EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document JOL_2010_252_R_0132_01
2010/514/EU: Decision of the European Parliament of 5 May 2010 on discharge in respect of the implementation of the budget of the European Agency for Reconstruction for the financial year 2008#Resolution of the European Parliament of 5 May 2010 with observations forming an integral part of its Decision on discharge in respect of the implementation of the budget of the European Agency for Reconstruction for the financial year 2008
2010/514/EU: Besluit van het Europees Parlement van 5 mei 2010 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2008
Resolutie van het Europees Parlement van 5 mei 2010 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2008
2010/514/EU: Besluit van het Europees Parlement van 5 mei 2010 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2008
Resolutie van het Europees Parlement van 5 mei 2010 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2008
PB L 252 van 25.9.2010, p. 132–134
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
25.9.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 252/132 |
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT
van 5 mei 2010
over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2008
(2010/514/EU)
HET EUROPEES PARLEMENT,
gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2008,
gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2008, tezamen met de antwoorden van het Bureau (1),
gezien de aanbeveling van de Raad van 16 februari 2010 (5827/2010 — C7-0061/2010),
gelet op artikel 276 van het EG-Verdrag en artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name op artikel 185,
gelet op Verordening (EG) nr. 2667/2000 van de Raad van 5 december 2000 over het Europees Bureau voor wederopbouw (3), en met name op artikel 8,
gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (4), en met name op artikel 94,
gelet op artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,
gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0072/2010),
1. |
verleent de directeur van het Europees Bureau voor wederopbouw kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2008; |
2. |
formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie; |
3. |
verzoekt zijn voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van het Europees Bureau voor wederopbouw, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L). |
De voorzitter
Jerzy BUZEK
De secretaris-generaal
Klaus WELLE
(1) PB C 304 van 15.12.2009, blz. 43.
(2) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(3) PB L 306 van 7.12.2000, blz. 7.
(4) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
van 5 mei 2010
met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2008
HET EUROPEES PARLEMENT,
gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2008,
gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2008, tezamen met de antwoorden van het Bureau (1),
gezien de aanbeveling van de Raad van 16 februari 2010 (5827/2010 — C7-0061/2010),
gelet op artikel 276 van het EG-Verdrag en artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name op artikel 185,
gelet op Verordening (EG) nr. 2667/2000 van de Raad van 5 december 2000 over het Europees Bureau voor wederopbouw (3), en met name op artikel 8,
gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (4), en met name op artikel 94,
gelet op artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,
gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0072/2010),
A. |
overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2008 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn, |
B. |
overwegende dat het Parlement de directeur van het Europees Bureau voor wederopbouw op 23 april 2009 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2007 (5) en dat het in zijn resolutie behorende bij het kwijtingsbesluit onder andere erop heeft gewezen dat de Rekenkamer in zijn jaarverslag voor 2007 drie potentiële risico’s van de overdracht van activiteiten van het Bureau naar de vertegenwoordigingen noemt:
|
1. |
stelt vast dat in het memorandum van overeenstemming tussen de Commissie en het Europees Bureau voor wederopbouw van 17 december 2008 is bepaald dat de resterende activa van het Bureau na 31 december 2008 eigendom werden van de Commissie; |
Financieel beheer en begrotingsbeheer
2. |
neemt nota van de constatering van de Rekenkamer dat geen enkele van de formele voorwaarden was vervuld voor de goedkeuring van een rechtstreekse subsidie van 1 399 132 EUR (d.w.z. 0,31 % van de beschikbare operationele begroting) aan een internationale organisatie; |
3. |
benadrukt dat de validiteit van de vijf projecten met betrekking tot grensoverschrijdende samenwerking die door de Rekenkamer werden gecontroleerd (met een totale waarde van 528 000 EUR, d.w.z. 0,12 % van de beschikbare operationele begroting) in twijfel is getrokken op grond van het feit dat het evaluatiecomité, samengesteld uit het Bureau en een delegatie van de Commissie, geen rekening had gehouden met de door de lokale beoordelaars aangehaalde kwesties; neemt echter kennis van het antwoord van het Bureau, dat zich verdedigt door erop te wijzen dat het evaluatiecomité, volgens de geldende regels, tot op heden niet gebonden is door het advies van de beoordelaars; |
4. |
dringt naar aanleiding van de beëindiging van de werkzaamheden van het Europees Bureau voor wederopbouw aan op een evaluatie van de in Kosovo gebruikte kredieten ter beantwoording van de vraag of deze ertoe geleid hebben dat er functionerende en duurzame structuren in justitie en bestuur zijn ontstaan; |
5. |
betreurt het feit dat aan het bestaan van het efficiënt werkende Bureau een einde is gekomen en dat het beheer van de kredieten aan de delegaties werd overgedragen; wenst dat de Commissie in een verslag verklaart met hoeveel personeelsleden de delegaties werden uitgebreid om de taken van het Bureau over te nemen; verzoekt de Commissie er uitgebreid en volledig informatie over te verstrekken of met de door het Bureau aan de delegaties overgedragen kredieten begrotingssteun werd verleend; |
6. |
verwijst voor verdere, meer algemene opmerkingen bij het kwijtingbesluit naar zijn resolutie van 5 mei 2010 (6) over de resultaten, het financiële beheer en het toezicht op de agentschappen. |
(1) PB C 304 van 15.12.2009, blz. 43.
(2) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(3) PB L 306 van 7.12.2000, blz. 7.
(4) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
(5) PB L 255 van 26.9.2009, blz. 176.
(6) Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0139 (zie bladzijde 241 van dit Publicatieblad).