EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003E0092

Gemeenschappelijk optreden van de Raad 2003/92/GBVB van 27 januari 2003 inzake de militaire operatie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

PB L 34 van 11.2.2003, p. 26–29 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2003/92/oj

32003E0092

Gemeenschappelijk optreden van de Raad 2003/92/GBVB van 27 januari 2003 inzake de militaire operatie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

Publicatieblad Nr. L 034 van 11/02/2003 blz. 0026 - 0029


Gemeenschappelijk optreden van de Raad 2003/92/GBVB

van 27 januari 2003

inzake de militaire operatie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 25, derde alinea, artikel 26 en artikel 28, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Europese Raad heeft aangekondigd dat de Europese Unie bereid is om, in aansluiting op de NAVO-operatie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, een militaire operatie te voeren, teneinde verder bij te dragen tot een stabiele, veilige omgeving waarin de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de kaderovereenkomst van Ohrid kan uitvoeren.

(2) Krachtens de kaderovereenkomst van Ohrid is de bijdrage van de Unie gebaseerd op een algemene aanpak, waarvan de activiteiten alle aspecten van de rechtsstaat bestrijken, met inbegrip van programma's voor het opzetten van instellingen en politieactiviteiten, die elkaar wederzijds ondersteunen en versterken. De activiteiten van de Unie, ondersteund door onder andere de programma's van de Gemeenschap voor het opzetten van instellingen in het kader van de Cards-verordening (communautaire bijstand voor wederopbouw, ontwikkeling en stabilisatie), zal bijdragen tot de algemene vredesimplementatie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en tot het welslagen van het algemene beleid van de Europese Unie ten aanzien van de regio, meer bepaald het stabilisatie- en associatieproces.

(3) De Europese Unie heeft een speciale vertegenwoordiger van de EU benoemd die moet bijdragen tot de consolidatie van het vreedzame politieke proces en de volledige uitvoering van de kaderovereenkomst van Ohrid, die moet helpen de samenhang van het externe optreden van de Europese Unie te waarborgen en moet zorgen voor de coördinatie van de inspanningen van de internationale gemeenschap om te helpen bij de uitvoering en instandhouding van de bepalingen van die kaderovereenkomst.

(4) Op 26 september 2001 heeft de VN-Veiligheidsraad Resolutie 1371 (2001) aangenomen, waarin de kaderovereenkomst wordt verwelkomd en de volledige uitvoering ervan, dankzij de inspanningen van onder andere de Europese Unie, wordt ondersteund.

(5) Op 17 januari 2003 hebben de autoriteiten van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de Unie verzocht de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de voortzetting van de NAVO-operatie "Allied Harmony"; daartoe zal een briefwisseling tussen de autoriteiten van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de Europese Unie plaatsvinden. De Europese Unie bespoedigt een raadplegingsproces met de NAVO, zoals overeengekomen in de regelingen van Nice.

(6) Teneinde het inzetten van een EU-troepenmacht in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië te plannen en voor te bereiden, wordt de benoeming van een operationele commandant overwogen.

(7) De Europese Unie hecht eraan een alomvattende overeenkomst met de NAVO betreffende alle openstaande permanente regelingen tussen de Europese Unie en de NAVO te bereiken, in volledige overeenstemming met de principes die tijdens de Europese Raad, met name in Nice op 7-9 december 2000 en Kopenhagen op 12 en 13 december 2002, zijn overeengekomen.

(8) Het Politiek en Veiligheidscomité moet politieke controle uitoefenen op en strategische leiding geven aan de door de Europese Unie geleide operatie en de desbetreffende besluiten nemen overeenkomstig artikel 25, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

(9) Overeenkomstig de richtlijnen van de Europese Raad van Nice van 7-9 december 2000 moet dit gemeenschappelijk optreden de rol van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger overeenkomstig de artikelen 18 en 26 van het Verdrag betreffende de Europese Unie in de uitvoering van de onder de politieke controle en strategische leiding van het Politiek en Veiligheidscomité vallende maatregelen bepalen, overeenkomstig artikel 25 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

(10) Derde landen moeten aan de operatie deelnemen overeenkomstig de richtsnoeren die de Europese Raad heeft opgesteld.

(11) Overeenkomstig artikel 28, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie komen de beleidsuitgaven voor dit gemeenschappelijk optreden, dat gevolgen heeft op militair gebied, ten laste van de lidstaten volgens het algemene kader dat de Raad bij besluit van 17 juni 2002 heeft vastgesteld.

