EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92001E000672

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0672/01 van Astrid Thors (ELDR) aan de Commissie. Maatregelen betreffende problemen met aalscholvers.

PB C 235E van 21.8.2001, p. 235–236 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

92001E0672

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0672/01 van Astrid Thors (ELDR) aan de Commissie. Maatregelen betreffende problemen met aalscholvers.

Publicatieblad Nr. 235 E van 21/08/2001 blz. 0235 - 0236


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0672/01

van Astrid Thors (ELDR) aan de Commissie

(26 februari 2001)

Betreft: Maatregelen betreffende problemen met aalscholvers

Op veel plaatsen in de Oostzee vormen zwermen aalscholvers (Phalacrocorax carbo) een echte plaag, omdat zij andere soorten verdrijven. Waar de zwermen neerstrijken, sterft de vegetatie ook

vaak af. Desondanks is bijvoorbeeld in Finland het nemen van maatregelen hiertegen verboden, en bovendien zijn sommige organisaties en overheden van mening dat de aalscholver is beschermd in het kader van communautaire richtlijnen.

Wat is de mening van de Commissie: welke maatregelen zijn toelaatbaar en welke stappen kunnen genomen worden om de door aalscholvers veroorzaakte schade te verminderen?

Antwoord van Mevr. Wallström namens de Commissie

(3 april 2001)

De aalscholver is een in het wild levende vogelsoort, en valt als zodanig onder Richtlijn 79/409 EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand(1), de vogelrichtlijn. In 1997 werd deze soort geschrapt van de lijst van vogels van Bijlage I waarvoor speciale beschermingsmaatregelen golden, omdat de staat van instandhouding niet meer als ongunstig werd beschouwd.

Aangezien de aalscholver niet voorkomt op de lijsten van vogels waarop gejaagd mag worden (Bijlagen II/1 en II/2), moeten de lidstaten ze evenals de meeste andere in het wild levende soorten beschermen, door bij voorbeeld een verbod in te stellen op het opzettelijk doden of vangen, het vernietigen of beschadigen van hun nesten en eieren, en het opzettelijk storen tijdens de broedperiode.

De lidstaten mogen echter ter voorkoming van ernstige schade aan de visserij en ter bescherming van flora en fauna van deze strenge bepalingen afwijken, wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat.

Voordat zo'n afwijking kan worden toegestaan, moeten er eerst wetenschappelijke bewijzen worden geleverd dat er inderdaad sprake is van ernstige schade. In de studies uit Zweden en met de informatie uit Finland wordt geen algemeen negatief effect aangetoond.

De Commissie heeft informatie ontvangen dat op sommige plaatsen schade aan nesten van de aalscholver zou zijn toegebracht. Aangezien feitelijke bewijzen voor schade aan visserij en natuur, die een afwijking als hierboven bedoeld zou rechtvaardigen, ontbreken, zijn dergelijke handelingen in strijd met de vogelrichtlijn.

(1) PB C 103 van 25.4.1979.

Top