EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008BP0622

Ontwerp van algemene begroting 2009, gewijzigd door de Raad (alle afdelingen) Resolutie van het Europees Parlement van 18 december 2008 over het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009, als gewijzigd door de Raad (alle afdelingen) (16257/2008 — C6-0457/2008 — 2008/2026(BUD)) en over de nota’s van wijzigingen nrs. 1/2009 (SEC(2008)2435 — 13702/2008 — C6-0344/2008), 2/2009 (SEC(2008)2707 — 16259/2008 — C6-0458/2008) en 3/2009 (SEC(2008)2840 — 16260/2008 — C6-0459/2008) bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie over het begrotingsjaar 2009
BIJLAGE VERKLARINGEN OVEREENGEKOMEN OP DE OVERLEGVERGADERING van 21 november 2008 Gemeenschappelijke verklaring over de financiering van een snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden

PB C 45E van 23.2.2010, p. 168–180 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

23.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 45/168


Ontwerp van algemene begroting 2009, gewijzigd door de Raad (alle afdelingen)

P6_TA(2008)0622

Resolutie van het Europees Parlement van 18 december 2008 over het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009, als gewijzigd door de Raad (alle afdelingen) (16257/2008 — C6-0457/2008 — 2008/2026(BUD)) en over de nota's van wijzigingen nrs. 1/2009 (SEC(2008)2435 — 13702/2008 — C6-0344/2008), 2/2009 (SEC(2008)2707 — 16259/2008 — C6-0458/2008) en 3/2009 (SEC(2008)2840 — 16260/2008 — C6-0459/2008) bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie over het begrotingsjaar 2009

(2010/C 45 E/52)

Het Europees Parlement,

gelet op artikel 272 van het EG-Verdrag en artikel 177 van het Euratomverdrag,

gelet op Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (1),

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2),

gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (3),

gezien het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009, opgesteld door de Raad op 17 juli 2008 (C6-0309/2008),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 23 oktober 2008 over het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009, Afdeling III — Commissie (C6-0309/2008) en over de nota van wijzigingen nr. 1/2009 (SEC(2008)2435 — 13702/2008 — C6-0344/2008) bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009 (4),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 23 oktober 2008 over het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009: Afdeling I — Europees Parlement, Afdeling II — Raad, Afdeling IV — Hof van Justitie, Afdeling V — Europese Rekenkamer, Afdeling VI — Europees Economisch en Sociaal Comité, Afdeling VII — Comité van de Regio's, Afdeling VIII — Europese Ombudsman, Afdeling IX — Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (C6-0309/2008) (5),

gezien de nota's van wijzigingen nr. 2/2009 (SEC(2008)2707 — 16259/2008 — C6-0458/2008) en 3/2009 (SEC(2008)2840 — 16260/2008 — C6-0459/2008)) bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009,

gezien zijn amendementen en wijzigingsvoorstellen van 23 oktober 2008 op het ontwerp van algemene begroting,

gezien de wijzigingen die de Raad heeft aangebracht in de amendementen en wijzigingsvoorstellen van het Parlement op het ontwerp van algemene begroting (16257/2008 — C6-0457/2008),

gezien de resultaten van het begrotingsoverleg van 21 november 2008, met inbegrip van de aan deze resolutie gehechte verklaringen,

gezien de verklaring van de Raad over de resultaten van zijn behandeling van de door het Parlement aangenomen amendementen en wijzigingsvoorstellen op het ontwerp van algemene begroting,

gelet op artikel 69 van en bijlage IV bij zijn Reglement,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A6-0486/2008),

Belangrijke kwesties — resultaten van het begrotingsoverleg, totaalbedragen en nota's van wijzigingen

1.   herinnert aan zijn politieke prioriteiten voor de begroting 2009 zoals in eerste instantie uiteengezet in zijn resoluties van 24 april 2008 over de jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie voor 2009 (6) en over het begrotingskader en de prioriteiten voor 2009 (7), en vervolgens verder uitgewerkt in zijn resolutie van 8 juli 2008 over de begroting 2009: Eerste beschouwingen over het voorontwerp van begroting 2009 en het mandaat voor het overleg, afdeling III — Commissie (8); benadrukt dat deze politieke prioriteiten, zoals definitief vastgelegd in zijn resolutie van 23 oktober 2008 over het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009, afdeling III — Commissie, de richtsnoeren vormden voor zijn insteek tijdens het begrotingoverleg met de Raad over de begroting 2009;

2.   verwelkomt de algemene overeenstemming over de begroting 2009, die is bereikt op de traditionele begrotingsoverlegvergadering met de Raad op 21 november 2008, met name met betrekking tot de financiering van de Voedselfaciliteit; is echter uiterst bezorgd over de mogelijke gevolgen van een recessie voor de Europese burgers en betreurt derhalve dat de Commissie op de overlegvergadering niet geneigd was enige informatie te verstrekken over de mogelijke begrotingsgevolgen van haar komende voorstel over de aanpak van de economische crisis;

3.   neemt nota van de mededeling van de Commissie van 26 november 2008 aan de Europese Raad, getiteld „Een Europees economisch herstelplan” (COM(2008)0800 def.) en:

wijst erop dat dit plan, indien goedgekeurd, een wezenlijk effect zal hebben op de begroting 2009 en verzoekt de Commissie dit effect nader toe te lichten door het Europees Parlement, als tak van de begrotingsautoriteit, verdere details te verstrekken over het bereik van haar voorstel en concrete cijfers te overleggen met betrekking tot de uitvoering ervan, met name wat betreft de financiële programmering,

zal de resulterende gevolgen voor de begroting analyseren en herhaalt het voornemen van het Parlement en de Raad, zoals meegedeeld op de overlegvergadering, passende financiële middelen ter beschikking te zullen stellen als reactie op de huidige economische crisis,

verzoekt de Commissie en de Europese Investeringsbank regelmatig verslag uit te brengen van hun activiteiten ter bestrijding van de economische crisis;

