EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31977S1613

BESCHIKKING NR. 1613/77/EGKS VAN DE COMMISSIE VAN 15 JULI 1977 HOUDENDE WIJZIGING VAN BESCHIKKING 73/287/EGKS BETREFFENDE COKESKOLEN EN COKES BESTEMD VOOR DE IJZER- EN STAALINDUSTRIE VAN DE GEMEENSCHAP

PB L 180 van 20.7.1977, p. 8–9 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1986

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1977/1613/oj

31977S1613

BESCHIKKING NR. 1613/77/EGKS VAN DE COMMISSIE VAN 15 JULI 1977 HOUDENDE WIJZIGING VAN BESCHIKKING 73/287/EGKS BETREFFENDE COKESKOLEN EN COKES BESTEMD VOOR DE IJZER- EN STAALINDUSTRIE VAN DE GEMEENSCHAP

Publicatieblad Nr. L 180 van 20/07/1977 blz. 0008 - 0009
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 12 Deel 3 blz. 0027
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 12 Deel 3 blz. 0027


++++

BESCHIKKING Nr . 1613/77/EGKS VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 1977

houdende wijziging van Beschikking 73/287/EGKS betreffende cokeskolen en cokes bestemd voor de ijzer - en staalindustrie van de Gemeenschap

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal , met name artikel 95 , eerste lid ,

Gelet op het advies van het Raadgevend Comité ,

Gezien het advies van de Raad ,

Overwegende dat Beschikking 73/287/EGKS van de Commissie van 25 juli 1973 betreffende cokeskolen en cokes bestemd voor de ijzer - en staalindustrie van de Gemeenschap ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Beschikking nr . 751/77/EGKS ( 2 ) , waarvan de geldigheid op 31 december 1978 afloopt , in haar artikelen 1 en 7 bepaalt dat de hoogte van de afzetsteun en de bijdragen tot de communautaire financiering verschuldigd door de Lid-Staten en de ijzer - en staalindustrie in 1978 moeten worden verminderd , waarbij deze vermindering de " degressiviteit " vertgenwoordigt ;

Overwegende dat onzekerheid bestaat wat betreft de omstandigheden waaronder in geval van een te snelle of te grote vermindering van de produktiecapaciteit van de Gemeenschap de voorziening met cokeskolen uit derde landen zou gaan plaatsvinden ; dat er nog steeds beperkingen bestaan op het gebied van de handelspolitiek ; dat deze onzekerheid en beperkingen zouden blijven bestaan tijdens de periode na 31 december 1978 ; dat de geldigheidsduur van Beschikking 73/287/EGKS in haar geheel dient te worden verlengd , ten einde de betrokken doelstellingen tot 31 december 1981 te kunnen verwezenlijken ;

Overwegende dat op het gebied van de afzetsteun , de toepassing van de oorspronkelijk voor 1978 voorziene gereduceerde bedragen de doeltreffendheid van de regeling zodanig zou verminderen dat de verwezenlijking van de betrokken doelstellingen in gevaar komt ; dat dezelfde redenering geldt voor 1979 ; dat het derhalve wenselijk is de degressiviteit voor 1978 te laten vervallen en in 1979 dezelfde bedragen van de afzetsteun toe te passen als in 1978 ;

Overwegende dat handhaving van de afzetsteun op volledige hoogte vereist dat de wijze van financiering van het speciale fonds dat van toepassing is in 1977 moet worden gehandhaafd in 1978 en 1979 ;

Overwegende dat de Raad een eensluitend advies heeft uitgebracht met betrekking tot de verlenging van de huidige regeling tot 1981 ; dat de Raad evenwel voor eind 1979 het systeem van de afzetsteun , toepasselijk in 1980 en 1981 , aan een hernieuwd onderzoek denkt te onderwerpen zonder nochtans vooruit te lopen op het vraagstuk van de degressiviteit voor deze twee jaar ;

Overwegende dat de steun en bijdragen zijn uitgedrukt in Europese rekeneenheden ( ERE ) vanaf 1 januari 1976 , overeenkomstig Beschikking nr . 2963/76/EGKS van de Commissie van 1 december 1976 houdende wijziging van Beschikking 73/287/EGKS ( 3 ) ;

Overwegende dat de rapporten bedoeld in de artikelen 10 en 11 eveneens aan het Europese Parlement moeten worden voorgelegd ;

