Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R0045

    Uitvoeringsverordening (EU) 2022/45 van de Commissie van 13 januari 2022 tot uitvoering van Verordening (EU) 2021/1139 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur wat betreft de gevallen van niet-naleving en gevallen van ernstige niet-naleving van de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid die kunnen leiden tot een onderbreking van de betalingstermijn of een schorsing van betalingen in het kader van dat fonds

    C/2022/59

    PB L 9 van 14.1.2022, p. 20–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2022/45/oj

    14.1.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 9/20


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/45 VAN DE COMMISSIE

    van 13 januari 2022

    tot uitvoering van Verordening (EU) 2021/1139 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur wat betreft de gevallen van niet-naleving en gevallen van ernstige niet-naleving van de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid die kunnen leiden tot een onderbreking van de betalingstermijn of een schorsing van betalingen in het kader van dat fonds

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2021/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot oprichting van het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1004 (1), en met name artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 4,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De verwezenlijking van de in Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) vervatte doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) mag niet worden ondermijnd door lidstaten die de GVB-voorschriften schenden. Overeenkomstig artikel 41 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad is de financiële steun van het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA) afhankelijk van de naleving van de GVB-voorschriften door de lidstaten. Niet-naleving van de GVB-voorschriften door de lidstaten kan leiden tot het onderbreken of opschorten van betalingen, of tot het toepassen van een financiële correctie op de financiële steun van de Unie in het kader van het GVB.

    (2)

    In de artikelen 96 en 97 van Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad (3) houdende gemeenschappelijke bepalingen is vastgesteld onder welke voorwaarden een onderbreking van de betalingstermijn respectievelijk een schorsing van betalingen kan worden opgelegd. Ingevolge deze twee artikelen kunnen in de fondsspecifieke voorschriften voor het EFMZVA specifieke gronden worden vastgelegd voor onderbreking en schorsing van betalingen wegens de niet-naleving van regels die van toepassing zijn uit hoofde van het GVB.

    (3)

    De lidstaten die operationele programma’s in het kader van het EFMZVA uitvoeren, moeten rechtszekerheid krijgen en daarom moet worden bepaald welke gevallen van niet-naleving van de GVB-voorschriften leiden tot een onderbreking van de betalingstermijnen, en welke gevallen van ernstige niet-naleving van de GVB-voorschriften leiden tot schorsing van betalingen.

    (4)

    Gevallen die leiden tot een onderbreking van de betalingstermijnen moeten gevallen zijn van niet-naleving van de GVB-voorschriften die essentieel zijn voor de instandhouding en de ecologische duurzaamheid van de mariene biologische rijkdommen;

    (5)

    Gevallen die tot schorsing van betalingen leiden, moeten gevallen zijn waarin niet-naleving tot een onderbreking van de betalingstermijnen leidt en de betrokken lidstaat daarnaast niet de nodige maatregelen heeft genomen ter verhelping van de situatie die aanleiding gaf tot een dergelijke niet-naleving.

    (6)

    Artikel 22, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bepaalt dat het niet indienen van een verslag over de balans tussen de vangstcapaciteit van de vloot en de vangstmogelijkheden en/of het niet uitvoeren van het actieplan voor de vlootsegmenten met vastgestelde structurele overcapaciteit kan leiden tot een evenredige onderbreking of schorsing van de financiële steun van de Unie aan die lidstaat voor investeringen in de vloot in het betrokken vlootsegment of de betrokken vlootsegmenten.

    (7)

    Artikel 25, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bepaalt ook dat het nalaten door een lidstaat om gegevens te verzamelen en/of tijdig aan eindgebruikers te verstrekken, kan leiden tot een evenredige schorsing of onderbreking van de toepasselijke financiële steun van de Unie aan die lidstaat.

    (8)

    Gezien het belang van een geharmoniseerde en gelijke behandeling van de marktdeelnemers in alle lidstaten vanaf het begin van de programmeringsperiode moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

    (9)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Gevallen van niet-naleving

    In de bijlage bij de onderhavige verordening zijn de gevallen van niet-naleving door een lidstaat van de voorschriften in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) omschreven die kunnen leiden tot een onderbreking van de betalingstermijn voor een betalingsaanvraag op grond van artikel 42 van Verordening (EU) 2021/1139.