4.   Drukt zijn sterke bereidheid uit om onderhandelingen met de Raad aan te gaan op basis van het voorstel van de Commissie voor een wijziging van het meerjarig financieel kader (MFK) 2007-2013 ten bedrage van 5 miljard EUR in het kader van het voorgestelde Europees economisch herstelplan; neemt nota van de conclusies van de Europese Raad van december 2008 dienaangaande;

5.   benadrukt dat de huidige crisis niet mag worden gebruikt als voorwendsel om de uiterst nodige heroriëntatie van de uitgaven in de richting van „groene” investeringen uit te stellen, maar veeleer moet worden gebruikt als extra stimulans om deze heroriëntatie erdoor te drukken;

6.   onderstreept in dit verband nogmaals het belang van de voor 2009 geplande begrotingsherziening, die zich niet mag beperken tot een theoretische visie over de vraag hoe de begroting er na 2013 zal uitzien, maar stoutmoedige voorstellen moet bevatten voor belangrijke veranderingen in de programmering in het kader van de herziening halverwege het mandaat van de meerjarenprogramma's, teneinde het hoofd te kunnen bieden aan de huidige crisis, daarbij ook rekening houdend met de uitdagingen van de klimaatverandering;

7.   herhaalt dat initiatieven voor duurzame ontwikkeling, groei van de werkgelegenheid en ter ondersteuning van KMO's, alsmede voor onderzoek en innovatie van het grootste belang zijn in de huidige economische situatie en topprioriteiten moeten zijn die tot uiting komen in de begroting van de Unie voor 2009; is tegen deze achtergrond van mening dat de steun voor cohesie tussen de regio's beschouwd moet worden als belangrijke factor voor het stimuleren van economische groei in de hele Unie; acht het van wezenlijk belang dat de politieke vastbeslotenheid om vooruitgang te boeken met het bestrijden van klimaatverandering en met het zorgen voor een veiliger Europa voor de burgers ook een budgettaire prioriteit wordt die bovendien duidelijk zichtbaar moet zijn in de EU-begroting; benadrukt dat in 2009 en de jaren daarna de EU in staat moet zijn om zijn rol als wereldwijde speler te verwezenlijken, met name gezien de recente problemen zoals de stijgende voedselprijzen;

8.   steunt de nota van wijzigingen nr. 1 bij het voorontwerp van begroting (VOB) 2009, daar deze een ietwat realistischer afspiegeling geeft van de behoeften in rubriek 4 dan het VOB; neemt nota van nota van wijzigingen nr. 2/2009, met de traditionele actualisering van de bedragen die ten grondslag liggen aan de ramingen van de landbouwuitgaven in het VOB; neemt nota van nota van wijzigingen nr. 3/2009, met als doel het dekken, binnen de begroting van de Raad, van de kosten (1,06 miljoen EUR) van de overleggroep die is opgezet door de Europese Raad van 15-16 oktober 2008;

9.   stelt het definitieve niveau van de vastleggingskredieten in algemene cijfers vast op 133 846 miljoen EUR, neerkomend op 1,03 % van het BNI van de EU; stelt het algemene niveau van de betalingskredieten vast op 116 096 EUR miljoen, neerkomend op 0,89 % van het BNI van de EU; wijst erop dat dit een aanzienlijk marge van 7 762 miljoen EUR oplevert onder het plafond van betalingen in het MFK voor 2009; onderstreept dat beide takken van de begrotingsautoriteit zich er gezamenlijk toe hebben verplicht extra betalingskredieten te verstrekken, met name als maatregelen op het gebied van het structuurbeleid in de loop van het begrotingsjaar sneller worden uitgevoerd;

10.   kan instemmen met het niveau van betalingen als overeengekomen met de Raad als onderdeel van het algemene pakket dat is overeengekomen op de overlegvergadering van 21 november 2008, maar uit desalniettemin nogmaals zijn groeiende ernstige bezorgdheid over het lage betalingsniveau en de daaruit voortvloeiende verschillen tussen de niveaus van vastleggingen en betalingen, die een ongekende omvang zullen krijgen in 2009; wijst erop dat er enig gevaar bestaat dat toekomstige begrotingen onrealistisch worden indien deze ontwikkeling niet wordt gekeerd; herinnert eraan dat de totale niet uitbetaalde vastleggingen (reste à liquider — RAL) reeds in 2007 een niveau bereikten van 139 000 miljoen EUR;

11.   wijst erop dat in het voorontwerp van gewijzigde begroting (VOGB) 10/2008 (COM(2008)0693), door de Commissie goedgekeurd op 31 oktober 2008, de betalingskredieten op de begrotingslijn van de rubrieken 1a, 1b, 2, 3b en 4, in totaal 4 891,3 miljoen EUR, worden verlaagd; wijst er op dat tegelijkertijd het verzoek van de Commissie voor de globale overschrijving voor 2008 in totaal 631 miljoen EUR bedraagt voor betalingen, tegenover 426 miljoen EUR voor het begrotingsjaar 2007, en betrekking heeft op 95 begrotingslijnen in 2008 tegenover 65 begrotingslijnen bij de globale overschrijving voor 2007; is ervan overtuigd dat deze acties in verband met de betalingen op de begroting 2008 noodzakelijkerwijs gevolgen zullen hebben voor het niveau van betalingen dat nodig is voor de begroting 2009;

12.   hecht derhalve uiterst groot belang aan de snelle beschikbaarheid van hogere betalingskredieten door middel van gewijzigde begrotingen, indien de kredieten op de begroting 2009 ontoereikend blijken te zijn, en benadrukt de toezeggingen die in dit opzicht zijn gedaan door de drie instellingen in de relevante gezamenlijke verklaring, zoals overeengekomen op de overlegvergadering;

