This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document cd107ba4-eba3-11ee-8e14-01aa75ed71a1
Commission Delegated Regulation (EU) No 153/2013 of 19 December 2012 supplementing Regulation (EU) No 648/2012 of the European Parliament and of the Council with regard to regulatory technical standards on requirements for central counterparties (Text with EEA relevance)Text with EEA relevance
Consolidated text: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen inzake vereisten voor centrale tegenpartijen (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen inzake vereisten voor centrale tegenpartijen (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
02013R0153 — NL — 07.03.2024 — 003.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 153/2013 VAN DE COMMISSIE van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen inzake vereisten voor centrale tegenpartijen (PB L 052 van 23.2.2013, blz. 41) |
Gewijzigd bij:
|
|
|
Publicatieblad |
||
|
nr. |
blz. |
datum |
||
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/822 VAN DE COMMISSIE van 21 april 2016 |
L 137 |
1 |
26.5.2016 |
|
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/2311 VAN DE COMMISSIE van 21 oktober 2022 |
L 307 |
31 |
28.11.2022 |
|
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2024/818 VAN DE COMMISSIE van 28 november 2023 |
L 818 |
1 |
6.3.2024 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 153/2013 VAN DE COMMISSIE
van 19 december 2012
tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen inzake vereisten voor centrale tegenpartijen
(Voor de EER relevante tekst)
HOOFDSTUK I
ALGEMEEN
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
|
1. |
„basisrisico” : het risico dat voortvloeit uit bewegingen tussen twee of meer activa of contracten die door de centrale tegenpartij (CTP) worden gecleard en niet perfect gecorreleerd zijn; |
|
2. |
„betrouwbaarheidsinterval” : het door een CTP in een bepaalde liquidatieperiode te dekken percentage bewegingen van blootstellingen voor elk gecleard financieel instrument met betrekking tot een bepaalde terugkijkperiode; |
|
3. |
„convenience yield” : de voordelen van de directe eigendom van de fysieke grondstof; deze voordelen worden beïnvloed door zowel marktomstandigheden als door factoren zoals de kosten van fysieke opslag; |
|
4. |
„margins” : margins als bedoeld in artikel 41 van Verordening (EU) nr. 648/2012 die initiële margins en variatiemargins kunnen omvatten; |
|
5. |
„initiële margin” : door de CTP geïnde margins om mogelijke toekomstige blootstelling aan clearingleden die de margin verstrekken en, voor zover van toepassing, interoperabele CTP’s te dekken in de tijd tussen de laatste inning van margin en de liquidatie van posities na het in gebreke blijven van een clearinglid of een interoperabele CTP; |
|
6. |
„variatiemargin” : geïnde of uitbetaalde margins om de huidige blootstellingen als gevolg van werkelijke wijzigingen van de marktprijs tot uitdrukking te brengen; |
|
7. |
„jump-to-default-risico” : het risico dat een tegenpartij of emittent plotseling in gebreke blijft, voordat de markt tijd heeft gehad om het toegenomen risico van wanbetaling van de betreffende tegenpartij of emittent in te calculeren; |
|
8. |
„liquidatieperiode” : de tijdsperiode die wordt gebruikt voor het berekenen van de margins die de CTP denkt nodig te hebben om haar blootstelling aan een in gebreke blijvend lid te beheren en gedurende welke de CTP blootstaat aan marktrisico in verband met het beheer van de posities van de wanbetaler; |
|
9. |
„terugkijkperiode” : de tijdhorizon voor de berekening van de historische volatiliteit; |
|
10. |
„testanomalie” : testresultaat waaruit blijkt dat het model of het kader voor liquiditeitsrisicobeheer van een CTP niet heeft geleid tot het beoogde dekkingsniveau; |
|
11. |
„wrong-way risk” : het risico dat voortvloeit uit blootstelling aan een tegenpartij of emittent, wanneer de door die tegenpartij gestelde of door die emittent uitgegeven zekerheid in hoge mate correleert met het kredietrisico van de tegenpartij en de emittent. |
HOOFDSTUK II
ERKENNING VAN IN EEN DERDE LAND GEVESTIGDE CTP’S
(Artikel 25 van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Artikel 2
Voor de erkenning van een CTP aan de ESMA te verstrekken informatie
Een aanvraag om erkenning die wordt ingediend door een in een derde land gevestigde CTP bevat ten minste de volgende informatie:
de volledige naam van de rechtspersoon;
de identiteit van de aandeelhouders en leden met een gekwalificeerde deelneming;
een lijst van de lidstaten waarin de CTP voornemens is diensten te verrichten;
de klassen van geclearde financiële instrumenten;
op de website van de ESMA op te nemen gegevens, overeenkomstig artikel 88, lid 1, onder e), van Verordening (EU) nr. 648/2012;
gegevens over de financiële middelen van de CTP, de vorm waarin en de methoden waarmee deze worden aangehouden, en de regelingen om ze te beschermen, met inbegrip van procedures voor het beheer van wanbetalingen;
gegevens over de marginmethodologie en voor de berekening van het wanbetalingsfonds;
een lijst van in aanmerking komende zekerheden;
een uitsplitsing van de waarden, indien nodig in prospectieve vorm, die door de aanvragende CTP zijn gecleard, per geclearde Unievaluta;
de resultaten van de stresstests en backtests die zijn uitgevoerd in het jaar voorafgaand aan de datum van de aanvraag;
de regels en interne procedures van de CTP, met bewijzen dat de vereisten die in dat derde land van toepassing zijn, volledig worden nageleefd;
gegevens van eventuele uitbestedingsregelingen;
gegevens van scheidingsregelingen en de rechtmatigheid en afdwingbaarheid daarvan;
gegevens over de vereisten van de CTP inzake toegang, alsook de voorwaarden voor opschorting en beëindiging van het lidmaatschap;
gegevens van eventuele interoperabiliteitsregelingen, met inbegrip van de informatie die aan de bevoegde autoriteit van het derde land is verstrekt ten behoeve van de beoordeling van de regeling.
HOOFDSTUK III
ORGANISATORISCHE VEREISTEN
(Artikel 26 van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Artikel 3
Governanceregelingen
De hoofdcomponenten van de governanceregelingen van de CTP waarin haar organisatiestructuur wordt gedefinieerd alsook duidelijk bepaalde en goed gedocumenteerde gedragslijnen, procedures en processen volgens welke haar raad en directie werken, omvatten het volgende:
de samenstelling, taken en verantwoordelijkheden van de raad en de eventuele comités van de raad;
de taken en verantwoordelijkheden van het management;
de structuur van de directie;
de rapporteringslijnen tussen de directie en de raad;
de procedures voor de benoeming van de leden van de raad en de directie;
de opzet van de risicobeheer-, nalevings- en interne controlefuncties;
de processen om verantwoordingsplichtigheid tegenover belanghebbenden te waarborgen.
Artikel 4
Risicobeheermechanismen en interne controlemechanismen
Artikel 5
Gedragslijnen en procedures inzake naleving
De regels, procedures en contractuele regelingen van de CTP worden schriftelijk of op een ander duurzaam medium vastgelegd. Deze regels, procedures en contractuele regelingen en het eventuele begeleidende materiaal zijn correct, actueel en gemakkelijk beschikbaar voor de bevoegde autoriteit, clearingleden en, in voorkomend geval, cliënten.
Een CTP identificeert en analyseert de gezondheid van de regels, procedures en contractuele regelingen van de CTP. Indien nodig, wordt voor deze analyse onafhankelijk juridisch advies ingewonnen. De CTP heeft een proces voor het voorstellen en ten uitvoer leggen van wijzigingen van haar regels en procedures en voor het, voorafgaand aan de tenuitvoerlegging van materiële wijzigingen, raadplegen van alle betrokken clearingleden en het indienen van de voorgestelde wijzigingen bij de bevoegde autoriteit.
De regels en procedures van een CTP geven duidelijk aan welk recht van toepassing is op elk aspect van de activiteiten en handelingen van de CTP.
Artikel 6
Nalevingsfunctie
Bij de instelling van de nalevingsfunctie houdt de CTP rekening met de aard, de omvang en de complexiteit van haar bedrijf en met de aard en de verscheidenheid van de diensten en activiteiten die bij de uitoefening van dat bedrijf worden uitgevoerd.