(12) Volgens artikel 14, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie moeten voor de gehele duur van de uitvoering van het gemeenschappelijk optreden de voor de Europese Unie beschikbare middelen worden omschreven; in dit verband moet een financieel referentiebedrag worden vermeld.

(13) Het financiële referentiebedrag voor de gemeenschappelijke kosten van de operatie, waarvan de parameters zijn vastgelegd in het Algemeen Concept dat de Raad op 23 januari 2003 heeft aangenomen, is voor het moment de meest accurate raming, waarmee echter niet vooruitgelopen wordt op de uiteindelijke bedragen in de begroting die goedgekeurd moet worden overeenkomstig de beginselen die zijn vastgelegd in het in overweging 11 bedoelde algemene kaderbesluit.

(14) Overeenkomstig artikel 6 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt Denemarken niet deel aan de uitwerking en de uitvoering van besluiten en acties van de Europese Unie die gevolgen hebben op defensiegebied. Denemarken neemt niet deel aan de financiering van de operatie,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

Missie

1. Op basis van afspraken met de NAVO en onder voorbehoud van een nader besluit door de Raad, zoals gespecificeerd in artikel 3, wordt op verzoek van de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië een militaire operatie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië uitgevoerd, teneinde de voortzetting van de NAVO-operatie "Allied Harmony" te verzekeren.

2. De hiertoe ingezette troepenmacht opereert overeenkomstig de doelstellingen van het Algemeen Concept dat de Raad heeft aangenomen.

3. De operatie wordt uitgevoerd met gebruikmaking van NAVO-middelen en -vermogens, op de met de NAVO overeengekomen basis.

Artikel 2

Benoeming van de operationeel commandant

1. De Raad benoemt een operationeel commandant.

2. De NAVO zal worden verzocht ermee in te stemmen dat admiraal R. FEIST, plaatsvervangend geallieerd opperbevelhebber Europa (D-SACEUR), wordt benoemd tot operationeel commandant.

3. De NAVO zal worden verzocht ermee in te stemmen dat het operationele hoofdkwartier wordt gevestigd in het hoofdkwartier van de geallieerde opperbevelhebber in Europa (SHAPE).

Artikel 3

Planning en aanvang van de operatie

Zodra de Raad de nodige besluiten waarin de crisisbeheersingsprocedures van de Europese Unie voorzien heeft genomen, waaronder besluiten betreffende de operationeel commandant (Op Cdr), het operatieplan (OPLAN), de "rules of engagement" (RoE), het operationele hoofdkwartier (OHQ) en de commandant van de EU-troepen (F Cdr), neemt de Raad een besluit over de aanvang van de operatie.

Artikel 4

Politieke controle en strategische leiding

1. Het Politiek en Veiligheidscomité oefent onder de verantwoordelijkheid van de Raad de politieke controle op en de strategische leiding van de operatie uit. De Raad machtigt het Politiek en Veiligheidscomité hierbij om de noodzakelijke besluiten te nemen overeenkomstig artikel 25 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Onder deze machtiging vallen ook bevoegdheden om het operatieplan, de commandostructuur en de "rules of engagement", te wijzigen. De beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van de operatie blijven berusten bij de Raad, bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger.

2. Het Politiek en Veiligheidscomité brengt op gezette tijden verslag uit aan de Raad.

3. Het Politiek en Veiligheidscomité ontvangt van de voorzitter van het Militair Comité van de Europese Unie (CEUMC) op gezette tijden verslagen over het verloop van de militaire operatie. Het Politiek en Veiligheidscomité kan, indien nodig, de operationeel commandant op zijn vergaderingen uitnodigen.

Artikel 5

Militaire leiding

1. Het Militair Comité van de Europese Unie (EUMC) controleert of de militaire operatie, onder verantwoordelijkheid van de operationeel commandant, correct wordt uitgevoerd.

2. Het EUMC ontvangt op gezette tijden verslagen van de operationeel commandant. Het kan, indien nodig, de operationeel commandant op zijn vergaderingen uitnodigen.

3. De voorzitter van het EUMC (CEUMC) treedt op als eerste contactpunt met de operationeel commandant.

Artikel 6

Betrekkingen met de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië treden binnen hun respectieve mandaten op als eerste contactpunten met de autoriteiten van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië voor aangelegenheden in verband met de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden. Het voorzitterschap wordt regelmatig en terstond op de hoogte gehouden van deze contacten. De commandant van de troepen onderhoudt met de plaatselijke autoriteiten contact over aangelegenheden die voor deze missie van belang zijn.