13.   benadrukt het vitale belang van een doeltreffende begrotingsuitvoering en van het verminderen van de niet betaalde vastleggingen tegen de achtergrond van dit uiterst bescheiden algemene niveau van betalingen; roept de Commissie en de lidstaten op hun uiterste best te doen om met name de begrotingslijnen van rubriek 1b van het MFK uit te voeren, omdat deze subrubriek niet alleen een groot aantal belangrijke beleidsmaatregelen en activiteiten financiert op het gebied van klimaatverandering, maar ook initiatieven voor werkgelegenheid steunt die bijdragen aan de economische groei; benadrukt dat maatregelen ter verbetering en vereenvoudiging vereist zijn om de tenuitvoerlegging van de structuur- en cohesiefondsen te versnellen en verzoekt de Commissie om binnen het bestaande juridisch kader snel voort te gaan met haar conformiteitsbeoordelingen van het beheer en de controle door de lidstaten, om de start van grote projecten te vergemakkelijken; stelt met grote bezorgdheid vast dat de Commissie op basis van bewijzen het nodig heeft geacht de financiering voor Bulgarije met 220 miljoen EUR te verlagen; verzoekt de Commissie zowel Bulgarije als Roemenië te steunen bij hun hervormingen en om de drie maanden verslag uit te brengen aan het Parlement over problemen of onregelmatigheden in verband met de uitvoering van EU-fondsen;

14.   dringt erop aan dat de Commissie adequate maatregelen neemt, zowel op politiek als op administratief niveau, om te zorgen voor een concrete follow-up van de op de overlegvergadering van 21 november 2008 goedgekeurde gezamenlijke verklaring over de uitvoering van het cohesiebeleid; zal vóór eind maart 2009 evalueren of voldoende vooruitgang is geboekt;

15.   verwelkomt de op de overlegvergadering bereikte overeenstemming over de financiering met 1 miljard EUR gedurende drie jaar voor de Voedselfaciliteit; wijst erop dat een aandeel van 420 miljoen EUR gefinancierd zal worden met vers geld via het flexibiliteitsinstrument, terwijl 340 miljoen EUR afkomstig zal zijn van de Reserve voor noodhulp, deels door middel van een wijziging van punt 25 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (IIA); wijst erop dat de resterende 240 miljoen EUR beschikbaar zullen komen door herschikking binnen rubriek 4, maar verwacht dat de Commissie een herzien financieel programma presenteert om een correcte toewijzing te waarborgen van de bedragen die zijn gepland voor de periode tot 2013, ondanks deze herschikking en herinnert de Commissie aan haar toezegging om aan de begrotingsautoriteit in de loop van 2009 een evaluatie voor te leggen van de situatie binnen rubriek 4, zo nodig vergezeld van relevante voorstellen, daarbij rekening houdend met zowel de politieke ontwikkelingen als met de uitvoering van de begroting.;

16.   herhaalt ervan overtuigd te zijn dat maatregelen op het gebied van klimaatverandering nog altijd onvoldoende aan bod komen op de EU-begroting en ondersteunt alle inspanningen om meer financiële middelen bijeen te brengen ter bevordering van Europees leiderschap bij het aanpakken van de gevolgen van de klimaatverandering; herhaalt zijn in eerste lezing uitgesproken verzoek aan de Commissie om uiterlijk 15 maart 2009 een ambitieus plan te presenteren ter verbetering van de mogelijkheden binnen de begroting om klimaatkwesties aan te pakken; wenst ernstig te overwegen of het systeem voor handel in emissierechten (ETS) beschouwd zou kunnen worden als mogelijke toekomstige inkomstenbron op EU-niveau;

17.   benadrukt dat de begroting 2009 de veiligheid van de EU-burgers vergroot door acties en beleid te ondersteunen die vooral betrekking hebben op concurrentievermogen, kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), transport en continuïteit van de energievoorziening, alsmede beveiliging van de buitengrenzen;

18.   heeft nota genomen van de uitvoerbaarheidsnota van de Commissie met betrekking tot de amendementen op de ontwerpbegroting die in eerste lezing zijn goedgekeurd door het Parlement; acht het onaanvaardbaar dat de Commissie dit document in een zo laat stadium in de procedure heeft gepresenteerd, zodat het van minder nut is dan het had kunnen zijn; benadrukt dat diverse belangrijke politieke kwesties de nodige zichtbaarheid in de begroting van de Unie moeten krijgen; besluit nieuwe begrotingslijnen te creëren voor de klimaatverandering, het wetgevingsinitiatief voor kleine ondernemingen (Small Business Act SBA), het financiële instrument voor de aanpassing van de visserijvloot aan de economische gevolgen van de brandstofprijzen, de Oostzeestrategie van de EU en hulp voor de rehabilitatie en wederopbouw van Georgië; heeft besloten bij de tweede lezing van de begroting rekening te houden met een aantal commentaren van de Commissie; zal zich echter houden aan zijn besluiten in eerste lezing, met name in die gevallen waarin reeds in een eerder stadium voldoende tijd en moeite is gestoken in het beoordelen van de wijze waarop de amendementen van het Parlement het best kunnen worden uitgevoerd, zoals het geval was met proefprojecten en voorbereidende acties;

19.   verwelkomt de inspanningen van de Commissie ter verbetering van de presentatie van haar financiële programmeringsdocumenten en wenst nogmaals te benadrukken dat in de toekomst alle wijzigingen die de Commissie heeft aangebracht in haar financiële programmering duidelijk tot uiting moeten komen in de programmeringsdocumenten die gepresenteerd moeten worden in overeenstemming met punt 46 van het IIA;

20.   herinnert de lidstaten aan hun verplichtingen met betrekking tot de nationale beheersverklaringen overeenkomstig punt 44 van het IIA; herinnert de Commissie ook aan haar verantwoordelijkheid op dit gebied, met name wat de politieke steun betreft die zij voor het initiatief heeft toegezegd, maar die vooralsnog nog geen concrete vorm heeft gekregen;

