EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61987CC0357

Conclusie van advocaat-generaal Cruz Vilaça van 6 juli 1988.
Firme Albert Schmid tegen Hauptzollamt Stuttgart-West.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Finanzgericht Baden-Württemberg - Duitsland.
Invoerrechten over voor hergebruik bestemde verpakkingen.
Zaak 357/87.

Jurisprudentie 1988 -06239

ECLI identifier: ECLI:EU:C:1988:376

61987C0357

Conclusie van advocaat-generaal Vilaça van 6 juli 1988. - FIRMA ALBERT SCHMID TEGEN HAUPTZOLLAMT STUTTGART-WEST. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR HET FINANZGERICHT BADEN-WUERTTEMBERG. - INVOERRECHTEN OVER OPNIEUW TE GEBRUIKEN VERPAKKINGEN. - ZAAK 357/87.

Jurisprudentie 1988 bladzijde 06239


Conclusie van de advocaat generaal


++++

Mijnheer de President,

mijne heren Rechters,

1 . De vragen waarover het Hof zich in de onderhavige zaak moet uitspreken, zijn voorgelegd door het Finanzgericht Baden-Wuerttemberg in een zaak waarin de Duitse firma Albert Schmid en het Hauptzollamt Stuttgart-West tegenover elkaar staan .

2 . Verzoekster in de hoofdzaak importeert uit Tsjechoslowakije voor de Duitse markt bier in vaten en in flessen in plastic kratten . Volgens de koopovereenkomst is de prijs van de verpakkingen niet in de prijs van het bier inbegrepen; de importeur is gehouden op zijn kosten de lege verpakkingen aan de exporteur te retourneren, zonder daarvoor een huurprijs of iets dergelijks verschuldigd te zijn .

3 . Verlorengegane verpakkingen moeten hetzij in natura, hetzij in geld worden vergoed tot 75 % van de nieuwwaarde van de vaten en 100 % van de nieuwwaarde van de flessen en kratten .

4 . De Duitse douane vorderde van de firma Albert Schmid betaling van invoerrechten over de lege niet-geretourneerde verpakkingen, waarbij zij op het bedrag van de betaalde vergoeding het voor bier geldende tarief ( 24 %) toepaste . Daarbij baseerde zij zich op de artikelen 2, lid 3, en 3, lid 3, sub a, van verordening nr . 1224/80 van de Raad van 28 mei 1980 inzake de douanewaarde van de goederen.(1 ) Volgens laatstgenoemde bepaling is de werkelijk betaalde of te betalen prijs ( die de douanewaarde van de ingevoerde goederen bepaalt ) "de totale betaling die door de koper aan de verkoper of ten behoeve van de verkoper voor de ingevoerde goederen is of moet worden gedaan ".

5 . Deze beschikking werd door de betrokken onderneming voor het Finanzgericht betwist op grond dat het invoerrecht voor de verpakking reeds was begrepen in het over het bier betaalde, naar de prijs daarvan berekende recht . Tot staving van haar betoog beriep verzoekster zich op een bepaling van deel I, titel II, D, 1, van de bijlage ( gemeenschappelijk douanetarief ) bij verordening nr . 950/68 van de Raad van 28 juni 1968 betreffende het gemeenschappelijk douanetarief ( 2 ), in de versie van verordening nr . 3333/83 van de Raad van 4 november 1983 . ( 3 ) Deze bepaling voorziet onder meer, dat verpakkingsmiddelen die gevuld worden ingevoerd en gelijktijdig met het daarin verpakte goed in het vrije verkeer worden gebracht, als regel aan hetzelfde invoerrecht worden onderworpen als het verpakte goed, wanneer dit aan een invoerrecht ad valorem is onderworpen . Volgens verzoekster vloeit uit deze bepaling voort, dat de over de verpakkingen verschuldigde invoerrechten in de over het bier betaalde rechten zijn begrepen; voorts zou verordening nr . 1224/80 het vaststellen van een douanewaarde voor de verpakkingen niet toestaan .

