Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92003E000871

    SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0871/03 van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Commissie. Uitwisseling persoonsgegevens luchtvaartmaatschappijen — CIA.

    PB C 222E van 18.9.2003, p. 239–241 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    92003E0871

    SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0871/03 van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Commissie. Uitwisseling persoonsgegevens luchtvaartmaatschappijen — CIA.

    Publicatieblad Nr. 222 E van 18/09/2003 blz. 0239 - 0241


    SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0871/03

    van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Commissie

    (13 maart 2003)

    Betreft: Uitwisseling persoonsgegevens luchtvaartmaatschappijen CIA

    Begin maart meldden diverse media dat de Europese Commissie een akkoord heeft bereikt met de Verenigde Staten over de uitwisseling van persoonsgegevens van passagiers van de burgerluchtvaart. Het gaat daarbij niet alleen over bijvoorbeeld de naam, maar zelfs over de menuvoorkeur van de betrokkene. Blijkens de verslaggeving was de laconieke commentaar van een woordvoerder van Europees Commissaris voor Transport Loyola de Palacio, dat deze overeenkomst strookt met de Europese wetgeving en dat iemand die Mohammed heet en geen varkensvlees wil maar niet naar de VS moet vliegen of gewoon een sandwich moet bestellen.

    In een eerste reactie verklaarde Lodewijk Asscher, onderzoeker van het instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam, dat dit soort gegevens, zonder medeweten van de betrokkene, niet eens onderling tussen Europese staten worden uitgewisseld. Terloops vermeldt hij dat deze gegevens gekoppeld worden aan allerlei computersystemen van andere opsporings- of inlichtingendiensten. Uit diverse politieke reacties bleek alvast dat de verantwoordelijke ministers in lidstaat België niet over deze afspraak tussen de Commissie en de CIA op de hoogte waren gebracht, laat staan geraadpleegd.

    Waarom heeft de Commissie over deze overeenkomst met de CIA onderhandeld zonder daarbij zelfs maar informatie te hebben ingewonnen bij de lidstaten en bevestigt zij dat deze overeenkomst inderdaad ook betrekking heeft op onder meer de menukeuze van passagiers?

    Op basis van welke argumenten besliste de Commissie dat deze gegevensuitwisseling met uitsluitend de VS belangrijk genoeg is om o.a. artikel 8 van het EVRM en de geest van richtlijn 95/46/EG(1) met voeten te treden en onder meer gegevens over de persoonlijke menukaart van passagiers boudweg door te geven?

    Heeft de Commissie inmiddels een gevolg gegeven aan art. 10 van verordening (EG) 2320/2002(2) inzake de beveiliging van de burgerluchtvaart en heeft zij daarbij in het bijzonder nagegaan of de luchthavens in de VS aan de essentiële veiligheidsvereisten voldoen?

    (1) PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

    (2) PB L 355 van 30.12.2002, blz. 1.

    Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

    (16 april 2003)

    Het geachte parlementslid is mondeling ervan op de hoogte gebracht dat de perscitaten in de schriftelijke vraag ten onrechte zijn toegeschreven aan de woordvoerder van mevrouw de Palacio.

    Om te beginnen wil de Commissie benadrukken dat met de Amerikaanse autoriteiten tot dusver geen enkele overeenkomst is gesloten. Wel is zij een dialoog aangegaan met de Amerikaanse douane, voor wie de gegevens zijn bedoeld, en niet, zoals gesuggereerd in de schriftelijke vraag, met de CIA. Naar aanleiding van deze dialoog hebben de Commissie en de Amerikaanse douane een Joint Statement uitgebracht en heeft de Amerikaanse douane zich ertoe verplicht gevoelig geachte gegevens te beschermen.

    De dialoog volgde op de invoering door de Verenigde Staten van verschillende wetten waarin de verstrekking van persoonlijke gegevens over passagiers en bemanning verplicht wordt gesteld. Als de door de Amerikaanse autoriteiten verlangde gegevens niet worden verstrekt, zijn de gevolgen zeer ernstig. Ze lopen uiteen van de invoering van extra passagierscontroles (waardoor bij aankomst in de Verenigde Staten lange wachtrijen kunnen ontstaan) tot boetes voor luchtvaartmaatschappijen en zelfs intrekking van de landingsrechten. Nadat de datum al herhaaldelijk is verschoven, willen de Amerikaanse autoriteiten nu uiterlijk vanaf begin maart rechtstreeks toegang tot de gegevensbanken van luchtvaartmaatschappijen. Zoals het geachte parlementslid opmerkt, kunnen deze banken informatie over de menuvoorkeur van de passagier bevatten.

    De dialoog met de Amerikaanse douane was bedoeld om tot een meer definitieve oplossing te komen, die overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG en artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden een adequate bescherming van de verstrekte gegevens in de Verenigde Staten waarborgt.

    Ondertussen heeft de Amerikaanse douane toegezegd de verstrekte gegevens te beschermen en met name de gegevens die als gevoelig in de zin van artikel 8 van Richtlijn 95/46/EG kunnen worden aangemerkt. De menuvoorkeur kan als zodanig worden beschouwd als hieruit de raciale of etnische afkomst of de geloofsovertuiging van iemand kan worden afgeleid. De Amerikaanse douane heeft aangegeven dat zij deze gegevens niet gebruikt om te bepalen welke passagiers extra moeten worden gecontroleerd en dat ze niet systematisch ter beschikking worden gesteld aan andere Amerikaanse instanties. Volgens de douane krijgen andere instanties alleen gericht inzage in specifieke gegevens. Ook heeft zij erop gewezen dat zij alleen in het kader van de strijd tegen het terrorisme en zware criminaliteit en dan nog via een speciale procedure toestemming voor doorgifte verleent.

    De Commissie wil erop wijzen dat zij de onafhankelijke instanties voor gegevensbescherming in de lidstaten en de luchtvaartmaatschappijen op de hoogte heeft gebracht van haar stappen.

    Verder wil de Commissie benadrukken dat gegevens niet doorgegeven mogen worden zonder medeweten van de betrokkenen. Op grond van Richtlijn 95/46/EG moeten passagiers en bemanning op de hoogte worden gebracht van een eventuele verwerking van hun gegevens. Het regelmatige overleg hierover tussen de diensten van de Commissie en de luchtvaartmaatschappijen is met name bedoeld om de luchtvaartmaatschappijen ervan bewust te maken dat dit voorschrift in acht moet worden genomen. De Commissie beschikt over informatie dat de luchtvaartmaatschappijen hun passagiers nu informeren over de doorgifte van gegevens naar de Verenigde Staten.

    In antwoord op de vraag over de toepassing van artikel 10 van Verordening nr. 2320/2002 die de ontwikkeling voorschrijft van een mechanisme om na te gaan of de luchthavens van derde landen aan de essentiële veiligheidsvereisten van de EU-wetgeving voldoen, zij opgemerkt dat hieraan wordt gewerkt. Een dergelijk mechanisme zal, zodra het in samenwerking met de lidstaten is ontwikkeld, van toepassing zijn op alle vluchten naar de Europese Gemeenschap, dus ook die vanuit de Verenigde Staten.

    Top