21.   herhaalt dat de verlagingen van de lijnen voor administratieve uitgaven voor bepaalde meerjarige programma's waar de begrotingsautoriteit een besluit over heeft genomen voor 2009 onder geen beding mogen leiden tot verlagingen van de totale via medebeslissing vastgestelde bedragen voor de betreffende programma's; acht het duidelijk dat de Commissie de gekorte bedragen achteraf compenseert in latere jaren van de programmeringsperiode, bij voorkeur op de oper ationele kredieten van de programma's;

Specifieke kwesties

Europees Instituut voor innovatie en technologie

22.   bevestigt met betrekking tot het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) zijn besluit, genomen in verband met de begroting 2008, om het EIT op te nemen in het beleidsterrein „Onderzoek” en de bestuursstructuur van het instituut met het oog op de administratieve aard ervan te financieren van rubriek 5 van het MFK; besluit de nomenclatuur aldus te wijzigen;

Schoolfruitregeling

23.   betreurt het feit dat, voor het tweede achtereenvolgende jaar, de Raad het door het Parlement ingediende amendement inzake de invoering van een nieuwe lijn 05 02 08 12 — Schoolfruitregeling heeft afgewezen; is echter ingenomen met de politieke overeenstemming van de Raad over de rechtsgrond voor een dergelijk programma; verwacht dat het programma van start gaat zodra de rechtsgrondslag is goedgekeurd en op tijd voor het schooljaar 2009/2010, overeenkomstig de eis van het Parlement en het akkoord van de Raad in diens politiek akkoord; betreurt daarom dat de Raad niet heeft ingestemd met het voorstel van de Commissie om reeds een p.m.-vermelding op te nemen op de begroting;

Voedselprogramma voor de meest misdeelden in de Europese Unie

24.   is tevreden met de door de Commissie voorgestelde en door de Raad goedgekeurde financiering om het bestaande voedselverdelingsprogramma voor de meest misdeelden in de Unie te verbeteren, door het budget met twee derden te verhogen tot ongeveer 500 miljoen EUR voor 2009 en het gamma van producten dat kan worden verstrekt, uit te breiden;

Communicatiebeleid

25.   betreurt het gebrek aan consistentie en samenhang dat regelmatig naar voren komt in de door de Commissie genomen maatregelen op communicatiegebied; wenst een adequaat niveau van harmonisatie bij de presentatie van het communicatiebeleid teneinde een herkenbaar EU-handelsmerk te ontwikkelen, dat gebruikt moet worden bij alle maatregelen op communicatiegebied, ongeacht van welk directoraat-generaal van de Commissie de maatregel afkomstig is; verwelkomt in dit verband de verklaring over Communiceren over Europa in partnerschap, ondertekend op 22 oktober 2008 door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie;

26.   benadrukt dat, in het kader van deze gemeenschappelijke verklaring, het Europees Parlement, de Raad en de Commissie de voorlichtingscampagne voor de Europese verkiezingen in 2009 hebben aangewezen als topprioriteit op het gebied van interinstitutionele communicatie en dringt er derhalve bij de Commissie op aan volledig mee te werken aan de campagne voor de Europese verkiezingen in 2009, onder meer door voldoende financiële middelen toe te wijzen aan deze interinstitutionele prioriteit;

Rubriek 4

27.   spreekt er zijn teleurstelling over uit dat rubriek 4 opnieuw onder voortdurende druk staat, aangezien de beschikbare marges onvoldoende zijn om de prioriteiten die in de loop van het jaar naar voren zijn gekomen te financieren zonder de traditionele prioriteiten in gevaar te brengen; herhaalt zijn bezorgdheid dat de beschikbare middelen van deze rubriek zoals ze nu zijn onvoldoende zijn om de EU een rol te laten spelen als wereldwijde speler, ondanks verschillende intentieverklaringen op dit punt en verwacht dat bij de lopende tussentijdse herziening van het huidige MFK in extra middelen wordt voorzien voor de toenemende verplichtingen uit hoofde van rubriek 4; vreest dat de geloofwaardigheid van de Unie in derde landen onomkeerbaar wordt aangetast indien de begrotingsautoriteit jaar na jaar niet in staat blijkt voldoende financiering te leveren voor zijn politieke toezeggingen;

28.   stelt met bezorgdheid vast dat de vastleggingskredieten voor Palestina in 2009 in totaal 300 miljoen EUR zullen bedragen, hetgeen een verlaging inhoud van 21 % vergeleken met het niveau van de in 2008 vastgelegde middelen na overschrijvingen; beseft daarom dat de Commissie waarschijnlijk verzoeken tot overschrijving zal indienen in de loop van 2009 om de kredieten voor Palestina te verhogen, maar herhaalt zijn oproep voor goede en realistische voorstellen tijdens de begrotingsprocedures om omvangrijke overschrijvingen tussen hoofdstukken zoveel mogelijk te vermijden;

29.   wijst erop dat de kredieten voor steun aan Kosovo maar net voldoende zullen zijn om gelijke tred te houden met de hervormingen en investeringen; wijst tevens op de noodzaak van een werkend overheidsapparaat; dringt aan op een passende follow-up van de conclusies van het eindrapport van de taakgroep voor onderzoek (International Task Force of ITF, die zijn activiteiten eind augustus 2008 heeft beëindigd), en op het opzetten van een organisatie die de taken op het gebied van de bestrijding van fraude en financiële onregelmatigheden overneemt;

30.   verwelkomt het feit dat de Unie heeft besloten bij te dragen aan het proces van wederopbouw in Georgië en heeft hiervoor dan ook financiële steun gereserveerd ter hoogte van 500 miljoen EUR over een periode van 3 jaar, onder bepaalde politieke voorwaarden; herhaalt zijn voornemen om de steun van de EU aan Georgië binnen het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) toe te wijzen aan een afzonderlijke begrotingslijn en verzoekt de Commissie geregeld een overzicht te geven van de middelen die in het kader van verschillende instrumenten zijn vastgelegd als deel van de totale toezegging;

