieve onderzoeken (artikel 5, lid 3) (Vak 13)

 

Statistieken over uitwisseling van inlichtingen zonder voorafgaand verzoek

Aantal keer dat inlichtingen werden verstrekt zonder dat daarom werd verzocht (artikelen 17 tot en met 21) (Vak 14)

 

Statistieken over VIES

Percentage van de gevallen waarin het BTW-identificatienummer van de afnemer niet voldeed aan het vereiste formaat (onjuiste regels/totaal van alle regels) op de datum waarop de gegevens werden ingevoerd (Vak 15)

 

Aantal BTW-nummers in de ontvangen O_MCTL-berichten (Vak 16)

 


Top