EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992R3894

Verordening (EEG) nr. 3894/92 van de Commissie van 23 december 1992 betreffende de vaststelling van de forfaitaire waarde voor het visseizoen 1993 voor de uit de markt genomen visserijprodukten voor de berekening van de financiële vergoeding en het hierop betrekking heddende voorschot

PB L 392 van 31.12.1992, p. 17–18 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1993

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1992/3894/oj

31992R3894

Verordening (EEG) nr. 3894/92 van de Commissie van 23 december 1992 betreffende de vaststelling van de forfaitaire waarde voor het visseizoen 1993 voor de uit de markt genomen visserijprodukten voor de berekening van de financiële vergoeding en het hierop betrekking heddende voorschot

Publicatieblad Nr. L 392 van 31/12/1992 blz. 0017 - 0018


VERORDENING (EEG) Nr. 3894/92 VAN DE COMMISSIE

van 23 december 1992

betreffende de vaststelling van de forfaitaire waarde voor het visseizoen 1993 voor de uit de markt genomen visserijprodukten voor de berekening van de financiële vergoeding en het hierop betrekking hebbende voorschot

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3759/92 van de Raad van 17 december 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten en produkten van de aquacultuur (1), inzonderheid op artikel 12, lid 6,

Overwegende dat artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3759/92 voorziet in de toekenning van een financiële vergoeding aan de producentenorganisaties die onder bepaalde voorwaarden interveniëren voor de in bijlage I, onder A en D, van genoemde verordening bedoelde produkten; dat op de waarde van deze financiële vergoeding in mindering moet worden gebracht de forfaitair vastgestelde waarde van de produkten die worden bestemd voor andere doeleinden dan menselijke consumptie;

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 1501/83 van de Commissie (2) de mogelijkheden zijn vastgesteld waarvan gebruik moet worden gemaakt voor de afzet van de uit de markt genomen produkten; dat het noodzakelijk is de waarde van deze produkten bij elk dezer mogelijkheden forfaitair vast te stellen met inachtneming van de gemiddelde ontvangsten die kunnen worden verkregen bij een dergelijke afzet;

Overwegende dat uit de desbetreffende gegevens blijkt dat de forfaitaire waarde dient te worden vastgesteld voor het visseizoen 1993 zoals aangegeven in de bijlage;

Overwegende dat krachtens artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 3902/92 van de Commissie (3), de met de uitkering van de financiële vergoeding belaste instantie de instantie is van de Lid-Staat waar de producentenorganisatie is erkend; dat derhalve ook, in voorkomend geval, de in die Lid-Staat geldende forfaitaire waarde in mindering moet worden gebracht;

Overwegende dat de voornoemde bepalingen eveneens van toepassing zijn voor het voorschot van de financiële vergoeding bedoeld in artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3902/92;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor visserijprodukten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De forfaitaire waarde voor de berekening van de financiële vergoeding en het hierop betrekking hebbende voorschot voor de door de producentenorganisaties uit de markt genomen en voor andere doeleinden dan menselijke consumptie gebruikte produkten, wordt voor het visseizoen 1993 in de bijlage vastgesteld voor elk van de aldaar aangegeven bestemmingen.

Artikel 2

De forfaitaire waarde waarmee het bedrag van de financiële vergoeding en het hierop betrekking hebbende voorschot kan worden verminderd, is de waarde die wordt toegepast in de Lid-Staat waar de producentenorganisatie is erkend.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1993.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 23 december 1992. Voor de Commissie

Manuel MARÍN

Vice-Voorzitter

BIJLAGE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top