31.   stelt met tevredenheid vast dat de Unie zich heeft voorgenomen de snel stijgende voedselprijzen in ontwikkelingslanden aan te pakken, dat eindelijk overeenstemming is bereikt over de financiering van een voedselfaciliteit en dat complementariteit met het Europees Ontwikkelingsfonds en de zichtbaarheid van de EU-hulp zijn gegarandeerd; betreurt niettemin dat opnieuw tengevolge van de beperkte marges in rubriek 4 een deel van de kredieten voor de financiering van deze voedselfaciliteit alleen beschikbaar is door middel van herschikking binnen de rubriek;

32.   neemt er nota van dat steeds meer EU-middelen worden verstrekt via internationale organisaties; herhaalt zijn verzoek aan de Commissie alles in het werk te stellen om zo veel mogelijk informatie over externe en interne controles van instellingen en programma's die EU-middelen ontvangen, te verkrijgen;

33.   besluit zijn standpunt in eerste lezing met betrekking tot het aanmoedigen van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap te handhaven; is tevreden met de steun voor het opgraven, identificeren en teruggeven van de stoffelijke overblijfselen van vermiste personen op Cyprus en zal de realisatie hiervan volgen;

Rubriek 5

34.   besluit om een beperkt bedrag van de administratieve uitgaven van de Commissie (rubriek 5) in de reserve te houden, met name op het gebied van personeel en gebouwen, in afwachting van het naleven van de overeengekomen voorwaarden; is van mening dat, rekening houdend met het goede werk dat de Commissie tot nu toe heeft verricht om de gevraagde informatie te leveren, het algehele volume van deze reserves beheersbaar zou moeten zijn vanuit operationeel oogpunt, waarbij tegelijkertijd de politieke nadruk op het bereiken van de benodigde resultaten gehandhaafd kan worden;

35.   handhaaft ten volle zijn standpunt in eerste lezing met betrekking tot de „andere instellingen”, waaronder het besluit om bepaalde uitgaven voor gebouwen vervroegd te betalen in 2009; benadrukt dat deze benadering, hoewel hierdoor de uitgaven op korte termijn zullen stijgen, op lange termijn duidelijk goedkoper zal zijn voor de belastingbetaler;

36.   zal nauw blijven toezien op het effect van de oprichting van uitvoerende agentschappen en de steeds verdere uitbreiding van hun taken op de directoraten-generaal die de verantwoordelijkheid droegen voor de uitvoering van de betreffende programma's voordat deze werd overgenomen door de agentschappen; wijst op het feit dat de personeelssterkte van de uitvoerende agentschappen reeds in 2009 hoger zal zijn dan 1 300 en verwacht dat de Commissie met het oog hierop zich zal houden aan haar ramingen met betrekking tot het aantal posten dat in de relevante directoraten-generaal in 2009 vrijgemaakt zal worden;

37.   is bezorgd over de situatie van huidige en toekomstige jonge leerlingen van de Europese scholen in Brussel ten gevolge van de uitgestelde en nog steeds niet gerealiseerde opening van de vierde school in Laken en van de huidige inschrijvingsprocedure die ertoe leidt dat de kinderen onaanvaardbaar lang onderweg zijn; verwacht van de Commissie dat zij, in samenwerking met het Secretariaat-generaal van de Europese scholen in Brussel, tegen eind maart 2009 een aangepaste inschrijvingsprocedure voorstelt met objectieve en bevattelijke criteria (met inbegrip van de hoofdverblijfplaats en de reeds ingeschreven broers en zussen), die tegen de volgende inschrijvingsperiode in werking treedt;

OLAF-verordening

38.   benadrukt de noodzaak van het versterken van de doelmatigheid van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en neemt nota van het voornemen van de Commissie om begin 2009 een werkdocument te presenteren inzake de verduidelijking van het juridisch kader voor de missie van OLAF; herhaalt zijn oproep aan de Raad om een tijdschema te presenteren voor de onderhandelingen met het Parlement over de voorstellen van de Commissie over Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (9);

Proefprojecten en voorbereidende acties

39.   stelt op het gebied van proefprojecten (PP) en voorbereidende acties (VA) een aantal initiatieven en innovatieve projecten voor die aansluiten op de werkelijke behoeften van de burgers van de EU; heeft besloten een bedrag van 124,4 miljoen EUR toe te wijzen aan PP/VA voor het begrotingsjaar 2009, wat lager is dan het algemene plafond voor dergelijke projecten/acties van 140 miljoen EUR, zoals overeengekomen in het IIA;

40.   acht het definitieve pakket van PP/VA dat is goedgekeurd voor 2009 goed uitgebalanceerd en omvattend en verwacht dat de Commissie de projecten met de grootste zorg en toewijding zal uitvoeren; verwacht niet geconfronteerd te zullen worden met plotselinge belemmeringen bij de uitvoering van de overeengekomen PP/VA, gezien het uitstekende voorbereidende werk dat reeds is verricht binnen het Parlement en de Commissie, maar ook door de twee instellingen gezamenlijk, sinds de presentatie van het VOB in het voorjaar van 2008;

41.   verwacht dat de Commissie tevens verslag zal uitbrengen van de uitvoering van de voorgestelde PP/VA die niet zijn opgenomen op de begroting 2009 op zich, omdat de voorgestelde activiteiten worden geacht te vallen onder een bestaande rechtsgrond; is bereid de uitvoering van deze projecten en acties krachtens hun respectievelijke rechtsgrondslagen gedurende het begrotingsjaar 2009 nauwlettend te volgen;

Gedecentraliseerde agentschappen

42.   handhaaft zijn standpunt in eerste lezing met betrekking tot het wederopvoeren van de in het VOB voorgestelde bedragen voor gedecentraliseerde agentschappen; benadrukt dat de agentschappen die in grote mate afhankelijk zijn van inkomsten uit retributies nog steeds het instrument van bestemmingsontvangsten zouden moeten kunnen gebruiken zodat zij over de nodige budgettaire flexibiliteit kunnen beschikken, en besluit zijn in eerste lezing ingediende hiertoe strekkende amendementen opnieuw in te dienen;