6 . In dit verband heeft het Finanzgericht Baden-Wuerttemberg het Hof twee prejudiciële vragen voorgelegd over de uitlegging van het gemeenschappelijk douanetarief in bijlage van verordening nr . 950/68 in de versie van verordening nr . 3333/83 . Die vragen zijn weergegeven in het rapport ter terechtzitting .

I - De eerste vraag

7 . Met de eerste vraag wenst het Finanzgericht te vernemen, of vaten en bierflessen en de plastic kratten daarvoor zijn te beschouwen als verpakkingen in de zin van deel I, titel I, C, 2, van het gemeenschappelijk douanetarief of als vervoermiddelen in de zin van dat tarief .

8 . Alle partijen die opmerkingen in de onderhavige zaak hebben ingediend ( verzoekster in het hoofdgeding, de regering van de Bondsrepubliek Duitsland en de Commissie ), zijn het er echter over eens, dat het om verpakkingen gaat .

9 . Enkel het Finanzgericht heeft twijfel geuit over die kwalificatie; het meent dat vaten, flessen en kratten ook als vervoermiddelen kunnen worden beschouwd .

10 . Het antwoord dat ik voorstel, is zeker in de zin van de eerste betekenis, dat wil zeggen, dat het om verpakkingen gaat .

11 . Die uitlegging past zonder problemen binnen de definitie van "verpakkingen" in deel I, titel I, C, 2, van het gemeenschappelijk douanetarief : "uitwendige en inwendige verpakkingsmiddelen, omhulsels, opwindmiddelen en dergelijke voorzieningen, met uitsluiting van vervoermiddelen - met name containers -, dekkleden en het stuw - en hulpmateriaal ".

12 . Het spraakgebruik maakt het over het algemeen mogelijk, te onderscheiden tussen voorwerpen waarvan het normale doel is het vervoer mogelijk te maken of te vergemakkelijken, en voorwerpen waarvan het doel niet is vervoer, maar verpakking, al kunnen zij tijdens het vervoer worden gebruikt en dit vergemakkelijken . Vaten, flessen en kratten worden dan ook in hun specifieke functie van verpakking of opslagmateriaal gebruikt, onafhankelijk van het feit dat zij, tegelijk met de goederen die erin zijn verpakt, worden vervoerd . Anders is het gesteld met vervoermiddelen die uitsluitend voor vervoer zijn bestemd, tenzij zij door een van hun bestemming afwijkend gebruik tot verpakking of iets anders worden, zoals oude trams die als bar of treinwagons die als slaapzaal worden gebruikt .

13 . Met name wat de kratten betreft, zou men kunnen twijfelen, daar deze zoals de nationale rechter overweegt, dienen voor het vervoer van de bierflessen en niet rechtstreeks van het bier zelf .

14 . Men kan zelfs zeggen, dat het nut van die kratten eerst volledig blijkt wanneer de flessen die zij bevatten, vervoerd moeten worden .

15 . Het is echter niet minder waar, dat die kratten gewoonlijk dienen voor de normale opslag van de flessen, hetgeen hun gebruikelijke functie is, die niets van doen heeft met het vervoer, dat toch een secundaire of bijkomende functie van die kratten blijft . Zoals de Commissie in haar opmerkingen heeft beklemtoond, blijkt uit het feit dat de kratten evenals de vaten en de flessen normaal gesproken aan de consument worden geleverd, dat het niet gaat om "vervoermiddelen", maar om "verpakkingen" van het goed, dat wil zeggen het bier .

16 . Met het oog op de toepassing van de met de grensoverschrijding van goederen verband houdende douanebepalingen houdt de functie van de verpakkingen, zoals wij in deze zaak zien, nauw verband met het vervoer van de goederen .

17 . De letter van de thans uit te leggen bepaling C, 2 lijkt geen ruimte te laten voor twijfel over de vraag, of kratten onder de definitie van verpakkingen vallen, aangezien die definitie spreekt van "uitwendige en inwendige verpakkingsmiddelen" ( cursivering van mij ) en van "opwindmiddelen en dergelijke voorzieningen ".