Het hoofd Naleving heeft ten minste de volgende taken:
het bewaken en regelmatig beoordelen van de toereikendheid en effectiviteit van de maatregelen die zijn ingevoerd overeenkomstig artikel 5, lid 4, en de actie die is ondernomen om eventuele tekortkomingen in de naleving door de CTP van haar verplichtingen aan te pakken;
het toepassen van de gedragslijnen en procedures inzake naleving die door de directie en de raad zijn vastgesteld;
het adviseren en bijstaan van de personen die verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de diensten en activiteiten van de CTP om te voldoen aan de verplichtingen van de CTP uit hoofde van deze verordening, Verordening (EU) nr. 648/2012 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1249/2012 en andere regelgevingseisen, voor zover van toepassing;
het regelmatig uitbrengen van verslag aan de raad over de naleving door de CTP en haar werknemers van deze verordening, Verordening (EU) nr. 648/2012 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1249/2012;
het vaststellen van procedures voor de effectieve verhelping van gevallen van niet-naleving;
garanderen dat de relevante personen die betrokken zijn bij de nalevingsfunctie, niet betrokken zijn bij de uitvoering van de diensten of activiteiten die zij bewaken, en dat eventuele belangenconflicten van deze personen goed worden geïdentificeerd en opgelost.
Artikel 7
Organisatiestructuur en scheiding van de rapporteringslijnen
De raad heeft ten minste de volgende taken:
het vaststellen van duidelijke doelstellingen en strategieën voor de CTP;
het houden van effectief toezicht op de directie;
het vaststellen van een passend beloningsbeleid;
het instellen en het toezicht op de risicobeheerfunctie;
het toezicht op de nalevingsfunctie en de interne controlefunctie;
het toezicht op uitbestedingsregelingen;
het toezicht op de naleving van alle bepalingen van deze verordening, Verordening (EU) nr. 648/2012, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1249/2012 en alle overige regulerings- en toezichteisen;
het afleggen van verantwoording aan de aandeelhouders of eigenaren en medewerkers, clearingleden en hun cliënten en overige relevante belanghebbenden.
De directie heeft ten minste de volgende taken:
het garanderen van de verenigbaarheid van de activiteiten van de CTP met de doelstellingen en strategie van de CTP zoals vastgesteld door de raad;
het opzetten en vaststellen van nalevings- en interne controleprocedures die de doelstellingen van de CTP bevorderen;
het onderwerpen van de interne controleprocedures aan regelmatige toetsing en tests;
het garanderen dat er voldoende middelen worden gereserveerd voor risicobeheer en naleving;
het actief betrokken zijn bij het risicocontroleproces;
garanderen dat risico’s die de CTP loopt door haar clearing en met clearing verband houdende activiteiten, naar behoren worden aangepakt.
Artikel 8
Beloningsbeleid
Artikel 9
Informatietechnologiesystemen
De informatietechnologiearchitectuur wordt goed gedocumenteerd. De systemen zijn bestemd voor de specifieke operationele eisen van de CTP en de risico’s waaraan deze blootstaat, zijn veerkrachtig, ook onder stressomstandigheden op de markten, en kunnen, indien nodig, zo worden geschaald dat zij aanvullende informatie kunnen verwerken. De CTP voorziet in procedures en capaciteitsplanning en in voldoende reservecapaciteit, zodat het systeem alle resterende transacties voor het einde van de dag kan verwerken in omstandigheden waarin een grote storing optreedt. De CTP voorziet in procedures voor de invoering van nieuwe technologie, met inbegrip van duidelijke terugkeerplannen.
Het kader voor informatiebeveiliging omvat ten minste de volgende elementen:
toegangscontroles tot het systeem;
toereikende beveiligingen tegen inbraken en misbruik van gegevens;
specifieke instrumenten om de authenticiteit en integriteit van gegevens te beschermen, met inbegrip van versleutelingstechnieken;
betrouwbare netwerken en procedures voor de nauwkeurige en snelle transmissie van gegevens zonder grote verstoringen;
auditsporen.
Artikel 10
Openbaarmaking
Een CTP maakt de volgende informatie kosteloos openbaar:
informatie met betrekking tot haar governanceregelingen, met inbegrip van:
haar organisatiestructuur, alsook belangrijkste doelstellingen en strategieën;
de hoofdelementen van het beloningsbeleid;
de belangrijkste financiële informatie, met inbegrip van haar meest recente gecontroleerde financiële overzichten;
informatie met betrekking tot haar regels, met inbegrip van:
procedures voor het beheer van wanbetalingen, overige procedures en aanvullende teksten;
relevante informatie over de bedrijfscontinuïteit;
informatie over de risicobeheersystemen, -technieken en -prestaties van de CTP in overeenstemming met hoofdstuk XII;
alle relevante informatie over haar opzet en handelingen, alsook over de rechten en plichten van clearingleden en cliënten, die nodig is om hen in staat te stellen de aan het gebruik van de diensten van de CTP verbonden risico’s en kosten duidelijk te identificeren en volledig te begrijpen;
de huidige clearingdiensten van de CTP, met inbegrip van gedetailleerde informatie over wat de CTP in het kader van de verschillende diensten precies levert;
de risicobeheersystemen, -technieken en -prestaties van de CTP, met inbegrip van informatie over haar financiële middelen, beleggingsbeleid, prijsgegevensbronnen en de modellen die worden gebruikt voor het berekenen van margins;
de wet- en regelgeving inzake:
de toegang tot de CTP;
de contracten die door de CTP zijn gesloten met clearingleden en, voor zover haalbaar, cliënten;
de contracten die de CTP accepteert voor clearing;
alle interoperabiliteitsregelingen;
het gebruik van zekerheden en bijdragen in het wanbetalingsfonds, met inbegrip van de liquidatie van posities en zekerheden en de mate waarin zekerheden worden beschermd tegen schuldvorderingen van derde partijen;
informatie over in aanmerking komende zekerheden en toepasselijke haircuts;
een lijst van alle huidige clearingleden, met inbegrip van de criteria voor de toelating, schorsing en schrapping van clearingleden.
Indien de bevoegde autoriteit met de CTP overeenkomt dat enige onder b) of c) van dit lid genoemde informatie de bedrijfsgeheimen of de veiligheid en gezondheid van de CTP in gevaar kan brengen, kan de CTP besluiten om die informatie openbaar te maken op een wijze die deze risico’s voorkomt of beperkt, of om de betreffende informatie niet openbaar te maken.
Artikel 11
Interne auditing
Een CTP belast zich met het instellen en in stand houden van een interne auditfunctie die onafhankelijk van de overige functies en activiteiten van de CTP is en de volgende taken heeft:
het vaststellen, ten uitvoer leggen en onderhouden van een auditplan om de toereikendheid en effectiviteit van de systemen, interne controlemechanismen en governanceregelingen van de CTP te onderzoeken en te evalueren;
het doen van aanbevelingen op basis van de resultaten van het conform punt a) verrichte werk;
het nagaan dat deze aanbevelingen worden opgevolgd;
het rapporteren van interne auditaangelegenheden aan de raad.
HOOFDSTUK IV
BIJHOUDEN VAN GEGEVENS
(Artikel 29 van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Artikel 12
Algemene vereisten
Een CTP bewaart vastleggingen op een duurzaam medium waardoor informatie aan de bevoegde autoriteiten, de ESMA en de betrokken leden van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) kan worden verstrekt, en in een zodanige vorm en op zodanige wijze dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
mogelijkheid om elke hoofdfase van de verwerking door de CTP te reconstrueren;
mogelijkheid om de oorspronkelijke inhoud van een vastlegging vóór alle correcties of andere wijzigingen vast te leggen, te traceren en op te halen;
invoering van maatregelen om onbevoegde wijziging van vastleggingen te voorkomen;
invoering van passende maatregelen om de veiligheid en vertrouwelijkheid van de vastgelegde gegevens te garanderen;
opname in het gegevensregistratiesysteem van een mechanisme voor het opsporen en corrigeren van fouten;
het gegevensregistratiesysteem maakt tijdig herstel van de vastleggingen mogelijk in geval van een systeemstoring.