43.   besluit om de verhoging van de bedragen voor operationele uitgaven van Frontex te handhaven, teneinde het in staat te stellen gedurende het hele jaar permanente missies uit te voeren; besluit ook om de verhoging te handhaven van de bedragen voor de aanpak van illegale immigratie, inclusief de ondersteuning van het Europees Vluchtelingenfonds om de solidariteit tussen de lidstaten te bevorderen;

44.   besluit, met het oog op de verwachte wijzigingen van de taken van de Toezichthoudende Autoriteit Galileo een derde van de bedragen voor operationele uitgaven in de reserve te houden, in afwachting van de goedkeuring van de herziene rechtsgrond, en het aantal posten te verlagen van 50 naar 23, zoals overeengekomen met de Commissie, en aansluitend daarop de bedragen voor administratieve uitgaven te verlagen; verwacht dat de Commissie het herziene voorstel uiterlijk 31 januari 2009 zal presenteren;

45.   besluit om 10 % van de bedragen voor administratieve uitgaven van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid in de reserve te houden totdat informatie is verstrekt over de resultaten van het in 2007 uitgevoerde onderzoek naar de arbeidsvreugde van het personeel en over de maatregelen die zijn genomen om de conclusies van dat onderzoek uit te voeren, en totdat de verantwoordelijke commissie duidelijk te kennen heeft gegeven voorstander te zijn van het vrijmaken van de reserve;

46.   neemt nota van het grote overschot (bijna 300 miljoen EUR) van het Harmonisatiebureau voor de interne markt in 2008; verzoekt de Commissie te overwegen hoe deze situatie aangepakt moet worden en of het wenselijk is om overschotten van het bureau, die een direct gevolg zijn van de interne markt, te laten terugvloeien naar de EU-begroting;

47.   wijst nogmaals op het belang van naleving van punt 47 van het IIA; verzoekt de Commissie om, samen met de begrotingsautoriteit, werk te maken van de vaststelling van een adequate, gedetailleerde procedure voor de toepassing ervan;

48.   hecht zeer groot belang aan de verklaring van de Commissie, opgenomen in haar mededeling van 11 maart 2008 over Europese agentschappen — Verdere ontwikkelingen (COM(2008)0135) dat ze geen nieuwe gedecentraliseerde agentschappen zal voorstellen totdat het huidige evaluatieproces is afgerond; verwelkomt de positieve houding van de Raad met betrekking tot de oprichting van een interinstitutionele werkgroep over de toekomst van gedecentraliseerde agentschappen, zoals voorgesteld door de Commissie, en verwacht dat de eerste vergadering van deze groep zo snel mogelijk zal plaatsvinden;

*

* *

49.   verzoekt zijn Voorzitter te constateren dat de begroting definitief is vastgesteld en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

50.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's, de Europese Ombudsman, de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming alsmede aan de overige betreffende organen.


(1)  PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

(4)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0515.

(5)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0516.

(6)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0174.

(7)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0175.

(8)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0335.

(9)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1.


BIJLAGE

VERKLARINGEN OVEREENGEKOMEN OP DE OVERLEGVERGADERING

van 21 november 2008

Gemeenschappelijke verklaring over de financiering van een snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden

Het Europees Parlement en de Raad:

hebben nota genomen van het voorstel van de Commissie (1) om een snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden (hierna „voedselfaciliteit” genoemd) op te richten;

hebben nota genomen van het verzoek van de Commissie om 1 miljard EUR voor de voedselfaciliteit uit te trekken;

zijn overeengekomen de voedselfaciliteit voor een periode van drie jaar te financieren binnen rubriek 4 van het meerjarig financieel kader.

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie komen overeen de voedselfaciliteit op de volgende wijze te financieren:

het totale, in vastleggingen beschikbare bedrag van 1 miljard EUR voor de voedselfaciliteit wordt als volgt over de betrokken jaren verdeeld: 262 miljoen EUR in 2008, 568 miljoen EUR in 2009 en 170 miljoen EUR in 2010.

*

* *

240 miljoen EUR aan vastleggingskredieten, waarvan 70 miljoen EUR in 2009, zullen worden herschikt binnen rubriek 4 van het stabiliteitsinstrument (begrotingsartikel 19 06 01 01). Wat de herschikkingen in 2010 betreft, wordt de Commissie verzocht een herziene financiële programmering in te dienen teneinde te zorgen voor een geordende ontwikkeling van de voor de periode 2010-2013 geplande bedragen, en tegelijkertijd het jaarlijkse niveau van de marge te handhaven. De voedselprijzencrisis is een nieuwe en objectieve omstandigheid in de zin van punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord (IIA), die een herschikking vanaf een niet-geprogrammeerd crisisinstrument rechtvaardigt.

420 miljoen EUR aan vastleggingskredieten zullen beschikbaar worden gesteld door gebruik te maken van het flexibiliteitsinstrument voor de begroting van 2009.

340 miljoen EUR aan vastleggingskredieten zullen als volgt via de reserve voor noodhulp beschikbaar worden gesteld:

22 miljoen EUR uit kredieten die nog beschikbaar zijn in de begroting voor 2008;

78 miljoen EUR uit de kredieten die zijn opgenomen in de begroting voor 2009;

240 miljoen EUR door middel van een eenmalige verhoging van het bedrag van de reserve voor noodhulp, die in de begroting voor 2008 moet worden opgenomen.

*

* *

De Commissie zal voorstellen punt 25 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer te wijzigen teneinde in de aanvullende financiële middelen te voorzien die voor de voorgestelde voedselfaciliteit vereist zijn. De eenmalige verhoging van de vastleggingskredieten voor de reserve voor noodhulp in 2008 zal worden geformaliseerd door een gezamenlijk besluit van de drie instellingen tot wijziging van het IIA van 17 mei 2006.

