This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52022BP0098
European Parliament resolution of 24 March 2022 on the proposal for a decision of the European Parliament and of the Council on the mobilisation of the European Globalisation Adjustment Fund for Displaced Workers following an application from France — EGF/2021/007 FR/ Selecta (COM(2022)0035 — C9-0036/2022 — 2022/0023(BUD))
Resolutie van het Europees Parlement van 24 maart 2022 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers naar aanleiding van aanvraag EGF/2021/007 FR/Selecta van Frankrijk (COM(2022)0035 — C9-0036/2022 — 2022/0023(BUD))
Resolutie van het Europees Parlement van 24 maart 2022 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers naar aanleiding van aanvraag EGF/2021/007 FR/Selecta van Frankrijk (COM(2022)0035 — C9-0036/2022 — 2022/0023(BUD))
PB C 361 van 20.9.2022, pp. 44–47
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
|
20.9.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 361/44 |
P9_TA(2022)0098
Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering: aanvraag EGF/2021/007 FR/Selecta — Frankrijk
Resolutie van het Europees Parlement van 24 maart 2022 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers naar aanleiding van aanvraag EGF/2021/007 FR/Selecta van Frankrijk (COM(2022)0035 — C9-0036/2022 — 2022/0023(BUD))
(2022/C 361/18)
Het Europees Parlement,
|
— |
gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2022)0035 — C9-0036/2022), |
|
— |
gezien Verordening (EU) 2021/691 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1309/2013 (1) (de “EFG-verordening”), |
|
— |
gezien Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (2) (“MFK-verordening”), en met name artikel 8, |
|
— |
gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (3), en met name punt 9, |
|
— |
gezien de brieven van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en van de Commissie regionale ontwikkeling, |
|
— |
gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A9-0048/2022), |
|
A. |
overwegende dat de Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om aanvullende steun te verlenen aan werknemers die de gevolgen ondervinden van globalisering en van technologische en milieuveranderingen, zoals verschuivingen in de wereldhandelsstromen, handelsgeschillen, significante verschuivingen in de handelsbetrekkingen van de Unie of de samenstelling van de interne markt en financiële of economische crises, alsook de overgang naar een koolstofarme economie, of als gevolg van digitalisering of automatisering; |
|
B. |
overwegende dat de Unie het toepassingsgebied van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) heeft uitgebreid om financiële steun te verlenen in geval van grote herstructureringen en aldus de economische gevolgen van de coronacrisis te dekken; |
|
C. |
overwegende dat Frankrijk aanvraag EGF/2021/007 FR/Selecta heeft ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van 294 ontslagen in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 46 (Groothandel, met uitzondering van de handel in auto’s en motorfietsen) in alle Franse regio’s van NUTS-niveau 2 op het Franse vasteland, met uitzondering van Limousin (FRI2), binnen een referentieperiode voor de aanvraag van 1 juni 2021 tot 1 oktober 2021; |
|
D. |
overwegende dat de aanvraag betrekking heeft op 294 ontslagen werknemers wier werkzaamheden bij de onderneming Selecta zijn beëindigd tijdens de referentieperiode, terwijl 179 werknemers vóór of na de referentieperiode werden ontslagen als gevolg van dezelfde gebeurtenissen die de aanleiding vormden voor de beëindiging van de werkzaamheden van de ontslagen werknemers tijdens de referentieperiode en derhalve ook als in aanmerking komende begunstigden zullen worden beschouwd; |
|
E. |
overwegende dat de aanvraag is ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 2, punt a), van de EFG-verordening, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat de werkzaamheden van ten minste 200 ontslagen werknemers zijn beëindigd; |
|
F. |