Artikel 13
Vastleggingen van transacties
Voor elke transactie die voor clearing wordt ontvangen, legt een CTP, onmiddellijk na ontvangst van de relevante informatie, de volgende gegevens vast en houdt zij deze vastlegging actueel:
de prijs, rentevoet/wisselkoers of spread en hoeveelheid;
de clearingcapaciteit, die aangeeft of de transactie een koop of een verkoop was vanuit het perspectief van de vastleggende CTP;
de identificatie van het instrument;
de identificatie van het clearinglid;
de identificatie van het platform waar het contract werd gesloten;
de datum en de tijd van de tussenkomst van de CTP;
de datum en de tijd van de beëindiging van het contract;
de voorwaarden en wijze van afwikkeling;
de datum en de tijd van de afwikkeling of van de inkoop van de transactie en voor zover van toepassing de onderstaande gegevens:
de dag en de tijd waarop het contract oorspronkelijk werd gesloten;
de oorspronkelijke voorwaarden van en partijen bij het contract;
in voorkomend geval, de identificatie van de interoperabele CTP die één gedeelte van de transactie cleart;
de identiteit van de cliënt, met inbegrip van een indirecte cliënt, voor zover bekend bij de CTP, en in geval van een give-up, de identificatie van de partij die het contract heeft overgedragen.
Artikel 14
Vastleggingen van posities
Een CTP legt aan het einde van elke werkdag voor elke positie de volgende gegevens vast, voor zover zij verband houden met de positie in kwestie:
de identificatie van het clearinglid, van de cliënt, indien bekend bij de CTP, en in voorkomend geval van alle interoperabele CTP’s die een dergelijke positie aanhouden;
het teken van de positie;
de dagelijkse berekening van de waarde van de positie, met vastleggingen van de prijzen waartegen de contracten zijn gewaardeerd, en van alle overige relevante informatie.
Artikel 15
Bedrijfsbescheiden
De in lid 1 bedoelde vastleggingen worden elke keer bijgehouden telkens wanneer zich een materiële wijziging van de relevante documenten voordoet, en omvatten ten minste:
de organigrammen van de raad en de betrokken comités, clearingeenheid, eenheid risicobeheer, en alle overige betrokken eenheden of divisies;
de identiteit van de aandeelhouders of leden, hetzij direct hetzij indirect, natuurlijke of rechtspersonen die een gekwalificeerde deelneming hebben, en de bedragen van deze deelnemingen;
de documenten waaruit de uit hoofde van hoofdstuk III en artikel 29 vereiste gedragslijnen, procedures en processen blijken;
de notulen van de vergaderingen van de raad en, voor zover van toepassing, van vergaderingen van subcomités van de raad en van comités van de directie;
de notulen van de vergaderingen van het risicocomité;
de eventuele notulen van raadplegingsgroepen met clearingleden en cliënten;
interne en externe auditrapporten, risicobeheerrapporten, nalevingsrapporten en door adviesbureaus opgestelde rapporten, met inbegrip van de reacties van het management daarop;
het beleid inzake de bedrijfscontinuïteit en het noodherstelplan, als vereist door artikel 17;
het liquiditeitsplan en de dagelijkse liquiditeitsrapporten, als vereist door artikel 32;
vastleggingen die alle activa en passiva en kapitaalrekeningen weergeven, als vereist op grond van artikel 16 van Verordening (EU) nr. 648/2012;
ontvangen klachten, met informatie over naam, adres en rekeningnummer van de klager; de datum van ontvangst van de klacht; naam van alle in de klacht geïdentificeerde personen; een beschrijving van de aard van de klacht; de afwikkeling van de klacht en de datum waarop de klacht opgelost was;
vastleggingen van eventuele onderbrekingen van diensten of storingen, met inbegrip van een gedetailleerd rapport over de timing, effecten en corrigerende maatregelen;
vastleggingen van de resultaten van de uitgevoerde backtests en stresstests;
schriftelijke communicatie met bevoegde autoriteiten, de ESMA en de betrokken leden van het ESCB;
overeenkomstig hoofdstuk III ontvangen juridische adviezen;
voor zover van toepassing, documentatie met betrekking tot interoperabiliteitsregelingen met andere CTP’s;
de informatie uit hoofde van artikel 10, lid 1, punt b), onder vii), en lid 1, punt d);
de relevante documenten die de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsinitiatieven beschrijven.
Artikel 16
Vastleggingen van gegevens die aan een transactieregister worden gerapporteerd
Een CTP identificeert en bewaart alle informatie en gegevens die overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 648/2012 moeten worden gerapporteerd, tezamen met een vastlegging van de datum en tijd waarop de transactie is gerapporteerd.
HOOFDSTUK V
BEDRIJFSCONTINUÏTEIT
(Artikel 34 van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Artikel 17
Strategie en beleid
Artikel 18
Bedrijfsimpactanalyse
Artikel 19
Noodherstel
Artikel 20
Tests en bewaking
De tests van het bedrijfscontinuïteitsbeleid en noodherstelplan voldoen aan de volgende voorwaarden:
er worden eveneens scenario’s getest voor grootschalige calamiteiten en omschakelingen tussen de primaire en secundaire locatie;
clearingleden, externe dienstverleners en betrokken instellingen in de financiële infrastructuur waarmee in het bedrijfscontinuïteitsbeleid onderlinge afhankelijkheden zijn geïdentificeerd worden bij de tests betrokken.
Artikel 21
Onderhoud
Artikel 22
Crisisbeheer
Artikel 23
Communicatie
HOOFDSTUK VI
MARGINS
(Artikel 41 van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Artikel 24
Percentage
Een CTP berekent voor de in artikel 25 vastgestelde periode en onder aanname van een tijdhorizon voor de liquidatie van de positie als vastgesteld in artikel 26 op productbasis de initiële margins om de blootstellingen voortvloeiend uit marktbewegingen te dekken voor elk financieel instrument dat door zekerheid is gedekt. Bij de berekening van de initiële margins neemt de CTP ten minste de volgende betrouwbaarheidsintervallen in acht:
99,5 % voor otc-derivaten;
99 % voor andere financiële instrumenten dan otc-derivaten.
Bij de vaststelling van het toereikende betrouwbaarheidsinterval voor elke klasse financiële instrumenten die de CTP cleart, houdt de CTP ten minste rekening met de volgende factoren:
de complexiteit en het niveau van de prijsstellingsonzekerheden van de klasse financiële instrumenten die de validatie van de berekening van de initiële margin en variatiemargin kunnen beperken;
de risicokenmerken van de klasse financiële instrumenten, zoals onder andere, maar niet uitsluitend, de volatiliteit, de duration, de liquiditeit, de niet-lineaire prijskenmerken, het jump-to-default-risico en het wrong-way risk;
de mate waarin andere risicobeheersingsmechanismen de kredietblootstellingen niet op toereikende wijze beperken;
de inherente hefboomwerking van de klasse financiële instrumenten, waaronder de vraag of de klasse van het financieel instrument significant volatiel is, zeer geconcentreerd is bij enkele marktdeelnemers, of mogelijk moeilijk te sluiten is.
Artikel 25
Tijdhorizon voor de berekening van de historische volatiliteit
Een CTP garandeert dat de gegevens die zijn gebruikt voor de berekening van de historische volatiliteit, een volledig scala van marktvoorwaarden weerspiegelen, met inbegrip van perioden van stress.