De begrotingsautoriteit zal de nodige wijzigingen aanbrengen in de begrotingen voor 2008 en 2009. Wat 2008 betreft, wordt een extra bedrag van 240 miljoen EUR aan vastleggingen opgenomen in de begroting van de reserve voor noodhulp en wordt de begrotingslijn voor de voedselfaciliteit toegevoegd. Wat 2009 betreft, worden een bedrag van 490 miljoen aan vastleggingen en een bedrag van 450 miljoen aan betalingen opgenomen in de begroting van de voedselfaciliteit. De begrotingslijn voor het stabiliteitsinstrument (begrotingslijn 19 06 01 01) wordt voor 2009 met 70 miljoen EUR aan vastleggingen verminderd tot 134,769 miljoen EUR.

De Commissie zal de overeenkomstige verzoeken om overschrijving uit de reserve voor noodhulp in 2008 en 2009 indienen.

De voor 2010 overeengekomen herschikkingen binnen rubriek 4 zullen door de Commissie worden geïntegreerd in de financiële programmering voor de periode 2010-2013, die overeenkomstig punt 46 van het IIA in januari 2009 moet worden voorgelegd.

Het betalingsschema voor de voedselfaciliteit zal er naar verwachting als volgt uitzien: 450 miljoen EUR in 2009, 350 miljoen EUR in 2010 en 200 miljoen EUR in 2011 en de volgende jaren, onder voorbehoud van instemming van de begrotingsautoriteit in elke jaarlijkse begrotingsprocedure.

*

* *

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie komen overeen om, in dit uitzonderlijk geval en uitsluitend voor het jaar 2008, punt 25 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 te wijzigen, teneinde het bedrag van de reserve voor noodhulp voor 2008 te verhogen tot 479 218 000 EUR. Zij bevestigen dat deze selectieve wijziging van punt 25 van het IIA op generlei wijze een precedent vormt.

*

* *

De drie instellingen komen overeen dat punt 25 van het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) met betrekking tot de reserve voor noodhulp zal worden gewijzigd door aan het einde van de eerste alinea ervan de volgende zin toe te voegen:

Dit bedrag wordt voor het jaar 2008 uitzonderlijk verhoogd tot 479 218 000 EUR in lopende prijzen.

*

* *

Het in deze gezamenlijke verklaring vervatte akkoord zal worden verwerkt in de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voedselfaciliteit door wijziging van de desbetreffende afdelingen waarin aan budgettaire gevolgen wordt gerefereerd, zulks teneinde de tekst in eerste lezing definitief vast te stellen. De Commissie zal passende technische bijstand verlenen.


(1)  COM(2008)0450 van 18 juli 2008.


Verklaringen

1.   Coördinatie van de communautaire hulp (voedselfaciliteit en EOF)

„Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bevestigen opnieuw het belang van samenhang en consistentie op het gebied van ontwikkelingshulp, met name wat betreft het gebruik van middelen.

Ermee rekening houdend dat ACS-landen EU-hulp kunnen krijgen uit de algemene begroting van de Europese Unie en uit het Europees Ontwikkelingsfonds, verklaren de drie instellingen dat bij de uitvoering van de snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden (hierna de „voedselfaciliteit”) bijzondere aandacht moet worden besteed aan de coördinatie van hulp uit deze diverse bronnen, teneinde synergieën en mogelijke resultaten te maximaliseren.

In dit verband moeten de betrokken ACS-partnerlanden ook worden aangemoedigd de doelstellingen en prioriteiten van hun programmering voor toekomstige samenwerking uit hoofde van het EOF zo nodig aan te passen, waarbij moet worden gezorgd voor samenhang en complementariteit met de doelstellingen van de voedselfaciliteit.

De Commissie wordt verzocht een lijst van uit het EOF gefinancierde programma's voor te leggen die elementen met betrekking tot voedselzekerheid zouden kunnen bevatten.”

2.   Verbetering van de zichtbaarheid van de communautaire hulp

„Het Europees Parlement en de Raad benadrukken dat de zichtbaarheid van communautaire hulp in derde landen met recht een punt van zorg voor de Europese Unie is en ten volle in aanmerking moet worden genomen voor donorschap in een meerjarig kader. Met het oog op het handhaven van publieke en politieke steun voor het externe optreden van de EU roepen zij de Commissie op om samen met het VOB voor 2010 een verslag uit te brengen met een lijst van initiatieven die zijn genomen om de zichtbaarheid van de externe hulp van de EU te verbeteren zonder afbreuk te doen aan de doeltreffendheid en doelmatigheid ervan, vooral wanneer deze hulp door internationale organisaties wordt geïmplementeerd.”

3.   Uitvoering van het cohesiebeleid

„Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, zonder vooruit te lopen op komende voorstellen van de Commissie in het kader van de economische neergang:

erkennen dat, gezien de problemen in verband met de huidige economische neergang, de economie profijt kan trekken van een versnelde uitvoering van de structuurfondsen en het cohesiefonds binnen de plafonds van het overeengekomen meerjarig financieel kader 2007-2013;

erkennen dat overeenkomstig het vastgestelde controlekader tussentijdse betalingen niet kunnen worden verricht totdat de beheers- en controlesystemen in de lidstaten conform zijn bevonden met de voorschriften en, in het geval van grote projecten, totdat deze projecten door de Commissie zijn goedgekeurd;

moedigen de lidstaten aan om zo spoedig mogelijk de beschrijving van hun beheers- en controlesystemen en de beoordelingen van de naleving in te dienen, zodat de Commissie weldra kan beginnen met de analyse ervan;