18 . Dezelfde gedachte komt naar voren uit de definitie van "verpakkingen" in artikel 14, lid 2, van verordening nr . 3599/82 van de Raad van 21 december 1982 betreffende de regeling tijdelijke invoer ( 4 ); al is de formulering in dit artikel anders dan in verordening nr . 950/68, toch is zij eveneens van belang voor het toepassingsgebied van de definitie .

19 . Dit artikellid luidt immers :

20 . "Onder 'verpakkingen' worden verstaan :

a ) recipiënten die worden gebruikt of bestemd zijn om te worden gebruikt voor de externe of interne verpakking van goederen;

b ) materiaal waarop goederen worden opgerold, gewonden of bevestigd of dat daarvoor is bestemd; met uitzondering van verpakkingsmaterialen als stro, papier, glasvezels en schaafkrullen, die in bulk worden ingevoerd ." ( 5 )

21 . De opvatting die ik aan deze definitie ontleen, wordt gesteund door het onderzoek naar de overige aspecten van de betrokken regeling .

22 . Dit geldt voor artikel 11, sub b, van verordening nr . 222/77 van de Raad van 13 december 1976 betreffende communautair douanevervoer ( 6 ), waarin een niet-uitputtende opsomming wordt gegeven van wat als "vervoermiddel" moet worden beschouwd . De Duitse versie gebruikt hier de term "Befoerderungsmittel", die ook in de overeenkomstige tekst van verordening nr . 3333/83 te vinden is . Die bepaling vermeldt "elk voertuig voor wegverkeer, aanhangwagen, oplegger, elke spoorwagen, elk schip of elke boot, elk luchtvaartuig, elke container in de zin van de Douaneovereenkomst inzake containers ". Dit staat wel zeer ver af van de categorie waarin biervaten, -flessen en -kratten vallen . Het is duidelijk, dat de communautaire wetgever onder vervoermiddelen heeft willen verstaan middelen om het vervoer van goederen of personen van de ene plaats naar de andere mogelijk te maken of te vergemakkelijken, in het bijzonder die middelen welke zich geheel of gedeeltelijk zelfstandig kunnen verplaatsen .

23 . Enkel de containers lijken hierin niet te passen, nu deze zich niet zelfstandig kunnen verplaatsen, doch enkel te zamen met het vervoermiddel waarop zij worden geplaatst .

24 . Hun bestemming of grotere geschiktheid voor het vervoer van goederen is evenwel overduidelijk en daarom heeft de wetgever ze uitdrukkelijk onder de "vervoermiddelen" begrepen, al dienen zij tevens in bepaalde omstandigheden voor de opslag van goederen . Om daaruit mogelijk voortkomende twijfel te voorkomen, heeft de wetgever ze uitdrukkelijk genoemd, zowel toen hij in verordening nr . 222/77 de "vervoermiddelen" definieerde, als bij het definiëren van "verpakkingen" in verordening nr . 3333/83 .

25 . In deze zaak blijkt duidelijk uit de definitie van artikel 2 van verordening nr . 2096/87 van 13 juli 1987 betreffende de regeling tijdelijke invoer van containers ( 7 ), dat het begrip container niets van doen heeft met het begrip krat . Uit die definitie ( die ik als hier ingelast beschouw ) blijkt, dat het begrip container ( Frans : "conteneur"; Portugees : "contentor ") een technisch begrip is, dat doelt op een grote - veelal stalen - laadkist ( meestal aangeduid met de Engelse benaming "container "), en dat niet moet worden verward met het veel ruimere begrip recipiënt, waaronder plastic kratten vallen .

26 . Het feit dat in de Duitse tekst van verordening nr . 950/68, anders dan in de Franse, is verzuimd tussen haakjes de Engelse term "containers" te vermelden, doet niet af aan de juiste uitlegging van dat begrip . Dat is ook gebeurd in artikel 11, sub b, van verordening nr . 222/77, met betrekking tot de definitie van het begrip "vervoermiddel ".

