EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92001E001920

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1920/01 van William Newton Dunn (ELDR) aan de Commissie. De mensenrechten in Guatemala.

PB C 40E van 14.2.2002, p. 140–141 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

92001E1920

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1920/01 van William Newton Dunn (ELDR) aan de Commissie. De mensenrechten in Guatemala.

Publicatieblad Nr. 040 E van 14/02/2002 blz. 0140 - 0141


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1920/01

van William Newton Dunn (ELDR) aan de Commissie

(22 juni 2001)

Betreft: De mensenrechten in Guatemala

Het Europees Parlement heeft in mei 2000 een resolutie aangenomen waarin de Commissie verzocht werd EU-programma's te versterken die een eind moeten helpen maken aan mensenrechtenschendingen en die de vredesovereenkomsten in Guatemala moeten helpen implementeren. Welke activiteiten heeft de Commissie sedertdien ontplooid om deze versterking te bewerkstelligen? Worden de maatregelen om het werk aan de mensenrechten in Guatemala te steunen, gecontinueerd?

Antwoord van de heer Patten namens de Commissie

(19 juli 2001)

De samenwerking tussen de Commissie en Guatemala is erop gericht passende steun te verlenen voor het vredesproces en de verbetering van de eerbiediging van de mensenrechten. Sinds 1996 heeft de Commissie trouwens de civiele samenleving en de overheidsorganisaties van Guatemala ondersteund met als doelstelling bij te dragen tot het verzoeningsproces van dit land. Enkele voorbeelden van communautaire initiatieven zijn de herintegratie van ex-strijders van de burgeroorlog, de institutionele steun aan het overheidsorgaan voor de coördinatie van Vredesakkoorden (SEPAZ), de hulp aan de oprichting van een burgerpolitie, en de ontwikkeling van een nationaal kadaster.

De afgelopen maanden heeft de Unie deze actie opnieuw kracht bijgezet door met de Guatemalaanse overheid een Memorandum van overeenstemming op te stellen, dat op 26 maart 2001 door beide partijen ondertekend werd, en richtsnoeren voor samenwerking in de periode 2000-2006 omschrijft. Ook heeft zij 93 miljoen ter beschikking gesteld aan bijkomende fondsen. Dit document spitst zich toe op vier van de belangrijkste sectoren zoals de consolidering en de modernisering van de rechtsstaat, de decentralisering van de staat, de ondersteuning van de civiele samenleving en ook de armoedevermindering. Het bevestigt nogmaals duidelijk een wederzijdse inzet voor democratie en eerbiediging van de mensenrechten.

Binnen dit kader werkt de Commissie aan de voorbereiding van een programma ter verbetering van het Guatemalaanse rechtssysteem en aan een initiatief gericht op de versterking

van de civiele samenleving. Daarbij zet de Unie een regionaal project op ter bescherming van de mensenrechten waarin Guatemala centraal staat. Ten slotte zou een aantal projecten die de verdediging van de mensenrechten in Guatemala beogen, gefinancierd kunnen worden in het kader van het Europees initiatief voor de democratie en de mensenrechten (indiening van voorstellen(1)).

Op het niveau van politieke dialoog met de Guatemalaanse overheid, hebben de Commissie en de lidstaten ook gewezen op het belang van de eerbiediging van de mensenrechten. De meest recente acties die de aandacht hebben gevestigd op de verslechterende situatie van het Vredesproces en de eerbiediging van de mensenrechten in Guatemala waren een ontmoeting tussen de trojka en de vice-president van Guatemala in de marge van de 17de San José-bijeenkomst in maart 2001, alsmede de verklaring van het Zweeds Voorzitterschap op 25 april 2001, de dag waarop drie jaar eerder bisschop Gerardi werd vermoord.

Daarbij heeft het Commissielid voor buitenlandse betrekkingen er tijdens zijn bezoek aan Guatemala eind maart 2001 bij de regering van president Portillo op aangedrongen dringend actie te ondernemen om een neerwaartse spiraal van de gebeurtenissen in Guatemala te vermijden en om de uitvoering van de vertraagde Vredesakkoorden opniew op gang te brengen.

(1) PB C 170 van 17.6.1999.

Top