overwegende dat de sector van verkoopautomaten hard is getroffen door de COVID-19-pandemie in Europa als gevolg van de sluiting van de locaties waar de machines zich bevonden (zakelijke en openbare ruimten zoals luchthavens, spoorwegstations enz.) of door het gebrek aan toegang tot de verkoopautomaten op de open locaties, en dat de sector verkoopautomaten in de regio Île-de-France 70 % van de omzet verloor (september 2020 ten opzichte van het jaar daarvoor) als gevolg van telewerken (4); |
|
G. |
overwegende dat volgens Selecta de bijvulling van de machines, ondanks het herstel van de activiteiten in de zomer van 2020, met 47 % was gedaald ten opzichte van februari 2020, de laatste maand vóór de pandemie, en dat ondanks de heronderhandeling van contracten in een poging om de verliezen te beteugelen, die nog werden verergerd door vaste kosten en dalende verkopen, Selecta in 2020 exploitatieverliezen van 60 miljoen EUR boekte (5) en is overgegaan tot het ontslag van 473 werknemers; |
|
H. |
overwegende dat de Commissie heeft verklaard dat de gezondheidscrisis is uitgemond in een economische crisis, een herstelplan voor de economie heeft opgesteld en de rol van het EFG als noodinstrument heeft onderstreept (6); |
|
I. |
overwegende dat volgens de Franse Organisatie voor automatische verkoop en diensten (NAVSA) de omzet van de sector in Frankrijk in 2020 is gedaald tot tussen de 50 en 90 % ten opzichte van 2019, waardoor ongeveer 25 000 banen in gevaar kwamen; |
|
J. |
overwegende dat financiële bijdragen uit het EFG in de eerste plaats gericht moeten zijn op actieve arbeidsmarktbeleidsmaatregelen en op gepersonaliseerde diensten die tot doel hebben de begunstigden snel aan een fatsoenlijke en duurzame betrekking te helpen binnen of buiten de sector waar zij oorspronkelijk werkzaam waren, en hen voor te bereiden op een groenere en meer digitale Europese economie; |
|
K. |
overwegende dat het EFG het jaarlijkse maximumbedrag van 186 miljoen EUR (in prijzen van 2018) niet mag overschrijden, zoals vastgelegd in artikel 8 van de MFK-verordening; |
|
1. |
is het met de Commissie eens dat is voldaan aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in artikel 4, lid 2, punt a), van de EFG-verordening en dat Frankrijk recht heeft op een financiële bijdrage ter hoogte van 4 074 296 EUR uit hoofde van die verordening, wat overeenkomt met 85 % van de totale kosten van 4 793 290 EUR, waarvan 4 766 930 EUR voor gepersonaliseerde diensten en, in overeenstemming met artikel 7, lid 5, van de EFG-verordening, 26 360 EUR voor de uitvoering van het EFG; |
|
2. |
stelt vast dat de Franse autoriteiten de aanvraag op 12 oktober 2021 hebben ingediend en dat de Commissie haar beoordeling op 7 februari 2022 heeft afgerond en het Parlement hiervan diezelfde dag nog in kennis heeft gesteld; |
|
3. |
stelt vast dat de aanvraag betrekking heeft op in totaal 473 ontslagen werknemers wier werkzaamheden zijn beëindigd; stelt met tevredenheid vast dat Frankrijk verwacht dat alle in aanmerking komende begunstigden zullen deelnemen aan de maatregelen (“beoogde begunstigden”); |
|
4. |
herinnert eraan dat de sociale gevolgen van de ontslagen naar verwachting aanzienlijk zullen zijn voor Frankrijk, met name in de regio Île-de-France en de stad Lille, waar respectievelijk 32 en 13 % van de ontslagen plaatsvonden; |
|
5. |
merkt op dat 29,8 % van de beoogde begunstigden een diploma lager middelbaar onderwijs of minder heeft; |
|
6. |
stelt vast dat Frankrijk met ingang van 1 april 2021 is begonnen met het verstrekken van gepersonaliseerde diensten aan de beoogde begunstigden, wat betekent dat de periode om in aanmerking te komen voor een financiële bijdrage uit het EFG zal lopen van 1 april 2021 tot 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van het financieringsbesluit; |
|
7. |
merkt op dat gepersonaliseerde diensten die aan de betrokken werknemers worden verstrekt de volgende maatregelen omvatten: adviesdiensten en loopbaanbegeleiding, psychologische ondersteuning, opleiding, bijdrage bij het oprichten van een bedrijf, toelage voor het zoeken van een baan, toelage voor een snelle terugkeer naar een nieuwe baan, aanmoedigingsmaatregel ten behoeve van outplacement, bijdrage in de verhuis- en installatiekosten; |
