EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2006/294/119
Case T-275/06: Action brought on 4 October 2006 — Omya v Commission
Zaak T-275/06: Beroep ingesteld op 4 oktober 2006 — Omya/Commissie
Zaak T-275/06: Beroep ingesteld op 4 oktober 2006 — Omya/Commissie
OJ C 294, 2.12.2006, p. 59–60
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
2.12.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 294/59 |
Beroep ingesteld op 4 oktober 2006 — Omya/Commissie
(Zaak T-275/06)
(2006/C 294/119)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Omya AG (Oftringen, Zwitserland) (vertegenwoordigers: J. Flynn, Barrister, en C. Ahlborn, Solicitor)
Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen
Conclusies
— |
de beschikking nietig te verklaren en de Commissie in de kosten te verwijzen. |
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoekster vordert nietigverklaring van beschikking C(2006) 3163 def. van de Commissie van 19 juli 2006 in concentratiezaak COMP/M.3796, waarbij de Commissie de overname door verzoekster van de activiteiten met betrekking tot neergeslagen calciumcarbonaat van J.M. Huber Corporation verenigbaar met de gemeenschappelijke markt en de werking van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte heeft verklaard. De Commissie stelde daarbij een aantal voorwaarden en legde verplichtingen op waaraan verzoekster moet voldoen.
Verzoekster stelt dat a) de door de Commissie genoemde bezwaren inzake concurrentie ongegrond zijn en b) de haar opgelegde maatregelen om die te verhelpen hoe dan ook ongepast zijn en niet worden gerechtvaardigd door de bezwaren die de Commissie heeft vermeld, en niet de door de Commissie genoemde gevolgen kunnen hebben.
Verzoekster voert tot staving van haar beroep drie middelen aan.
In de eerste plaats heeft de Commissie een kennelijke fout gemaakt toen zij concludeerde dat de transactie de daadwerkelijke mededinging aanzienlijk zou beperken.
In de tweede plaats heeft de Commissie een kennelijke beoordelingsfout gemaakt en het evenredigheidsbeginsel geschonden door te eisen dat de fabriek in Kuusankoski wordt afgestoten.
In de derde plaats heeft de Commissie wezenlijke vormvoorschriften geschonden door de bewijzen in het dossier niet correct te onderzoeken en verzoekster geen toegang te verlenen tot alle relevante stukken, waardoor haar rechten van de verdediging zijn geschonden.