Artikel 26
Tijdhorizons voor de liquidatieperiode
Voor de toepassing van artikel 41 van Verordening (EU) nr. 648/2012 stelt een CTP de passende tijdhorizons voor de liquidatieperiode vast, rekening houdend met de kenmerken van het geclearde financieel instrument, de aard van de rekening waarop het financiële instrument wordt aangehouden, de markt waarop het financieel instrument wordt verhandeld en de volgende minimale tijdhorizons voor de liquidatieperiode:
vijf werkdagen voor otc-derivaten;
twee werkdagen voor andere financiële instrumenten dan otc-derivaten aangehouden op rekeningen die niet voldoen aan de voorwaarden onder c);
één werkdag voor andere financiële instrumenten dan otc-derivaten aangehouden op omnibusrekeningen of individuele rekeningen van cliënten, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
de CTP voert een gescheiden boekhouding van de posities van elke cliënt uiterlijk op het einde van elke dag, berekent de margins ten aanzien van iedere cliënt en int de som van de marginvereisten voor elke cliënt op brutobasis;
de identiteit van alle cliënten is bij de CTP bekend;
de op de rekening aangehouden posities zijn geen eigen posities van ondernemingen van dezelfde groep als het clearinglid;
de CTP meet de blootstellingen en berekent voor elke rekening gebruikmakend van bijgewerkte posities en prijzen vereisten voor de initiële margin en variatiemargin op bijna-realtimebasis en ten minste elk uur gedurende de dag;
wanneer de CTP tijdens de dag niet aan elke klant nieuwe transacties toewijst, int de CTP de margins binnen één uur ingeval de overeenkomstig punt iv) berekende marginvereisten hoger zijn dan 110 % van de geactualiseerde beschikbare zekerheden krachtens hoofdstuk X, tenzij het bedrag van de aan de CTP te betalen margins binnen de handelsdag verwaarloosbaar is op basis van het door de CTP vooraf bepaalde en door de bevoegde autoriteit goedgekeurde bedrag, en voor zover voor eerder aan cliënten toegewezen transacties andere margins worden bepaald dan voor transacties die niet tijdens de dag worden toegewezen.
Voor het bepalen van de passende tijdhorizons voor de liquidatieperiode schat de CTP in alle gevallen ten minste de volgende perioden en telt deze bij elkaar op:
de langst mogelijke periode die kan verstrijken vanaf de laatste inning van margins totdat de CTP de wanbetalingsprocedure inroept of inleidt;
de periode die vereist is om de strategie voor het beheer van de wanbetaling van een clearinglid op te zetten en uit te voeren overeenkomstig de bijzonderheden van elke klasse van financieel instrument, met inbegrip van het liquiditeitsniveau en de omvang en concentratie van de posities, en de markten die de CTP zal gebruiken om de positie van een clearinglid volledig te sluiten of af te dekken;
in voorkomend geval, de periode die vereist is om het tegenpartijrisico waaraan de CTP blootstaat, te dekken.
Indien een CTP otc-derivaten cleart die dezelfde risicokenmerken hebben als derivaten die worden uitgevoerd op gereglementeerde markten of een gelijkwaardige markt van een derde land, kan de CTP gebruikmaken van een termijn voor de liquidatieperiode die afwijkt van de in lid 1 bepaalde termijn, mits zij tegenover de bevoegde autoriteit kan aantonen dat:
die tijdhorizon geschikter is dan de in lid 1 bepaalde tijdhorizon, gelet op de specifieke kenmerken van de desbetreffende otc-derivaten;
deze tijdhorizon ten minste twee werkdagen bedraagt, of één werkdag indien niet aan de voorwaarden van lid 1, onder c), is voldaan.
Artikel 27
Portefeuillemargining
Artikel 28
Procycliciteit
Een CTP garandeert dat haar beleid voor het selecteren en herzien van het betrouwbaarheidsinterval, de liquidatieperiode en de terugkijkperiode prospectieve, stabiele en prudente marginvereisten oplevert die de procycliciteit in die mate beperken dat de gezondheid en financiële zekerheid van de CTP niet negatief worden beïnvloed. Daartoe moeten onder meer zoveel mogelijk verstorende of plotselinge grote wijzigingen van de marginvereisten worden vermeden en transparante en voorspelbare procedures voor het aanpassen van de marginvereisten aan veranderende marktomstandigheden worden vastgesteld. De CTP maakt daarbij gebruik van ten minste de volgende opties:
toepassen van een marginbuffer van ten minste 25 % van de berekende margins die tijdelijk mogen worden opgebruikt in perioden waarin de berekende marginvereisten significant verstrengen;
toekennen van een gewicht van ten minste 25 % aan stresswaarnemingen in de overeenkomstig artikel 26 berekende terugkijkperiode;
garanderen dat haar marginvereisten niet lager zijn dan de marginvereisten die zouden worden berekend wanneer gebruik wordt gemaakt van volatiliteit die over een historische terugkijkperiode van tien jaar wordt geschat.
HOOFDSTUK VII
WANBETALINGSFONDS
(Artikel 42 van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Artikel 29
Kader en governance
Artikel 30
Identificatie van extreme, maar plausibele marktomstandigheden
In het kader worden individueel alle markten geïdentificeerd waaraan een CTP blootstaat in een scenario waarin een clearinglid in gebreke blijft. Voor elke geïdentificeerde markt bepaalt de CTP extreme maar plausibele omstandigheden ten minste op basis van:
een reeks historische scenario’s, met inbegrip van perioden van extreme marktbewegingen die in de afgelopen dertig jaar zijn waargenomen, of perioden zo lang als er betrouwbare gegevens beschikbaar zijn, die de CTP zouden hebben blootgesteld aan de grootste financiële risico’s. Als een CTP besluit dat een herhaling van een historisch geval van grote prijsbewegingen niet aannemelijk is, verantwoordt zij tegenover de bevoegde autoriteit de weglating van dit geval uit het kader;
een reeks potentiële toekomstige scenario’s, gebaseerd op consistente aannames met betrekking tot de volatiliteit van de markt en de prijscorrelatie tussen markten en financiële instrumenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van zowel kwantitatieve als kwalitatieve beoordelingen van mogelijke marktomstandigheden.
Artikel 31
Toetsing van extreme, maar plausibele scenario’s
De in artikel 30 beschreven procedures worden op regelmatige basis door de CTP getoetst, waarbij de CTP rekening houdt met alle relevante marktontwikkelingen en de schaal en concentratie van de blootstellingen van de clearingleden. Het geheel van historische en hypothetische scenario’s die een CTP gebruikt om extreme, maar plausibele marktomstandigheden te identificeren, wordt door de CTP, in overleg met het risicocomité, ten minste eenmaal per jaar getoetst, en het wordt vaker getoetst wanneer marktontwikkelingen of materiële wijzigingen van het geheel van door de CTP geclearde contracten van invloed zijn op de aannames die ten grondslag liggen aan de scenario’s en een aanpassing van de scenario’s dus vereist is. Materiële wijzigingen van het kader worden aan de raad gerapporteerd.
HOOFDSTUK VIII
BEHEER VAN LIQUIDITEITSRISICO’S
(Artikel 44 van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Artikel 32
Beoordeling van liquiditeitsrisico’s
Het kader voor liquiditeitsrisicobeheer omvat een liquiditeitsplan dat is gedocumenteerd en wordt bewaard overeenkomstig artikel 12. Het liquiditeitsplan bevat minimaal de procedures van de CTP voor:
het ten minste op dagelijkse basis beheren en bewaken van haar liquiditeitsbehoeften in verschillende marktscenario’s;
het aanhouden van voldoende liquide financiële middelen om haar liquiditeitsbehoeften te dekken, en het maken van een onderscheid tussen het gebruik van de verschillende typen liquide middelen;
de dagelijkse beoordeling en waardering van de liquide activa waarover de CTP kan beschikken, en haar liquiditeitsbehoeften;
het identificeren van oorzaken van liquiditeitsrisico;
het beoordelen van tijdschalen waarop de liquide financiële middelen van de CTP beschikbaar moeten zijn;
het afwegen van potentiële liquiditeitsbehoeften als gevolg van het vermogen van clearingleden om contante zekerheden te ruilen voor niet-contante zekerheden;
de processen in geval van liquiditeitstekorten;
de aanvulling van liquide financiële middelen die de CTP mag gebruiken bij een stressgebeurtenis.
De raad van de CTP keurt het plan goed, na overleg met het risicocomité.
Een CTP beoordeelt het liquiditeitsrisico dat zij loopt, met inbegrip van de mogelijkheid dat de CTP of haar clearingleden niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen op het moment dat deze als onderdeel van het clearing- of het afwikkelingsproces vervallen, waarbij ook rekening wordt gehouden met de beleggingsactiviteit van de CTP. In het kader voor risicobeheer wordt aandacht besteed aan de liquiditeitsbehoeften die voortvloeien uit de relaties van de CTP met een entiteit waaraan de CTP een liquiditeitsblootstelling heeft, waaronder:
afwikkelingsbanken;
betalingssystemen;
effectenafwikkelingssystemen;
nostro agenten;
bewaarnemingsbanken;
liquiditeitsverschaffers;
interoperabele CTP’s;
dienstverleners.
