EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007PC0090

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening nr. 11 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden en Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenhygiëne {SEC(2007) 301} {SEC(2007) 302} {SEC(2007) 303} {SEC(2007) 304}

/* COM/2007/0090 def. - COD 2007/0037 */

52007PC0090

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening nr. 11 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden en Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenhygiëne {SEC(2007) 301} {SEC(2007) 302} {SEC(2007) 303} {SEC(2007) 304} /* COM/2007/0090 def. - COD 2007/0037 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 6.3.2007

COM(2007) 90 definitief

2007/0037 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening nr. 11 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden en Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenhygiëne {SEC(2007) 301}{SEC(2007) 302}{SEC(2007) 303}{SEC(2007) 304}

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

- Motivering en doel van het voorstel

Een groot deel van de Gemeenschapswetgeving is ingevoerd om marktfalen te corrigeren en gelijke concurrentievoorwaarden te garanderen. Deze doeleinden konden veelal alleen worden verwezenlijkt door bedrijven te verplichten bepaalde informatie te verstrekken en over de toepassing van de wetgeving te rapporteren.

Sommige van deze procedures zijn inmiddels onnodig tijdrovend geworden of achterhaald. Deze onnodige administratieve lasten vormen een belemmering voor de economische activiteit en hebben een negatieve invloed op de concurrentiekracht van Europese bedrijven.

De Commissie streeft ernaar deze onnodige lasten zo veel mogelijk weg te nemen. Dit vormt een onderdeel van de strategie voor betere regelgeving en is van cruciaal belang voor de verwezenlijking van onze “Lissabondoelstellingen” voor groei en werkgelegenheid.

- Algemene context

Op 14 november 2006 heeft de Commissie de mededeling Betere regelgeving in de Europese Unie: Een strategische evaluatie (COM(2006) 689) gepresenteerd, waarin wordt voorgesteld ernaar te streven de administratieve lasten voor bedrijven uiterlijk in 2012 met 25% te verminderen.

Vervolgens zijn aan de hand van een brede raadpleging van belanghebbenden en suggesties van de lidstaten en van deskundigen van de Commissie tien concrete voorstellen voor dringende acties opgenomen in het Actieprogramma ter vermindering van de administratieve lasten in de Europese Unie (COM(2007) 23). Met deze dringende acties wordt beoogd de administratieve lasten voor bedrijven aanzienlijk terug te dringen met kleine ingrepen in de wetgeving, zonder het beschermingsniveau of het oorspronkelijke doel van de wetgeving aan te tasten.

Een van de voorgestelde dringende acties betreft Verordening nr. 11 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden. Beoogd wordt achterhaalde verplichtingen te schrappen en bepaalde verplichtingen te wijzigen om de administratieve lasten voor bedrijven tot een minimum te beperken. Met name is in artikel 5 bepaald dat vervoersondernemingen (en de regeringen van de lidstaten) vóór 1 juli 1961 informatie moeten geven over de vervoertarieven, -prijzen en -voorwaarden. Dit artikel kan worden geschrapt omdat de informatieverplichtingen voor vervoersondernemingen achterhaald zijn. In artikel 6, lid 1, van de verordening is bepaald dat een vervoerdocument moet worden opgesteld waarin informatie moet worden opgenomen over de afzender, de aard van de vervoerde goederen, de plaats van oorsprong en bestemming van de goederen, de te volgen route of afstand en de eventuele punten van grensoverschrijding. Omdat de laatstgenoemde gegevens (de te volgen route of afstand en de eventuele punten van grensoverschrijding) niet meer noodzakelijk zijn om de doelstellingen van de verordening te verwezenlijken, kunnen deze worden geschrapt. In artikel 6, lid 2, derde zin, van de verordening wordt de vervoerder verplicht een exemplaar van dit document te bewaren waarin de definitieve vrachtprijzen, de overige kosten, en eventueel de kortingen en alle andere voorwaarden die de vrachtprijzen en vervoervoorwaarden beïnvloeden zijn vermeld. Deze zin kan worden geschrapt omdat deze informatie tegenwoordig ook in de boekhoudsystemen van de vervoerders is opgenomen, zodat er geen noodzaak bestaat om hen te verplichten een afzonderlijk document in te vullen en te bewaren. In artikel 6, lid 3, moet expliciet worden verwezen naar vrachtbrieven, die grote bekendheid hebben en zeer gangbaar zijn bij het vervoer over land. Hiermee wordt de rechtszekerheid voor vervoersondernemingen vergroot, aangezien verduidelijkt wordt dat deze vrachtbrieven volstaan als zij alle in artikel 6, lid 1, verlangde gegevens bevatten.

