Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D1739

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1739 van de Commissie van 16 oktober 2019 tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het Rose Rosettevirus te voorkomen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 7328)

    C/2019/7328

    PB L 265 van 18.10.2019, p. 12–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/07/2022

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2019/1739/oj

    18.10.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 265/12


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/1739 VAN DE COMMISSIE

    van 16 oktober 2019

    tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het Rose Rosettevirus te voorkomen

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 7328)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 16, lid 3, derde zin,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Het Rose Rosettevirus, hierna het “nader omschreven organisme” genoemd, is een schadelijk organisme dat momenteel niet is opgenomen in bijlage I of bijlage II bij Richtlijn 2000/29/EG.

    (2)

    Van het nader omschreven organisme en de vector Phyllocoptes fructiphilus daarvan is niet bekend dat zij op het grondgebied van de Unie voorkomen. Uit een door de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het gebied van de Middellandse Zee (European and Mediterranean Plant Protection Organization, EPPO) verrichte analyse van het fytosanitaire risico is echter gebleken dat het nader omschreven organisme en de schadelijke effecten ervan een belangrijk fytosanitair probleem voor de Unie kunnen opleveren, met name voor de productie van alle soorten rozen.

    (3)

    Gezien dat bewijsmateriaal en de verdergaande verspreiding van het nader omschreven organisme moeten voor gevoelige planten bij het binnenbrengen in de Unie uit de derde landen waar het plaagorganisme is aangetroffen (Canada, India en de VS) specifieke maatregelen gelden en moeten zij vergezeld gaan van een fytosanitair certificaat.

    (4)

    Die specifieke maatregelen moeten ervoor zorgen dat het nader omschreven organisme en de vector daarvan tijdig op het grondgebied van de Unie worden opgespoord, dat er eisen worden gesteld aan het binnenbrengen van de nader omschreven planten in de Unie en dat bij het binnenbrengen van die planten in de Unie officiële controles worden verricht.

    (5)

    De lidstaten moeten er voor zorgen dat eenieder die verantwoordelijk is voor planten die mogelijk besmet zijn met het nader omschreven organisme, op de hoogte wordt gebracht van de mogelijke aanwezigheid ervan en wordt voorgelicht over de te nemen maatregelen.

    (6)

    De lidstaten moeten jaarlijks onderzoek verrichten naar de aanwezigheid van het nader omschreven organisme op hun grondgebied met het oog op een meer proactieve aanpak om de vestiging en verspreiding van dat organisme te voorkomen.

    (7)

    Er moeten eisen worden vastgesteld voor het binnenbrengen in de Unie van planten, met uitzondering van zaden, van Rosa spp. van oorsprong uit Canada, India of de Verenigde Staten (nader omschreven planten) en er moeten officiële controles worden verricht bij het binnenbrengen daarvan in de Unie. Die maatregelen zijn noodzakelijk om het grondgebied van de Unie beter te beschermen tegen het binnenbrengen en de verspreiding van het nader omschreven organisme.

    (8)

    Om de bevoegde officiële instanties en de professionele exploitanten de gelegenheid te bieden zich aan die nieuwe eisen aan te passen, moet dit besluit van toepassing zijn vanaf 1 november 2019.

    (9)

    Dit moet een tijdelijk besluit zijn dat tot en met 31 juli 2022 van toepassing is, om herziening ervan voor die datum mogelijk te maken.

    (10)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Definities

    Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

    a)

    “nader omschreven organisme”: Rose Rosettevirus;

    b)

    “nader omschreven planten”: planten, met uitzondering van zaden, van Rosa spp. van oorsprong uit Canada, India of de VS;

    c)

    “nader omschreven vector”: Phyllocoptes fructiphilus.

    Artikel 2

    Verbod op het binnenbrengen in en het verkeer binnen de Unie

    Het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het nader omschreven organisme wordt verboden.

    Artikel 3

    Opsporing of vermoedelijke aanwezigheid van het nader omschreven organisme

    De lidstaten zorgen ervoor dat eenieder die verantwoordelijk is voor planten die mogelijk besmet zijn met het nader omschreven organisme of de vector daarvan, onmiddellijk op de hoogte wordt gebracht van de aanwezigheid of de vermoedelijke aanwezigheid van het nader omschreven organisme en de vector daarvan en wordt voorgelicht over de mogelijke gevolgen en risico’s alsook de te nemen maatregelen.

