Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020R0261

Verordening (EU) 2020/261 van de Raad van 19 december 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 389/2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen wat betreft de inhoud van de elektronische registers

ST/14108/2019/INIT

PB L 58 van 27.2.2020, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2020/261/oj

27.2.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 58/1


VERORDENING (EU) 2020/261 VAN DE RAAD

van 19 december 2019

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 389/2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen wat betreft de inhoud van de elektronische registers

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 113,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 19 van Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad (3) voorziet in een verplichting voor de lidstaten om elektronische registers bij te houden van vergunningen betreffende marktdeelnemers en belastingentrepots die bij de overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling betrokken zijn.

(2)

Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad (4) breidt het gebruik van het geautomatiseerde systeem uit hoofde van Besluit (EU) 2020/263 van het Europees Parlement en de Raad (5), dat momenteel wordt gebruikt om toezicht te houden op overbrengingen van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling, uit tot het toezicht op accijnsgoederen die tot verbruik zijn uitgeslagen op het grondgebied van de ene lidstaat en vervolgens naar het grondgebied van een andere lidstaat worden overgebracht om voor commerciële doeleinden te worden geleverd.

(3)

Om de goede werking van het geautomatiseerde systeem te waarborgen dankzij de opslag van volledige, actuele en nauwkeurige gegevens, is het noodzakelijk om het toepassingsgebied van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 389/2012 uit te breiden tot twee nieuwe categorieën marktdeelnemers: gecertificeerde afzenders, die zijn geregistreerd als afzenders voor reeds tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen, en gecertificeerde geadresseerden, die zijn geregistreerd als geadresseerden voor reeds tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen.

(4)

In artikel 22 van Richtlijn (EU) 2020/262 is bepaald dat, indien energieproducten onder een accijnsschorsingsregeling over zee of via binnenwaterwegen worden overgebracht, de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending kunnen toestaan dat de afzender de gegevens van de geadresseerde op het ogenblik van de verzending niet invult in het voorlopige elektronische administratieve document als bedoeld in artikel 20, lid 2, van die richtlijn. Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 389/2012 moet alleen een erkende entrepothouder die informatie opnemen in het elektronische register. Het is van essentieel belang dat ook de geregistreerde afzender de informatie over zijn recht om de gegevens van de geadresseerde niet in te vullen op het ogenblik van de verzending, kan opnemen in het elektronische register.

(5)

Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de uitbreiding van het elektronische register tot marktdeelnemers die tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen overbrengen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve, teneinde de geharmoniseerde werking van het geautomatiseerde systeem te waarborgen en de strijd tegen fraude te vergemakkelijken, beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(6)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, met name het recht op bescherming van persoonsgegevens. Gelet op de in deze verordening vastgestelde grenzen gaat de verwerking van dergelijke gegevens in het kader van deze verordening niet verder dan nodig en evenredig is voor de bescherming van de legitieme budgettaire belangen van de lidstaten.

(7)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (6).

(8)

Om de toepassingsdatum van deze verordening af te stemmen op de toepassingsdatum van de bepalingen van Richtlijn (EU) 2020/262 inzake de automatisering van overbrengingen van accijnsgoederen die tot verbruik zijn uitgeslagen op het grondgebied van de ene lidstaat en vervolgens naar het grondgebied van een andere lidstaat worden overgebracht om voor commerciële doeleinden te worden geleverd op het grondgebied van die andere lidstaat, en om de lidstaten voldoende tijd te geven om zich voor te bereiden op de uit deze verordening voortvloeiende wijzigingen, moet zij met ingang van 13 februari 2023 van toepassing zijn.

(9)

Verordening (EU) nr. 389/2012 dient daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 19 van Verordening (EU) nr. 389/2012 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan lid 1, punt a), worden de volgende subpunten iv) en v) toegevoegd:

“iv)

gecertificeerde afzenders in de zin van artikel 3, punt 12, van Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad (*1)”;

v)

gecertificeerde geadresseerden in de zin van artikel 3, punt 12, van Richtlijn (EU) 2020/262

(*1)  Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad van 19 december 2019 houdende een algemene regeling inzake accijns (PB L 58 van 27.2.2020, blz. 4).”."

2)

Lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de punten f) en g) worden vervangen door:

“f)

voor een erkende entrepothouder, het belastingentrepot of de lijst van belastingentrepots waarvoor zijn vergunning geldt en, indien zulks is voorzien bij nationale wetgeving, een vermelding dat het hem is toegestaan de gegevens van de geadresseerde weg te laten op het ogenblik van de verzending overeenkomstig artikel 22 van Richtlijn (EU) 2020/262 , dat het hem is toegestaan een overbrenging in deeltransporten te splitsen overeenkomstig artikel 23 van die richtlijn of dat het hem is toegestaan accijnsgoederen te laten overbrengen naar een plaats van rechtstreekse aflevering overeenkomstig artikel 16, lid 4, van die richtlijn, en een vermelding dat hij handelt als een gecertificeerde afzender of een gecertificeerde geadresseerde overeenkomstig artikel 35, leden 6 en 7, van die richtlijn;

g)

voor een geregistreerde geadresseerde, indien de nationale wetgeving daarin voorziet, een vermelding dat het hem is toegestaan accijnsgoederen te laten overbrengen naar een plaats van rechtstreekse aflevering overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Richtlijn (EU) 2020/262, en een vermelding dat hij handelt als een gecertificeerde geadresseerde overeenkomstig artikel 35, lid 7, van die richtlijn;”;

b)

het volgende punt wordt toegevoegd:

“k)

voor een geregistreerde afzender, een vermelding dat het hem is toegestaan de gegevens van de geadresseerde weg te laten op het ogenblik van de verzending overeenkomstig artikel 22 van Richtlijn (EU) 2020/262, en een vermelding dat hij handelt als een gecertificeerde afzender overeenkomstig artikel 35, lid 6, van die richtlijn.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 13 februari 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 december 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

K. MIKKONEN


(1)  Advies van 3 oktober 2018 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Advies van 17 oktober 2018 (PB C 62 van 15.2.2019, blz. 108).

(3)  Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad van 2 mei 2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 2073/2004 (PB L 121 van 8.5.2012, blz. 1).

(4)  Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad van 19 december 2019 houdende een algemene regeling inzake accijns (zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad).

(5)  Besluit (EU) 2020/263 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2020 betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake de overbrenging van en de controle op accijnsgoederen (zie bladzijde 43 van dit Publicatieblad).

(6)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).


Top