Een andere dringende actie betreft Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenhygiëne. Beoogd wordt kleine levensmiddelenbedrijven die de levensmiddelenhygiëne kunnen controleren door alleen de andere voorschriften van Verordening (EG) nr. 852/2004 toe te passen, vrij te stellen van de verplichting een of meer permanente procedures in te voeren, uit te voeren en te handhaven die gebaseerd zijn op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP). Deze vrijstelling geldt voor micro-ondernemingen[1] die in hoofdzaak rechtstreeks levensmiddelen aan eindgebruikers verkopen. Deze ondernemingen hebben minder dan tien werknemers en een jaaromzet of jaarlijks balanstotaal van niet meer dan 2 miljoen euro. De vrijstelling geldt dus niet voor grote supermarkten en franchisenemers van supermarktketens.

- Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

Dit voorstel wijzigt de artikelen 5 en 6 van Verordening nr. 11 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden en artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenhygiëne.

2. RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbende partijen |

- Wijze van raadpleging

In het actieprogramma van 24 januari 2007 heeft de Commissie tien concrete voorstellen voor dringende acties gedaan. Deze voorstellen vloeiden voort uit de raadpleging van deskundigen, en met name uit een proefproject uit 2006 waarin de nulmetingen voor administratieve lasten in Tsjechië, Denemarken, Nederland en het Verenigd Koninkrijk met elkaar zijn vergeleken.

Een van deze dringende acties betrof de vervoersector; voorgesteld werd bepaalde voorschriften betreffende het verstrekken van vervoerstatistieken te versoepelen. In Verordening nr. 11 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden is bepaald dat vervoerders een vervoerdocument bij zich moeten hebben waarin onder meer de afstanden, routes en punten van grensoverschrijding zijn vermeld.

Een andere dringende actie betrof de levensmiddelenhygiëne; voorgesteld werd kleine bedrijven vrij te stellen van bepaalde verplichtingen op het gebied van HACCP (risicoanalyse en kritische controlepunten). Artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 verplicht alle exploitanten van levensmiddelenbedrijven zorg te dragen voor de invoering, de uitvoering en de handhaving van een of meer permanente procedures die gebaseerd zijn op de HACCP-beginselen.

Samenvatting van de reacties

Deskundigen en bedrijven hebben aangegeven dat deze uit 1960 stammende verplichtingen in Verordening nr. 11 achterhaald zijn gezien de vergaande liberalisering van de vervoersector. Sommige artikelen zijn volgens hen verouderd, terwijl andere artikelen de bedrijven met onnodige lasten opzadelen.

Vertegenwoordigers van kleine bedrijven hebben zich bezorgd getoond over de algemene toepassing van het HACCP-systeem door alle levensmiddelenbedrijven. Ondanks de in de verordening ingebouwde flexibiliteit, werd gevraagd om verduidelijking. De Commissie heeft een aantal keren vergaderd met deskundigen van de lidstaten. Met het oog op de transparantie heeft de Commissie bovendien belanghebbenden in de gelegenheid gesteld aan overleg deel te nemen, zodat verschillende sociaaleconomische belangengroepen hun mening konden geven. Daarom is een vergadering met vertegenwoordigers van producenten, de sector, handelaren en consumenten belegd, waarbij kwesties in verband met de uitvoering van de HACCP-procedures en een flexibele benadering van HACCP aan de orde zijn gesteld. De uitkomsten van dit overleg zijn beschreven in een leidraad, die door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is gesteund en gepubliceerd is op:

http://ec.europa.eu/food/food/biosafety/hygienelegislation/guidance_doc_haccp_nl.pdf.

Omdat een strikte toepassing van de HACCP-voorschriften grote gevolgen zou hebben voor het midden- en kleinbedrijf en omdat sommige bedrijven dezelfde mate van hygiënebescherming kunnen bereiken door alle andere voorschriften van Verordening (EG) nr. 852/2004 toe te passen en niet de uitgebreide HACCP-procedures, is er, ondanks het bestaan van een leidraad waarin wordt uitgelegd in hoeverre flexibel kan worden omgegaan met de toepassing van HACCP, behoefte aan een vrijstelling voor bepaalde bedrijven van alle HACCP-voorschriften. Er dient echter rekening mee te worden gehouden dat deze vrijstelling niet mag gelden voor bedrijven die een groot publiek bereiken. De vrijstelling moet daarom beperkt zijn tot bedrijven met minder dan 10 werknemers die kunnen worden aangemerkt als micro-ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen.

