Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/224/03

    Zaak C-74/04 P: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 juli 2006 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Volkswagen AG (Hogere voorziening — Mededinging — Artikel 81, lid 1, EG — Distributie van motorvoertuigen — Begrip overeenkomsten tussen ondernemingen — Bewijs van bestaan van overeenkomst)

    PB C 224 van 16.9.2006, p. 2–2 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    16.9.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 224/2


    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 juli 2006 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Volkswagen AG

    (Zaak C-74/04 P) (1)

    (Hogere voorziening - Mededinging - Artikel 81, lid 1, EG - Distributie van motorvoertuigen - Begrip „overeenkomsten tussen ondernemingen” - Bewijs van bestaan van overeenkomst)

    (2006/C 224/03)

    Procestaal: Duits

    Partijen

    Rekwirante: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: W. Mölls, gemachtigde, H.-J. Freund, advocaat)

    Andere partij in de procedure: Volkswagen AG (vertegenwoordigers: R. Bechtold en S. Hirsbrunner, advocaten)

    Voorwerp

    Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer) van 3 december 2003, Volkswagen AG/Commissie (T-208/01), houdende nietigverklaring van beschikking 2001/711/EG van de Commissie van 29 juni 2001 in een procedure op grond van artikel 81 van het EG-Verdrag (zaak COM P/F-2/36.693 — Volkswagen) (PB L 262, blz. 14) — Manoeuvres van de vennootschap Volkswagen jegens haar dealers in het kader van het op de markt brengen van een nieuw model „Volkswagen Passat Variant”

    Dictum

    1)

    De hogere voorziening wordt afgewezen.

    2)

    De Commissie van de Europese Gemeenschappen wordt verwezen in de kosten.


    (1)  PB C 94 van 17.4.2004.


    Top