    Artikel 2

    Gevallen van ernstige niet-naleving

    De gevallen van ernstige niet-naleving door een lidstaat van de voorschriften die van toepassing zijn in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid, die aanleiding kunnen geven tot een schorsing van betalingen op grond van artikel 43 van Verordening (EU) 2021/1139, zijn de gevallen van niet-naleving als bedoeld in artikel 1, waarbij een lidstaat, waarvoor de betalingstermijn voor een betalingsaanvraag overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) 2021/1139 is onderbroken, nalaat de nodige maatregelen te nemen om de voorschriften na te leven binnen de periode van die onderbreking.

    Artikel 3

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 13 januari 2022.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 247 van 13.7.2021, blz. 1.

    (2)  Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

    (3)  Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159).


    BIJLAGE

    GEVALLEN VAN NIET-NALEVING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1

    Gevallen van niet-naleving

    Rechtsgrondslag

    Categorie 1: Niet waarborgen van toezicht op de inachtneming van de krachtens de artikelen 16 en 17 van Verordening (EU) nr. 1380/2013  (1) aan de lidstaten toegewezen vangstmogelijkheden

    1.1

    Niet naleven van de voorschriften inzake visvergunning en vismachtiging.

    Artikel 6, leden 2, 3 en 4, artikel 7, leden 2 en 4, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening) (2)

    1.2

    Niet monitoren van het gebruik van vangstmogelijkheden, met name door niet alle in het visserijlogboek genoteerde gegevens, aangiften van overlading, aangiften van aanlanding, verkoopdocumenten, of aangiften van overname te registreren en/of niet monitoren van de visserijinspanning, en niet waarborgen dat deze gegevens juist, volledig en tijdig worden ingediend.

    Artikel 33, lid 1, en artikel 109, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    1.3

    De Commissie niet in kennis stellen van de geaggregeerde gegevens over aangelande vangsten en visserijinspanning.

    Artikel 33, leden 2 en 4, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    1.4

    Niet sluiten van de visserij wanneer quota, waaronder in het kader van partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s) en regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s), en/of de visserijinspanning zijn uitgeput.

    Artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    Categorie 2: Niet naleven van instandhoudingsmaatregelen en/of niet beschermen van kwetsbare soorten en habitats om ervoor te zorgen dat activiteiten in het kader van de visserij en de aquacultuur uit ecologisch oogpunt duurzaam zijn op de lange termijn als bedoeld in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1380/2013

    2.1

    Niet waarborgen dat alle visreizen uitvoerig en accuraat worden gedocumenteerd en dat er voldoende capaciteit en middelen zijn om naleving van de aanlandingsverplichting te monitoren overeenkomstig het beginsel van doelmatigheid en evenredigheid.

    Artikel 15, lid 13, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid

    2.2

    Niet implementeren van het verbod op het vangen, aan boord houden, overladen of aanlanden van de in bijlage IV bij Richtlijn 92/43/EEG vermelde soorten vissen of schaaldieren (tenzij afwijkingen zijn verleend uit hoofde van artikel 16 van die richtlijn).

    Artikel 10 van Verordening (EU) 2019/1241 inzake technische maatregelen (3)

    2.3

    Niet implementeren van het verbod op het vangen, aan boord houden, overladen of aanlanden van de in de bijlagen II en IV bij Richtlijn 92/43/EEG vermelde zeezoogdieren of zeereptielen en van de onder Richtlijn 2009/147/EG vallende soorten zeevogels.

    Artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1241 inzake technische maatregelen

    2.4

    Niet verzamelen van wetenschappelijke gegevens over incidentele vangsten van kwetsbare soorten en bepaalde soorten zeevogels.

    Artikel 11, lid 4, van en bijlage XIII, punt 2, bij Verordening (EU) 2019/1241 inzake technische maatregelen

    2.5

    Niet monitoren en beoordelen van de doeltreffendheid van uitgevoerde mitigerende maatregelen, indien relevant overeenkomstig het beste beschikbare wetenschappelijke advies.