- Effectbeoordeling

Bij de effectbeoordeling voor Verordening nr. 11 werden twee opties onderzocht:

optie 1: geen beleidswijziging;

optie 2: afschaffing van de verplichting informatie te geven over routes, afstanden, prijzen en andere vervoervoorwaarden, en toelating van het gebruik van vrachtbrieven om aan de overige informatieverplichtingen voor het huidige vervoerdocument te voldoen.

De voorkeur ging uit naar optie 2 omdat hiermee de overbodige administratieve lasten worden verminderd, terwijl dezelfde essentiële informatie beschikbaar blijft.

Bij de effectbeoordeling voor Verordening (EG) nr. 852/2004 werden drie opties onderzocht:

optie 1 : geen beleidswijziging;

optie 2 : vrijstelling van bepaalde bedrijven van de HACCP-verplichtingen;

optie 3 : afschaffing van de HACCP-procedures voor alle bedrijven.

De voorkeur ging uit naar optie 2, omdat hiermee een goed evenwicht wordt gevonden tussen vermindering van de administratieve lasten voor bedrijven en behoud van een hoog niveau van consumentenbescherming.

3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

- Samenvatting van de voorgestelde maatregel

Met de actie betreffende Verordening nr. 11 wordt beoogd de administratieve lasten voor vervoersondernemingen te verminderen door achterhaalde documentatievoorschriften over de te volgen route of afstand, punten van grensoverschrijding enz. te schrappen.

Met de actie betreffende de HACCP-voorschriften wordt beoogd in Verordening (EG) nr. 852/2004 micro-ondernemingen vrij te stellen van de verplichting een of meer permanente procedures in te voeren, uit te voeren en te handhaven die gebaseerd zijn op de HACCP-beginselen. Deze vrijstelling geldt voor bedrijven met minder dan tien werknemers die in hoofdzaak rechtstreeks levensmiddelen aan eindgebruikers verkopen.

- Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor communautair optreden op vervoersgebied is neergelegd in artikel 75 van het EG-Verdrag en die voor communautair optreden op het gebied van levensmiddelenhygiëne in artikel 95 en artikel 152, lid 4, onder b), van het EG-Verdrag.

- Subsidiariteitsbeginsel

De administratieve lasten op deze gebieden kunnen niet door de lidstaten worden verminderd omdat de informatieverplichtingen voor vervoersondernemingen en levensmiddelenbedrijven bij EG-verordeningen waren opgelegd. De lasten kunnen bijgevolg alleen worden verminderd door deze verordeningen op EU-niveau te wijzigen. |

Met een communautair optreden wordt gewaarborgd dat alle betrokken vervoersondernemingen en levensmiddelenbedrijven van deze administratieve lastenreducties kunnen profiteren. |

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. |

- Evenredigheidsbeginsel

Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

De doelstelling om de administratieve lasten als gevolg van de informatieverplichtingen in de Verordeningen nr. 11 en (EG) nr. 852/2004 te verminderen, kan alleen worden verwezenlijkt door deze verordeningen te wijzigen. Dit is uitsluitend mogelijk door middel van een bindend juridisch instrument van hetzelfde niveau (een verordening). Dit is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel in artikel 5 van het EG-Verdrag.

Met dit voorstel worden de administratieve lasten voor vervoersondernemingen en kleine levensmiddelenbedrijven als gevolg van de informatieverplichtingen in de Verordeningen nr. 11 en (EG) nr. 852/2004 tot een minimum beperkt.

- Keuze van instrumenten

Voorgesteld(e) instrument(en): verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn.

De doelstelling om de administratieve lasten als gevolg van de informatieverplichtingen in de Verordeningen nr. 11 en (EG) nr. 852/2004 te verminderen, kan alleen worden verwezenlijkt door deze verordeningen te wijzigen. Dit is uitsluitend mogelijk door middel van een bindend juridisch instrument van hetzelfde type en niveau (een verordening).

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

5. AANVULLENDE INFORMATIE

- Vereenvoudiging

Het voorstel vereenvoudigt de administratieve procedures voor ondernemingen.

De door vervoersondernemingen toe te passen administratieve procedure wordt vereenvoudigd doordat bepaalde documentatievoorschriften die niet per se noodzakelijk zijn, betreffende de te volgen route en afstand en de eventuele punten van grensoverschrijding, worden geschrapt. De administratieve procedures voor kleine levensmiddelenbedrijven die de levensmiddelenhygiëne kunnen controleren door alleen de andere voorschriften van Verordening (EG) nr. 852/2004 toe te passen, worden vereenvoudigd door micro-ondernemingen die in hoofdzaak rechtstreeks levensmiddelen aan consumenten verkopen vrij te stellen van de verplichting een of meer permanente procedures op basis van de HACCP-beginselen in te voeren, uit te voeren en te handhaven.