|
8. |
wijst in dat verband nogmaals op de belangrijke rol die de Unie moet spelen bij het bieden van de kwalificaties die nodig zijn voor een rechtvaardige transitie die aansluit bij de Europese Green Deal; is er sterk voorstander van dat het EFG in de periode 2021-2027 gebruikt blijft worden om solidariteit te betonen met de getroffen personen, maar dat tegelijkertijd de nadruk behouden blijft op de impact van herstructureringen op werknemers, en dringt erop aan dat bij toekomstige aanvragen zoveel mogelijk wordt gelet op beleidscoherentie; |
|
9. |
stelt verheugd vast dat het gecoördineerde pakket aan gepersonaliseerde diensten waarvoor medefinanciering van het EFG is aangevraagd door Frankrijk in overleg met vertegenwoordigers van het personeel en de vakbonden is samengesteld; wijst erop dat er transparantie moet zijn in elke fase van de procedure en dringt erop aan dat het dienstenpakket wordt uitgevoerd en geëvalueerd met betrokkenheid van de sociale partners; merkt op dat aan alle procedurele vereisten is voldaan; |
|
10. |
is van mening dat de financiële bijdragen uit het EFG in de eerste plaats gericht moeten zijn op actieve arbeidsmarktbeleidsmaatregelen en op gepersonaliseerde diensten die tot doel hebben de begunstigden snel aan een fatsoenlijke en duurzame betrekking te helpen binnen of buiten de sector waar zij oorspronkelijk werkzaam waren, en hen voor te bereiden op een groenere en meer digitale Europese economie; |
|
11. |
herinnert aan de mogelijkheid om speciale tijdelijke maatregelen te treffen in het kader van het gecoördineerde pakket, zoals het uitbetalen van toelagen voor kinderopvang, overeenkomstig artikel 7, lid 2, punt b), van de EFG-verordening, om werkzoekenden in staat te stellen deel te nemen aan de voorgestelde activiteiten; |
|
12. |
wijst erop dat de Franse autoriteiten hebben aangegeven dat personeels- en vakbondsvertegenwoordigers nauw betrokken zijn bij de organisatorische plannen van het bedrijf om zich aan te passen aan de veranderingen; |
|
13. |
stelt tevreden vast dat Selecta een zeer actief opleidingsbeleid heeft ingevoerd dat veel verder gaat dan de wettelijke verplichtingen van het bedrijf; |
|
14. |
merkt op dat in 2021 het opleidingsbudget per werknemer 30 % hoger lag dan in 2019, met als doel de inzetbaarheid en mobiliteit van het personeel te verbeteren; |
|
15. |
benadrukt dat de Franse autoriteiten hebben bevestigd dat voor de subsidiabele maatregelen geen steun uit andere fondsen of financieringsinstrumenten van de Unie wordt ontvangen; |
|
16. |
wijst er nogmaals op dat steun uit het EFG geen vervanging mag zijn voor maatregelen die op grond van nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van bedrijven vallen, of voor welke vergoedingen of rechten ten behoeve van de ontslagen werknemers dan ook, en dat de toewijzing dus geheel en al aanvullend moet zijn; |
|
17. |
herinnert eraan dat het EFG tot doel heeft solidariteit te betonen met en steun te verlenen aan begunstigden en hen te helpen bij een snelle terugkeer naar een fatsoenlijke en duurzame betrekking binnen of buiten de sector waar zij oorspronkelijk werkzaam waren; |
|
18. |
hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit; |
|
19. |
verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie; |
|
20. |
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. |
(1) PB L 153 van 3.5.2021, blz. 48.
(2) PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 11.
(3) PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 28.
(4) NAVSA, verslag over de situatie in de sector, september 2020.
(5) https://www.droits-salaries.com/552014201-selecta/55201420101907-/T09321007764-accord-relatif-a-la-mise-en-place-d-un-dispositif-specifique-d-activite-partielle-longue-duree-apld--autres-temps-de-travail.shtml
(6) COM(2020)0442.
BIJLAGE
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers naar aanleiding van een aanvraag van Frankrijk — EGF/2021/007 FR/Selecta
(De tekst van de bijlage wordt hier niet weergegeven, aangezien deze overeenkomt met de definitieve handeling: Besluit (EU) 2022/548.)