Artikel 33
Toegang tot liquiditeit
Een CTP houdt in elke betrokken valuta liquide middelen aan gelijk aan haar liquiditeitsvereisten, zoals bepaald conform artikel 44 van Verordening (EU) nr. 648/2012 en artikel 32 van deze verordening. Deze liquide middelen zijn beperkt tot:
contanten gedeponeerd bij een valuta-uitgevende centrale bank;
contanten gedeponeerd bij vergunninghoudende kredietinstellingen overeenkomstig artikel 47;
gecommitteerde kredietlijnen of gelijkwaardige regelingen met niet in gebreke blijvende clearingleden;
gecommitteerde retrocessieovereenkomsten;
zeer verhandelbare financiële instrumenten die voldoen aan de eisen van artikel 45 en artikel 46 en waarvan de CTP kan aantonen dat zij gemakkelijk beschikbaar zijn en op dezelfde dag in contanten kunnen worden omgezet met behulp van vooraf vastgestelde, zeer betrouwbare financieringsregelingen, ook onder stressomstandigheden op de markten.
Artikel 34
Concentratierisico
HOOFDSTUK IX
TRAPSGEWIJZE DEKKING VAN VERLIEZEN BIJ WANBETALING
(Artikel 45 van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Artikel 35
Berekening van het niveau van de eigen middelen van de CTP die moeten worden aangewend bij de trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling
De CTP herziet dit minimumbedrag elk jaar.
Artikel 36
Instandhouding van het niveau van de eigen middelen van de CTP die moeten worden aangewend bij de trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling
HOOFDSTUK X
ZEKERHEDEN
(Artikel 46 van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Artikel 37
Algemene vereisten
Een CTP belast zich met het vaststellen en uitvoeren van transparante en voorspelbare gedragslijnen en procedures om de liquiditeit van als zekerheid geaccepteerde activa te beoordelen en voortdurend te bewaken en zij neemt, indien nodig, corrigerende maatregelen.
Een CTP toetst ten minste eenmaal per jaar haar gedragslijnen en procedures inzake in aanmerking komende activa. Een dergelijke toetsing vindt ook plaats telkens wanneer zich een materiële wijziging voordoet die van invloed is op de risicoblootstelling van de CTP.
Artikel 38
Zekerheden in de vorm van contanten
Voor de toepassing van artikel 46, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 worden zeer liquide zekerheden in de vorm van contanten gesteld in een van de volgende valuta’s:
een valuta waarvoor de CTP tegenover de bevoegde autoriteiten kan aantonen dat zij het risico op toereikende wijze kan beheren;
een valuta waarin de CTP transacties cleart, voor zover blootstellingen van de CTP in die valuta worden gedekt.
Artikel 39
Financiële instrumenten
Voor de toepassing van artikel 46, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 worden financiële instrumenten, bankgaranties en goud die aan de in bijlage I aangegeven voorwaarden voldoen als zeer liquide zekerheid beschouwd.
Voor de toepassing van artikel 46, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 worden overheidsgaranties die voldoen aan de voorwaarden in bijlage I tot 7 september 2024 als zeer liquide zekerheden beschouwd.
Artikel 40
Zekerheden waarderen
Artikel 41
Haircuts
Bij de haircuts wordt er rekening mee gehouden dat zekerheden mogelijk in stressomstandigheden op de markten moeten worden geliquideerd en wordt rekening gehouden met de voor deze liquidatie vereiste tijd. De CTP toont tegenover de bevoegde autoriteit aan dat haircuts op conservatieve wijze worden berekend om mogelijke procyclische effecten zo veel mogelijk te beperken. Voor elk activum dat als zekerheid dient, wordt bij de vaststelling van de haircut rekening gehouden met de betrokken criteria, waaronder:
het type activum en het niveau van het kredietrisico verbonden aan het financieel instrument, volgens een interne beoordeling door de CTP. Bij de uitvoering van die beoordeling maakt de CTP gebruik van een vastgestelde, objectieve methodologie waarbij niet volledig vertrouwd wordt op extern advies en waarbij rekening wordt gehouden met het risico voortvloeiend uit de vestiging van de emittent in een bepaald land;
de looptijd van het activum;
de historische en hypothetische toekomstige prijsvolatiliteit van het activum in stressomstandigheden op de markten;
de liquiditeit van de onderliggende markt, met inbegrip van bied-laatmarges;
het eventuele wisselkoersrisico;
wrong-way risk.
Artikel 42
Concentratiegrenzen
Een CTP bepaalt concentratiegrenzen op het niveau van:
de individuele emittenten;
het type emittent;
het type activum;
elk clearinglid;
alle clearingleden.
Concentratiegrenzen worden op conservatieve wijze vastgesteld, rekening houdend met alle betrokken criteria, met inbegrip van:
door emittenten uitgegeven financiële instrumenten die op het punt van economische sector, activiteit of geografisch gebied van hetzelfde type zijn;
het niveau van het kredietrisico van het financieel instrument of van de emittent, gebaseerd op een interne beoordeling door de CTP. Bij de uitvoering van die beoordeling maakt de CTP gebruik van een vastgestelde, objectieve methodologie waarbij niet volledig vertrouwd wordt op extern advies en waarbij rekening wordt gehouden met het risico voortvloeiend uit de vestiging van de emittent in een bepaald land;
de liquiditeit en de prijsvolatiliteit van de financiële instrumenten.
HOOFDSTUK XI
BELEGGINGSBELEID
(Artikel 47 van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Artikel 43
Zeer liquide financiële instrumenten
Voor de toepassing van artikel 47, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 kunnen schuldinstrumenten geacht worden zeer liquide te zijn en een minimaal krediet- en marktrisico in te houden als het schuldinstrumenten zijn die voldoen aan elk van de in bijlage II aangegeven voorwaarden.
Artikel 44
Bijzonder veilige regelingen voor de deponering van financiële instrumenten
Als een CTP niet in staat is de in artikel 45 bedoelde financiële instrumenten of de bij haar als margin gestelde financiële instrumenten, bijdragen in het wanbetalingsfonds of bijdragen in andere financiële middelen, zowel met het oog op overdracht van eigendomstitel als met het oog op zekerstelling, te deponeren bij de exploitant van een effectenafwikkelingssysteem dat volledige bescherming van deze instrumenten garandeert, worden deze financiële instrumenten gedeponeerd bij een van de volgende instellingen:
een centrale bank die volledige bescherming van deze instrumenten garandeert en die de CTP, indien nodig, onmiddellijke toegang tot de financiële instrumenten biedt;
een vergunninghoudende kredietinstelling als gedefinieerd in het kader van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 5 ) die volledige scheiding en bescherming van deze instrumenten garandeert, de CTP, indien nodig, onmiddellijk toegang tot de financiële instrumenten biedt, en waarvoor de CTP kan aantonen dat deze een laag kredietrisico heeft volgens een interne beoordeling door de CTP. Bij de uitvoering van die beoordeling maakt de CTP gebruik van een vastgestelde, objectieve methodologie waarbij niet volledig vertrouwd wordt op extern advies en waarbij rekening wordt gehouden met het risico voortvloeiend uit de vestiging van de emittent in een bepaald land;
een in een derde land gevestigde financiële instelling die onderworpen is en voldoet aan prudentiële regels die door de betrokken bevoegde autoriteiten worden beschouwd als ten minste even streng als de regels die zijn neergelegd in Richtlijn 2006/48/EG en die beschikt over robuuste boekhoudpraktijken, bewaringsprocedures en interne controles, de volledige scheiding en bescherming van deze instrumenten garandeert, de CTP, indien nodig, onmiddellijk toegang tot de financiële instrumenten biedt, en waarvoor de CTP kan aantonen dat de instelling een laag kredietrisico heeft volgens een interne beoordeling door de CTP. Bij de uitvoering van die beoordeling maakt de CTP gebruik van een vastgestelde, objectieve methodologie waarbij niet volledig vertrouwd wordt op extern advies en waarbij rekening wordt gehouden met het risico voortvloeiend uit de vestiging van de emittent in een bepaald land.