27 . De eerste vraag van de nationale rechter moet aldus worden beantwoord, dat de hier bedoelde voorwerpen moeten worden beschouwd als "verpakkingen" in de zin van het gemeenschappelijk douanetarief in bijlage van verordening nr . 950/68, in de versie van verordening nr . 3333/83 . ( 8 )

II - De tweede vraag

28 . Met de tweede vraag wenst het Finanzgericht te vernemen, hoe de voor hergebruik geschikte, leeg aan de buitenlandse exporteur terug te zenden verpakkingen krachtens deel I, titel II, D, 1, sub a, van het gemeenschappelijk douanetarief moeten worden belast :

- moeten zij worden belast over de integrale waarde, telkens wanneer zij het douanegebied van de Gemeenschap binnenkomen?

- of moeten enkel de verlorengegane, volgens de overeenkomst aan de verkoper te vergoeden verpakkingen worden belast?

- of moeten zij worden vrijgesteld, op grond van de overweging dat in het over het ingevoerde bier betaalde recht het recht over de verpakkingen is begrepen?

29 . Het gehele probleem komt erop neer, wat de juiste uitlegging is van de zinsnede : "verpakkingsmiddelen, die gevuld worden ingevoerd en gelijktijdig met het daarin verpakte goed in het vrije verkeer worden gebracht, worden : a ) aan hetzelfde invoerrecht onderworpen als het verpakte goed ".

30 . De praktijk van de Duitse administratie - die in dit geding de Commissie aan haar kant heeft -, komt overeen met de tweede bovenvermelde mogelijkheid, zoals blijkt uit de samenvatting van de feiten die ik aan het begin van deze conclusie heb gegeven .

31 . Tegen deze uitlegging is verzoekster in het hoofdgeding opgekomen . Zij kiest de uitlegging die ik als laatste heb genoemd, namelijk dat er geen reden is voor toepassing van nieuwe rechten op de verpakkingen, ook als deze niet worden geretourneerd .

32 . De verwijzende rechter op zijn beurt lijkt de voorkeur te willen geven aan de eerste mogelijkheid, dus dat alle verpakkingen telkens wanneer zij de gemeenschapsgrens overschrijden, moeten worden belast .

33 . Ik twijfel er niet aan, dat het aan het Finanzgericht te geven antwoord moet gaan in de richting van de door het Hauptzollamt gegeven uitlegging .

34 . De plaats van de uit te leggen bepaling in de context van paragraaf D, 1, maakt dit direct duidelijk .

35 . Vergelijkt men immers de alinea' s a en b, dan blijkt allereerst, dat de wetgever de bedoelde verpakkingen slechts van invoerrechten wil vrijstellen onder de in alinea b nauwkeurig omschreven voorwaarden :

"- indien het verpakte goed niet aan invoerrecht is onderworpen;

- of indien dit naar een andere maatstaf is belast dan het gewicht of de waarde;

- of indien het gewicht van die verpakkingsmiddelen niet in het belastbare gewicht van het verpakte goed dient te worden begrepen ".

36 . Aan geen van die voorwaarden is in het onderhavige geval voldaan, aangezien de verpakte goederen met een invoerrecht ad valorem van 24 % zijn belast; bijgevolg moet alinea a toepassing vinden, waarin wordt bepaald, dat de verpakkingen aan hetzelfde recht worden onderworpen als het verpakte goed .

37 . Dat kan niet anders betekenen dan dat op de verpakkingen hetzelfde tarief aan invoerrechten moet worden toegepast als op de verpakte waar .

38 . Deze uitlegging vloeit reeds zonder een spoor van twijfel voort uit de verschillende taalversies van het douanetarief, verbindend verklaard bij verordening nr . 950/68, in de versie van verordening nr . 3333/83 ( zie de Franse en de Italiaanse tekst ), evenals uit de overeenkomstige Portugese tekst van de nieuwe verordening nr . 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief - en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief ( 9 ); deze conclusie dringt zich nog meer op als men de Engelse tekst van de verordening leest, die luidt : "packings ... shall be ... chargeable at the same rate of customs duty as the goods contained therein ".

