EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61998TJ0195
Judgment of the Court of First Instance (Fourth Chamber, extended composition) of 17 March 2005. # Ettlin Gesellschaft für Spinnerei und Weberei AG and Others v Council of the European Union. # Dumping - Failure by the Council to adopt a Commission proposal for a regulation imposing a definitive anti-dumping duty - Absence of simple majority necessary for the adoption of a regulation - Obligation to state reasons. # Case T-195/98.
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer - uitgebreid) van 17 maart 2005.
Ettlin Gesellschaft für Spinnerei und Weberei AG en anderen tegen Raad van de Europese Unie.
Dumping.
Zaak T-195/98.
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer - uitgebreid) van 17 maart 2005.
Ettlin Gesellschaft für Spinnerei und Weberei AG en anderen tegen Raad van de Europese Unie.
Dumping.
Zaak T-195/98.
Jurisprudentie 2005 II-00004*
ECLI identifier: ECLI:EU:T:2005:105
Arrest van het Gerecht (Vierde kamer – uitgebreid) van 17 maart 2005 – Ettlin Gesellschaft für Spinnerei und Weberei e.a. / Raad
(Zaak T‑195/98)
„Dumping – Verwerping door Raad van voorstel voor verordening van Commissie tot instelling van definitief antidumpingrecht – Ontbreken van voor goedkeuring van verordening vereiste gewone meerderheid – Motiveringsplicht”
1. Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren – Verwerping van voorstel voor verordening tot instelling van antidumpingrecht – Invloed van regelgevende aard van antidumpingprocedure – Geen (Art. 230 EG; verordening nr. 384/96 van de Raad, art. 6, lid 9) (cf. punten 31‑33)
2. Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Verwerping van voorstel voor verordening tot instelling van definitief antidumpingrecht (Art. 253 EG; verordening nr. 384/96 van de Raad) (cf. punt 36)
Voorwerp
Beroep tot nietigverklaring van het besluit van de Raad van 5 oktober 1998 houdende verwerping van het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van ongebleekte weefsels van katoen van oorsprong uit de Volksrepubliek China, Egypte, India, Indonesië en Pakistan, tot definitieve inning van het voorlopige recht ingesteld bij verordening (EG) nr. 773/98 van de Commissie van 7 april 1998 (PB L 111, blz. 19), en tot beëindiging van de antidumpingprocedure ten aanzien van Turkije, ingediend door de Commissie van de Europese Gemeenschappen op 21 september 1998 [document COM (1998) 540 def.] |
Dictum
|
Het besluit van de Raad van 5 oktober 1998 houdende verwerping van het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van ongebleekte weefsels van katoen van oorsprong uit de Volksrepubliek China, Egypte, India, Indonesië en Pakistan, tot definitieve inning van het voorlopige recht ingesteld bij verordening (EG) nr. 773/98 (PB L 111, blz. 19), en tot beëindiging van de antidumpingprocedure ten aanzien van Turkije, ingediend door de Commissie van de Europese Gemeenschappen op 21 september 1998 [document COM (1998) 540 def.], wordt nietig verklaard. |
|
De Raad van de Europese Unie wordt verwezen in de kosten. |
|
Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland draagt zijn eigen kosten. |