EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31994R1432

Verordening (EG) nr. 1432/94 van de Commissie van 22 juni 1994 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering, in de sector varkensvlees, van de invoerregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor varkensvlees en bepaalde andere landbouwprodukten

PB L 156 van 23/06/1994, p. 14–17 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 07/11/2006; opgeheven door 32006R1556

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1994/1432/oj

31994R1432

Verordening (EG) nr. 1432/94 van de Commissie van 22 juni 1994 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering, in de sector varkensvlees, van de invoerregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor varkensvlees en bepaalde andere landbouwprodukten

Publicatieblad Nr. L 156 van 23/06/1994 blz. 0014 - 0017
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 2 Deel 11 blz. 0128
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 2 Deel 11 blz. 0128


VERORDENING (EG) Nr. 1432/94 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 1994 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering, in de sector varkensvlees, van de invoerregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor varkensvlees en bepaalde andere landbouwprodukten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 774/94 van de Raad van 29 maart 1994 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor kwaliteitsrundvlees, varkensvlees, slachtpluimvee, tarwe en mengkoren, en zemelen, slijpsel en andere resten (1), en met name op artikel 7,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1249/89 (3), en met name op artikel 22,

Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 774/94 met ingang van 1 januari 1994 nieuwe jaarlijkse tariefcontingenten zijn geopend voor bepaalde produkten van de sector varkensvlees; dat deze contingenten voor onbepaalde tijd worden toegepast;

Overwegende dat dient te worden gezorgd voor het beheer van de regeling via invoercertificaten; dat te dien einde met name de voorschriften betreffende de indiening van de aanvragen moeten worden vastgesteld en moet worden bepaald welke gegevens de aanvragen en de certificaten moeten bevatten, in afwijking van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwprodukten (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3519/93 (5); dat bovendien moet worden bepaald dat de certificaten na afloop van een bedenktijk worden afgegeven en dat eventueel de certificaataanvragen slechts voor een bepaald, uniform percentage van de gevraagde hoeveelheden worden aanvaard; dat in het belang van de aanvragers moet worden bepaald dat de certificaataanvragen kunnen worden ingetrokken nadat het bedoelde percentage is vastgesteld;

Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 774/94 is bepaald dat binnen de grenzen van een bepaalde hoeveelheid de heffing voor de invoer van bepaalde produkten van de sector varkensvlees 0 % bedraagt; dat, met het oog op regelmatige invoer, genoemde hoeveelheid over een jaar moet worden gespreid;

Overwegende dat het, met het oog op een doeltreffend beheer van de bedoelde regeling, dienstig is te bepalen dat de zekerheid voor in het kader van de regeling afgegeven invoercertificaten op 30 ecu per 100 kg wordt vastgesteld; dat, vanwege het aan deze regeling inherente gevaar van speculatie in de sector varkensvlees, nauwkeurig de voorwaarden dienen te worden vastgesteld waarop de marktdeelnemers van de bedoelde regeling gebruik kunnen maken;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor varkensvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor elke invoer van in bijlage I bedoelde produkten in de Gemeenschap in het kader van het in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 774/94 geopende tariefcontingent, moet een invoercertificaat worden overgelegd.

In bijlage I zijn de voor deze regeling in aanmerking komende hoeveelheden aangegeven, alsmede het percentage van de heffing.

Artikel 2

De in bijlage I vastgestelde hoeveelheid wordt als volgt over het jaar gespreid:

- 25 % voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart,

- 25 % voor de periode van 1 april tot en met 30 juni,

- 25 % voor de periode van 1 juli tot en met 30 september,

- 25 % voor de periode van 1 oktober tot en met 31 december.

Voor de periode van 1 januari tot en met 30 september 1994 bedraagt de in bijlage I vastgestelde hoeveelheid evenwel 5 250 ton.

Artikel 3

Met betrekking tot de in artikel 1 bedoelde invoercertificaten gelden de volgende bepalingen:

a) De aanvrager moet een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn die bij de indiening van de aanvraag ten genoegen van de bevoegde instanties in de Lid-Staten kan aantonen dat hij sedert ten minste twaalf maanden werkzaam is op het gebied van de handel met derde landen in de sector varkensvlees; deze regeling geldt evenwel niet voor detailhandelszaken of restaurants die hun produkten rechtstreeks aan de eindverbruiker verkopen.

b) De certificaataanvraag mag betrekking hebben op produkten van twee verschillende GN-codes, van oorsprong uit één van de in deze verordening bedoelde landen; in dat geval worden alle GN-codes in vak 16 en de desbetreffende omschrijvingen in vak 15 opgegeven; de certificaataanvraag moet op ten minste 20 ton betrekking hebben en op ten hoogste 10 % van de hoeveelheid die beschikbaar is voor de betrokken in artikel 2 vermelde periode.

c) Op de certificaataanvraag en op het certificaat wordt in vak 8 het land van oorsprong vermeld; het certificaat brengt de verplichting met zich om uit het aangegeven land te importeren.

d) Op de certificaataanvraag en op het certificaat moet in vak 20 een van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

Reglamento (CE) no 1432/94,

Forordning (EF) nr. 1432/94,

Verordnung (EG) Nr. 1432/94,

Kanonismos (EK) arith. 1432/94,

Regulation (EC) No 1432/94,

Règlement (CE) no 1432/94,

Regolamento (CE) n. 1432/94,

Verordening (EG) nr. 1432/94,

Regulamento (CE) nº 1432/94.

e) Op het certificaat moet in vak 24 een van de volgende vermeldingen worden aangebracht: heffing 0 % op grond van

Reglamento (CE) no 1432/94,

Forordning (EF) nr. 1432/94,

Verordnung (EG) Nr. 1432/94,

Kanonismos (EK) arith. 1432/94,

Regulation (EC) No 1432/94,

Règlement (CE) no 1432/94,

Regolamento (CE) n. 1432/94,

Verordening (EG) nr. 1432/94,

Regulamento (CE) nº 1432/94.