    Artikel 11, lid 4, van en bijlage XIII, punt 4, bij Verordening (EU) 2019/1241 inzake technische maatregelen

    2.6

    Niet verbieden van het gebruik van in bijlage II bij Verordening (EU) 2019/1241 inzake technische maatregelen genoemd vistuig ter bescherming van kwetsbare habitats.

    Artikel 12 van Verordening (EU) 2019/1241 inzake technische maatregelen

    2.7

    Niet naleven van de voorschriften inzake wetenschappelijk onderzoek.

    Artikel 25, lid 1, punt e), van Verordening (EU) 2019/1241 inzake technische maatregelen

    2.8

    Niet opstellen en uitvoeren van beheersplannen voor aal.

    Artikel 2, leden 1, 3 en 10, artikel 5, lid 2, en artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1100/2007 van de Raad inzake Europese aal (4).

    2.9

    Niet naleven van instandhoudingsmaatregelen voor aal (vermindering van de visserijinspanning, indien van toepassing, en bereiken van streefcijfers).

    Artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1100/2007 van de Raad inzake Europese aal

    2.10

    Geen verslag uitbrengen bij de Commissie over de monitoring, de doeltreffendheid en het resultaat van instandhoudingsmaatregelen voor aal.

    Artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1100/2007 van de Raad inzake Europese aal

    2.11

    Geen jaarverslag bij de Commissie indienen over de uitvoering van de regels betreffende het afsnijden van haaienvinnen.

    Artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1185/2003 van de Raad van 26 juni 2003 betreffende het afsnijden van haaienvinnen aan boord van vaartuigen (5)

    Categorie 3: Niet onderhouden van externe betrekkingen op visserijgebied in overeenstemming met internationale verplichtingen en beleidsdoelstellingen en beginselen als bedoeld in artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1380/2013

    3.1

    Niet waarborgen dat vissersvaartuigen van de Unie die hun vlag voeren en buiten de wateren van de Unie actief zijn, in staat zijn alle visserij- en verwerkingsactiviteiten uitvoerig en nauwkeurig te documenteren.

    Artikel 31, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid

    3.2

    Niet waarborgen dat vissersvaartuigen van de Unie buiten de wateren van de Unie worden gemachtigd overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) 2017/2403 inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten.

    Artikel 5, lid 1, artikel 6, lid 2, artikel 6, lid 4, artikel 7, leden 3 tot en met 7, artikel 11, lid 1, artikel 18, lid 1, en artikel 25, lid 1, van Verordening (EU) 2017/2403 inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten (DBEV) (6)

    Categorie 4: Niet waarborgen dat de vangstcapaciteit van de vloot in evenwicht is met de natuurlijke hulpbronnen, zoals voorgeschreven in artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1380/2013

    4.1

    Niet invoeren van maatregelen om de vangstcapaciteit van de vloot aan te passen aan de vangstmogelijkheden, waarbij rekening wordt gehouden met tendensen en wordt uitgegaan van het beste wetenschappelijke advies, en met de doelstelling beide op blijvende en stabiele wijze met elkaar in evenwicht te brengen.

    Artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid

    4.2

    Niet opstellen van afzonderlijke beoordelingen voor vloten in de ultraperifere gebieden en voor vaartuigen die uitsluitend buiten de wateren van de Unie actief zijn.

    Artikel 22, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid

    4.3

    Niet waarborgen dat elke met overheidssteun gesteunde onttrekking aan de vloot wordt voorafgegaan door de intrekking van de respectieve visvergunningen en vismachtigingen en dat de ingetrokken capaciteit niet wordt vervangen.

    Artikel 22, leden 5 en 6, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid

    4.4

    Niet waarborgen van de naleving van het in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1380/2013 (de GVB-verordening) vastgestelde vangstcapaciteitsmaximum.

    Artikel 22, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid

    4.5

    Niet op zodanige wijze implementeren van de regeling voor toevoeging of onttrekking aan de vloot dat de toevoeging van nieuwe capaciteit aan de vloot zonder overheidssteun wordt gecompenseerd door de voorafgaande onttrekking van capaciteit zonder overheidssteun van ten minste dezelfde omvang.