    Artikel 4

    Onderzoek met betrekking tot het nader omschreven organisme op het grondgebied van de lidstaten

    1.   De lidstaten verrichten op hun grondgebied een jaarlijks onderzoek naar de aanwezigheid van het nader omschreven organisme en de nader omschreven vector op de nader omschreven planten. Dit onderzoek wordt verricht door de bevoegde officiële instantie of onder officieel toezicht van de bevoegde officiële instantie.

    2.   Het onderzoek omvat bemonsteringen en tests en wordt gebaseerd op deugdelijke wetenschappelijke en technische beginselen wat de capaciteit om het nader omschreven organisme en de nader omschreven vector op te sporen betreft.

    3.   De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten jaarlijks in kennis van de resultaten van het in het voorgaande kalenderjaar verrichte onderzoek.

    Artikel 5

    Eisen voor het binnenbrengen in de Unie van de nader omschreven planten

    1.   Nader omschreven planten mogen slechts in de Unie worden binnengebracht indien zij aan de volgende eisen voldoen:

    a)

    zij gaan vergezeld van een in artikel 13, lid 1, punt ii), van Richtlijn 2000/29/EG bedoeld fytosanitair certificaat;

    b)

    zij voldoen, naargelang het geval, aan lid 2, 3 of 4, en de formulering van de desbetreffende eis wordt vermeld in het fytosanitair certificaat onder “Aanvullende verklaring”.

    2.   De nader omschreven planten zijn gedurende de hele levensduur gekweekt in een gebied dat door de nationale plantenziektekundige organisatie overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van het nader omschreven organisme. De naam van dat gebied wordt onder “Plaats van oorsprong” op het fytosanitair certificaat vermeld.

    3.   De nader omschreven planten zijn gedurende de hele levensduur gekweekt op een productielocatie waar tijdens officiële inspecties sinds het begin van het laatste groeiseizoen noch symptomen van het nader omschreven organisme, noch van de aangegeven vector zijn geconstateerd. Bovendien is aan de volgende voorwaarden voldaan:

    a)

    de nader omschreven voor opplant bestemde planten zijn vóór de uitvoer bemonsterd en getest en vrij bevonden van het nader omschreven organisme;

    b)

    de nader omschreven planten, met uitzondering van voor opplant bestemde planten, zijn geïnspecteerd en, indien er symptomen werden gevonden, vóór de uitvoer bemonsterd en getest op de aanwezigheid van het nader omschreven organisme en vrij van dat organisme bevonden.

    4.   De nader omschreven planten in weefselcultuur die niet van oorsprong zijn uit een gebied dat vrij is van het nader omschreven organisme, zijn geproduceerd uit moederplanten die zijn getest en vrij zijn bevonden van het nader omschreven organisme.

    5.   De nader omschreven planten mogen alleen in de Unie worden binnengebracht als zij zodanig zijn verwerkt, verpakt en vervoerd dat besmetting door de nader omschreven vector wordt voorkomen.

    Artikel 6

    Officiële controles bij het binnenbrengen in de Unie

    Alle zendingen van de nader omschreven planten worden op de plaats van binnenkomst in de Unie of op de plaats van bestemming als vastgesteld overeenkomstig Richtlijn 2004/103/EG van de Commissie (2) officieel gecontroleerd.

    Artikel 7

    Naleving

    Om aan dit besluit te voldoen, wijzigen de lidstaten de maatregelen die zij hebben genomen om zich te beschermen tegen het binnenbrengen en de verspreiding van het nader omschreven organisme, of trekken zij deze in. Zij stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van die maatregelen.

    Artikel 8

    Datum van toepassing

    Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 november 2019.

    Artikel 9

    Datum van verstrijken

    Dit besluit is van toepassing tot en met 31 juli 2022.

    Artikel 10

    Adressaten

    Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 16 oktober 2019.

    Voor de Commissie

    Vytenis ANDRIUKAITIS

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

    (2)  Richtlijn 2004/103/EG van de Commissie van 7 oktober 2004 betreffende de controles van de identiteit en de fytosanitaire controles van in deel B van bijlage V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad opgenomen planten, plantaardige producten en andere materialen, die kunnen worden uitgevoerd op een andere plaats dan de plaats van binnenkomst in de Gemeenschap of op een dichtbijgelegen plaats en tot vaststelling van de eisen met betrekking tot deze controles (PB L 313 van 12.10.2004, blz. 16).


    Top