Artikel 7

Coördinatie en verbinding

Onverminderd de commandostructuur werken de EU-commandanten nauw samen met de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië teneinde ervoor te zorgen dat de militaire operatie past in de bredere context van de EU-activiteiten in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Binnen dat kader onderhouden de EU-commandanten indien nodig contact met andere internationale actoren in het gebied.

Artikel 8

Deelneming van derde landen

1. Onder volledige eerbiediging van de beslissingsautonomie van de Europese Unie en haar ene institutionele kader, en overeenkomstig de desbetreffende richtlijnen van de Europese Raad, met name de richtlijnen gegeven tijdens de zitting in Nice op 7-9 december 2000:

- nemen Europese NAVO-leden die geen lid zijn van de Europese Unie deel aan de operatie, indien zij dit wensen;

- worden de landen die de Europese Raad van Kopenhagen heeft uitgenodigd om lidstaten te worden, uitgenodigd aan de operatie deel te nemen, met inachtneming van de overeengekomen nadere bepalingen;

- kunnen ook potentiële partners worden uitgenodigd aan de operatie deel te nemen.

2. Hierbij machtigt de Raad het Politiek en Veiligheidscomité om, op aanbeveling van de operationeel commandant en van het Militair Comité van de Europese Unie, de noodzakelijke besluiten betreffende de aanvaarding van de voorgestelde bijdragen te nemen.

3. Gedetailleerde regelingen betreffende de deelneming van derde landen worden vastgesteld in een overeenkomst op grond van artikel 24 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger die het voorzitterschap bijstaat, mag namens het voorzitterschap over dergelijke regelingen onderhandelen.

4. Derde landen die een belangrijke militaire bijdrage aan de door de Europese Unie geleide operaties leveren, hebben dezelfde rechten en verplichtingen als de deelnemende EU-lidstaten bij de dagelijkse leiding van de operatie.

5. De Raad machtigt hierbij het Politiek en Veiligheidscomité om de noodzakelijke besluiten te nemen betreffende de instelling van een comité van contribuanten indien de derde landen aanzienlijke militaire bijdragen leveren.

Artikel 9

Financiële regelingen

1. Door de Raad wordt een financieel mechanisme ter dekking van de gemeenschappelijke kosten van de in artikel 1 genoemde operatie ingesteld.

2. Ten behoeve van deze operatie:

- kunnen de kosten voor barakken en logies voor de troepen als geheel als gemeenschappelijke kosten gefinancierd worden,

- kunnen de transportkosten voor de troepen als geheel niet als gemeenschappelijke kosten gefinancierd worden.

3. Het financiële referentiebedrag bedraagt 4700000 EUR.

Artikel 10

Betrekkingen met de NAVO

1. De contacten en ontmoetingen tussen de Europese unie en de NAVO moeten tijdens de voorbereiding en het verloop van de operatie worden opgevoerd in het belang van de transparantie, het overleg en de samenwerking tussen beide organisaties. Dit omvat ontmoetingen op het niveau van PVC/NAR (Politiek en Veiligheidscomité/Noord-Atlantische Raad) en van het Militair Comité, alsook regelmatige contacten tussen de EU- en de NAVO-commandanten in het gebied. Tijdens de gehele operatie wordt de NAVO op de hoogte gehouden van het gebruik van NAVO-middelen en -vermogens. Het PVC zal de NAR inlichten vóór het de Raad voorstelt de operatie te beëindigen.

2. De gehele commandostructuur blijft gedurende de operatie onder de politieke controle en de strategische leiding van de Europese Unie, na overleg tussen beide organisaties. In dat kader brengt de operationeel commandant uitsluitend aan de EU-instanties verslag uit over het verloop van de operatie. De NAVO wordt door de bevoegde instanties van de ontwikkelingen in de situatie op de hoogte gebracht, in het bijzonder door het Politiek en Veiligheidscomité en de voorzitter van het Militair Comité.

Artikel 11

Vrijgave van gerubriceerde gegevens aan de NAVO en derde landen

De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger is gemachtigd om door de Europese Unie gerubriceerde gegevens en documenten die ten behoeve van de operatie zijn opgesteld overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad vrij te geven aan de NAVO en aan derden die bij dit gemeenschappelijk optreden zijn betrokken.

Artikel 12

Status van de door de Europese Unie geleide troepenmacht

De status van de door de Europese Unie geleide troepenmacht in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië wordt op basis van artikel 24 van het Verdrag betreffende de Europese Unie vastgelegd in een overeenkomst met de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

Artikel 13

Inwerkingtreding

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op 1 februari 2003.

Artikel 14

Bekendmaking

Dit gemeenschappelijk optreden wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 27 januari 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

G. Papandreou

Top