Artikel 45
Bijzonder veilige regelingen voor het aanhouden van contanten
Voor de toepassing van artikel 47, lid 4, van Verordening (EU) nr. 648/2012 moeten deposito’s van contanten aan elk van de volgende voorwaarden voldoen, indien de contanten worden gedeponeerd bij een andere entiteit dan bij een centrale bank:
de deponering geschiedt in een van de volgende valuta’s:
een valuta waarvan de CTP met een hoge mate van betrouwbaarheid kan aantonen dat zij het risico ervan kan dragen;
een valuta waarin de CTP transacties cleart, voor zover de zekerheid in die valuta is ontvangen;
de deponering geschiedt bij een van de volgende entiteiten:
een vergunninghoudende kredietinstelling als gedefinieerd in Richtlijn 2006/48/EG waarvoor de CTP kan aantonen dat de instelling op basis van een interne beoordeling door de CTP een laag kredietrisico heeft. Bij de uitvoering van die beoordeling maakt de CTP gebruik van een vastgestelde, objectieve methodologie waarbij niet volledig vertrouwd wordt op extern advies en waarbij rekening wordt gehouden met het risico voortvloeiend uit de vestiging van de emittent in een bepaald land;
een in een derde land gevestigde financiële instelling die onderworpen is en voldoet aan prudentiële regels die door de bevoegde autoriteiten worden beschouwd als ten minste even streng als de regels die zijn neergelegd in Richtlijn 2006/48/EG en die beschikt over robuuste boekhoudpraktijken, bewaringsprocedures en interne controles, en waarvoor de CTP kan aantonen dat de instelling een laag kredietrisico heeft volgens een interne beoordeling door de CTP. Bij de uitvoering van die beoordeling maakt de CTP gebruik van een vastgestelde, objectieve methodologie waarbij niet volledig vertrouwd wordt op extern advies en waarbij rekening wordt gehouden met het risico voortvloeiend uit de vestiging van de emittent in een bepaald land;
Artikel 45
Concentratiegrenzen
Een CTP bepaalt concentratiegrenzen en bewaakt de concentratie van haar financiële middelen op het niveau van:
de individuele financiële instrumenten;
de typen financiële instrumenten;
de individuele emittenten;
de typen emittenten;
de tegenpartijen waarmee regelingen als bedoeld in artikel 44, lid 1, punten b) en c), of in artikel 45, lid 2, zijn vastgesteld.
Wanneer een CTP typen emittenten in overweging neemt, houdt zij rekening met het volgende:
de geografische spreiding;
de onderlinge afhankelijkheden en talrijke relaties die een entiteit kan hebben met een CTP;
het niveau van het kredietrisico;
de blootstellingen die de CTP aan de emittent heeft via producten die door de CTP worden gecleard.
Artikel 46
Zekerheden niet in de vorm van contanten
Indien een zekerheid wordt ontvangen in de vorm van financiële instrumenten overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk X, zijn uitsluitend de artikelen 44 en 45 van toepassing.
HOOFDSTUK XII
TOETSING VAN MODELLEN, STRESSTESTS EN BACKTESTS
(Artikel 49 van Verordening (EU) nr. 648/2012)
AFDELING 1
Modellen en programma’s
Artikel 47
Modelvalidatie
Een uitgebreide validatie omvat ten minste:
een evaluatie van de conceptuele soliditeit van de modellen en het kader, met inbegrip van ontwikkelingsbewijsstukken;
een toetsing van de lopende monitoringprocedures, met inbegrip van de verificatie van processen en benchmarking;
een toetsing van de parameters en de aannames die bij de ontwikkeling van haar modellen, methodologieën en het kader zijn gebruikt;
een toetsing van de toereikendheid en geschiktheid van de modellen, de betrokken methodologieën en het kader die zijn gekozen voor het type contracten waarop zij van toepassing zijn;
een toetsing van de geschiktheid van haar stresstestscenario’s overeenkomstig hoofdstuk VII en artikel 52;
een analyse van de uitkomsten van de testresultaten.
Artikel 48
Testprogramma’s
AFDELING 2
Backtests
Artikel 49
Procedure voor backtests
AFDELING 3
Gevoeligheidstests en gevoeligheidsanalyse
Artikel 50
Procedure voor gevoeligheidstests en gevoeligheidsanalyse
AFDELING 4
Stresstests
Artikel 51
Procedure voor stresstests
Artikel 52
Aan de stresstests te onderwerpen risicofactoren
Een CTP identificeert en beschikt over een passende methode voor het meten van relevante risicofactoren die specifiek zijn voor de contracten die zij cleart, en die van invloed zouden kunnen zijn op haar verliezen. De stresstests van een CTP houden ten minste rekening met de volgende voor de verschillende typen financiële instrumenten bepaalde risicofactoren, voor zover van toepassing:
rentegerelateerde contracten: risicofactoren die corresponderen met rentevoeten in elk van de valuta’s waarin de CTP financiële instrumenten cleart. De modellering van de rendementscurve wordt in meerdere looptijdsegmenten verdeeld, om variatie in de volatiliteit van de rentes langs de rendementscurve te weerspiegelen. Het aantal gerelateerde risicofactoren hangt af van de complexiteit van de door de CTP geclearde rentecontracten. Het basisrisico, dat voortvloeit uit niet perfect gecorreleerde bewegingen tussen overheidsrentes en andere rentes van vastrentende waarden, wordt apart weergegeven;
wisselkoersgerelateerde contracten: risicofactoren die corresponderen met elk van de valuta’s waarin de CTP financiële instrumenten cleart en met de wisselkoers tussen de valuta’s waarin verzoeken om bijstorting van margin worden gedaan en de valuta’s waarin de CTP financiële instrumenten cleart;
aandelengerelateerde contracten: risicofactoren die corresponderen met de volatiliteit van individuele aandelenuitgiften voor elk van de markten die door de CTP worden gecleard en met de volatiliteit van verschillende sectoren van de totale aandelenmarkt. De verfijning en aard van de modelleringstechniek voor een gegeven markt komt overeen met de blootstelling van de CTP aan de totale markt en met haar concentratie in individuele aandelenuitgiften in die markt;
grondstoffencontracten: risicofactoren waarbij rekening wordt gehouden met verschillende categorieën en subcategorieën grondstoffencontracten en gerelateerde derivaten die door de CTP worden gecleard, met inbegrip van, in voorkomend geval, variaties in de convenience yield tussen derivatenposities en contante posities in de grondstof;
kredietgerelateerde contracten: risicofactoren waarbij rekening wordt gehouden met het jump-to-default-risico, met inbegrip van het cumulatieve risico als gevolg van meerdere wanbetalingen, basisrisico en de volatiliteit van het herstelpercentage.
Een CTP houdt bij haar stresstests ook ten minste passend rekening met:
correlaties, met inbegrip van die tussen geïdentificeerde risicofactoren en vergelijkbare door de CTP geclearde contracten;
factoren die corresponderen met de impliciete en historische volatiliteit van het contract dat wordt gecleard;
specifieke kenmerken van eventuele nieuwe, door de CTP te clearen contracten;
concentratierisico, ook voor een clearinglid en groepsentiteiten van clearingleden;
onderlinge afhankelijkheden en meerdere relaties;
relevante risico’s met inbegrip van wisselkoersrisico;
vastgestelde blootstellingslimieten;
wrong-way risk.
Artikel 53
Het aan stresstests onderwerpen van de totale financiële middelen
Artikel 54
Het aan stresstests onderwerpen van de liquide financiële middelen
Een CTP beschikt tevens over duidelijke procedures voor het gebruik van de resultaten en de analyse van haar stresstests om de toereikendheid van haar kader voor liquiditeitsrisicobeheer en liquiditeitsverschaffers te evalueren en aan te passen.