Overwegende dat de handelingsbevoegdheden die vereist zijn voor de instelling van deze regeling niet in het Verdrag zijn vastgesteld ,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD :

Artikel 1

Beschikking 73/287/EGKS wordt als volge gewijzigd :

1 . Artikel 1 , sub b ) , wordt als volgt gelezen :

" een afzetsteun voor leveringen naar een ver van het produktiebekken verwijderd gebied en voor leveringen in het kader van het intercommunautaire handelsverkeer . Deze steun kan maximaal drie rekeneenheden ( d.w.z . 3,165 ERE vanaf 1 januari 1976 ) per ton cokeskolen bedragen voor leveringen aan die fabrieken die over rechtstreekse bevoorradingsmogelijkheden over zee beschikken , in de overige gevallen kan de steun maximaal 1,60 RE ( d.w.z . 1,688 ERE vanaf 1 januari 1976 ) per ton kolen bedragen . Deze bedragen zijn van toepassing tot en met 31 december 1979 , onverminderd het bepaalde in artikel 10 . De verschillende steunverlening van een regering mag niet tot een discriminerende behandeling van leveringen van de kolenmijnondernemingen leiden . " .

2 . Artikel 7 , lid 2 , wordt als volgt gelezen :

" Het speciaal fonds wordt gefinancierd als volgt :

a ) De bijdrage van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal bedraagt :

- voor 1973 0,266 RE per ton kolen , d.w.z . maximaal 4 miljoen RE ;

- voor 1974 0,333 RE per ton kolen , d.w.z . maximaal 5 miljoen RE ;

- voor 1975 0,400 RE per ton kolen , d.w.z . maximaal 6 miljoen RE ;

- voor 1976 , 1977 , 1978 en 1979 0,422 ERE per ton kolen , d.w.z . maximaal 6,33 miljoen ERE per jaar .

b ) De Lid-Staten dienen de volgende totale bijdragen te verstrekken op basis van de in lid 3 aangegeven sleutel :

- voor 1973 0,627 RE per ton kolen , d.w.z . maximaal 9,4 miljoen RE ;

- voor 1974 0,560 RE per ton kolen , d.w.z . maximaal 8,4 miljoen RE ;

- voor 1975 0,493 RE per ton kolen , d.w.z . maximaal 7,4 miljoen RE ;

- voor 1976 , 1977 , 1978 en 1979 0,520 ERE per ton kolen , d.w.z . maximaal 7,807 miljoen ERE per jaar .

c ) De totale bijdrage van de ijzer - en staalindustrie , die niet betrokken is bij artikel 6 , tweede lid , bedraagt :

- voor 1973 , 1974 en 1975 1,107 RE per ton kolen , d.w.z . maximaal 16,6 miljoen RE per jaar ;

- voor 1976 , 1977 , 1978 en 1979 1,168 ERE per ton kolen , d.w.z . maximaal 17,52 miljoen ERE per jaar .

Het totale bedrag van de bijdrage wordt op basis van het verbruik van hoogovencokes over de ondernemingen van de ijzer - en staalindustrie verdeeld .

De bijdrage van de ijzer - en staalindustrie voorzien in artikel 6 , tweede lid , wordt berekend op basis van het tarief per verbruikte ton van toepassing voor de andere ondernemingen . " .

3 . Artikel 10 , lid 2 , laatste zin , wordt als volgt gelezen :

" Zij stelt deze aangelegenheid onmiddellijk aan de orde bij de Raad en het Europese Parlement . " .

4 . In artikel 11 , lezen :

" De Commissie brengt de Raad en het Europese Parlement periodiek verslag uit over de toepassing ... " .

5 . Artikel 13 , in fine , wordt als volgt gelezen :

" De geldigheid van deze beschikking loopt af op 31 december 1981 .

Deze beschikking is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat . " .

Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing vanaf haar publikatie in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze beschikking is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 15 juli 1977 .

Voor de Commissie

Guido BRUNNER

Lid van de Commissie

( 1 ) PB nr . L 259 van 15 . 9 . 1973 , blz . 36 .

( 2 ) PB nr . L 91 van 13 . 4 . 1977 , blz . 7 .

( 3 ) PB nr . L 338 van 7 . 12 . 1976 , blz . 19 .

Top