- Europese Economische Ruimte

De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.

2007/0037 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening nr. 11 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden en Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenhygiëne

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 75, lid 3, artikel 95 en artikel 152, lid 4, onder b),

Gezien het voorstel van de Commissie[2],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[3],

Gezien het advies van het Comité van de Regio's[4],

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[5],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In het Gemeenschapsbeleid voor betere regelgeving wordt gewezen op het belang van het terugdringen van de uit de bestaande wetgeving voortvloeiende administratieve lasten voor bedrijven als cruciaal aspect om de concurrentiekracht van bedrijven te vergroten en de doelstellingen van de Lissabonagenda te verwezenlijken; dit gebeurt in het bijzonder in de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's "Betere regelgeving in de Europese Unie: Een strategische evaluatie"[6] en de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's "Actieprogramma ter vermindering van de administratieve lasten in de Europese Unie"[7].

(2) De communautaire voorschriften die uit hoofde van artikel 75 van het EG-Verdrag nodig zijn om bepaalde vormen van discriminatie bij het intracommunautaire vervoer over land op te heffen, zijn neergelegd in Verordening nr. 11[8]. Om de administratieve lasten voor bedrijven te verminderen, moet die verordening worden vereenvoudigd door de achterhaalde en overbodige voorschriften te schrappen, in het bijzonder het voorschrift om bepaalde informatie op papier te bewaren die tegenwoordig door de vooruitgang van de techniek in de boekhoudsystemen van de vervoerders is opgenomen.

(3) Artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 852/2004[9] verplicht alle exploitanten van levensmiddelenbedrijven zorg te dragen voor de invoering, de uitvoering en de handhaving van een of meer permanente procedures die gebaseerd zijn op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP).

(4) De ervaring heeft uitgewezen dat in bepaalde levensmiddelenbedrijven de levensmiddelenhygiëne kan worden gewaarborgd door de desbetreffende voorschriften in Verordening (EG) nr. 852/2004 correct toe te passen zonder gebruik te maken van het HACCP-systeem. Dit geldt met name voor kleine bedrijven die hun producten in hoofdzaak rechtstreeks aan eindgebruikers verkopen, zoals bakkers, slagers, kruideniers, marktkramen, restaurants en cafés, en die micro-ondernemingen zijn in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen[10].

(5) Het is daarom passend deze bedrijven vrij te stellen van het voorschrift in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 852/2004, met dien verstande dat zij wel aan alle overige voorschriften van die verordening moeten voldoen.

(6) Omdat de wijzigingen van de Verordeningen (EG) nr. 852/2004 en nr. 11 beide bedoeld zijn om de administratieve lasten voor bedrijven te verminderen zonder het onderliggende doel van de verordeningen te wijzigen, is het passend deze wijzigingen in één verordening te combineren,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening nr. 11 wordt als volgt gewijzigd:

1) Artikel 5 wordt geschrapt.

2) Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 worden het vijfde en zesde streepje geschrapt;

b) in lid 2 wordt de derde zin geschrapt;

c) lid 3 wordt vervangen door:

"3. Indien de bestaande documenten, zoals vrachtbrieven of andere vervoerdocumenten, alle in lid 1 vermelde gegevens bevatten en samen met het registratiesysteem en de boekhouding van de vervoerondernemer een volledige verificatie van de vrachtprijzen en vervoervoorwaarden mogelijk maken, waardoor de in artikel 75, lid 1, van het Verdrag bedoelde discriminaties kunnen worden opgeheven of voorkomen, zijn de vervoerondernemers niet verplicht nieuwe documenten in gebruik te nemen."

Artikel 2

Aan artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 852/2004 wordt de volgende zin toegevoegd:

"Onverminderd de andere voorschriften van deze verordening, is lid 1 niet van toepassing op bedrijven die micro-ondernemingen zijn in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003[11] en waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan in het rechtstreeks aan eindgebruikers verkopen van levensmiddelen."

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

[1] In de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, C(2003) 1422, PB L 124/36.

[2] PB C [...] van [...], blz. [...].

[3] PB C [...] van [...], blz. [...].

[4] PB C [...] van [...], blz. [...].

[5] PB C [...] van [...], blz. [...].

[6] COM(2006) 689.

[7] COM(2007) 23.

[8] PB L 52 van 16.8.1960, blz. 1121. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3626/84 (PB L 335 van 22.12.1984, blz. 4).

[9] PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1. Rectificatie in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 3.

[10] PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

[11] PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

Top