AFDELING 5
Dekking en gebruik van testresultaten
Artikel 55
Het aanhouden van voldoende dekking
Artikel 56
Toetsing van modellen met behulp van testresultaten
AFDELING 6
Omgekeerde stresstests
Artikel 57
Omgekeerde stresstests
AFDELING 7
Procedures in geval van wanbetaling
Artikel 58
Het testen van procedures in geval van wanbetaling
AFDELING 8
Validerings- en testfrequentie
Artikel 59
Frequentie
AFDELING 9
Bij tests gebruikte tijdhorizons
Artikel 60
De tijdhorizons
AFDELING 10
Openbaarmaking
Artikel 61
Openbaar te maken informatie
Een CTP maakt de belangrijkste aspecten van haar procedures in geval van wanbetaling openbaar, met inbegrip van:
de omstandigheden waarin actie kan worden ondernomen;
degene die deze actie mag ondernemen;
de reikwijdte van de actie die kan worden ondernomen, met inbegrip van de behandeling van zowel haar eigen posities, fondsen en activa als die van cliënten;
de mechanismen om verplichtingen van een CTP tegenover niet in gebreke blijvende clearingleden aan te pakken;
de mechanismen om verplichtingen van het in gebreke blijvende clearinglid tegenover zijn cliënten aan te pakken.
Artikel 62
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Punt h), afdeling 2, van bijlage I is van toepassing vanaf drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ten aanzien van derivatentransacties als bedoeld in de punten b) en d) van artikel 2, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1227/2011, van het Europees Parlement en de Raad ( 6 ). ►M3 Van 29 november 2022 tot 7 september 2024 zal afdeling 2, punt 1, h), van bijlage I echter niet van toepassing zijn met betrekking tot derivatentransacties als bedoeld in artikel 2, punt 4, b) en d), van Verordening (EU) nr. 1227/2011. ◄
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Voorwaarden die gelden voor financiële instrumenten, bankgaranties, overheidsgaranties en goud die als zeer liquide zekerheid worden beschouwd
AFDELING 1
Financiële instrumenten
Voor de toepassing van artikel 46, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt onder zeer liquide zekerheden in de vorm van financiële instrumenten verstaan financiële instrumenten die aan de in punt 1 van bijlage II van deze verordening bepaalde voorwaarden voldoen of effecten en geldmarktinstrumenten die aan elk van de volgende voorwaarden voldoen:
de CTP kan tegenover de bevoegde autoriteit aantonen dat de financiële instrumenten zijn uitgegeven door een emittent die een laag kredietrisico heeft op basis van een toereikende interne beoordeling door de CTP. Bij de uitvoering van die beoordeling maakt de CTP gebruik van een vastgestelde, objectieve methodologie waarbij niet volledig vertrouwd wordt op extern advies en waarbij rekening wordt gehouden met het risico voortvloeiend uit de vestiging van de emittent in een bepaald land;
de CTP kan tegenover de bevoegde autoriteit aantonen dat de financiële instrumenten een laag marktrisico hebben op basis van een toereikende interne beoordeling door de CTP. Bij de uitvoering van die beoordeling maakt de CTP gebruik van een vastgestelde, objectieve methodologie waarbij niet volledig vertrouwd wordt op extern advies;
zij luiden in een van de volgende valuta’s:
een valuta met betrekking waartoe de CTP tegenover de bevoegde autoriteiten kan aantonen dat zij het risico ervan kan beheren;
een valuta waarin de CTP contracten cleart, begrensd tot de vereiste zekerheid om de blootstellingen van de CTP in die valuta te dekken;
zij zijn vrij verhandelbaar en er rusten geen regelgevende of wettelijke beperkingen of vorderingen van een derde partij op die hun liquidatie verhinderen;
er bestaat een actieve liquide repomarkt voor, met een diverse groep kopers en verkopers, ook in stressomstandigheden, en de CTP kan aantonen dat zij daar betrouwbare toegang toe heeft;
zij hebben betrouwbare prijsgegevens die regelmatig worden bekendgemaakt;
zij worden niet uitgegeven door:
het clearinglid dat de zekerheid stelt, of een entiteit die deel uitmaakt van dezelfde groep als het clearinglid, behalve in geval van een gedekte obligatie en uitsluitend indien de activa die als dekking voor de obligatie dienen, goed zijn gescheiden binnen een robuust juridisch kader en voldoen aan de in deze afdeling aangegeven vereisten;
een CTP of een entiteit die deel uitmaakt van dezelfde groep als een CTP;
een entiteit die ook diensten verricht die kritiek zijn voor de werking van de CTP, tenzij die entiteit een centrale bank in de EER is of een valuta-uitgevende centrale bank is van een valuta waarin de CTP blootstellingen heeft;
zij niet op andere wijze blootstaan aan significant wrong-way risk.
AFDELING 2
Bankgaranties
1. Een door een commerciële bank verstrekte garantie moet, onder de beperkingen die met de bevoegde autoriteit zijn overeengekomen, aan de volgende voorwaarden voldoen om te worden geaccepteerd als zekerheid conform artikel 46, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012:
zij is verstrekt om een niet-financieel clearinglid te dekken;
zij is versterkt door een emittent waarvan de CTP tegenover de bevoegde autoriteit kan aantonen dat deze een laag kredietrisico heeft op basis van een toereikende interne beoordeling door de CTP. Bij de uitvoering van die beoordeling maakt de CTP gebruik van een vastgestelde, objectieve methodologie waarbij niet volledig vertrouwd wordt op extern advies en waarbij rekening wordt gehouden met het risico voortvloeiend uit de vestiging van de emittent in een bepaald land;
zij luidt in een van de volgende valuta’s:
een valuta met betrekking waartoe de CTP tegenover de bevoegde autoriteiten kan aantonen dat zij het risico ervan op toereikende wijze kan beheren;
een valuta waarin de CTP contracten cleart, begrensd tot de vereiste zekerheid om de blootstellingen van de CTP in die valuta te dekken;
zij is onherroepelijk, onvoorwaardelijk en de emittent kan zich niet beroepen op een wettelijke of contractuele vrijstelling of wettelijk of contractueel verweermiddel om zich te verzetten tegen de uitbetaling van de garantie;
zij kan, op vertoon, zonder enige regelgevende, wettelijke of operationele beperking worden uitbetaald binnen de liquidatieperiode van de portefeuille van het in gebreke blijvende clearinglid dat de garantie heeft verstrekt;
zij is niet afgegeven door:
een entiteit die deel uitmaakt van dezelfde groep als het niet-financiële clearinglid dat door de garantie wordt gedekt;
een entiteit die diensten verricht die kritiek zijn voor de werking van de CTP, tenzij die entiteit een centrale bank in de EER is of een valuta-uitgevende centrale bank is van een valuta waarin de CTP blootstellingen heeft;
zij is niet op andere wijze voorwerp van een significant wrong-way risk;
zij wordt volledig gedekt door zekerheid die voldoet aan de volgende voorwaarden:
zij is geen voorwerp van wrong-way risk op basis van een correlatie met de kredietwaardigheid van de garantiegever of het niet-financiële clearinglid, tenzij dat wrong-way risk op toereikende wijze is beperkt door toepassing van een haircut op de zekerheid;
de CTP heeft onmiddellijke toegang tot de garantie en de garantie valt buiten het faillissement in geval van gelijktijdige wanbetaling van het clearinglid en de garantiegever;
de geschiktheid van de garantiegever is bekrachtigd door de raad van de CTP na een volledige beoordeling van de garantiegever en van het wettelijke, contractuele en operationele kader van de garantie, teneinde een hoge mate van zekerheid over de effectiviteit van de garantie te hebben, en de bevoegde autoriteit is daarvan in kennis gesteld.
2. Een door een centrale bank afgegeven bankgarantie voldoet aan de volgende voorwaarden om als zekerheid te worden geaccepteerd conform artikel 46, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012:
zij is verstrekt door een centrale bank in de EER of een valuta-uitgevende centrale bank van een valuta waarin de CTP blootstellingen heeft;
zij luidt in een van de volgende valuta’s:
een valuta met betrekking waartoe de CTP tegenover de bevoegde autoriteiten kan aantonen dat zij het risico ervan op toereikende wijze kan beheren;
een valuta waarin de CTP transacties cleart, voor zover blootstellingen van de CTP in die valuta worden gedekt;
zij is onherroepelijk, onvoorwaardelijk en de uitgevende centrale bank kan zich niet beroepen op een wettelijke of contractuele vrijstelling of wettelijk of contractueel verweermiddel om zich te verzetten tegen de uitbetaling van de garantie;
zij kan, zonder enige regelgevende, wettelijke of operationele beperking of vordering van een derde partij worden uitbetaald binnen de liquidatieperiode van de portefeuille van het in gebreke blijvende clearinglid dat de garantie heeft verstrekt.