    Artikel 23, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid

    4.6

    Niet bij de Commissie indienen van de gegevens die moeten worden geregistreerd in het vlootregister van de Unie als bedoeld in artikel 24, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 (de GVB-verordening) en in de uitvoeringsverordening van de Commissie inzake het vissersvlootregister van de Unie.

    Artikel 24, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/218 van de Commissie van 6 februari 2017 inzake het vissersvlootregister van de Unie (7)

    4.7

    Niet controleren en monitoren van de vangstcapaciteit en het motorvermogen van vissersvaartuigen.

    Artikel 38, artikel 39, lid 2, artikel 40, lid 1, en artikel 41, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    Categorie 5: Niet bijdragen tot de aan de doelstelling van het GVB om wetenschappelijke gegevens te verzamelen als bedoeld in artikel 2, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1380/2013

    5.1

    Niet verzamelen en beheren van biologische, milieugerelateerde, technische en sociaal-economische gegevens.

    Artikel 25, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid

    5.2

    Niet coördineren van gegevensverzamelingsactiviteiten met andere lidstaten in dezelfde regio.

    Artikel 6, lid 4, en artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1004 inzake het kader voor gegevensverzameling (8)

    5.3

    Niet waarborgen van een behoorlijke uitvoering van de taken van de nationale correspondenten.

    Artikel 7 van Verordening (EU) 2017/1004 inzake het kader voor gegevensverzameling

    5.4

    Niet jaarlijks indienen van een verslag over de uitvoering van nationale werkprogramma’s voor gegevensverzameling in de visserij en de aquacultuursector.

    Artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1004 inzake het kader voor gegevensverzameling

    5.5

    Niet naleven van de regels inzake het gebruik van gegevens.

    De artikelen 14, 16, 17, 19 en 20 van Verordening (EU) 2017/1004 inzake het kader voor gegevensverzameling

    Categorie 6: Niet toepassen van een doeltreffend controlesysteem om naleving van de GVB-voorschriften te waarborgen, zoals voorgeschreven in artikel 36, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013

    6.1

    Niet controleren van de onder het gemeenschappelijk visserijbeleid vallende activiteiten die natuurlijke of rechtspersonen verrichten op hun grondgebied of in de wateren die onder hun soevereiniteit of jurisdictie vallen.

    Artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    6.2

    Niet controleren van de toegang tot de wateren en de hulpbronnen, alsmede de activiteiten buiten de wateren van de Unie van vissersvaartuigen van de Unie die hun vlag voeren.

    Artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    6.3

    Niet vaststellen van passende maatregelen en niet toewijzen van voldoende financiële, personele en technische hulpmiddelen voor controle, inspectie en handhaving.

    Artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    6.4

    Niet waarborgen dat controle, inspectie en handhaving op niet-discriminerende wijze verlopen wat betreft sectoren, vaartuigen of personen, en dat zij op basis van risicobeheer worden verricht.

    Artikel 5, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    6.5

    Niet waarborgen van naleving van de regels inzake nationale controleactieprogramma’s en door de Commissie vastgestelde controle- en inspectieprogramma’s.

    Artikel 46 en artikel 95, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    6.6

    Niet waarborgen van naleving van de regels voor afzet, traceerbaarheid, eerste verkoop en weging van visserij- en aquacultuurproducten.

    Artikel 56, lid 1, artikel 57, lid 1, artikel 58, artikel 59, lid 1, artikel 60, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    6.7

    Niet uitvoeren van de maatregelen waartoe de Commissie heeft besloten om ervoor te zorgen dat de lidstaten de GVB-doelstellingen naleven met betrekking tot actieplannen die zijn opgesteld naar aanleiding van verificaties of autonome inspecties, waaronder sluiting van de visserij, verificatie, autonome inspectie- en auditverslagen, verlaging en overdracht van quota en visserijinspannings- en noodmaatregelen.

    De artikelen 36, 102, 104, 105, 106, 107 en 108 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    6.8

    Niet naleven van de vereisten inzake analyse, validering, toegang en uitwisseling van gegevens en informatie.