Artikel 4

1. Certificaataanvragen kunnen alleen gedurende de eerste tien dagen van elke in artikel 2 genoemde periode worden ingediend.

Voor de periode van 1 januari tot en met 30 september 1994 kunnen de certificaataanvragen echter gedurende de eerste tien dagen van juli 1994 worden ingediend.

2. Certificaataanvragen zijn slechts ontvankelijk voor zover de aanvrager schriftelijk verklaart dat hij voor de betrokken periode en voor de in bijlage I vastgestelde produkten noch in de Lid-Staat waar de aanvraag wordt ingediend, noch in andere Lid-Staten, andere aanvragen heeft ingediend of zal indienen; wanneer dezelfde aanvrager meer dan één aanvraag voor de in bijlage I vastgestelde produkten indient, is geen van zijn aanvragen ontvankelijk; elke aanvrager mag evenwel meerdere aanvragen voor invoercertificaten indienen voor in bijlage I vastgestelde produkten, indien deze produkten van oorsprong zijn uit verschillende landen. De aanvragen, die telkens slechts op één land van oorsprong betrekking mogen hebben, moeten gelijktijdig bij de bevoegde autoriteit van een Lid-Staat worden ingediend. Zij worden, voor wat betreft het in artikel 3, onder b), bedoelde maximum, en voor de toepassing van de in de voorgaande alinea vervatte regel, als één enkele aanvraag beschouwd.

3. De Lid-Staten delen de Commissie op de derde werkdag na de uiterste datum voor de indiening van de aanvragen, voor elk van de betrokken produkten, gegevens mee over de ingediende aanvragen. Deze mededeling omvat de lijst van de aanvragers en de aangevraagde hoeveelheden.

Alle mededelingen, ook de mededeling dat er geen aanvragen zijn ingediend, worden op de aangegeven werkdag per telex of per telefax toegezonden, met gebruikmaking van een formulier naar het model in bijlage II, wanneer er geen aanvragen zijn ingediend, en van formulieren naar het model in de bijlagen II en III, wanneer er wel aanvragen zijn ingediend.

4. De Commissie beslist zo spoedig mogelijk in welke mate aan de artikel 3 bedoelde aanvragen gevolg kan worden gegeven.

Als de hoeveelheden waarvoor certificaten zijn aangevraagd, groter zijn dan de beschikbare hoeveelheden, stelt de Commissie een uniform percentage vast en wordt van de aangevraagde hoeveelheden telkens dit uniform percentage aanvaard. Is het percentage lager dan 5 %, dan kan de Commissie besluiten geen gevolg te geven aan de aanvragen en de zekerheden vrij te geven.

De aanvrager mag zijn certificaataanvraag binnen tien werkdagen na de bekendmaking van het uniforme percentage in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen intrekken indien de toepassing van dit percentage resulteert in de vaststelling van een hoeveelheid die minder dan 20 ton bedraagt. De Lid-Staten brengen de Commissie daarvan op de hoogte uiterlijk vijf dagen na de intrekking van de certificaataanvraag en geven de zekerheid vrij.

De Commissie stelt de resterende hoeveelheid vast, die wordt toegevoegd aan de beschikbare hoeveelheid voor de volgende periode van hetzelfde jaar.

5. De certificaten worden na het besluit van de Commissie zo spoedig mogelijk afgegeven.

6. De afgegeven certificaten zijn in de hele Gemeenschap geldig.

Artikel 5

Op grond van artikel 21, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 bedraagt de geldigheidsduur van de invoercertificaten 150 dagen vanaf de dag van feitelijke afgifte.

De geldigheidsduur van de certificaten verstrijkt evenwel in elk geval uiterlijk op 31 december van het jaar van afgifte.

Op grond van deze verordening afgegeven invoercertificaten zijn niet overdraagbaar.

Artikel 6

Voor elke aanvraag voor een invoercertificaat voor in artikel 1 bedoelde produkten moet een zekerheid van 30 ecu per 100 kg worden gesteld.

Artikel 7

De bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3719/88 zijn van toepassing, tenzij in deze verordening anders is bepaald.

In afwijking van artikel 8, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 mag de in het kader van deze verordening ingevoerde hoeveelheid echter niet groter zijn dan de in de vakken 17 en 18 van het invoercertificaat aangegeven hoeveelheid. In vak 19 van het certificaat wordt daartoe het cijfer "0" ingevuld.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 22 juni 1994.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 91 van 8. 4. 1994, blz. 1.

(2) PB nr. L 282 van 1. 11. 1975, blz. 1.

(3) PB nr. L 129 van 11. 5. 1989, blz. 12.

(4) PB nr. L 331 van 2. 12. 1988, blz. 1.

(5) PB nr. L 320 van 22. 12. 1993, blz. 16.

BIJLAGE I

HEFFING 0 % "(in ton)"" ID="1">0203 19 13> ID="2" ASSV="02">7 000"> ID="1">0203 29 15">

BIJLAGE II

BIJLAGE III

Top