AFDELING 2 bis
Overheidsgaranties
Een overheidsgarantie die niet voldoet aan de in afdeling 2, punt 2, neergelegde voorwaarden voor een door een centrale bank uitgegeven garantie moet tot 7 september 2024 voldoen aan alle volgende voorwaarden om als zekerheid in de zin van artikel 46, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 te worden aanvaard:
zij is expliciet uitgegeven of gegarandeerd door een van de volgende:
een centrale overheid in de EER;
regionale overheden of lokale autoriteiten in de EER, indien er geen verschil in risico bestaat tussen blootstellingen van regionale overheden of lokale autoriteiten en de centrale overheid van die lidstaat door de specifieke bevoegdheid van die laatste om inkomsten te verkrijgen en het bestaan van specifieke institutionele regelingen om hun wanbetalingsrisico te beperken;
de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit, het Europees stabiliteitsmechanisme, of de Unie, voor zover van toepassing;
een multilaterale ontwikkelingsbank die is opgenomen in de lijst in artikel 117, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 7 ) en gevestigd in de Unie;
de CTP kan op basis van een interne beoordeling door de CTP aantonen dat haar kredietrisico laag is;
zij luidt in een van de volgende valuta’s:
een valuta met betrekking waartoe de CTP tegenover de bevoegde autoriteiten kan aantonen dat zij het risico ervan op toereikende wijze kan beheren;
een valuta waarin de CTP transacties cleart, voor zover blootstellingen van de CTP in die valuta worden gedekt;
zij is onherroepelijk, onvoorwaardelijk en de entiteiten die deze uitgeven of garanderen, kunnen zich niet beroepen op een wettelijke of contractuele vrijstelling of wettelijk of contractueel verweermiddel om zich te verzetten tegen de uitbetaling van de garantie;
zij kan, zonder enige regelgevende, wettelijke of operationele beperking of vordering van een derde partij worden uitbetaald binnen de liquidatieperiode van de portefeuille van het in gebreke blijvende clearinglid dat de garantie heeft verstrekt.
Voor de toepassing van punt b) moet de CTP voor de beoordeling van de in dat punt bedoelde beoordeling gebruikmaken van een vastgestelde, objectieve methodologie waarbij niet volledig vertrouwd wordt op extern advies.
AFDELING 3
Goud
Onder „goud” wordt verstaan toegewezen staven puur goud die worden erkend als „goede levering” en het moet aan de volgende voorwaarden voldoen om te worden geaccepteerd als zekerheid conform artikel 46, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012:
het wordt direct door de CTP aangehouden;
het is gedeponeerd bij een centrale bank in de EER of een valuta-uitgevende centrale bank van een valuta waarin de CTP blootstellingen heeft, en die toereikende regelingen heeft om de eigendomsrechten van een clearinglid of cliënten op het goud te beschermen en de CTP, indien nodig, onmiddellijke toegang tot het goud geeft;
het is gedeponeerd bij een vergunninghoudende kredietinstelling als gedefinieerd in het kader van Richtlijn 2006/48/EG, die toereikende regelingen heeft om de eigendomsrechten van een clearinglid of cliënten op het goud te beschermen en de CTP, indien nodig, onmiddellijke toegang tot het goud geeft, en de CTP kan tegenover de bevoegde autoriteit met een hoge mate van betrouwbaarheid aantonen dat de instelling een laag kredietrisico heeft volgens een interne beoordeling door de CTP. Bij de uitvoering van die beoordeling maakt de CTP gebruik van een vastgestelde, objectieve methodologie waarbij niet volledig vertrouwd wordt op extern advies en waarbij rekening wordt gehouden met het risico voortvloeiend uit de vestiging van de emittent in een bepaald land;
het is gedeponeerd bij een kredietinstelling die is gevestigd in een derde land en die onderworpen is en voldoet aan prudentiële regels die door de bevoegde autoriteiten worden beschouwd als ten minste even streng als de regels die zijn neergelegd in Richtlijn 2006/48/EG en die beschikt over robuuste boekhoudpraktijken, bewaringsprocedures en interne controles en die toereikende regelingen heeft om de eigendomsrechten van een clearinglid of cliënten op het goud te beschermen, de CTP, wanneer vereist, onmiddellijke toegang tot het goud geeft, en de CTP kan tegenover de bevoegde autoriteit aantonen dat de instelling een laag kredietrisico heeft op basis van een interne beoordeling door de CTP. Bij de uitvoering van die beoordeling maakt de CTP gebruik van een vastgestelde, objectieve methodologie waarbij niet volledig vertrouwd wordt op extern advies en waarbij rekening wordt gehouden met het risico voortvloeiend uit de vestiging van de kredietinstelling in een bepaald land.
BIJLAGE II
Voorwaarden die gelden voor zeer liquide financiële instrumenten
1) Voor de toepassing van artikel 47, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 kunnen financiële instrumenten geacht worden zeer liquide te zijn en een minimaal krediet- en marktrisico in te houden als het schuldinstrumenten zijn die voldoen aan elk van de volgende voorwaarden:
zij zijn uitgegeven of worden expliciet gegarandeerd door:
een overheid;
een centrale bank;
een multilaterale ontwikkelingsbank als genoemd in afdeling 4.2 van deel 1 van bijlage VI bij Richtlijn 2006/48/EG;
de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit of het Europees stabiliteitsmechanisme, voor zover van toepassing;
de CTP kan aantonen dat zij een laag krediet- en marktrisico heeft volgens een interne beoordeling door de CTP. Bij de uitvoering van die beoordeling maakt de CTP gebruik van een vastgestelde, objectieve methodologie waarbij niet volledig vertrouwd wordt op extern advies en waarbij rekening wordt gehouden met het risico voortvloeiend uit de vestiging van de emittent in een bepaald land;
de gemiddelde effectieve looptijd van de portefeuille van de CTP is niet meer dan twee jaar;
zij luiden in een van de volgende valuta’s:
een valuta met betrekking waartoe de CTP kan aantonen dat zij de risico’s ervan kan beheren, of
een valuta waarin de CTP transacties cleart, voor zover de zekerheid in die valuta is ontvangen.
zij zijn vrij verhandelbaar en er rust geen regelgevende beperking of vorderingen van een derde partij op die hun liquidatie verhinderen;
zij hebben een actieve liquide repomarkt, met een diverse groep kopers en verkopers, ook in stressomstandigheden, en de CTP heeft daar betrouwbare toegang toe;
er worden regelmatig betrouwbare prijsgegevens over deze instrumenten bekendgemaakt.
2) Voor de toepassing van artikel 47, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 kunnen ook derivatencontracten worden beschouwd als zeer liquide financiële beleggingen die een minimaal krediet- en marktrisico met zich brengen, als ze worden gesloten met het doel:
de portefeuille van een in gebreke gebleven clearinglid te hedgen als onderdeel van de procedure van de CTP voor het beheer van wanbetalingen, of
het valutarisico voortvloeiend uit haar overeenkomstig hoofdstuk VIII opgezette kader voor liquiditeitsrisicobeheer te hedgen.
Indien in dergelijke situaties derivatencontracten worden gebruikt, is hun gebruik beperkt tot derivatencontracten waarvoor regelmatig betrouwbare prijsgegevens worden bekendgemaakt, en tot de termijn die nodig is om het krediet- en marktrisico waaraan de CTP blootstaat, te beperken.
Het beleid van de CTP inzake het gebruik van derivatencontracten is, na overleg met het risicocomité, goedgekeurd door de raad.
( 1 ) PB L 157 van 9.6.2006, blz. 87.
( 2 ) PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
( 3 ) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
( 4 ) Zie bladzijde 37 van dit Publicatieblad.
( 5 ) PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.
( 6 ) PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1.
( 7 ) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).