39 . Volgens verzoekster in het hoofdgeding evenwel is de Duitse tekst meer voor tweeërlei uitleg vatbaar : volgens die tekst moeten gevuld ingevoerde verpakkingen "durch den Zoll fuer die in ihnen verpackten Waren erfasst werden ". De mogelijke twijfel die deze tekst oproept, kan echter niet afdoen aan de uitlegging die voortvloeit uit de opzet en het juridisch kader van die norm .

40 . Het is duidelijk, dat de communautaire wetgever zoveel mogelijk wil vermijden, dat op de gevulde verpakkingen een andere douanebehandeling wordt toegepast dan op de daarin verpakte goederen, waarmee zij functioneel een eenheid vormen .

41 . Daarom komen de aldus ingevoerde verpakkingen slechts voor vrijstelling van invoerrechten in aanmerking indien de erin verpakte goederen eveneens van die rechten zijn vrijgesteld of indien aan bepaalde andere, onder b genoemde voorwaarden is voldaan .

42 . Zoals de Commissie in haar opmerkingen stelt, zou de bepaling van alinea b zinledig en geheel overbodig zijn, indien de gevuld ingevoerde verpakkingen nooit zouden worden belast, aangezien men dan de voor die verpakkingen verschuldigde rechten steeds begrepen zou achten in de over de erin verpakte goederen betaalde rechten .

43 . Anderzijds zij vermeld, dat in casu evenzeer is uitgesloten de toepassing van de regel van D, 1, sub c, die inhoudt dat - in afwijking van het bepaalde onder a en b - de verpakkingsmiddelen aan het daarvoor als zodanig vastgestelde invoerrecht worden onderworpen,

"- indien de verpakkingsmiddelen niet de gebruikelijke verpakking van de goederen zijn en, anders dan als verpakkingsmiddel, een blijvende zelfstandige gebruikswaarde hebben,

- of indien de verpakkingsmiddelen zijn gebezigd met het oogmerk het te hunnen aanzien in het tarief voorziene invoerrecht te ontgaan ".

44 . In de onderhavige zaak is er evenwel geen sprake van belastingontduiking, terwijl niet is voldaan aan de twee onder het eerste streepje genoemde cumulatieve voorwaarden . Zelfs indien men tot de conclusie zou komen, dat de hier bedoelde verpakkingen een "blijvende zelfstandige gebruikswaarde, anders dan als verpakkingsmiddelen" hebben ( hetgeen twijfelachtig is ), dan nog kan men niet anders dan constateren, dat de vaten, flessen en plastic kratten alleszins gebruikelijke verpakkingen (" recipiënten ") zijn voor het daarin verpakte goed ( bier ).

45 . Samenvattend : op die verpakkingen moet hetzelfde invoerrecht ad valorem worden toegepast als voor het bier geldt .

46 . Zoals wij zagen, gaat de Duitse belastingdienst aldus te werk ten aanzien van de verlorengegane, niet-geretourneerde verpakkingen, waarbij zij als heffingsgrondslag hanteert het bedrag van de ingevolge de overeenkomst verschuldigde vergoeding .

47 . Die manier van doen lijkt mij de juiste .

48 . Voor het bepalen van de douanewaarde van de verpakkingen moet immers het bepaalde in verordening nr . 1224/80 van de Raad van 28 mei 1980 inzake de douanewaarde van de goederen ( 10 ) in acht worden genomen .

49 . Artikel 3, lid 1, van die verordening bepaalt : "De douanewaarde van ingevoerde goederen ... is de transactiewaarde, dat wil zeggen de voor de goederen werkelijk betaalde of te betalen prijs", en die prijs is, luidens lid 3 van datzelfde artikel, "de totale betaling die door de koper aan de verkoper of ten behoeve van de verkoper voor de ingevoerde goederen is of moet worden gedaan ".