    Artikel 109, leden 1, 3, 4, 6 en 8, en de artikel 110, 111, 114 en 116 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    Categorie 7: Niet toepassen van een doeltreffend inspectie- en handhavingssysteem zoals voorgeschreven in artikel 36, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013

    7.1

    Niet verrichten van doeltreffende bewaking en doeltreffende inspecties.

    Artikel 71, artikel 72, leden 1 en 2, artikel 74, artikel 78, lid 1, artikel 80, artikel 83, leden 1 en 2, artikel 84, lid 2, artikel 85, artikel 87, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    7.2

    Niet verlenen van medewerking aan de Commissie bij de uitvoering van de taken van de functionarissen van de Commissie tijdens hun missies met het oog op verificatie, autonome inspecties en audits.

    Artikel 96, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    7.3

    Niet vaststellen van criteria ter bepaling van de ernst van de inbreuk van de GVB-regels.

    Artikel 3, lid 2, en artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 (IOO-verordening) en artikel 90, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    7.4

    Niet waarborgen van de systematische vaststelling van passende maatregelen en van doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties en begeleidende sancties voor schendingen van de GVB-regels.

    Artikel 89, leden 1, 2 en 3, en artikel 90 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening) en de artikelen 43, 44, 45, 46 en 47 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 (IOO-verordening)

    7.5

    Niet toepassen van het puntensysteem voor ernstige inbreuken voor houders van visvergunningen en kapiteins.

    Artikel 92, leden 1, 2 en 6, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    7.6

    Niet beheren van het nationaal register van inbreuken.

    Artikel 93, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (controleverordening)

    Categorie 8: Niet optreden tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) als bedoeld in artikel 36, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013

    8.1

    Niet nemen van maatregelen om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1005/2008.

    Artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 (IOO-verordening)

    8.2

    Niet verrichten van verificaties met betrekking tot de vangstcertificeringsregeling.

    Artikelen 17, leden 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 (de IOO-verordening)

    8.3

    Niet naleven van de regels met betrekking tot erkende marktdeelnemers (APEO’s).

    Artikel 10, lid 2, artikel 16, lid 1, artikel 17, lid 1, artikel 20, lid 3, artikel 21, leden 3, 5 en 7, artikel 23, lid 1, artikel 25, artikel 26, lid 2, artikel 27, lid 4, artikel 29, lid 1, en artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1010/2009 (9)

    Categorie 9: Niet naleven van de voorschriften inzake een gemeenschappelijke marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten ingesteld om bij te dragen tot de verwezenlijking van de in artikel 35, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 vastgestelde doelstellingen van het GVB

    9.1

    Niet naleven van de criteria voor de erkenning van producentenorganisaties en brancheorganisaties.

    Artikel 14, lid 1, en artikel 16, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1379/2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening (GMO) (10)

    9.2

    Niet verrichten van de vereiste controles op erkende collectieve organisaties.

    Artikel 18, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 1379/2013 houdende een GMO


    (1)  Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

    (2)  Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008 en (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

    (3)  Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1967/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1380/2013, (EU) 2016/1139, (EU) 2018/973, (EU) 2019/472 en (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 894/97, (EG) nr. 850/98, (EG) nr. 2549/2000, (EG) nr. 254/2002, (EG) nr. 812/2004 en (EG) nr. 2187/2005 van de Raad (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 105).

    (4)  Verordening (EG) nr. 1100/2007 van de Raad van 18 september 2007 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal (PB L 248 van 22.9.2007, blz. 17).

    (5)  Verordening (EG) nr. 1185/2003 van de Raad van 26 juni 2003 betreffende het afsnijden van haaienvinnen aan boord van vaartuigen (PB L 167 van 4.7.2003, blz. 1).

    (6)  Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 81).

    (7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/218 van de Commissie van 6 februari 2017 inzake het vissersvlootregister van de Unie (PB L 34 van 9.2.2017, blz. 9).

    (8)  Verordening (EU) 2017/1004 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 betreffende de instelling van een Uniekader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad (PB L 157 van 20.6.2017, blz. 1).

    (9)  Verordening (EG) nr. 1010/2009 van de Commissie van 22 oktober 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PB L 280 van 27.10.2009, blz. 5).

    (10)  Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1).


    Top