EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CA0505

Zaak C-505/09 P: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 29 maart 2012 — Europese Commissie/Republiek Estland, Republiek Litouwen, Slowaakse Republiek, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (Hogere voorziening — Milieu — Richtlijn 2003/87/EG — Regeling voor handel in broeikasgasemissierechten — Nationaal plan voor toewijzing van emissierechten voor Republiek Estland voor periode 2008-2012 — Respectieve bevoegdheden van Commissie en lidstaten — Artikel 9, leden 1 en 3, en artikel 11, lid 2, van richtlijn 2003/87 — Gelijke behandeling — Beginsel van behoorlijk bestuur)

PB C 151 van 26.5.2012, p. 2–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

26.5.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 151/2


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 29 maart 2012 — Europese Commissie/Republiek Estland, Republiek Litouwen, Slowaakse Republiek, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

(Zaak C-505/09 P) (1)

(Hogere voorziening - Milieu - Richtlijn 2003/87/EG - Regeling voor handel in broeikasgasemissierechten - Nationaal plan voor toewijzing van emissierechten voor Republiek Estland voor periode 2008-2012 - Respectieve bevoegdheden van Commissie en lidstaten - Artikel 9, leden 1 en 3, en artikel 11, lid 2, van richtlijn 2003/87 - Gelijke behandeling - Beginsel van behoorlijk bestuur)

2012/C 151/03

Procestaal: Ests

Partijen

Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: E. Kružíková, E. Randvere en E. White, gemachtigden)

Interveniënt aan de zijde van de Commissie: Koninkrijk Denemarken (vertegenwoordiger: C. Vang, gemachtigde)

Andere partijen in de procedure: Republiek Estland (vertegenwoordigers: L. Uibo en M. Linntam, gemachtigden), Republiek Litouwen, Slowaakse Republiek, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Interveniënten aan de zijde van de Republiek Estland: Tsjechische Republiek (vertegenwoordiger: M. Smolek, gemachtigde), Republiek Letland (vertegenwoordigers: K. Drēviņa en I. Kalniņš, gemachtigden)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Zevende kamer) van 23 september 2009, Estland/Commissie (T-263/07), waarbij het Gerecht heeft nietig verklaard de beschikking van de Commissie van 4 mei 2007 inzake het nationale plan voor de toewijzing van broeikasgasemissierechten dat de Republiek Estland voor de periode van 2008 tot en met 2012 heeft aangemeld overeenkomstig richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275, blz. 32) — Onjuiste rechtsopvatting bij het onderzoek van de ontvankelijkheid van het beroep tot nietigverklaring — Onjuiste uitlegging van de artikelen 9, leden 1 en 3, en 11, lid 2, van richtlijn 2003/87 en van het algemene beginsel van gelijke behandeling — Onjuiste uitlegging van de draagwijdte en de omvang van het beginsel van behoorlijk bestuur — Onjuiste kwalificatie van de bepalingen van de bestreden beschikking als onscheidbare bepalingen, waardoor deze beschikking geheel en niet gedeeltelijk nietig is verklaard

Dictum

1)

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2)

De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten.

3)

De Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken en de Republiek Letland dragen hun eigen kosten.


(1)  PB C 63 van 13.3.2010.


Top