50 . Aangezien de importeur contractueel verplicht is de Tsjechoslowaakse verkoper een geldelijke vergoeding te betalen voor niet-geretourneerde verpakkingen, vormt die vergoeding "de kosten van de verpakkingsmiddelen die voor douanedoeleinden één geheel worden geacht te zijn met de goederen", welke kosten overeenkomstig artikel 8, lid 1, sub a, van verordening nr . 1224/80 bij de voor de ingevoerde goederen werkelijk betaalde of te betalen prijs moeten worden opgeteld, nu deze worden gedragen door de koper, maar niet in de voor de goederen werkelijk betaalde of te betalen prijs zijn begrepen ( in tegenstelling tot wat normaal bij eenmalige verpakkingen het geval is ).

51 . Wat de geretourneerde verpakkingen betreft, is er geen reden daarover rechten te heffen, omdat zij geen kostenpost voor de koper vormen en deze dan ook niet bij de betaalde of te betalen prijs behoeft te worden opgeteld . Of anders zijn de respectieve kosten over de verschillende zendingen verpakte goederen verdeeld, zodat in de prijs van het verpakte bier reeds een evenredig deel van de kosten van de verpakkingen is begrepen, waardoor deze niet nogmaals behoeven te worden belast .

III - Antwoord op de prejudiciële vragen

52 . Gelet op het voorgaande, geef ik het Hof in overweging, de door het Finanzgericht Baden-Wuerttemberg gestelde vragen te beantwoorden als volgt :

"1 ) Het begrip "verpakkingen" zoals omschreven in deel I, titel I, C, 2, laatste zin, van de bijlage bij verordening nr . 950/68 van de Raad van 28 juni 1968 betreffende het gemeenschappelijk douanetarief, in de versie van verordening nr . 3333/83 van de Raad van 4 november 1983, omvat biervaten, bierflessen en kratten voor bierflessen, ongeacht of deze moeten worden geretourneerd .

2 ) Het bepaalde in deel I, titel II, D, 1, sub a, van het gemeenschappelijk douanetarief in bijlage van genoemde verordening moet aldus worden uitgelegd, dat niet-geretourneerde verpakkingen aan hetzelfde recht zijn onderworpen als de daarin verpakte goederen, omdat overeenkomstig artikel 8, lid 1, sub a, ii, van verordening nr . 1224/80 de kosten van de verpakkingsmiddelen moeten worden opgeteld bij de douanewaarde van de verpakte goederen, wanneer zij ten laste komen van de koper en niet begrepen zijn in de werkelijk voor de verpakte goederen betaalde of te betalen prijs .

(*) Vertaald uit het Portugees .

( 1 ) PB 1980, L 134, blz . 1 .

( 2 ) PB 1968, L 172, blz . 1 .

( 3 ) PB 1983, L 313, blz . 1 .

( 4 ) PB 1982, L 376, blz . 1 .

( 5 ) Verzoekster in het hoofdgeding haalt in die zin tevens een ontwerp-definitie aan, opgesteld door het Technisch Comité inzake de douanewaarde van de Internationale Douaneraad, volgens welke verpakkingen alle voorwerpen zijn die ertoe dienen, goederen te verpakken of te beschermen of ze tijdens het vervoer te stuwen of van andere goederen te scheiden .

( 6 ) PB 1977, L 38, blz . 1 .

( 7 ) PB 1987, L 196, blz . 4 .

( 8 ) Door de vervanging van de term "Umschliessungen" door "Verpackungen" en door de nieuwe redactie die paragraaf D, 1, sub a, van deel I, titel II, van het gemeenschappelijk douanetarief in verordening nr . 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 ( PB 1987, L 256, blz . 1 ) heeft gekregen, zijn de uitleggingsproblemen die zich in deze zaak voordoen, wel tot de historische curiositeiten gaan behoren .

( 9 ) PB 1987, L 256, blz . 1 .

( 10 ) PB 1980, L 134, blz . 1 .

Top