Het Europees Parlement en de Raad, in dat kader:

verzoeken de Commissie om binnen het bestaande juridische kader het nodige te doen voor een snelle beoordeling van de meest kritieke aspecten van de beheers- en controlesystemen, zodat een aanvang kan worden gemaakt met de tussentijdse betalingen;

verzoeken de Commissie om de behandeling van aanvragen voor grote projecten te versnellen, zodat de aanvang van deze projecten en de daarmee gepaard gaande tussentijdse betalingen vlotter kunnen verlopen;

verzoeken de Commissie nauw met de lidstaten samen te werken met het oog op een spoedig akkoord over alle aspecten inzake de naleving van de beheers- en controlesystemen;

hebben waardering voor de periodieke informatie die de Commissie aan de begrotingsautoriteit verstrekt door middel van geactualiseerde overzichtstabellen over de beheers- en controlesystemen en de grote projecten;

verzoeken de Commissie maandelijks verslag uit te brengen aan de begrotingsautoriteit over de goedkeuring van de beheers- en controlesystemen en de grote projecten, alsmede over de mate van uitvoering van tussentijdse betalingen voor elke lidstaat;

verzoeken de Commissie samen met het VOB een verslag over de uitvoering te presenteren ten behoeve van de begrotings- en kwijtingsprocedures;

verzoeken de Rekenkamer en de kwijtingsautoriteit om dit punt alsmede de meerjarige aard van de controlewerkzaamheden van de Commissie in aanmerking te nemen bij de beoordeling van het beheer van EU-middelen.

Het Europees Parlement erkent dat structurele verbeteringen en vereenvoudigingsmaatregelen nodig zijn om recurrente onderbesteding te voorkomen en te zorgen voor een geordende ontwikkeling van de betalingskredieten ten opzichte van de vastleggingskredieten, zoals wordt gememoreerd in de verslagen van de Rekenkamer.”

4.   Agentschappen

„Het Europees Parlement en de Raad hebben overeenstemming bereikt over het voorstel van de Commissie voor de oprichting van een interinstitutionele groep voor agentschappen en spreken de wens uit dat de eerste vergadering zo spoedig mogelijk plaatsvindt.”

5.   Betalingskredieten

„Het Europees Parlement en de Raad verzoeken de Commissie een gewijzigde begroting in te dienen indien de in de begroting voor 2009 opgenomen kredieten ontoereikend zijn voor het dekken van de uitgaven onder subrubriek 1a (concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid), subrubriek 1b (cohesie voor groei en werkgelegenheid) voor zover dit in het huidige regelgevingskader kan worden verantwoord met het oog een mogelijke bespoediging van de uitvoering van structurele beleidsmaatregelen, rubriek 2 (instandhouding en beheer van natuurlijke hulpbronnen) en rubriek 4 (de EU als mondiale partner).

Het Europees Parlement en de Raad zullen in deze context de gepaste financiering van voorstellen van de Commissie voor nieuwe initiatieven, met name betreffende de economische crisis, in overweging nemen.”


UNILATERALE VERKLARINGEN

A.   Verklaringen van het Europees Parlement

1.   Evaluatie van rubriek 4

„Het Europees Parlement verzoekt de Commissie om in het kader van de begrotingsevaluatie een evaluatie te maken van de situatie met betrekking tot rubriek 4, teneinde de rol van de EU als mondiale partner in een meerjarencontext na te gaan en te herzien.”

2.   Betalingen en uitvoering van het cohesiebeleid

„Het Europees Parlement geeft uiting aan zijn diepe bezorgdheid over het extreem lage niveau van de betalingen, dat ver onder het meerjarig financieel kader ligt en niet beantwoordt aan de werkelijke uitdagingen waarmee de Europese Unie in een situatie van economische crisis geconfronteerd wordt.

Het drukt met name zijn diepe bezorgdheid uit over het onaanvaardbare lage niveau van kredietbesteding in het kader van het cohesiebeleid, hoewel dit een van de essentiële beleidsterreinen van de Europese Unie vormt.

Het roept de Commissie en de lidstaten, die verantwoordelijk zijn voor deze kredietbestedingen, op alle mogelijke maatregelen te nemen om een adequate besteding te garanderen.”

B.   Verklaring van de Commissie

Evaluatie van rubriek 4

„Gezien het ontbreken van enigerlei marge beneden het uitgavenplafond van rubriek 4 in 2009, erkent de Commissie dat de capaciteit om te reageren op onvoorziene crises zeer beperkt is, en zegt zij derhalve toe in de loop van 2009 een beoordeling van de situatie binnen rubriek 4 aan de begrotingsautoriteit te presenteren, zo nodig samen met concrete voorstellen, met inachtneming van de politieke ontwikkelingen en de uitvoering van de begroting.”


Verklaring van de Raad over de nota van wijzigingen nr. 2/2009

„De Raad verklaart dat hij, door in te stemmen met het voorstel van de Commissie betreffende de programma's voor hulpbehoevenden, in nota van wijzigingen nr. 2/2009, niet vooruitloopt op het resultaat van de lopende besprekingen betreffende de rechtsgrondslag.

De schrapping van het onderdeel betreffende de schoolfruitregeling is in overeenstemming met het standpunt waarop de Raad zich van oudsher plaatst, namelijk dat er geen nieuw begrotingsonderdeel gecreëerd mag worden voordat daarvoor de rechtsgrondslag is vastgesteld. Daarmee wordt niet vooruitgelopen op het resultaat van de lopende besprekingen betreffende de rechtsgrondslag.”


Unilaterale verklaring van Griekenland, Italië, Spanje en Portugal over meertaligheid

„Griekenland, Italië, Spanje en Portugal herhalen dat zij gehecht zijn aan het beginsel van meertaligheid en gelijke behandeling van alle talen; zij geven uiting aan hun bezorgdheid over het beheer van de Commissie op het stuk van de vrijwaring van de taalkundige verscheidenheid en benadrukken dat de Commissie en alle instellingen en organen van de Europese Unie ervoor moeten zorgen dat er voldoende middelen worden uitgetrokken voor de onverkorte toepassing van deze beginselen.”


Top